Vijf essenties van geestelijke leiding
Wie op zijn spirituele pad verdieping wil en om zijn eigen hoek wil heenkijken, dient zich op een of andere wijze te verbinden aan een geestelijk leraar of lerares. Wat mag je van zo’n leraar verwachten? Wat zou zo’n leraar je kunnen bijbrengen? De Tibetaanse Nyingma Meester Longchenpa zegt hier in ‘Het Juwelenschip’ het volgende over:
‘De leraar die zich de werkelijke betekenis van de staat van totale volledigheid heeft eigen gemaakt (…), kan in de leerling een direct besef van de kern van de zaak wekken. Hij weet het verheven pad te tonen, dat de leerling voert tot het verwerkelijken van deze essentie. De leerling dient te vertrouwen op iemand die niet is aangetast door afleidingen van wereldse aard of door de verleiding van louter semantisch onderscheid. Zo’n achtenswaardige leidsman dient geëerd te worden met allerlei geschenken.’
Wat je mag verwachten van een spiritueel leraar of goeroe, wil ik uitdrukken in vijf essenties van geestelijke leiding.
Een. Geestelijke leiding kan uitsluitend worden verkregen door de bekrachtiging van een ander persoon van vlees en bloed, die zelf een geestelijke traditie belichaamt. Geestelijke leiderschap kun je nooit voor jezelf bekrachtigen. Vergelijk wat de Japanse zen meester Dogen Zenji opmerkt in zijn magistrale tekst, de Genjo Koan: ‘Als boeddha’s werkelijk boeddha’s zijn, merken ze niet noodzakelijkerwijs op dat ze boeddha’s zijn. Echter, ze zijn levende boeddha’s, die doorgaan met boeddha’s te verwerkelijken.’
Twee. De geestelijke leider spreekt en handelt niet vanuit een bepaalde traditie. De traditie spreekt en handelt door de geestelijke leider heen. Precies hierin ligt zijn vaardige handelen en zijn ambacht. Een kundige slager beent niet zelf zijn varken uit. Zijn handen worden door een eeuwenlange traditie geleid.
Drie. De geestelijke leider leeft in het grondeloze vertrouwen dat hij de weg is. En hij weet dat de weg NIET van hem is.
Vier. Geestelijke leiding functioneert vanuit niet-weten. De geestelijke leider is altijd ook een student en hij beoefent in het besef dat zijn onderzoek eindeloos is. Nogmaals Dogen Zenji in zijn Genjo Koan: ‘Wanneer de waarheid je totale lichaam-en-geest niet vult, dan denk je dat je er al bent. Wanneer de waarheid je lichaam-en-geest vult, dan zie je dat er iets ontbreekt.’
Vijf. De geestelijke begeleider onderricht met zijn bare bestaan, dat het bestaan is van een persoon die een traditie onverdeeld belichaamt. Zijn leven is zijn onderricht. Elke geestelijke leiding is dus volstrekt uniek en toch zit er ‘iets’ in dat hij deelt met andere geestelijke begeleiders en voorgaande generaties van geestelijke leiding. Dit is ‘iets’ dat niet zo moeilijk is om te zien, maar onmogelijk om te bevatten.
'Als boeddha's werkelijk boeddha's zijn, merken ze niet noodzakelijkerwijs op dat ze boeddha's zijn. Echter, ze zijn levende boeddha's, die doorgaan met boeddha's te verwerkelijken.'
Dag Maurice,
Dank voor je artikel over Vijf essenties van geestelijke leiding. Voor mij heel herkenbaar. Al een jaar of tien ben ik dankbaar dat ik een leraar gevonden heb waar ik mij aan heb weten toe te vertrouwen. Een leraar die mij weet te stimuleren en zonder oordeel maar haarscherp in weet te gaan op wat in mijn leven aan de orde is. Zonder hem had ik nooit in die kracht durven te gaan staan van waar mijn pad tot nu toe heeft geleid. Het heeft mij gebracht naar een punt waarin ook van mij weer leraarschap gevraagd wordt.
Met schroom aanvaard ik ook deze weg inmiddels.
Graag wil ik reageren op punt drie in jouw artikel; ‘De geestelijke leider leeft in het grondeloze vertrouwen dat hij de weg is. En hij weet dat de weg NIET van hem is.’
Op dit punt blijf ik namelijk haken. Is het inderdaad zo dat je kunt spreken van leven in het vertrouwen dat je, als geestelijk leraar, de weg bent?
Het voelt voor mij meer als dat de weg door de geestelijk leraar gaat als een stroom. Misschien dat je dit ook bedoelt, of misschien zie jij het toch anders. Zou je misschien nog wat nader willen toelichten hoe jij dit ziet?
Beste Monika,
Dank je wel voor je reactie op mijn artikel over de vijf essenties van geestelijke leiding. Om meteen je vraag te beantwoorden: wat mij betreft is er alleen maar de weg en niet de weg en een pijp waardoor de weg stroomt. Pas als ik op mijn handelen reflecteer en zo in een dualistische modus terecht kom, is er de weg en het instrument. Daarvoor is er alleen de weg. Maar die weg, is niet hetzelfde als het ego of het ik, die slechts in de reflectie op die weg bestaat. Derhalve is die weg niet van mij, precies zoals mijn leven niet ‘van mij’ is.
Beste Maurice.
Dank je wel voor je artikel. Het Juwelenschip ligt naast mijn bed op mijn nachtkastje. Regelmatig lees ik erin en ervaar ik kracht en ondersteuning. Tegelijkertijd vind ik de tekst moeilijk te begrijpen en je artikel helpt me er weer bij. De reaktie van Monica en de beschrijving van haar proces, waarin ik veel van mezelf herken, stimuleert en helpt me om de volgende vraag te stellen: ik zou het erg fijn vinden om een leraar te vinden bij mij in de buurt, regio den Bosch. Dank je wel voor je reaktie/advies, hartelijke groet, Mariose.
Beste Maurice,
Bedankt voor je kort-maar-krachtige artikel. Keep up the good Work!
Een reactie op punt 5
“De geestelijke begeleider onderricht met zijn bare bestaan, dat het bestaan is van een persoon die een traditie onverdeeld belichaamt”
Traditie? Is dat niet erg traditioneel? Vroeger was Wijsheid nauwelijks ergens te vinden. Nu wel: Google, Youtube, satsangs, boeken. Heerlijk shoppen, de cadeautjes zien temidden van wat wel stroomt, maar vooral ergens OVER gaat (slechts weinigen nemen je mee de direct ervaring van de werkelijkheid in; terwijl dat de ene/enige zinvolle weg is) en associëren tot alle ontbrekende puzzelstukjes gevonden zijn. Aldus krijg je glashelder voor ogen hoe naadloos de Vork in de steel zit.
NB: Die uitdrukking betekent “weten wat er precies aan de hand is” en mag op 2 manieren: “weten hoe de vork in/aan de steel zit”. Die met “in de steel” is het meest gebruikt. Typisch ego aan het werk weer, want juist het omgekeerde is waar: De steel zit in de vork!
Metafoor: Stel ik ben de steel. Dan zeg ik:
1. ik ben er onveranderlijk wel, maar de steel is onkenbaar;
2. ik koester de intenties die Vork het mooiste van zichzelf doen/laten dromen;
3. ik bedank Vork voortdurend nu voor diens Werk met resultaat-garantie!
“Zijn leven is zijn onderricht. Elke geestelijke leiding is dus volstrekt uniek en toch zit er ‘iets’ in dat hij deelt met andere geestelijke begeleiders en voorgaande generaties van geestelijke leiding. Dit is ‘iets’ dat niet zo moeilijk is om te zien, maar onmogelijk om te bevatten”
Tussen het ‘niet zo moeilijk te zien’ en ‘het onmogelijke te bevatten’ zit het ‘beschrijven’ wat volgens traditionele bronnen ‘niet te begrijpen is’. Dat is slechts halve waarheid. Want de tijden veranderen. Het is heerlijk werk om in zoiets als Jip-en-Janneke-taal onweerlegbaar logisch te mogen verwoorden hoe ‘dat wat niet te beschrijven is’ glashelder logisch en praktisch herkenbaar beschreven kan worden.
Bedankt voor het lezen! Ik wens je een fijne dag.