Vijf mythologische verhalen over het ontstaan van de wereld
De Big Bang en het Bijbelse scheppingsverhaal zijn lang niet de enige verklaringen over het ontstaan van de wereld. Maak hier kennis met vijf mythologische verhalen over de schepping van de Aarde, afkomstig van tal van uithoeken in de wereld …!
Mythologische verhalen en tradities gaan vaak op de een of andere manier over het ontstaan van de wereld. Scheppingsmythes zijn de meest gebruikelijke vorm van overleveringen in alle beschavingen – mensen zijn gefascineerd door de vraag hoe alles is ontstaan.
De verklaringen in historische culturen zijn buitengewoon divers. De mythologen Mircea Eliade en Charles Long hebben vijf fundamentele thematische categorieën geïdentificeerd waar de meeste van deze verhalen in passen. Hoewel anderen alternatieve systemen voor categorisering hebben voorgesteld, biedt de structuur van Eliade en Long een eenvoudige manier om de verschillende verbintenissen tussen de mensheid -en ideeën over creatie- te conceptualiseren.
- Ontstaan uit chaos
Veel mythologische verhalen gaan over het ontstaan uit chaos. Deze verhalen beschrijven vaak een primordiale, (behorend bij een vroege staat van wording), de ongeordende fase van vóór het bestaan, van vóór het begin der tijden. Schepping treedt op wanneer de chaos een ordenende kracht tegenkomt, die vaak van menselijke aard is, en die samen het materiële universum creëren zoals wij die kennen.
De Babylonische scheppingsmythe beschrijft de eenwording van Tiamat, de godin van de chaos en oceanen tijdens een oer fase met Abzu, de god van zoet water. De tablet Enuma Elis, (zie afbeelding), daterend uit de 7e eeuw voor Christus, beschrijft de elementaire, chaotische zee waarin Tiamat met Abzu wordt verenigd:
“Toen de hemel erboven nog geen naam had, en de Aarde eronder evenmin, en de oorspronkelijke Abzu die hen verwekte, en toen Tiama, de moeder van hen beiden, hun wateren met elkaar vermengden, was er nog geen drasland te bekennen. En nog niemand van de goden was toen door het noemen van hun naam tot leven geroepen”.
Een andere vorm van schepping uit chaos is de ontwikkeling vanuit het kosmische ei. In de mythologische verhalen van de oude Griekse Orphisme religie is de primordiale, hermafrodiete god Phanes geboren uit het Orphische Ei.
Het Orphische Ei kwam op natuurlijke wijze tot stand door de acties van Chronos, of ‘tijd’, en die van Ananke, of ‘noodzaak’. Vergelijkbaar met het Babylonische verhaal verenigt Phanes zich vervolgens met Nyx, de godin van de nacht, die actief het universum creëert.
Een variant van het Kosmische Ei komt ook voor in de Hindoeïstische en Vedische mythologie. Eerst in de Rig Veda, en wordt vervolgens ontplooid en uitgebreid in de Upanishads. De Hiranyagarbha, of Gouden Baarmoeder, zweeft in de oerchaos in incarnaties van het universum. Uiteindelijk splitst het in tweeën, en vormt het Kosmische Ei de hemel en de Aarde.
- Ex Nihilo
Ex Nihilo, of ‘de schepping uit niets’, beschrijft het soort mythologische verhalen waarin het universum vanuit absolute nietsheid plotseling tot stand komt. Dit gebeurt meestal door de wil van een godheid, maar het gebeurt soms ook spontaan, of zelfs toevallig.
Een bekend voorbeeld van de Ex Nihilo schepping is te vinden in het Jodendom, het Christendom en de Islam, in de vorm van het Genesis verhaal. In deze tradities schept God het universum in zes dagen, uitsluitend door wilskracht, met de bekende woorden “Er zij licht”.
De oude Egyptenaren van Memphis kenden een soortgelijke mythe, maar gaven een diepzinniger uitleg van het mechanisme van de schepping. Ptah, de god van het ambacht en de architectuur, werd beschouwd als de belangrijkste godheid van de Memfieten. Ze geloofden dat een meesterkunstenaar zich een perfect eindproduct kon voorstellen, nog voordat hij de benodigde grondstoffen kon vormen. Ptah’s beheersing van het ambacht was zo groot dat hij toen hij het universum voorzag, en de dingen begon te benoemen die hij zich had voorgesteld, ze materialiseerden tot bestaan. Deze legende heeft mogelijk het maçonnieke denken beïnvloed, dat de schepper als een goddelijke metselaar of architect beschouwt.
Een meer unieke variant van Ex Nihilo-creatie komt voort uit de mythologische verhalen van de Kuba-cultuur in Centraal-Afrika. Voor het universum was er alleen duisternis en water, dat bewoond werd door de reusachtige, bleke god Mbombo. Uiteindelijk voelde Mbombo een intense pijn uit het niets en braakte hij de zon, de maan en de sterren tot leven. De zon verdampte het water en creëerde de wolken en het land. Mbombo voelde zich een tijdje beter, maar werd toch al snel ziek en braakte hij opnieuw. Die keer creëerde hij alle dieren.
- Schepping met de lichaamsdelen van een oermens
Veel mythologische verhalen gaan over de verschillende aspecten van het universum die tevoorschijn komen uit lichaamsdelen van een godheid. Soms wordt een enkele godheid op de een of andere manier in stukjes gesneden die de componenten van de materiële wereld worden, zoals de hemel, aarde en water. In andere varianten wordt een verenigd paar mannelijke en vrouwelijke goden gescheiden. Het “vacuüm” dat door deze scheiding wordt gecreëerd, vult zich met het materiële universum.
In de oude Egyptische cultuur in Heliopolis, dat naast de Memphites bestond, evolueerde het universum uit het lichaam van de god Atum. Atum bestond in een oerzee van niets. Door een soort hermafrodiete reproductie, of goddelijke masturbatie, verenigde Atum zich met zijn eigen vrouwelijke energie en met gemanifesteerde Shu, de god van de lucht, en ook met Tefnut, godin van de regen. Tefnut en Shu verenigden zich vervolgens tot Aarde en de lucht, en om Geb en Nut, te creëren. Geb en Nut verenigden zich vervolgens, en creëerden de belangrijkste godheden Isis, Osiris, Nephthys en Set, die al het andere schiepen of baarden. In dit systeem zijn mensen directe afstammelingen van het lichaam van Atum.
In Maori-culturen van eilanden in de Stille Oceaan wordt de schepping veroorzaakt door de splitsing door de goden van de Aarde en de hemel, Rangi en Papa. Voordat ze dit universum creëerden, zaten ze opgesloten in een eeuwige omhelzing. Ze baarden alleen mannelijke kinderen, die vastzaten in het donkere, verkrampte niets tussen hen in. Uiteindelijk verlangden hun ingesloten kinderen naar licht, en dreven ze hen uit elkaar. Dit schiep ruimte voor het universum, dat wordt gevormd als een resultaat van oorlog tussen de god-kinderen van Rangi en Papa, die optreedt in de nasleep van de scheiding.
- Geboorte en ‘verschijning’
Het idee van verschijning is een van de meest unieke en allegorische interpretaties van creatie. Volgens deze verhalen reisden mensen ooit naar het huidige universum toe vanuit een ander, vaak mislukt, alternatief universum. Dit wordt uitsluitend bereikt door de meest nobele of zuivere mensen, met de hulp van een godheid. In andere tradities worden de ‘lagere’ werelden beschouwd als incubatiekamers die nodig zijn voor de geboorte in de naderende ‘hogere’ werelden.
Het thema geboorte is vooral te vinden in culturen van de Eerste Naties. De Navajo, Hopi en Zuni. Opkomende mythes hebben de neiging zich te concentreren op vrouwelijke, maternale energie als creatieve kracht. Deze verhalen bevatten vaak een abstracte, alomtegenwoordige aardemoederfiguur die geboorte geeft aan het bestaan. De vroegere versies van het universum worden gezien als de baarmoeder van de Aarde, die zielen van voedsel voorziet voordat ze in hun volgende vorm worden geboren.
De Hopi-cultuur van wat nu de Zuidwestelijke Verenigde Staten is, kent een cyclus van creatie door hergeboorte. Volgens de legende verblijven wij momenteel in de vierde iteratie van het universum. In elke vorige versie waren de mensen gelukkig en vriendelijk. In de loop van de tijd werden ze echter ongehoorzaam en roekeloos, en konden ze niet langer in vrede leven. Dan zou de Spinnevrouw, de symbolische vroedvrouw van de alomvattende Aardemoeder, de overgebleven nobele mensen naar het volgende universum leiden, dat totaal anders zou kunnen zijn. De vorige zou vernietigd worden, samen met alle slechtheid.
Op dezelfde manier kent de Zuni-scheppingsmythe een reeks van vier werelden, met toevoeging van een vijfde, de Daglicht Wereld, waar wij momenteel in leven. In het Zuni-verhaal ligt de vierde wereld diep onder de grond in complete duisternis. De mensheid begon lang geleden -in de vierde wereld- in de buurt van het centrum van de Aarde. Na verloop van tijd, en met hulp van de goden, kregen de priesters het vermogen om gebedsstokken te maken uit het hout van een den, van populieren en van twee soorten sparren die in de vierde wereld groeiden. Ze gebruikten deze gebedsstokken om vanuit de vierde wereld omhoog te klimmen door de derde, tweede en de eerste wereld heen, eindelijk uitkomend in de Daglicht Wereld.
- De Aardeduiker
De Mythe van de Aardeduiker komt voor in Aziatische volksverhalen en beschrijft een magisch dier, dat de goden vanuit de hemel naar de Aarde hebben gestuurd en dat in de oerzee duikt om de materiële wereld te scheppen. Deze Aardeduiker wezens schuren over de diepten van de zee en creëren land, planten en dieren van de zeebodem. In veel van deze verhalen bestaan geesten of zielen van mensen en dieren die vóór de schepping nog in het oerrijk zweefden, en die ontwaken om de modder- en zandvormen te gaan bewonen die door de Aardeduiker zijn gebouwd.
Onder de Japanse inheemse Ainu bevolking wordt de Aardeduiker vaak gekarakteriseerd als een waterstaartvogel. De scheppende godheid stuurt de vogel naar de zee beneden, waar hij het water met zijn vleugels verstrooit en eilanden vormt met zijn poten. In andere versies van de Ainu-mythe is de Aardeduiker meer beer dan vogel.
In de mythologische verhalen van de Cherokee, waren er voordat er land was eerst uitsluitend luchtruim en oerzee. De waterkever die in de lucht woonde werd nieuwsgierig naar wat eronder in de zee was, dus dook hij erin. Na een tijdje zwemmen, wenste hij een droge plek om te rusten. Hij dook naar de bodem en haalde stukjes modder op, en bouwde hij het eiland dat later het land zelf zou worden.
In Finse mythologische verhalen wordt de Aardeduiker gecombineerd met de kosmische eier troop. Voor de schepping was er alleen de hemel, de dochter van de hemel Ilmatar en van de oerwateren. Ilmatar dook in de oerwateren om te rusten. Ze zwom 700 jaar lang, totdat ze een kleurrijke vogel in de lucht zag cirkelen op zoek naar een plek om te landen. Ze liet de vogel op haar landen en legde zes gouden eieren plus een ijzeren ei op haar knie. Terwijl hij zich op haar vestigde en de eieren bebroedde, werd dat ongemakkelijk en bewoog ze haar been. De eieren vielen en braken. De schelpen vormden het land. Het eiwit vormde de maan en de sterren, en de dooier werd de zon.
© Daniel Appel
Vertaling: Hansjelle Dijkstra