Eenheid in de dualiteit
Welkom bij de derde lezing in deze serie van ons drieën over dualiteit. Hanneke kwam in de tweede lezing met een aantal stellingen. Dat vond ik een heel goed idee, dus kom ik ook met stellingen:
Het begin is eenheid. Het ik komt uit de eenheid voort. En het keert terug tot eenheid. In de tussentijd – tussen begin en terugkeer – verkeert het ik in tweeheid. Tweeheid is onderdeel van eenheid.
Die laatste is heel erg belangrijk: tweeheid is onderdeel van eenheid. Wat mij betreft is het dus niet zo dat je eenheid hebt en daartegenover tweeheid. Nee: er ís eenheid en daarbinnen is tweeheid. In die tweeheid kun je jezelf – kan het ik zichzelf – uiterst verscheurd ervaren, en steeds komen daarin momenten voor en uiteindelijk komt ook hét moment – waarin gezien wordt dat de verscheurdheid níet de werkelijkheid was. Ook niet toen je het als zodanig ervoer.
In het begin is eenheid. We kennen dit vanuit ons christelijke/joodse denken: in het begin schiep God de hemel en de aarde. Het is het begin van het bijbelboek Genesis en dat mondt uiteindelijk als laatste scheppingsvorm uit in de schepping van het paradijs waarin de mens wordt geplaatst. De mens is niet mannelijk en niet vrouwelijk. De mens is mens, is Adam. Daarin vindt op een bepaald moment een splitsing plaats: de splitsing van de mens. Er wordt een rib – zo wordt gezegd – een aspect uit de mens genomen (zo kun je dat letterlijk vertalen) en daardoor ontstaan er twee. Binnen de eenheid van de schepping, binnen de eenheid van het paradijs, zijn er opeens twee geslachten. Voortgekomen uit de Ene, want ze zijn door de Ene, de Eeuwige, God geschapen. Gemaakt en geschapen. Die twee gaan vervolgens binnen die eenheid door, om er veel meer twee van te maken, doordat ze gaan eten van de vrucht. Daarin ontstaat een steeds verdergaande dualiteit, waarin de zelfreflectie, de zelfwaarneming geactualiseerd wordt en in het middelpunt komt te staan: de mens gaat naar zichzelf kijken en zichzelf vergelijken. Dat vindt in dat proces plaats.
In dit proces van zelfvergelijking ontstaat schaamte, schuld en angst. Er ontstaat wat je kunt noemen de neurotische staat van het ik, die dan ook ten slotte het paradijs verlaat. Daarin wordt dualiteit maximaal. In het eerste bijbelboek daarna lezen we dan ook dat er opeens twee zonen zijn, Kaïn en Abel; je ziet de dualiteit maximaal in het strijden tegen elkaar totdat de dood erop volgt. Dat is wat er steeds gebeurt als dualiteit ten top wordt gedreven: de ene kant tracht de andere kant te onderdrukken, te vernietigen. Dat is wat er gebeurt in dualiteit. Jaap heeft daarover verteld in zijn eerste lezing. In een andere taal, de taal van het taoïsme, vertelde hij dat het begin eenheid is: tao. Uit tao komen yin en yang voort. Hoe dat gebeurt, weten we niet. We kunnen daar niet apart naar kijken, we kunnen alleen maar zeggen dat het zo is. Twee komt eruit voort: yin is niet beter dan yang, en yang is niet beter dan yin. En daaruit rijzen de tienduizend dingen op. In de sfeer van de tienduizend dingen lijkt er opeens een voorkeur te ontstaan: bij een van die dingen ontstaat plotseling een voorkeur voor yin of voor yang en begint de strijd te komen. Het is een heel ander verhaal – uit China en dus iets verder weg – maar eigenlijk is het hetzelfde verhaal.
0 reviews op: Eenheid in de dualiteit
There are no reviews yet.
Be the first to review “Eenheid in de dualiteit”