…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Groepsbewustzijn I

AuteurHans Korteweg

Verleden week waren Jaap en ik in Toscane. We hebben gewandeld en hebben steden bezocht, zoals Sienna en Pisa. We kwamen tegelijkertijd in contact met de cultuur die daar aan het einde van de middeleeuwen zijn vorm heeft neergezet: de Renaissance. We waren dus zowel in de natuur als in de cultuur, een voortdurende afwisseling. Het was heel erg indrukwekkend, vond ik, om die cultuur te proeven terwijl we tegelijkertijd zo open waren.

Daar in die dagen merkte ik – wat ik wel wist maar ik begin het nu veel meer aan den lijve te ervaren – hoe wij in ons werk zijn aangesloten op de gedachten die ook in de Renaissance zijn ontwikkeld. Hoe feitelijk een van de grote grondgedachten van de Renaissance, de grondgedachte van de ‘homo universalis’, de universele mens, een grondgedachte is in ons leven en in ons werk; de grondgedachte van de giganten. Je kent misschien wel de verhalen van de giganten in de Renais-sance tijd – Da Vinci om er maar eentje te noemen – die op alle terreinen tegelijkertijd werkzaam zijn; die beeldhouwer en schilder, maar ook worstelaar en ook met akoestiek, geografie, oorlogs-kunde en met staatskunde bezig zijn, die zingen en noem maar op. Mensen die alle aspecten van de wetenschap doorgaan, waarvoor geen terrein niet hun terrein is. Die dat kennelijk konden doen vanuit een hele diepe verbinding; niet met een bepaalde specialisatie richting, maar dat ze alle verschillende aspecten van wetenschap en kunst konden herkennen en opnieuw konden vertalen en daarin geniaal konden zijn.

De Renaissanceperiode (dertiende tot ongeveer zestiende eeuw), waarin je van die kristalwezens ziet, die zich niet vergaand hebben gespecialiseerd in een richting en zich daarmee identificeerden, maar die zich volledig hebben geïdentificeerd met hun bron en van daaruit speelden met alle mogelijkheden en al die mogelijkheden voortdurend terugbrachten bij zichzelf.

Het lijkt wel of dat na de Renaissance een hele tijd niet meer is gebeurd. Alsof er toen een enorme ontwikkeling van de wetenschap en kunst is ingezet; dus een ontwikkeling van verschillende disci-plines, specialisaties en sub-specialisaties. En mensen zijn die specialisaties ingegaan, de functies zijn ze gaan vervullen, ze zijn zich erin gaan verdiepen en ze zijn zichzelf geoloog gaan noemen, kunstschilder, akoesticus, filosoof of politicus. Ze zijn zich met zo’n aspect, zo’n deelfunctie, gaan identificeren, en daar zijn ze zich verder en verder in gaan specialiseren. Ik denk dat het voor heel veel specialismen opgaat – en iedereen heeft in deze tijd een specialisme – dat ze het contact zijn kwijtgeraakt met de fundamentele bron waar al die wetenschapsvormen, al die kunsten en al die verschillende talen uit zijn voortgekomen. Voor mij, als ik terugkijk op die Renaissance tijd (ik romantiseer een beetje) dan zie ik dat daar nog de mogelijkheid was om een taal te spreken, die tegelijkertijd vele talen was en dat er daarna een soort Babel is ingetreden waarin de talen steeds gedifferentieerder werden en steeds minder te verstaan.

 

0 beoordelingen op: Groepsbewustzijn I

Er zijn nog geen beoordelingen.

Wees de eerste om “Groepsbewustzijn I” te beoordelen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *