Dogens Uji, onderzoek en verwondering
Hoe we ons leven en de werkelijkheid waarin ons leven zich afspeelt zien, is afhankelijk van wat we ons daarbij voorstellen. In eerste instantie zien we wat we denken te zien, wat we in ons hoofd met de werkelijkheid doen. ‘Omdat de tekenen van tijds komen en gaan vanzelfsprekend zijn, twijfelen mensen daar niet aan.’ We zijn geneigd te denken dat tijd verstrijkt. We vooronderstellen dat dingen zich in de tijd bewegen als in een ruimte en dat de tijd zich beweegt, in een lineaire lijn, op ons toekomend naar dit moment, en van ons af stromend in het verleden, of juist precies andersom. We menen dat dingen en mensen komen en gaan in de tijd, dat ze ontstaan en vergaan, geboren worden en sterven. ‘Ofschoon we het komen en gaan van tijd niet betwijfelen, begrijpen we het ook niet’, schrijft Dogen. Feitelijk is het niet wat we aan den lijve ervaren. Het is wat we er in ons hoofd van hebben gemaakt en nooit hebben gecheckt met de realiteit.
Dogen roept op tot twijfel en onderzoek: als ik kijk, wat zie ik dan echt? Als ik luister, wat hoor ik dan werkelijk? Laat los wat je in je hoofd van de werkelijkheid hebt gemaakt en keer terug naar wat je aan den lijve ervaart, hier en nu. Dit is niet gemakkelijk, het vraagt van ons om daadwerkelijk te betwijfelen wat we ons voorstellen, wat we denken te zien en wat we denken te horen. Dus, terug naar de vraag wat hoor ik als ik gewoonweg luister en wat zie ik als ik simpelweg kijk. Niet met mijn hoofd, maar met mijn gehele lijf.
Wat je dan ziet en hoort is pure verwondering. ‘De wijze waarop het zelf zich van tijd tot tijd uitdrukt is de vorm van de totale wereld’, schrijft Dogen. Wat hier en nu verschijnt, zolang als het duurt, verschijnt door niets gehinderd, precies zoals momenten elkaar niet hinderen. Op deze wijze zichzelf uitdrukkend, van tijd tot tijd, ziet het zelf zichzelf. Letterlijk! De poes op de drempel van mijn achterdeur ziet de poes op de drempel van mijn achterdeur. Voor de tijd dat het duurt. De condities uit het verleden die mijn handelen hier en nu bepalen, zien de condities uit mijn verleden in dit moment. De deur die in het slot valt hoort de deur die in het slot valt. Er is niets anders, voor de tijd dat het duurt. Er is niets dat hindert in dit uitdrukken van het zelf en er is niets dat ontbreekt aan dit moment van ontwaken, zolang als het duurt.
Ofschoon we het komen en gaan van tijd niet betwijfelen, begrijpen we het ook niet.