De ware zaak ligt daarachter
Teisho’s uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi tijdens de Izen Intensive 2018 in Eerbeek. Deel 2
Een aspect van de religieuze ervaring is: er zit iets in je bestaan dat niet stuk gaat. Maar Umpo Zenjo zei, je moet het inzicht laten slijpen en rijpen bij andere leraren. Met de realisatie is het pad niet ten einde, nee, dan begint het pas. Kijk naar de Boeddha’s realisatie onder de oude ficusboom, hij ging na zijn verlichting 40 jaar onverstoorbaar door. Binnen de Chinese zen was het gangbaar om het klooster te verlaten en een andere leraar op te zoeken. Dat was nodig voor de verdieping van het inzicht. Umpo kende zijn grenzen en zijn eigen kwaliteiten. Realisatie is een kant van de zaak. Het mooie van de relatie tussen Bankei en Umpo Zenjo is dat Umpo een grootvaderlijke zorg ten toon spreidt. Hij zegt: ‘In de Gifu provincie woont een Dharmabroer van me, Gudo, hij heeft een grote capaciteit als zenleraar.’ En dat blijkt, Gudo zou uiteindelijk de geestelijke overgrootvader van Hakuin worden.
Als Bankei arriveert blijkt Gudo afwezig, hij is op reis. Bankei besluit andere leraren te bezoeken en zijn inzicht te testen. Maar geen van die leraren kan er iets mee. Bankei zwerft een tijd en leeft als kluizenaar, hij gaat zijn eigen weg. Drie jaar later laat Umpo weten dat er in Nagasaki een Chinese Rinzai meester is gearriveerd, een opvolger in de Huangpo zen-lijn, de zogenaamde Ossekop sekte. Zijn naam was Dosha Chogen, hij verbleef in de Sōfuku-ji tempel. Chogen bevestigt het inzicht van Bankei. Maar Chogen zegt tegelijkertijd: ‘Je bent doorgedrongen tot de grote zaak van het Zelf, maar de ware zaak die daar achter ligt, daar heb je nog geen weet van. En laat dat nou net de essentie van onze school zijn.’
Op zijn eigen arrogante wijze lacht Bankei hem uit, maar het verlangen in hem brandt en hij besluit bij Chogen te blijven. Op zeker moment krijgt Bankei een derde realisatie, tijdens een meditatie. Hij ziet Chogen en schrijft in Chinese karakters de vraag: ‘Wat is de uiteindelijke zaak van zen?’ Chogen schrijft terug: ‘Wiens zaak?’ Vervolgens strekt Bankei zijn armen uit en voordat Dosha Chogen zijn kwast kan pakken, pakt Bankei deze af, gooit hem door de ruimte en vertrekt. Bankei staat volledig in zijn kracht en is, zo laat Chogen de dag daarop zijn naaste hoofdmonnik weten, volledig doorgedrongen tot de grote zaak van leven en dood.
Bankei is te eigenzinnig voor het klooster en vertrekt. Dan volgt de mooiste passage van zijn leven: hij gaat naar Nara. Hij gaat daar liederen schrijven voor toevallige passanten, geniaal! En voor het eerst noemt hij ook ‘het Ongeborene’. Het is zijn actualisatie, zijn uitdrukking. Maar niets ervan is bewaard gebleven. Wat we van hem weten, is opgeschreven door zijn leerlingen. De Boeddha sprak van het doodloze, Bankei spreekt van het Ongeborene. Het gaat niet dood, het komt niet, het gaat niet.
Bankei besluit op een zeker moment zijn oude leraar Umpo weer op te zoeken, voordat deze overlijdt. Hij heeft dan zelf al enkele leerlingen. Bankei en een leerling komen net te laat, Umpo is de avond tevoren overleden. Bankei voorvoelde dat. Een typisch aspect van Bankei’s weg is dat hij ad hoc werkt. Hij wordt een met de persoon waar zijn aandacht naar uit gaat. Hij voelt aan den lijve wat deze persoon beweegt, vanuit een diep weten. Als filosoof verzet ik me tegen dit soort esoterie, maar ik heb het zelf meegemaakt, met onder andere mijn leraar Genpo Roshi. Ik had in Nederland een doorbraak terwijl Genpo in de VS zat. Toen ik hem een tijd daarna op Ameland ontmoette, gaf hij mij een paarse rakusu. Ik vroeg hem hoe hij dat wist. ‘Je weet wat er is gebeurd. Wat denk je dat eenheid nu werkelijk impliceert?’
Bankei doorziet de mensen. Hij doorvoelt de persoon met wie hij samen is. Zijn focus ligt op het werken met mensen. Het gaat voor hem om de intimiteit en het contact, en daar zijn dialogen van overgeleverd. Na het overlijden van Umpo gaat Bankei weer naar Nagasaki, naar Chogen. Daar is een machtsstrijd gaande waarin Chogen wordt weggezet door Ingen, een leraar en stichter van de Ossekopschool in Japan. Chogen had verklaard dat Bankei de ware drager van zijn dharma is. Bankei krijgt uiteindelijk het zegel (Inka) van Umpo’s opvolger, in de lijn van Joshin-ji. Hij wordt abt in de tempel van Joshin-ji maar hij is daar niet vaak. Bankei is altijd onderweg en onderricht op diverse plekken, in Hamada aan kleine groepen intimi, in Edo aan hoge functionarissen en in Osu aan een grote lekengemeenschap. Bankei overlijdt in 1693, op 6 augustus, op 72-jarige leeftijd, op weg naar Edo. Zijn opvolgers zijn minder bekend. Hij was een eenling, eigenzinnig, hij staat op geheel zichzelf. (Wordt vervolgd.)
De nieuwe Zen Cirkel in Utrecht begint op maandagavond 11 maart 2019. Informatie en opgave via https://izen.nl/zen-meditatie/
Maurice Knegtel is op zondag 24 februari op NPO 2 te zien in de NCRV / KRO documentaire ‘Zie mij’ van regisseur George Schouten, over de betekenis van selfies. Voor een voorbeschouwing, klik https://bodhitv.nl/2019/01/31/kijk-mij-het-fenomeen-selfie-onder-de-loep/