Het bestaan dat ik leid kan in principe open en oningevuld zijn, zonder van te voren vaststaande bezigheden. Ik kan vanzelf boodschappen doen als dat nodig is, eten koken en gaan eten als ik trek heb, gaan slapen als ik moe ben, vrijen als ik daar zin in heb, de kinderen zien als het in me opkomt, iets schrijven als ik een opwelling krijg.
Met werken wordt het al iets moeilijker, want om mijn werk te kunnen doen moet ik afspraken maken. Toch is het mogelijk om plannen te maken en afspraken in mijn agenda te zetten op zo’n manier dat het klopt, zodat er een prettige afwisseling is tussen rust – oningevulde tijd en plannen – vaststaande tijd.
Deze manier van leven is wel een kunst: ik moet de neiging om lege plekken van tevoren in te vullen bedwingen. Net zoals ik de neiging om vooruit te lopen op iets dat ik straks wil gaan doen moet bedwingen. De kunst die dit vraagt vind ik de echte kunst. Steeds weer te merken dat ik met straks bezig ga, een soort stiekem repeteren van de toekomst, dat is een gehechtheid die neigt naar verslaving.
Er zijn ook gehechtheden waar ik ontspannen aan gehecht ben. Bijvoorbeeld ‘s morgens yoga doen, koffie drinken met Hans, boodschappen doen, samen naar Utrecht, het gras maaien, naar een serie kijken. Plezierig gehecht zijn bestaat dus, je kunt ergens aan gehecht zijn zonder dat het een verslaving is – de ontspanning zegeviert.
Wat is dan een verslaving?
Een verslaving moet. Er is een innerlijke drang die alles overtreft. Je móet iets doen of iets hebben. Het vult je denken, je lichaam is één en al drift, je bent voorwaarts gericht. En vooral: zodra je het krijgt ben je even als in een cocon, bevrijd van elke spanning.
In mijn ervaring is het begin van de verslaving de wens om bevrijd te worden van de levensspanning. Je kent het volgende moment nooit, altijd weer opnieuw is het nu, en dat ís spannend. Nu is het gekke dat het lijkt alsof dat naar is en we het niet kunnen uithouden. En we hebben blijkbaar dit bestaan om te leren dat dat niet zo is. We leren om te leven in die spanning van het nu en te gaan houden van het niet weten wat er straks komt.
Dat gebeurt vaak met schade en schande. De verleiding om in het denken te ontsnappen uit het nu is zo ontzettend sterk. Op een gegeven moment weet je niet beter en leef je alleen nog in straks.
En dan kan het gebeuren dat je een middel nodig hebt om rustig te worden omdat je het zelf niet meer kunt. En dan raak je verslaafd aan dat middel, of het nou een pilletje is of een slokje of internet of een potje neuken: het móet. Als het lichaam daarom vraagt en de argumenten van het hoofd dat dit echt verkregen moet worden het winnen, ja, dan ben je verslaafd.
De lijn tussen gehecht en verslaafd is dun maar heel duidelijk. Volgens mij weet je het als je erover gaat. De alarmsignalen van het lichaam zijn altijd te vertrouwen.
''In mijn ervaring is het begin van de verslaving de wens om bevrijd te worden van de levensspanning.''