Levensvraag: Hoe maak ik onderscheid tussen illusie en daadwerkelijke lotsverbondenheid?
Na een leven als moeder van drie opgroeiende kinderen sta ik stil bij wat er was. Wat er ontbrak. Twee jaar geleden bracht dat stilstaan me in een verwijtende verstikkende depressie. Beladen met schuld over mijn handelen. In mijn opvoeding kon ik niet de liefdevolle moeder zijn die ik voor ogen had toen ik de taak oppakte. Ondanks mijn jaren lange zoektocht naar anders, beter liever open, zag ik mezelf kritisch oordelend, verwijtend streng zijn. Dit zien was zo pijnlijk dat ik het steeds wegstopte en wegvluchtte in druk zijn, werk hobby’s. Nabijheid missend met alle mensen om me heen.
Ik ging twee jaar geleden naar iemand voor hulp. Om het verstikkende schuldgevoel, wat me twee wegen gaf, of confrontatie aangaan met mezelf of eruit stappen. Ik koos voor de eerste optie.
Kwam in een turbulente tijd met mezelf, kwam in contact met verdriet, gemis tekort gekomen zijn woede verdriet daarover, begrip. Tranen waar geen eind aan leek te komen, die als een soort catharsis opruiming gaf, lucht bevrijding. De persoon die naast me stond in dit proces, werd een licht in mijn leven, ik werd duizelingwekkend verliefd. Wist me geen raad ermee, voelde me niet in staat om er ruimte voor te maken, ben getrouwd, met een lieve man. Dacht ook aan overdrachtsverliefdheid, zag het als een illusie van verlangen. Een streek die mijn geest me leverde. Maar ook een beproeving om weerstand te bieden aan het verlangen. Erover praten was erg moeilijk, ik werd ter plekke overspoeld, door zeer uiteenlopende gevoelens.
Maar daarnaast ontspande ik, mijn oordeel werd milder. Mijn hart ging open voor alles en iedereen. Ik kreeg naast verdrietige buien en schuldgevoelens ook contact met het gevoel te leven, contact te kunnen maken, waar ik eerder op slot zat. De begeleiding werd stop gezet. Van het een op het andere moment. Zo voelde het. Ik had mijn begeleider tot een innerlijk maatje gemaakt naast de momenten van gesprek, voerde ik innerlijk dialogen. Er leek een gat in mijn hart opgevuld te zijn geweest. Maar de spanning, stress, het mezelf veroordelen om de verliefdheid was een nieuwe bron aan het worden van verstikking. Stoppen leek de enigste weg om lucht te krijgen.
Het jaar dat volgde was er een verscheurd gevoel rond het moeten loslaten van mijn licht, baken op mijn pad. Maar ook vrijheid blijheid. Ik ging koortsig op zoek naar betekenisgeving, zingeving. In de contactmomenten, in de gesprekken was er iets gegroeid van contact met het spirituele, de bron. Mijn jarenlange zoektocht op het spirituele vlak, kreeg een nieuwe impuls. Ik ging retraites doen. Werd me bewust van het boeddhistische pad en de dualistische fuik waar ik in gevangen zat. Verlangen wat er nog steeds was, heel fysiek tastbaar, werd een uitdaging om te overwinnen. Verlichting werd het doel waar ik heen wilde.Ik werd fanatiek mediteerder, het gaf gelijkmoedigheid inzichten, rond het illusoire zijn van het leven vanuit een egoidentiteit.
Maar nu twee jaar later, is er een kentering voelbaar, daar waar ik eerst wist, welke koers ik wilde varen, dobber ik nu stuurloos rond. Het gaat niet om iets wegpoetsen, oplossen, ergens heen gaan.
Acceptatie van mezelf is gegroeid mijn patronen van disfunctionele manieren van omgaan met mijn omgeving, irritaties, kritiek op anderen etc. zijn er nog, maar er is een mildheid ontstaan. Die me nog steeds helpt om mijn pad te vervolgen.
De verleiding houdt me nu op een andere manier bezig. Of vangt me misschien weer in haar web van verwarring. Ik voel me opnieuw aangetrokken tot mijn begeleider van toen. Een denkbeeld komt opzetten van tweelingziel, die ik afgewezen heb. Mijn hoofd gaat ermee aan de haal en de worsteling krijgt weer vat op me.
Hoe houd ik het helder. Of hoe accepteer ik het worstelen als onderdeel van het leven. Er sluipt weer een doel naar binnen. Waar is het stilte punt. De overgave.
Hannah
****
Dag Hannah,
Wat een krachtige beschrijving van je leven en waar je nu staat.
Als je het wat minder persoonlijk maakt, kun je je verhaal lezen als een sprookje. De vrouw wordt eerst opgenomen in het dagelijks leven en moederschap. Je zou kunnen zeggen dat ze slaapt. Dan wordt ze wakker en vindt er een confrontatie plaats met het Zelf en er volgt een periode van depressie. Een met schuld beladen terugkijken op het oude vanuit het nieuwe. Vervolgens komt de prins ten tonele die de bevrijdingsweg verder opent en natuurlijk wordt de vrouw verliefd. De innerlijke bevrijding is ons het meest dierbaar, dus ook de gids.
Het is dus duidelijk dat je de weg van bevrijding gaat. Het is ook merkbaar dat je een gepassioneerde vrouw bent en dat je ‘ervoor gaat’. Een nadeel daarvan kan zijn dat we in onze passie geneigd zijn om in te haken op wat de buitenkant van ons leven is. Op de gebeurtenissen, het resultaat, ons werk en sociale leven….de gids.
In de bevrijdingsweg zit over het algemeen vroeg of laat een woestijnfase, een tocht door de Leegte. Een periode dat we merken dat niets blijvend bevrediging geeft, dat Het niet te vinden is in de verbinding met datgene dat buiten ons ligt. In zo’n periode kunnen we ook gaan ‘grijpen’ en daar is de mind een meester in. Hij verzint van alles om ons toch dat lijden van de woestijn te besparen. Hij houdt ook van vragen opwerpen zoals degene die jij stelt. Je zou de mind verder kunnen voeden door te vragen of lotsverbondenheid ook een illusie is. En ga zo maar door.
In de woestijn zijn onze coördinaten weg zoals wij ze kenden. We kunnen ons alleen verhouden tot dat wat is. Het zoeken kan langzaam ontspannen (wat ook een vorm van ont-slaven is). We leven de vraag. We leven de pijn van het niet-weten. We leven de nabijheid en de afstand. We leven dat we zijn wie we zijn. Dat we zijn met wie we zijn. Dat onze helden en heldinnen, helden en heldinnen mogen zijn.
Aansluitend op jouw vraag zou je het stuk kunnen lezen van Maurice Knegtel Deshans ‘Dertig klappen’.
Hartelijke groet, Felix
****
Hoi Felix,
Dank voor je mooie passende woorden.
Mijn vraag is ruimschoots beantwoord. Al zal dat, mezelf kennende, niet voorkomen dat de verwarring en verleiding me nog in de greep gaat krijgen.
Ik had het plan, een tijd terug om met mijn toenmalige gids te gaan onderzoeken wat me zo bond aan het contact met hem.
Door omstandigheden is dit er niet van gekomen.
Maar nu denk ik dat het toch een onzalig plan is.
De woestijn, zoals je dat zo beeldend schrijft, is een plek waar ik al veel tijd heb doorgebracht. De neiging is ook om me boos te gaan voelen, dat dit weer op mijn pad gaat komen. Maar zoals het dertig klappen verhaal al pijnlijk duidelijk maakt, ontsnappen zit er niet bij.
Mijn houding vraagt nu aandacht. Met opgeheven hoofd verder. Genieten van wat er te genieten valt en huilen over wat er verdrietig is.
Vermijding is geen optie, want linksom of rechtsom wat pijn doet doet pijn en wat fijn is is fijn. Dat realiseer ik me wel. En nu eens te meer.
Dank voor de verheldering.
Eveneens alle goeds gewenst en dank ook voor je mooie website, Hannah
We leven de vraag. We leven de pijn van het niet-weten. We leven de nabijheid en de afstand. We leven dat we zijn wie we zijn. Dat we zijn met wie we zijn. Dat onze helden en heldinnen, helden en heldinnen mogen zijn.