Vier Mantra’s van Thich Nhat Hanh over volkomen aanwezigheid
Thuiskomen bij Elkaar
Als je van iemand houdt, zal je er helemaal voor hem of haar willen zijn. Ik ken een jongen van tien die door zijn vader bevraagd werd wat voor cadeautje hij op zijn verjaardag zou willen krijgen. Maar hij wist niet wat hij moest antwoorden. Zijn vader is uitgesproken bemiddeld, en zou zich bijna alles kunnen veroorloven wat zijn zoon maar zou wensen. Maar de jongen zei alleen maar, “Pappa, ik wil jou!” Zijn vader heeft het veel te druk – hij heeft geen tijd voor zijn vrouw en kinderen. Om ware liefde te laten zien, moeten we beschikbaar zijn. Als die vader zou leren om bewust in- en uit te ademen, en aanwezig te zijn voor zijn zoon, kan hij zeggen “Natuurlijk, ik ben er helemaal voor jou.”
Het grootste geschenk dat we iemand kunnen geven is onze beschikbaarheid. “Ik ben er hier voor jou” is een mantra die in totale toewijding moet worden uitgesproken.
Als je geconcentreerd bent – zowel geestelijk als lichamelijk-
ben je Volkomen Aanwezig,
en alles dat je dan zegt is een mantra
1e Mantra: “Geliefde, ik ben er hier voor jou.”
Dat hoef je niet in het Sanskriet of het Tibetaans te zeggen. Een mantra kan je in je eigen taal uitspreken: “Geliefde, ik ben er hier voor jou.” En als je echt aanwezig bent zal deze mantra voor een wonder zorgen. Jij wordt echt, de andere persoon wordt echt, en het leven zelf wordt op zo’n moment echt. Je brengt jezelf en de ander geluk.
2e Mantra: “Ik weet dat je er bent, en dat maakt me gelukkig.”
“Ik weet dat je er bent, en dat maakt me gelukkig” is de tweede mantra. Als ik naar de maan kijk, adem ik diep in en uit en zeg ik: “Volle maan, ik weet dat je daar bent, en ik ben erg gelukkig.” Ik doe hetzelfde met de morgenster. Afgelopen voorjaar wandelde ik in Korea tussen de magnoliabomen. Ik keek naar de magnoliabomen, en zei: “Ik weet dat je daar bent, en ik ben erg blij.” Om echt aanwezig te zijn, en te weten dat de ander er ook is, is een wonder.
Als je een prachtige zonsondergang ziet, en je totaal aanwezig bent, zal je dat ten diepste herkennen en ondergaan. Door naar de zonsondergang te kijken, voel je je volkomen gelukkig. Steeds wanneer je echt aanwezig bent, zal je in staat zijn om de aanwezigheid van het andere te herkennen en te ondergaan – de volle maan, de Noord Ster, magnoliabloesems, of de mens van wie je het meeste houdt.
Eerst adem je diep in en uit om bij jezelf te komen, en vervolgens ga je dichtbij degene zitten van wie je houdt, en spreek je in een diepe staat van concentratie de tweede mantra uit. “Ik weet dat je er bent, en dat maakt me gelukkig.” Je bent gelukkig en de persoon van wie je houdt is het op datzelfde moment óók. Deze mantra’s kunnen een vast onderdeel worden van je leven van alledag. Om een waarachtige ‘minnaar’ te zijn, moet je mindfulness beoefenen, en moet je in stilte zitten en lopen, om Volkomen Aanwezig te kunnen zijn.
3e Mantra: “Geliefde, ik weet dat je lijdt.”
De derde mantra is: : “Geliefde, ik weet dat je lijdt.” Daarom ben ik er hier voor jou. Als je opmerkzaam bent, voel je het aan als de persoon van wie je houdt lijdt. Als wij lijden, en de persoon van wie we houden zich ons lijden niet bewust is, zullen we nog meer lijden. Ga diep ademhalen, ga dicht bij die ander van wie je houdt zitten, en zeg: “Geliefde, ik weet dat je lijdt. Daarom ben ik er hier voor jou.” Alleen al je aanwezigheid zal haar of hem verlichting brengen. Ongeacht of je oud of jong bent, dat lukt je.
4e Mantra: “Geliefde, ik lijd. Help me alsjeblieft.”
De vierde mantra is het moeilijkst. Deze komt van pas als je zelf lijdt en je gelooft dat de oorzaak van je lijden degene is van wie je houdt. De mantra is: “Geliefde, ik lijd. Help me alsjeblieft.” Het zijn maar zes woorden, maar veel mensen kunnen dit niet zeggen omdat ze daar te trots voor zijn. Als iemand anders zoiets tegen je gezegd of gedaan heeft, zal je daar niet hevig onder lijden, maar omdat je van die persoon houdt, is dat heel pijnlijk. Je wilt je terugtrekken in je kamer, en huilen. Maar je houdt echt van hem of haar, en als je op die manier lijdt moet je om hulp vragen. Je moet je trots overwinnen.
Thuiskomen
Er bestaat een verhaal dat in mijn land bekend is, over een echtgenoot die naar een oorlogsgebied werd uitgezonden en zijn zwangere vrouw moest achterlaten. Drie jaar later werd hij uit het leger ontslagen, en keerde hij naar huis terug. Zijn vrouw kwam naar de dorpspoort om hem te verwelkomen, en ze nam hun zoontje mee. Toen man en vrouw elkaar zagen konden ze hun vreugdetranen niet bedwingen. Ze waren hun voorouders zo dankbaar vanwege hun bescherming, dat de jongeman zijn vrouw vroeg om naar de markt te gaan om fruit, bloemen en andere cadeaus te kopen, om die op het altaar van hun grootouders te leggen.
Toen de moeder aan het winkelen was, vroeg de jonge vader zijn zoon om hem “pappa” te noemen, maar de kleine jongen weigerde. “Meneer, u bent mijn vader niet! Mijn vader kwam elke avond thuis, en mijn moeder praatte met hem, en huilde. Als mijn moeder ging zitten, ging hij ook zitten. Als mijn moeder ging liggen, ging hij ook liggen.” Toen hij deze woorden hoorde, veranderde het hart van de jonge vader in steen.
Toen zijn vrouw thuiskwam, kon hij zelfs niet naar haar kijken. De jongeman offerde fruit, bloemen en wierook aan de voorouders, knielde neer, rolde zijn mat op, en stond zijn vrouw niet toe hetzelfde te doen.
Hij geloofde dat zij niet waardig genoeg was om zich te presenteren aan de voorouders. Zijn vrouw was diep gekwetst. Ze kon niet begrijpen waarom hij zich zo gedroeg. Hij bleef niet thuis. Hij bracht zijn tijd door in de dorpskroeg, en kwam pas diep in de nacht thuis. Na drie dagen kon ze er niet meer tegen, sprong in de rivier, en verdronk.
Die avond, na de begrafenis, toen de jonge vader de olielamp ontstak, schreeuwde de kleine jongen: “Daar is mijn vader.” Hij wees op de schaduw op de muur en zei “Mijn vader kwam zo elke nacht thuis, en mijn moeder praatte dan met hem en ze huilde veel. Als mijn moeder ging zitten, ging hij zitten. Als mijn moeder ging liggen, ging hij ook liggen. “Geliefde, je bent veel te lang weggeweest. Hoe kan ik mijn kind alleen opvoeden?” Ze huilde tegen haar eigen schaduw. Op zekere avond vroeg het kind waar zijn vader was. Ze wees naar de schaduw op de muur en zei, “Dit is je vader.” Ze miste hem zo verschrikkelijk…
Plotseling begreep de jonge vader alles, maar het was te laat. Als hij gisteren naar zijn vrouw was toegegaan en gevraagd had “Geliefde, ik lijd zo vreselijk. Onze kleine jongen zei dat er elke avond een man kwam met wie je praatte, en je huilde samen met hem, elke keer als jij ging zitten, ging hij ook zitten. Wie was die man?”
Als dat gebeurd was had ze een kans gehad om alles uit te leggen en een tragedie te voorkómen. Maar dat deed hij niet. Uit trots.
De vrouw gedroeg zich ook zo. Ze was diep gekwetst door het gedrag van haar man, maar ze vroeg hem niet om hulp. Ze had de vierde mantra in de praktijk moeten brengen. “Geliefde, ik lijd. Help me alsjeblieft.” Ik begrijp niet waarom je niet meer naar me kijkt en niet meer met me praat. Waarom mocht ik geen offers aanbieden aan onze voorouders? Heb ik iets verkeerd gedaan?” Als ze dat gedaan zou hebben, zou haar echtgenoot haar hebben kunnen vertellen wat de kleine jongen had gezegd. Maar dat deed ze niet, omdat ze gevangen zat in trots.
Onze Liefde Versterken
In echte liefde bestaat er geen ruimte voor trots. Val alsjeblieft niet in die valkuil. Als je pijn ervaart vanwege de persoon van wie je houd, als je pijn lijdt en gelooft dat je lijden wordt veroorzaakt door degene van wie je het meeste houdt, denk dan aan dit verhaal. Gedraag je niet zoals de vader, de moeder, of de kleine jongen. Sta jezelf geen trots toe. Breng de vierde mantra in de praktijk, “Geliefde, ik lijd. Help me alsjeblieft.”
Als hij of zij degene is van wie je in je leven het meeste houdt, is dat wat je moet doen. Als die ander jouw woorden hoort, komt hij of zij tot zichzelf, en zal diep bij zichzelf naar binnen kijken. Dan zullen jullie er samen uitkomen, je diepgaand met elkaar verzoenen, en het misverstand oplossen.
Bron: Uplift
Vertaling Hansjelle Dijkstra