Hans Korteweg (Den Haag, 1943) is leraar en schrijver. Hij heeft een kring van leerlingen, waarmee hij regelmatig samenkomt. Daarnaast geeft hij lezingen en retraites voor een groter publiek. Hans heeft een twaalftal boeken geschreven en publiceert regelmatig artikelen. De afgelopen jaren verscheen van zijn hand Het juwelenschip, een vertaling van en een commentaar op een Tibetaans boeddhistische tekst van Longchenpa, Sta op en ga, een blijmoedig commentaar op het boek Jona en Zonder Einde – van licht tot vorm, van vorm tot licht, Nog vele jaren, De grote sprong, en Innerlijke Leiding. Hij werd geïnterviewd voor het tv-programma De Verwondering: https://kro-ncrv.nl/hans-korteweg en door het tijdschrift InZicht, zie: https://www.youtube.com/watch?v=j5YpVGfDeHU of https://open.spotify.com/episode/62Z51vg1oQfgUuwBXV23Xr?si=DmuVCl1hScS0h1SpFsHY0Q
Meer informatie over Hans Korteweg vind je op https://www.dekorteweg.nl/.
EEN GESPREK MET HANS KORTEWEG OVER ZIJN WERK
Hoe lang werk jij met mensen?
Ik vind dat een vreselijke term. Alsof mensen dingen zijn, waarmee ik iets doe, bij voorbeeld dat ik ze repareer. Het geeft in ieder geval niet weer wat ik doe.
Hoe zou jij je werk dan omschrijven? Wat is je beroep?
Aha, daar heb je me. Ik vind dat moeilijk te formuleren, juist omdat het zo gewoon is. Ik heb het altijd moeilijk gevonden om in een paar woorden te omschrijven wat ik doe. Voor een deel is dat omdat ik vanaf het begin een pionier ben geweest. Ik heb mijn werk zelf uitgevonden. Er was geen functie waarop ik solliciteerde, ik deed het, het ontwikkelde zich en er kwamen mensen op af. Al bijna 50 jaar lang – daar heb je toch een antwoord op je vraag. Ik heb allerlei soorten etiketten geprobeerd: psychotherapeut, groepswerker, trainer, geestelijk leraar, om er een paar te noemen. Nu zeg ik meestal dat ik leraar ben, want daar komt het toch vooral op neer. Het ‘geestelijk’ heb ik er vanaf gehaald.
Wat leer je?
Dat vroeg de visboer ook een tijdje geleden. We raakten aan de praat en hij vroeg of ik nog werkte en toen wat voor werk ik dan deed. Het was duidelijk wat hij deed, tenminste op het eerste gezicht. Ik zei: ‘Leraar’. En toen kwam onvermijdelijk de volgende vraag, die jij nu ook stelt: ‘In welk vak’. Ik hoefde er geen seconde over na te denken, het floepte eruit: ‘Ik leer mensen om naar eer en geweten te leven’. Hij begreep meteen wat ik bedoelde. Niet zo raar, want ik zei het in contact met hem. Ik vind het veel moeilijker, eigenlijk onmogelijk, om mijn werkzaamheid te abstraheren tot een algemene term, bij voorbeeld bij de aankondiging van een lezing of het invullen van mijn belastingformulier.
Maar waarom heb je dat ‘geestelijk’ er dan afgehaald? Je bent toch een geestelijk leraar?
Dat vind ik zo gezwollen. En ook onwaar. Alsof ik een pakketje geestelijke leer heb klaarliggen, dat ik overplant in de ander, die dan mijn leerling is. De essentie van datgene wat ik overdraag aan een ander, met wie ik een vertrouwensrelatie krijg, is niet afgerond. Het ontstaat in contact, je zou zelfs kunnen zeggen dat het een creatief proces is waaraan wij beiden deelachtig zijn. Leraar, leerling en leer zijn betrokken in één beweging, waaruit je niet één aspect kunt losmaken. De leraar is in de functie die hij wenst te vervullen niets zonder de leerling. Een joodse leraar zei: ‘Ik ben als een koe met volle uiers, die het kalf nodig heeft om de melk te drinken.’ En de kwaliteit van de melk, voeg ik daaraan toe, is afgestemd op het kalf.
En er is nog iets: ik zie niet zo’n grote scheiding tussen geest en stof. Ik leer mensen niet alleen in geestelijke zin, maar ook in concrete zin. Hoe hun verhoudingen zijn, met hun partner, hun kinderen, vrienden, collega’s, hoe ze met geld omgaan, wat voor werk ze doen en hoe zij het doen, de verliezen die zij hebben geleden, de talenten die nog onontwikkeld zijn. Alles kan aan de orde komen in het contact dat we met elkaar aangaan. En ja, in dat alles ben ik inderdaad steeds weer gericht op eer en geweten. Of om het weer eens anders te zeggen: op het diepste besef en de meest vrije beleving.
Welke technieken of methodes hanteer je en is er een bepaalde geloofsrichting die je aanhangt?
Ik heb veel technieken en methoden geleerd en ook gebruikt en ik ben redelijk thuis in de geschriften van religies en geestelijke stromingen als het boeddhisme, het christendom, het jodendom en het taoïsme. Ik heb mijn Grieks opgehaald om het Evangelie van Johannes zelf te vertalen en ik heb Hebreeuws geleerd omdat ik dieper wilde kunnen doordringen in de joodse Bijbel en de omringende geschriften. Dat geeft de kracht van mijn interesse wel weer. Toch ben ik nooit lid geworden, soms op het nippertje hoor, van een bepaalde godsdienst, ik ben ook nooit toegetreden tot een boeddhistische groepering.
Is er toch een bepaalde stroming waarmee je de meeste affiniteit hebt?
Ach, ik ga de middenweg. Onderzoek alles en behoud het goede, en daarmee bedoel ik: wat het meest bij je aansluit.
De middenweg?
Ik ben losgeraakt van oordelen over mensen en groepen mensen, van de zekerheid van ideologieën, heilsverwachtingen en psychologische systemen. Politiek links en politiek rechts, het zegt mij niet zoveel meer, gelovig of ongelovig, hiernamaals of hiernaniets, voor of tegen euthanasie, allopathisch of homeopathisch, al die zekerheden, het zijn de mijne niet meer. Ik heb slechts één zekerheid, en dat is dat alles licht is en dat alles wat zichzelf niet beschouwt als licht kan worden opgenomen in het licht. Het verlangen naar licht, naar eenheid, naar geluk, wat voor mij hetzelfde is, is de diepste honger die er is. Ik heb er geen idee van wat voor iemand anders de beste weg is, maar ik ga er vanuit (ik merk het ook steeds weer) dat in het directe contact zich een opening kan voordoen die heilzaam is en richting blijkt te bieden. Daar zet ik mij voor in. In het groot en in het klein. Van opvatting naar beleving, van morele zekerheid naar niet bij voorbaat weten. Van het definitieve naar het voorlopige. Ik leef het leven zoals het komt. Ik ga dus de middenweg. Vroeger leek mij dat saai, maar mijn leven is allesbehalve saai, misschien wel doordat mijn middenweg niet het midden zoekt tussen wat ik mij voorstel als goed en kwaad. De weg is niet van tevoren bekend, ik bezit hem niet, ik kan hem niet vastleggen. Anders gezegd: de middenweg is niet een compromis van twee standpunten, maar een weg die zich ontvouwt wanneer ik het wonderlijke wezen dat de ander is net zo serieus neem als het wonderlijke wezen dat ik zelf ben.
Je schrijft ook. Een stuk of 15 boeken als ik het wel heb. Op welke van die boeken ben je het meest gesteld?
Mijn lievelingsboeken? Op Zonder Einde, mijn meest kabbalistische boek, ben ik erg gesteld. Het is zo rustig, een lange stille adem. En je kunt het overal openen en beginnen te lezen. Ook houd ik van Sta op en ga, dat je kunt beschouwen als het vervolg op Zonder Einde. Over het Bijbelboek Jona. Dat boek is meer mathematisch van opbouw. Het is een commentaar waarin ik thema’s als macht en profetie behandel, dit alles rond het kernthema van de weg van de terugkeer. En dan is er natuurlijk Het Juwelenschip, de vertaling van het meesterwerk van de Tibetaanse wijze Longchenpa en het commentaar erop. Met een groep leerlingen ben ik daar een jaar of drie mee bezig geweest. Het is twaalf jaar geleden verschenen en het is nog steeds een leidraad voor mij. Een boek dat ik bijna altijd bij mij heb. En tot slot is er dan een ondergeschoven kindje dat ik waardeer als een kleinood. Ik heb het nu over Het lot & de liefde, een autobiografisch werk, waarin ik verhalend patronen beschrijf zoals die binnen families ontstaan – zeg maar familiekarma.
Ondergeschoven kindje?
Ja, tot mijn verbazing is daar zelfs de eerste druk nog niet van uitverkocht. Ik vind het een prachtig boekje. Inderdaad anders dan mijn overige boeken, minder betogend en verduidelijkend en meer verhalend, maar dat vind ik juist de kracht ervan.
Kunnen we binnenkort nog een boek van je verwachten? Er is al geruime tijd niets nieuws van je gepubliceerd.
Dat klopt. Mijn laatste boek dateert van acht jaar geleden. Ik heb wel veel artikelen gepubliceerd op het Juwelenschip en op mijn eigen weblog. Ik ben nu sinds een jaar of vier met een roman bezig. Dat is helemaal niet betogend en onderrichtend, het is puur het verhaal dat zich ontwikkelt. Ik schrijf graag aan die roman, hij groeit geleidelijk, en ik hoop dat ik hem weet rond te krijgen. Daarnaast ben ik in gedachten bezig met een boek over Christus, zoals ik hem ken, zowel uit de Evangeliën als uit mijn persoonlijke beleving.
Ik ben 73, mijn vrouw Hanneke is ernstig ziek en ik ben ook niet meer de fitste. Ik heb er geen idee van of ik nog de tijd en de fut heb om mijn schrijfwensen te realiseren. Ik zou het wel graag willen. Er is nog een laatste iets, de kern, die ik onomwonden wil neerschrijven. Maar ja, iedereen heeft natuurlijk zoiets. We hebben, in ieder geval in dit bestaan, niet het eeuwige leven terwijl onze wensen en aspiraties wel zonder einde zijn.
Dat is een goed slotwoord. Dank je wel.
5 juni 2016