…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Archive for juni, 2016

De zestien Mahayana voornemens 2: het afdalen van de berg

Wat we in het boeddhisme met ontwaken bedoelen, is dat het gerealiseerd wordt. Je realiseert je ineens dat jouw leven van oorsprong wakker en Licht is. Dat jouw leven ten diepste is verbonden met alles wat is. Nu, op dit moment, met alles wat in dit heldere Licht, op dit doek verschijnt. Al die gebeurtenissen, alles wat we nu ervaren, gebeurt precies op het juiste moment, in de juiste verhouding tot elkaar, alle verbindingen kloppen. Dat ten diepste beseffen, noemen we wakker worden. Wakker worden voor iets dat er al is. Het punt is dat we het soms, en soms vaak, missen. Wakker worden, is het herkennen van iets dat eigenlijk ieder kind wel weet en wat we in feite al leven.

Student: Kun je  zeggen, alles manifesteert zich voor jou, als je het ziet?

Sensei: Ook als je het niet ziet. Het bijzondere is, en hier zit zoveel waarheid in, we zijn voortdurend op zoek naar de ware harmonie en naar de ware orde der dingen. We zijn op zoek naar de balans en we leven het in feite al. Dit wat we hier en nu ervaren, dit is precies wat het is, precies in de juiste orde, in de juiste waakzaamheid en met precies de juiste gebeurtenissen. Ik zou zeggen: niks meer aan doen. Of niet?

Student: Het klinkt toch vreemd. In het licht van het kwaad dat geschiedt in de wereld, is het lastig het zo te zien.

Sensei: En het is zelfs nog lastiger dan dat. We gaan daartoe de stappen volgen teneinde de diepte en de complexiteit ervan te zien. Dit is wat het Christendom zegt: het Koninkrijk Gods is in u. Dit is wat het boeddhisme zegt: jij bent Boeddhanatuur, ik ben Boeddhanatuur. Dat is je geboorterecht. Het probleem voor veel mensen is: dat is mooi, maar waarom zie ik daar dan zo weinig van? Als deze situatie, dit moment, dit leven van mij volstrekt is uitgebalanceerd en in harmonie is, waarom is het dan toch zo’n puinhoop in de wereld? Waarom is het zo’n puinhoop in mijn eigen leven? Hoe kan dat? Theologen zeggen dat het de meest authentieke uitspraak van Jezus is geweest: Het Koninkrijk Gods is in u. Elke religie kent dit en wanneer je dit echt tot je neemt, dan zet het alles op zijn kop, want goed beschouwd is er dan niets meer te doen. Terwijl wel de wereld in brand staat! Hoe rijm ik dat met elkaar? Hier stuiten we op een punt wat enorm wringt.

Dat zien we ook terug in het boeddhisme. Aan de ene kant kunnen we niet anders dan het onderkennen: ja, elke ervaring, elke gebeurtenis zit heel dichtbij, je bent intiem met je bestaan dat een licht, een wakker bestaan is. Dat is een gegeven, daarop hoef je niet op te mediteren, er is geen noodzaak daar iets voor te doen. Op zijn best komt het terug in de herinnering. Echter, er zit een hele grote maar aan. Wat is die ‘maar’? Het is belangrijk dit te zien, want hierin ligt de hele oriëntatie. Dit Licht dat we Boeddha noemen, deze fundamentele, intieme verbintenis met dit leven dat we Dharma noemen en de hele harmonie die daar in zit, deze Grote Zaak krijgt handen en voeten in dít, in mijn en jouw lichaam!

Boeddha, Dharma en Sangha incarneren, ze worden vlees in jouw en in mijn lichaam, in jouw en in mijn geest. En daarin breekt een heel ander proces aan, een proces van afscheiding, van dualiteit, met om te beginnen het onderscheid: dit is mijn lichaam en dat is jouw lichaam. Daarin is sprake van een proces van lichamelijke en mentale groei, de groei van het ego. Het is de ontwikkeling en de groei van verwachtingen, van begeerte, van angst, er wordt geleefd, er wordt gehakt en er vallen spaanders. Terwijl tegelijkertijd dat Licht niet aflaat. Boeddha blijft Boeddha, die aanwezigheid blijft zichzelf, de verbondenheid blijft een feit, de harmonie blijft een gegeven. Maar aan de andere kant, en tegelijkertijd, let wel, tegelijkertijd, vindt de incarnatie plaats en trekt de zaak langzaam maar zeker in mijn vlees. En wel in en op alle niveaus en domeinen: bewustzijn, lichamelijkheid, emotioneel, cognitie, wilsaffecten. Daarin zit het immense contrast. Het Koninkrijk Gods is in u, ja absoluut, maar… Wij zijn allen Boeddhanatuur, ja zeker maar…en tegelijkertijd vindt dat proces plaats. De wortels van de stam en de boom zijn duidelijk en ze blijven ook de wortels, los van wat er plaatsvindt, de wortels vormen de oriëntatie. Het oriënteert mij om het beste te willen voor alles waarmee ik diepgaand verbonden ben. Het beste te willen voor dit Licht. Het goede te doen, het kwade te laten, alle levende wezens bevrijden. Het fundamentele van de wortels gaat in mijn poriën zitten, het een kan niet zonder het andere. Het één is het andere!

Student: Wat een paradox! Aan de ene kant zeg je: niks meer aan doen, het is zoals het is. Alles is perfect. En aan de andere kant…

Sensei: We spreken hier over DE paradox van ons leven. Dé grote waarde van het boeddhistische onderricht is dat de Boeddha deze paradox zelf tot uitdrukking heeft gebracht. En de paradox vervolgens heeft gelaten voor wat ie is. Leegte is Vorm, Vorm is Leegte, Leegte is niet te scheiden van Vorm, Vorm is niet te scheiden van Leegte. Aldus het Hart-soetra. Die paradox staat als een huis. Er wordt nergens gezegd dat met ijverig oefenen de paradox over tien jaar zal zijn opgeheven. Nee, die paradox leven we en leven we een leven lang. Dat is waarom het bestaan knarst en schuurt en wringt. Daarin ontstaat en ontwikkelen we onze beoefening. Daarover gaat het in alle zen-verhalen. Op het moment dat je aanbelandt in het ene perspectief: mijn leven is het leven van de Boeddha, zal de leraar je confronteren met het andere. Beide perspectieven zijn evenwaardig, ze staan tegelijkertijd naast elkaar. We zién ze nooit tegelijk, maar we léven ze wel tegelijkertijd. De zen-training is erop gericht mensen zo flexibel te maken dat ze in hun leven van perspectief naar perspectief kunnen gaan. Aan de ene kant zeggen we, er is voor mij niets te bereiken, alles is aanwezig, er ontbreekt niets. Dat is waar. De andere kant is ook waar: ik ben nog niet eens begonnen.

Boeddhisme en hindoeïsme kijken daar verschillend naar. In het hindoeïsme beklimt men de berg en op de top van de berg aangekomen, bevindt zich Brahman of God. Het doel is bereikt. In het boeddhisme beklim je de berg en bij de top aanbeland begint de reis pas. Daar gaat dit paradoxale leven en het daarvoor flexibel maken van de geest over. Wij denken wel eens dat verlichting het doel is. Maar waarom bleef de Boeddha na zijn verlichting veertig jaar lang zijn beoefening trouw? Waarom ging hij niet op zijn lauweren rusten? In plaats daarvan bleef hij veertig jaar lang hard aan zichzelf werken. Waarom?

De Boeddha heeft ervaren dat de beoefening niet ophoudt maar juist begint bij het bereiken van de top. Het is de beoefening die wordt ingegeven door het besef: mijn leven is diepgaand verbonden met alle levende wezens in deze wereld, maar ik ervaar het niet echt, in mijn lichaam zijn heel andere uitsluitingsmechanismen gaande. Ja dit een ware harmonie maar mijn lichaam ervaart dit helemaal niet als harmonieus. Mijn leven is een allesomvattende aanwezigheid, maar ik realiseer het me niet echt. Het is niet echt in dit lichaam geïntegreerd. En daarmee begint de afdaling van de berg, waarbij de aanwezigheid, het Licht langzaam incarneert in het lichaam, in deze vleesjas. De persoon, de Boeddha trekt langzaam in zijn jas. Dát is de beoefening.

Je kan een meditatiebegeleider vertellen dat het je niet lukt om ook maar een minuut op het kussen te zitten zonder een moment met een hoofd vol met gedachten te zitten. De begeleider zegt wellicht: ach, helemaal niet erg. Je bent er immers al, maak je niet zo druk. En jij denkt dan vervolgens dat je het rustig aan kan doen. Dat is een levensgrote valkuil. Je kan ook je inspanning verdubbelen om die verlichting daadwerkelijk te ervaren. Die polariteit – je bent er al en tegelijkertijd ben je nog niet eens begonnen – draagt de hele beoefening. Aan de ene kant kunnen we het niet fout doen, aan de andere kant kunnen we ook niet goed doen. De stam van deze boom is diep geworteld in deze oriëntatie. Gevoed door de drie wortels – het Licht, het wakker zijn, het intieme fundamenteel verbonden leven met alle anderen, de harmonie – is de stam uitdrukking van de oriëntatie naar mijn fysieke leven toe die zich specificeert in tien verschillende twijgen. (Wordt vervolgd)

Kunstmedicijn + aanbod!!

Kunstmedicijn
Mijn hele leven als beeldend kunstenaar ben ik al gefascineerd door de helende werking van kunst. Deze specifieke heelkracht was in beginsel mijzelf tot hulp bij de verwerking van ingrijpende crises in mijn leven; `wanneer woorden ontbreken, spreken beelden´. Later kon ik mijn ervaring met de genezende kracht van kunst in dienst stellen voor hulp aan anderen, als creatief therapeut in de psychiatrie, als docent aan een opleiding voor creatieve therapie, in een eigen praktijk en in mijn kunstprojecten en performances.

Medicijnkastjes
De `medicijnkastjes´ die ik vervaardig zijn direct gericht op heling: kunst als medicijn. Als bijvoorbeeld het natuurlijke evenwicht bij grote overgangen in het leven verstoord is, kan beeldende kunst een heilzame invloed hebben. In aanleiding van overgangen van mijzelf of van anderen worden in houten kistjes kleine betekenisvolle voorwerpen, symbolen voor deze overgang, gerangschikt tot `beeldende verhalen´. Het uitkiezen, ordenen en bewerken daarvan brengt een proces van herordening op een onbewust niveau op gang. De ontvanger van het medicijnkastje, krijgt de zelf gekozen voorwerpen weer aangeboden in een nieuwe ordening. Het oorspronkelijke eigen verhaal wordt op deze manier geobjectiveerd teruggegeven en daarmee herinterpreteerd. Dit is een krachtig impuls die bijdraagt om een nieuw evenwicht in de verstoorde balans te vinden. Een helend medicijn voor de ziel.

kunstmedicijn 1

kunstmedicijn 2

Kunstmedicijn-Apotheek
Voor jullie, lezers van het Juwelenschip, heb ik het aanbod om met behulp van een kunstmedicijn je gezondheid te bevorderen!

Dit gaat als volgt:
Je stuurt per mail een korte beschrijving van je klacht. Die kan van geestelijke, psychische en fysieke aard zijn. Als je dat nodig vindt dan kun je een toelichting geven over de duur van het probleem en in welke situaties je er het meeste last van hebt enz.
Ik stel mijn diagnose en maak vervolgens een passend kunstmedicijn. Ik geef een kunstzinnig antwoord in beeldtaal, waar een genezende werking van uit gaat. Het resultaat kan in een tweedimensionaal plat vlak vervat zijn of een driedimensionaal, ruimtelijk werk worden.

Mijn werkwijze is dat ik jouw verhaal, je klacht, op me in laat werken en het medicijn in een meditatieve sfeer tot me laat komen. Mijn handen doen dan het verdere werk. Dat is een intuïtief proces en de werking is dat het kunstmedicijn het gebied van jouw eigen intuïtieve weten aanraakt en daarin heling kan bevorderen.

Je klacht, voorzien van de toevoeging vrouw/man en je leeftijd, wordt samen met de afbeelding van het kunstmedicijn op het Juwelenschip gepubliceerd. Je kunt vervolgens de afbeelding downloaden en als je dat wenst, ook het origineel tegen een nader te bepalen prijs bij mij bestellen. Die krijg je dan thuis gestuurd.

In de loop van de tijd zal er een verzameling van verschillende kunstmedicijnen ontstaan op het Juwelenschip, de kunstmedicijn- apotheek. In deze apotheek worden steeds meer en waarschijnlijk ook algemeen herkenbare klachten en hun kunstmedicijn-remedies opgeslagen. Deze apotheek staat dan voor jullie open en zo kan ieder voor zich een passend medicijn voor zichzelf vinden. Een bezoek aan de apotheek kan ook de wens stimuleren, voor jezelf een passend kunstmedicijn op maat te laten maken.

Graag contact opnemen per email: boegel-mail@t-online.de

Voor een kunstmedicijn wordt een onkostenvergoeding van € 25,- gevraagd.

Voor verdere informatie: www.kunstmedizin.com

De zestien Mahayana voornemens: de ethische oriëntatie

Op zaterdag 23 april 2016 gaf Maurice Knegtel Sensei tijdens een meditatie workshop voor de Zen Cirkel Lelystad, in de koffie- en theeschenkerij Wind in de Wilgen, onderricht over de zestien Mahayana voorschriften, de zestien oefeningen die te samen de ethische bedding vormen voor een zen weg in je dagelijkse bestaan. De begeleider van de Zen Cirkel Lelystad, de eerwaarde Ben Claessens, heeft het gesproken woord van Maurice Knegtel Sensei op schrift vastgelegd, voor een ieder die is geïnteresseerd in de ethische kant van de zen beoefening in het dagelijkse leven.

Sensei: Het betreft hier een zeer wezenlijk, breed en heikel thema. Alles waar het boeddhisme voor staat, alles wat de beoefening van zen behelst, komt hier ten volle aan bod. De Zestien Mahāyāna Voornemens kunnen als beeld vergeleken worden met een boom. De eerste drie voornemens noemen we de Drie Juwelen, zij vormen de wortels. De volgende, de drie fundamentele voornemens, vormen de stam. Daaruit volgen de tien grote voornemens, de twijgen met blaadjes die reiken naar de lucht.

De drie Grote Voornemens vormen het hart. Daar lezen we:

Mijn leven is het leven van de Boeddha

Mijn leven is het leven van de Dharma

Mijn leven is het leven van de Sangha

Dit zijn drie uitspraken die in elke boeddhistische wijding worden uitgesproken. Of het nu het Mahāyāna, de Theravada of welke boeddhistische richting ook betreft, deze drie komen er altijd in voor. En zoals ik het tijdens de laatste Jukai-ceremonie in december jl. zei, de wijding tot Boeddhist is een van de twee oudste ceremonies die het boeddhisme kent. De andere is de Volle Maanceremonie. Die twee ceremonies gaan terug tot de Boeddha zelf. De historische Boeddha zei: ‘Kom bhikhu, kom bhikhuni’, waarop hij de Drie Juwelen uitsprak. Dat is oer-boeddhistisch. Deze wortels vormen de oriëntatie voor de ethiek in het Mahāyāna. Hoe moeten we ze duiden? Laten we beginnen bij het woord Boeddha. Waar staat dat woord voor? Het staat als een zinnebeeld voor een kwaliteit in onszelf. Welke kwaliteit is dat? Wat betekent het woord feitelijk?

Student: Ontwaakt

Sensei: Juist, de wortel van het woord in het Sanskriet is budh, waken. Een begrip als Bodhi (ontwaken) komt daar vandaan. Boeddha is de Ontwaakte. Waar gaat dit concreet over als het gaat over jou en mij, als het gaat over een kwaliteit van onszelf?

Student: In aandacht zijn.

Sensei: Wel, aandacht is nog iets waar ik iets voor moet doen. Het gaat wel de richting op maar het ligt dichterbij dan dat.

Student: Zijn

Student: Aanwezigheid

Sensei: Precies, beide begrippen samenvoegend komen we op aanwezig zijn. Het zinnebeeld van de Boeddha, de Ontwaakte, duidt op een aanwezig zijn dat voorafgaat aan de dualiteit zoals dromen en waken, bevangenheid en wakker zijn. Het is een wakker zijn dat maakt dat we weten dat we na een halve dag afdwalen, die halve dag in bevangenheid hebben verkeerd. Het is een weten dat diep in ons systeem zit, waar we geen moeite voor hoeven te doen en dat we ook niet tot stand kunnen brengen. Dat dus niet door ons karmische handelen of door wat ook tot stand wordt gebracht, maar dat er zo is, gegeven. Het kan evenmin door karmisch handelen ongedaan worden gemaakt. Het maakt dat we ten diepste en in de kern wakende personen zijn. Als je het in meer esoterische termen zou willen formuleren, dan kun je zeggen dat in ieder van ons een zeker Licht zit, een Licht waarin alles verschijnt en waarin ieder van ons verschijnt. Als op een wit projectiescherm, zoals in een bioscoop, dat er altijd is, ook wanneer de film niet draait. Het scherm maakt het mogelijk dat we de film kunnen zien.

Student: Kun je het zien als een verbinding met alles?

Sensei: Het is in ieder geval wat verbinding mogelijk maakt. En elke vorm van ervaren. Het is de onbepaalde ruimte waarin elke gedachte, elke emotie verschijnt. In die zin is het een niet aflatend weten, niet een weten in de zin van kennen of leren, en niet een weten dat door iets tot stand komt, maar een weten dat in feite een gegeven en mijn geboorterecht is en waarvoor ik niets hoef te doen, behalve dat ik het af en toe een beetje moet wieden om het onkruid weg te halen, want het weten raakt soms verduisterd. Maar het weten zit er en weet zelfs dat het verduisterd wordt in perioden van grote bevangenheid. Daarvoor staat het symbool Boeddha. Is dit invoelbaar? Of zeg je, nou, ik weet het nog niet? Waar ligt hier het grote probleem als het gaat om zo’n enorm projectscherm?

Student: Het is te groot.

Sensei: Ja dat is een punt.

Student: En te licht.

Sensei: Absoluut, dat zien we straks bij de tien geloftes, het is te licht, te groot. Maar er is een ander groot probleem rond deze aanwezigheid, namelijk ‘ik’. Het ik dat zich in ons ontwikkelt en dat voortdurend de aanwezigheid claimt. Ik bezit het, ik heb het tot stand gebracht, ik heb er zeggenschap over, ik ben hier de baas over en ik leid het door alle goede werelden heen. Het ik grijpt en klampt. Vandaar dat het Licht pas echt goed kan worden ervaren als het ik even totaal ontspant, zichzelf vergeet en een stapje terug doet. In beoefeningen daartoe kennen we zen kwesties die de student confronteren met vragen als: Wat is het dat ziet, Wat is het dat denkt, dat hoort, dat loopt? De eerste neiging is te roepen: ik! Maar als we doorvragen blijkt het ik daar helemaal niet zoveel mee te maken te hebben. Maar doordat het ik er voor gaat staan, wordt het duiden van de ware aard van dat ik een lastige opgave.

Het ik claimt zo’n beetje alles wat los en vast zit. Maar als we de bewegingen van ik goed volgen, zien we dat ik bijna altijd te laat op de plaats van bestemming is. Wat er is, is deze aanwezigheid, enkel het hier en nu ervaren: tjilp, tjilp. Tik, tik, tik. Broemmmm. Toch? Wat wij er vervolgens van maken is: ik hoor een vogel, de regen, het vliegtuig. Maar dat is in eerste instantie niét de ervaring. Dat is wat we achteraf bedenken. Maar als we hier gewoon zitten en we doen en zeggen even niets dan is er precies Dit. Je kan zeggen: ik zit, maar dát is niet de ervaring, dat is de interpretatie achteraf. In de kern van de zaak is er alleen Dit. De pure ervaring: ‘tjilp, tjilp’, het een zijn op dit moment van wat we later definiëren als een bepaald geluid. Dat is herinnering en analyse. Op het moment zélf echter is er enkel datgene wat hier en nu direct verschijnt en verwijst naar een groot Licht dat in ieder van ons schijnt. Het is dat ik dat wordt verzocht zich even nergens mee te bemoeien. Alleen zo wordt datgene waar Boeddha voor staat langzaam helderder en helderder. Boeddha staat voor een immens mirakel, een aanwezigheid waarin we hier zijn met elkaar, dit Licht waarin alles en iedereen verschijnt. Het is wonderlijk en het mooie is dat het ons geboorterecht is, we hoeven er niets voor te doen, het is ieder van ons gegeven.

Dan komen we bij de tweede wortel, Dharma, waar zou Dharma voor staan?

Student: De Leer.

Sensei: Ja, de Leer. Het heeft nog meer betekenissen.

Student: De Weg.

Sensei: De Weg van de Boeddha. In Azië heet het geen boeddhisme maar Boeddha-Dharma. Het staat voor nog iets anders, namelijk voor de Werkelijkheid en voor alle zaken in die Werkelijkheid. Er kan eindeloos worden gediscussieerd over hoe Dharma is te vertalen en het dichtst in de buurt komt gebeurtenissen, waarbij we niet alleen de situatie als zodanig aanduiden maar ook een persoon of een ding. Allemaal Dharma’s, datgene wat verschijnt. Als je dit nu naar je eigen leven vertaalt en concreet maakt, dit concept gebeurtenissen, dan is het alles wat zich in mijn ervaring voordoet, elke zintuiglijke gewaarwording, elke emotie, elke gedachte, elke handeling en wilsaffect. Nu staat hier, mijn leven is het leven van de Dharma’s. Hoe zien we dat? Eerst was mijn leven een groot projectscherm, hoe moeten we de Dharma’s dan zien?

Student: Alles wat er gebeurt.

Sensei: Ja, elke ervaring, als we dicht bij de ervaring blijven, is er geen onderscheid tussen ik die ervaart en de ervaring zelf. (Een deelnemer hoest) Ugghe ugghe, dat is preciés wat er is. En direct daarop definiëren we het als hoesten. Het lastige van de zen praktijk is in de beoefening alle dualistische lagen een voor een los te laten weken teneinde bij de levende ervaring zelf te komen. Het ligt zo zeer voor je neus dat je het voortdurend mist, zo evident is het. En precies dit zijn de Dharma’s. Elke ervaring, alles wat we horen, alles dat zich hier en nu voordoet, dat is mijn leven, het is nergens anders. Het zit bij jou en bij je buurman en buurvrouw, en bij mij hier en nu. Dharma, mijn leven is het leven van de Dharma, alles wat er plaatsvindt in dit ene moment, dat zich voordoet op dat grote scherm, alles wat verschijnt in het Licht van de Boeddha.

Mijn leven is het leven van de Sangha. Sangha, waar verwijst dat naar? Wat is de algemene betekenis van Sangha?

Student: Gemeenschap

Sensei: Juist. De eerste gemeenschap van de Boeddha was de Sangha. In het kader van de voornemens wordt Sangha geïnterpreteerd als harmonie tussen het witte scherm en verschijnselen, de onderlinge verhouding en de natuurlijke orde. Zoals we hier zitten, verschijnend in het heldere Licht, is alles in perfecte harmonie en orde. Geen vogel zingt het verkeerde lied of is op de verkeerde plek. Het is precies de juiste melodie en komt precies op het juiste moment. De harmonie is perfect. De onderlinge verhouding is ultiem. Zoals het beroemde zenspreekwoord zegt: geen sneeuwvlok valt op de verkeerde plaats. Dat is de situatie zoals die nu is.

Student: Ja, dat klinkt wel mooi, maar als ik om me heen kijk, waar komt dan die disharmonie vandaan?

Sensei: Precies, daar komen we zo direct op. Om onszelf bij zinnen te houden, is het verstandig het stapje voor stapje te doen. Want met ons mensenverstand kunnen we niet alles tegelijk bevatten. We kunnen maar één ding tegelijk zien. Wat zo mooi is, de Boeddha koos ten aanzien van de Dharma het woord ‘subtiel’. Dat deed hij om het paradoxale karakter van de Leer, van de werkelijkheid aan te duiden. (Wordt vervolgd)

Het vierde kunstmedicijn

Ik ben een vrouw, 57 jaar. Vanaf mijn prille jeugd tot de dag van vandaag ervaar ik moeite om werkelijk mijn plek hier op aarde, in dit leven, te ervaren.  Vaak voel ik gemakkelijker de grote verbinding, vanuit een ziel met meerdere incarnaties.
Het toont zich de laatste 15 jaar letterlijk fysiek in woonplekken door asociale buren die me bedreigen, aanvallen (3de keer nu). Uiteindelijk verhuis ik dan maar weer omdat ik me geïntimideerd  voel en er geen antwoord op heb. Het is meer dan geheel ‘geaard’  of ‘ aanwezig zijn’, er is iets met ‘mijn plek’.
Sophia

kunstmedicijn