…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Archive for september, 2018

Incarnatie, het afdalen van de berg. De religieuze ervaring

Twintig jaar na het verschijnen van mijn eerste boek Voorbij willen en weten (Servire 1998), waarin de vraag wordt gesteld hoe het heilige in onze tijd nog aanwezig kan worden gesteld, na tien jaar zen cirkel, die de beoefening in het dagelijkse leven ondersteunt en op een eigentijdse wijze en in een eigentijdse taal de Indiase, Chinese en Japanse Dharma tot leven liet komen, en na het ontvangen van Inka, het laatste zegel van bekrachtiging binnen de zen traditie, dat ik op 25 juni 2018 van mijn leraar Genpo Roshi mocht aannemen, stel ik mezelf, als een door de traditie gelegitimeerde Zen Meester, de vraag wat nu mijn dharma is, het onderricht dat ik voorleef en nalaat. Aangezien de zen cirkel negen bijeenkomsten heeft, zet ik mijn dharma in negen facetten uiteen. Het kernwoord in deze negen facetten is incarnatie, ofwel het afdalen van de berg.

De religieuze ervaring

Shakyamuni Boeddha ontwaakte toen hij de ochtendster zag, en zei ‘Ik, de hele aarde en alle wezens zijn tegelijkertijd tot aanwezigheid ontwaakt.’

Denkoroku, Keizan Zenji, casus 1.

Wat incarneert? Dat, wat in de religieuze ervaring wordt gerealiseerd. Deze realisatie is de top van de berg, en daar begin ik in het delen van mijn dharma. Nee, de top van de berg is niet het doel van de weg. De ervaring van verlichting, ontwaken, satori, de mystieke ervaring, is niet datgene waarnaar we uiteindelijk streven. Zeker, ze is belangrijk op ons pad, maar haar belang ligt in de aanvang van onze beoefening. Bij de verlichtingservaring begint ons pad pas echt. Bij de top van de berg, daar begint onze reis. Daar zetten we de eerste stappen om te worden wat we ten diepste zijn. En zelfs als we de top nog niet hebben bereikt en de religieuze ervaring ons nog vreemd is, dan kunnen we alsnog beginnen met onze afdaling in de seculiere wereld en het verwezenlijken van onszelf in het gedoe van alledag.

Wat wordt er in de religieuze ervaring gerealiseerd? Wat is dat voor een ervaring? De religieuze ervaring is een ervaring die verbindt, dat in de eerste plaats: ze verbindt mijn individuele bestaan fundamenteel, intiem en op de meest concrete wijze met elk ander individueel bestaan. En ze verbindt mijn individuele bestaan met wat mijn individualiteit te boven gaat en wezenlijk draagt. Dit maakt de ervaring een religieuze ervaring. De ervaring gaat niet over mij, terwijl ze mijn leven wel bekrachtigt en wezenlijk betekenis geeft.

De religieuze ervaring is een ervaring van mijn totale wezen, lichaam, hoofd, hart en ziel. Ze heeft niets zweverigs of esoterisch, maar is feitelijk de meest concrete en intieme ervaring die een mens kan ondervinden: ze is een ervaring die nog niet door mijn denken is vervormd, ze is voorwoordelijk en prereflectief. De ervaring ligt buiten wat ik kan willen en weten. Dit maakt de ervaring ongrijpbaar en onbegrijpelijk. Ofschoon ze onbegrijpelijk is, is ze zelf-evident, ze brengt me iets in herinnering dat ik eigenlijk altijd al wist. En ofschoon de ervaring me onbegrijpelijk het meest nabij is, kan ik haar nooit bereiken of afdwingen. Ze valt me toe ‘als God het wil’…

Wat realiseer ik me in de religieuze ervaring? Dat mijn leven niet mijn leven is, maar het leven van iets volstrekt anders, dat hoewel het beperkt is door mijn fysieke vorm en condities, tegelijkertijd zonder geboorte is en zonder dood, zonder begin en zonder einde, grenzeloos en eeuwig, alomvattend en alomtegenwoordig, volmaakt vrij. In mijn door en door tijdelijke bestaan zit iets dat niet stuk kan en ik ben het niet.

Het riskante pad van leraar en leerling door André van der Braak

In hoeverre kun je de intense emoties vertrouwen die worden opgeroepen door de overgave aan de goeroe? En als je twijfelt, hoe onderscheid je gezonde twijfel van de stem van het ego? Is het wel mogelijk om leefregels vast te stellen voor een ‘verlicht’ leven? En hoeveel macht mogen we de goeroe in een dergelijk proces geven?

Van jongs af aan ben ik op zoek geweest naar de antwoorden op de grote vragen in het leven. Aanvankelijk vanuit mijn rooms-katholieke achtergrond. Maar vanaf mijn zestiende zocht ik naar antwoorden uit het Oosten. Ik begon te mediteren, aan yoga te doen en me in het boeddhisme te verdiepen. Ik studeerde westerse en oosterse filosofie en psychologie.

Maar na mijn afstuderen ruilde ik mijn zoektocht naar verlichting in voor meer praktische beslommeringen. Ik kreeg een baan in de automatisering en bewandelde het pad naar maatschappelijk succes. Mijn levensstandaard steeg, maar daarmee mijn eenzaamheid ook. De snelle wereld van de automatisering bevredigde mijn hartsverlangen niet.

Andrew Cohen

Toen vertelde een vriend me over Andrew Cohen, een Amerikaanse spirituele leraar die in Amsterdam bijeenkomsten kwam houden. Sceptisch stemde ik toe om mee te gaan. Maar naarmate ik meer bijeenkomsten bijwoonde, raakte ik er meer en meer van overtuigd dat Andrew vanuit een verlichte staat sprak. Hij wist vragen moeiteloos vanuit zijn eigen ervaring te beantwoorden. Vaak was hij gewoon stil samen met de aanwezigen en zonken we weg in een diepe ervaring van stilte, waarin zorgen, gedachten en problemen er niet meer toe deden.

Keer op keer had ik diepe spirituele ervaringen. De verlichting, waar ik al jarenlang naar op zoek was geweest via boeddhistische meditatie, leek plotseling voor het grijpen. In gezelschap van Andrew voelde ik een zware last van me afvallen. Het leven werd opeens een groot jubelend gebeuren, de wereld was vervuld van een magische glinstering. Ik voelde een diepe rust en vrede. Als er al volmaaktheid bestond, dan was dit het.

Ik voelde een diepe dankbaarheid en liefde voor Andrew. Hij had mijn leven ingrijpend getransformeerd. Wat kon ik me liever wensen dan voor altijd bij hem te zijn? Ik besloot mijn baan op te zeggen, het uit te maken met mijn vriendin en Andrew te volgen. Eerst naar Devon in Engeland, toen naar de VS. Aanvankelijk was ik in de zevende hemel. Eindelijk had ik een kans om samen met gelijkgestemden van overal ter wereld te leven. Het leven in de gemeenschap was één grote uitbarsting van liefde en intimiteit. Verlichting hier en nu was alom in onze ervaring aanwezig. Maar in de loop der jaren bleek het toch niet zo simpel te zijn. Het ego stond de verlichting in de weg en we moesten het uitroeien. De strijd van het ego diende ten koste van alles gewonnen te worden. We besteedden dagelijks uren aan meditatie, prostraties en mantrapraktijken.

Twijfels 

In de loop der jaren kwamen er twijfels in me op. Moest het ego wel zo nodig als een soort onkruid bestreden worden? En op zo’n harde en meedogenloze manier? Als het ego een illusie is, versterkt een oorlog ertegen niet alleen maar zijn realiteitsgehalte? Tegelijkertijd echter bleef ik spirituele ervaringen hebben en was ik vaak overweldigd door een besef van grote liefde en intimiteit. Maakten die sterke emoties alles goed? Was mijn twijfel de stem van mijn onwillige, tegenstribbelende ego? Moest ik kiezen voor mijn gevoel of mijn verstand? Ik voelde me vaak in een innerlijke spagaat. Uiteindelijk verliet ik in 1998 de leefgemeenschap.

Een zelfonderzoek volgde. Wat waren mijn motieven geweest om me indertijd bij Andrew Cohen aan te sluiten?  Had Andrew Cohens charismatische beweging als opvulling gediend voor een postdoctorale leegte waarin ik me bevond? Maar mijn relatie met Andrew Cohen was ook een uitdrukking van een oprecht verlangen naar bevrijding. Ik kreeg oog voor Andrews narcisme en adolescente persoonlijkheid. Hij had nobele maar onrealistische idealen. Hij zei dat alles mogelijk was, maar hij had geen oog voor de praktische moeilijkheden om zijn idealen te realiseren. Dat was het probleem van de volgelingen.

Sinds mijn vertrek heb ik met veel vragen geworsteld. Hoe kan ik zo ver zijn gegaan in het onder druk zetten van anderen en mezelf? Was het uit liefde voor de goeroe, of helpt de liefde voor de goeroe juist om je eigen grenzen te doorbreken? In hoeverre kun je de intense emoties vertrouwen  die worden opgeroepen door de overgave aan de goeroe? En als je twijfelt, hoe onderscheid je gezonde twijfel van de stem van het ego? Is het wel mogelijk om leefregels vast te stellen voor een ‘verlicht’ leven? En hoeveel macht mogen we de goeroe in een dergelijk proces geven?

Stadia

In de problematische verhouding tussen goeroe en leerling zijn verschillende stadia aan te wijzen. Oakes onderscheidt er zes.[i] Het begint met de wittebroodsweken. Vaak is er sprake van wederzijdse idealisering. De leerling is in de zevende hemel en vol liefde en toewijding voor de goeroe. De goeroe op zijn beurt beschouwt hem als zijn favoriet.

De tweede fase is de werkfase. De leerling wordt nu als lid van de gemeenschap geaccepteerd en krijgt werk toegewezen, vaak niet erg moeilijk werk dat ook een zeker arbitrair karakter draagt. Hij ontwikkelt een ‘gemeenschapspersoonlijkheid’: hij past zich aan de geldende normen en waarden binnen de gemeenschap aan.

De derde fase is die van de teleurstelling. Gaandeweg daagt het besef dat de goeroe niet volmaakt is en dat verlichting ver weg is en blijft. Hij realiseert zich hoeveel van zijn vrijheid hij heeft opgegeven. Hij krijgt twijfels over de goeroe en kan zelfs een machtsstrijd met hem aangaan. De beslissing ‘gaan of blijven’ dient zich aan.

Als de leerling besluit om te blijven gaat hij de vierde fase in. Hij begint de tekortkomingen van de goeroe nu te rationaliseren: ‘ze maken hem menselijker’ of: ‘Jezus had ook zijn fouten’. Zijn twijfel wordt ontkend en onderdrukt, en gaat ondergronds. Dat moet ook wel, want zijn geïdealiseerde opvattingen over de goeroe en de gemeenschap worden dagelijks als onwaar bewezen. De goeroe is geen God en de gemeenschap is niet het paradijs. De leerling werkt nu een geheim compromis uit waardoor hij kan blijven, en kan blijven geloven in de mogelijkheid van transformatie en revolutie. Maar de romantiek heeft plaatsgemaakt voor een doelbewuste keuze. Hij geeft zich nu niet zozeer uit liefde over, maar omdat het goed voor hem is.

De vijfde fase is die van succes of falen wat betreft het grote werk. Welke geheime agenda de leerling ook had wordt al dan niet vervuld. In beide gevallen leidt dit tot de zesde fase, namelijk vertrek. Vroeg of laat vertrekt bijna iedereen uit een charismatische beweging. Tom Patton, ex-lid van de Amerikaanse charismatische beweging Synanon, drukt het als volgt uit: “Het zijn niet altijd degenen met pit en die snel van begrip zijn die vroeg vertrekken, en niet altijd de slappelingen en goedgelovigen die langer blijven. Men vertrekt wanneer men gekregen heeft waar men voor kwam, wanneer de toewijding ‘op’ is, wanneer men zich over het vragenlijstje dat de leraar voorschrijft niet langer druk kan maken.”[ii]

Vertrek 

‘Succesvolle’ leerlingen vertrekken omdat ze bereikt hebben wat ze wilden. Hun geheime agenda is vervuld. Ze hebben bijvoorbeeld hun kinderen in een liefdevolle omgeving opgevoed of ze hebben hun jeugd herontdekt. Hun vertrek verloopt relatief zonder problemen. Tijdens de volgende groepscrisis (er zijn altijd veel groepscrises in charismatische bewegingen waarin de goeroe zijn leerlingen voorhoudt dat ze niet voldoende toegewijd zijn aan zijn leer) gaan ze er stilletjes vandoor. Ze blijven met waardering over hun goeroe spreken, ze zijn dankbaar voor zijn hulp en pragmatisch over zijn tekortkomingen. Ze weten dat het gewoon tijd was om de volgende stap in hun leven te nemen.

De ‘falende’ leerlingen vertrekken vaak op een traumatische manier, na een heftig conflict met de leraar. Zij voelen zich bedrogen en verraden. De goeroe heeft hun het paradijs beloofd, ze hebben hem hun hart gegeven, maar uiteindelijk blijkt hij niet werkelijk in hun welzijn geïnteresseerd. Wanneer ze de goeroe confronteren met zijn verbroken beloften geeft die niet thuis. Hij neemt geen verantwoordelijkheid. Hij vindt het hun probleem.

Sommigen van die leerlingen worden later beroepsafvalligen: ze blijven proberen om ieder mogelijk schandaal rondom hun vroegere goeroe publiekelijk te onthullen, zelfs als ze er grote persoonlijke offers voor moeten brengen.

Alle verhalen over misbruik en manipulatie ten spijt is het uiteindelijk altijd de goeroe die wordt verlaten. Wanneer het grote werk is geslaagd, wordt de goeroe irrelevant. De leerling heeft de goeroe niet langer nodig en gaat verder op zijn eigen pad. De goeroe heeft die luxe niet: hij blijft gevangen in een gouden kooi van eigen makelij. Hij is gedwongen om te blijven geloven in de zelfgeschapen mythe van zijn eigen perfectie.

André van der Braak studeerde psychologie en filosofie van 1981 tot 1986. In deze periode beoefende hij ook intensief vipassanameditatie. Van 1987 tot 1998 was hij leerling van Andrew Cohen. Over deze tijd publiceerde hij in 2003 Enlightenment Blues. Enkele jaren later volgde zijn tweede boek, Goeroes en charisma. Hij promoveerde in 2004 op een vergelijkende studie over Nietzsche en het zenboeddhisme. Sinds 2012 werkt hij als hoogleraar boeddhistische filosofie in dialoog met andere levensbeschouwelijke tradities aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. In 2013 ontving hij de leraarsautorisatie in de traditie van de Maha Karuna Chan van Ton Lathouwers.

Voetnoten:

i L. Oakes, Prophetic Charisma, p. 131-143.

ii T. Patton, voorwoord bij W. Olin, Escape from Utopia: My ten years in Synanon, University Press, 1980.

 

Selectie uit Goeroes en Charisma, het riskante pad van leraar en leerling’, 2006, André van der Braak, uitgeverij Altamira-Becht, 2006, ISBN 13 978 90 6963 737

Met toestemming overgenomen uit tijdschrift InZicht.

Zie ook voor nabestellingen van nummers: https://www.inzicht.org/

Dogens Shoji, ‘Geboorte en dood’. Vrij van geboorte en dood.

Derde deel van een teisho uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi, tijdens de stille zen zondag op 17 december 2017, als afscheid van Lazuli te Utrecht, dat tien jaar lang onderdak bood aan de Zen Cirkel Utrecht. De transcriptie is gemaakt door Eerwaarde Ben Claessens.

Zij die vrij willen zijn van geboorte en dood, zullen de betekenis van deze woorden moeten begrijpen. Als je zoekt naar een boeddha buiten geboorte en dood, dan is het alsof je naar het zuidelijk land van Yue wilt gaan, met je speer richting noorden, of het is als je de Grote Beer wilt zien terwijl je naar het zuiden gericht staat. Dan val je in geboorte en dood en verlies je de weg van bevrijding.

Wat Dogen zegt: als je de Boeddha, ontwaken, aanwezigheid, bevrijding zoekt buiten geboorte en dood, dan verlies je de weg van bevrijding. Hoe komt dat? Omdat de Boeddha er per definitie in zit, geboorte-en-dood IS het pad, er is niets daarbuiten. Dat is een van de lastige aspecten van onze weg. We willen al gauw ergens van af. Dat werkt in zen niet, je moet er midden in gaan zitten. Hoe krijg je een gezonde relatie met angst? Door je te laten overspoelen met angst! Door angst echt en volledig te zijn! Een wond heel je door de wond te zijn.

Begrijp dat geboorte en dood zelf nirvana zijn.

Alle Mahayana teksten zeggen: samsara IS nirvana. Het zijn niet twee verschillende zaken. De letterlijke betekenis van nirvana is: onverstoorbare vrijheid van geest. Het is geen zevende hemel of iets heerlijks ver weg van hier. Hoe kan een geest onverstoorbaar zijn? Door niet bevangen te zijn door concepten en daarmee, wat we met die concepten aanduiden, zélf te zijn.

Er is niets zoals geboorte en dood om te vermijden, er is niets zoals nirvana om te zoeken.

Waarom ‘niets zoals geboorte en dood?’ Wat is geboorte en dood? Het is wat hier gaande is, precies dit. Dit is een open energie, zolang ik niets met de ervaring doe. Het is onbepaald, leeg van enige substantie, sunyata.

Alleen wanneer je je dit realiseert, ben je vrij van geboorte en dood.

Nu volgt een stukje tekst dat in feite Dogens Uji in een notendop is.

Het is een misverstand dat geboorte in dood verandert. Geboorte is een fase die een periode op zich is, met een eigen verleden en toekomst. Om deze reden is in boeddha dharma geboorte begrepen als niet-geboorte. Dood is een periode op zichzelf, met zijn eigen verleden en toekomst. Om deze reden wordt dood begrepen als niet-dood.

Geboorte is een fase met een eigen verleden en toekomst, hetzelfde geldt voor dood. Dit moment bevat alles, in tijd en ruimte, maar drukt zich op een specifieke wijze uit, namelijk de wijze waarop we het nu ervaren. De totale toekomst, het totale verleden en alle wezens drukken zich uit in deze energie van geboren worden of van sterven. In deze ruimte bevinden zich al onze voorouders, maar ook ons (potentieel) nageslacht.

In geboorte is er niets dan geboorte. In dood is niets dan dood. Daaruit volgend, wanneer geboorte komt, ontvang en realiseer je dan geboorte. Wanneer de dood komt, ontvang en realiseer je dan dood. Probeer ze niet te vermijden of er naar te verlangen.

In het boeddhisme geldt pratityasamutpada als een van de meest authentieke onderrichten waarover de Boeddha heeft gesproken. Het is dé boeddhistische wijze van de werkelijkheid tegemoet treden, alles treedt op in afhankelijkheid van condities. Dat je iets meemaakt, treedt op in afhankelijkheid van condities, er gaat iets aan vooraf, er zijn omstandigheden, handelingen, gebeurtenissen en situaties die geleid hebben tot wat er nu is. Al die condities maken het mogelijk dat ‘dit’ en niets anders dan ‘dit’ plaatsvindt. Alles zit erin besloten, alles baart die ene conditie. Dogen vraagt terecht: is er ook maar iets dat op dit moment is uitgesloten van jouw aanwezigheid hier en nu? Een prachtige vraag. Deze tekst heeft dan ook alles met de instelling van de beoefenaar te maken. Hij zegt: als geboorte komt, ben geboorte! Als het regent, ben de regen! Enz..

In zen is de uitgang de ingang. Als je vrij wilt worden van dood, is dood de ingang. Als je vrij wilt worden van angst, is angst de ingang. Als je vrij wilt worden van je vader en moeder, wees je vader en je moeder, zij zijn de ingang. Die instelling wordt in de volgende tekst perfect verwoord:

Deze geboorte en dood is het leven van de Boeddha. Als je het wilt buitensluiten, zal je je leven als Boeddha verliezen. Als je eraan hecht en erin wilt verwijlen, zal je je leven als boeddha ook verliezen. Wat resteert is slechts een holle vorm van leven. Alleen wanneer je geboorte en dood niet afwijst of ernaar verlangt, zal je Boeddhanatuur binnengaan.

Analyseer het niet en spreek er niet over. Vergeet je lichaam en geest en werp ze in het huis van de Boeddha, dan is alles tot stand gebracht door de Boeddha.

Vertrouw je aanwezigheid. Vertrouw erop dat het in orde is dat je hier bent.

Als je dit navolgt ben je vrij van geboorte en dood en word je een Boeddha zonder inspanning of berekening. Wie zou er dan nog nadenken?

Als je aanwezig bent, ben je het al. Het laatste stukje tekst is mijn inziens later toegevoegd.

Er is een eenvoudige manier om een Boeddha te worden. Als je je terugtrekt van onheilzame acties, niet gehecht bent aan geboorte aan dood en compassievol bent jegens alle levende wezens, als je respectvol bent naar ouderen en aardig voor kinderen, niets uitsluitend of begerig naar iets, zonder peinzen of zorgen, kun je waarlijk een Boeddha genoemd worden. Zoek niet naar iets anders.

Wat is je conclusie? Dan maar geen Boeddha worden en liever een bodhisattva, ‘een Boeddha in wording’ blijven? Of raadpleeg je deze tekst in je dagelijkse leven?

Een nieuwe Zen Cirkel onder leiding van Maurice Genko Knegtel Roshi start op maandagavond 24 september, 19.30 uur, in het Graalhuis in Utrecht. Informatie en opgave via https://izen.nl/zen-meditatie/

‘Verlichte mensen’ en ‘niet-verlichte mensen’ door Joan Tollifson

Joan Tollifson heeft haar wortels in het boeddhisme en advaita, maar ze behoort tot geen enkele speciale traditie. Ze schreef verschillende boeken: Bare-Bones Meditation: Waking Up from the Story of My Life (1996), Awake in the Heartland: The Ecstasy of What Is (2003), Painting the Sidewalk with Water: Talks and Dialogs about Nonduality (2010) en Nothing to Grasp (2012). Twee ervan werden in het Nederlands uitgegeven: Bevochten vrijheid (Altamira-Becht, 2001) en Ontwaken in het alledaagse (Samsara, 2003). Een vijfde boek over het ouder worden, sterven en leven is in de maak. Joan woont in het zuiden van Oregon, VS. Voor meer informatie: www.joantollifson.com

– Er is niemand die het ene moment rups is en het volgende moment vlinder. Er is geen rups en geen vlinder

Bestaan er ‘verlichte mensen’ die elk moment compleet vrij zijn van lijden, misvattingen of een gevoel van afscheiding en inkapseling, of een gevoel van macht en auteurschap, of van welke van het ego afkomstige gedachte of gedraging dan ook? Of is het idee van ‘verlichte mensen’ en ‘niet-verlichte mensen’ (of andere soorten mensen zoals betrouwbare, discrete, volhardende ‘mensen’) misschien een voorbeeld van niet-verlicht (of misleid) denken? Wie (of wat) is het precies wat verlicht of niet-verlicht is?

Er is een overvloed van voorbeelden van wijd en zijd gerespecteerde en klaarblijkelijk diep gerealiseerde verlichte goeroes, leraren of wijzen die verslaafd zijn aan alcohol of andere substanties, en/of zich gedragen op een beledigende of schadelijke manier tegenover hun leerlingen of volgelingen. Er is de afgelopen tijd geen tekort aan schandalen en gruwelverhalen geweest. Waren deze leraren soms af en toe verlicht en niet constant? Of kan verlichting ook het gedrag van verslaving en misbruik inhouden? Of zijn misbruik en verslavingsgedrag van een verlicht leraar uiteindelijk altijd heilzaam, ongeacht hoe afschuwelijk het er op het eerste gezicht uit mag zien? Is het soms een soort ‘crazy wisdom’, bedoeld om ons door elkaar te schudden en te bevrijden? Een aantal van deze leraren en volgelingen heeft zijn best gedaan deze uitleg aan de man te brengen. Of is het misschien niet de persoon (geest/lichaam) die verlichting realiseert, maar dat waarin lichaam, geest en wereld verschijnen, en gaat de persoonlijkheid daarom misschien door met oude en soms schadelijke conditionering te manifesteren? Of is het simpelweg zo dat er geen permanent persoon bestaat die ‘voor altijd’ in permanent verlichte staat zou verkeren?

Denken in termen van ‘voor altijd verlichte mensen’ kan mogelijk het grootste en meest wijdverspreide waanidee zelf zijn. Het veronderstelt dat ‘de persoon’ een blijvende entiteit is en dat deze entiteit zelf verlicht raakt, en het veronderstelt ook de realiteit van tijd. Maar verlichting wordt juist beschreven als het wegvallen van deze misvatting en laat alleen over wat altijd al Hier/ Nu was. Het is geen prestatie van de persoon: het is de erkenning dat er uiteindelijk geen eigenaar, verteller of ervaring bestaat. En het duurt niet ‘voor altijd’ want het is de erkenning dat er niets na (of voor) Nu is.

Verlichte leraren

Veel leraren zijn verliefd op het idee dat ze verlicht zijn en ze vertellen maar al te graag steeds opnieuw het verhaal van hun ‘verlichtinggebeurtenis’. We horen van hun wandeling door het park of het magische moment in de keuken, of van de bushalte waar hun zelf voor altijd wegviel. Verlichting wordt voorgesteld als een persoonlijke prestatie en een permanente staat. Elk van die ervaringen is echter alleen maar een moment in een droom. Ja, in de droomachtige film van ons wakkere leven berichten sommige personages over plotselinge en dramatische transformaties, en ja, sommige personages zijn inderdaad helderder en vrijer van misvattingen dan de meesten, en conventioneel gezien is het functioneel en behulpzaam om de verschillen te onderscheiden en te erkennen. Als we een leraar zoeken is niet iedereen even gekwalificeerd. Maar op een dieper niveau, als we beter kijken, zullen we zien dat er niemand is die permanent verlicht is, of permanent misleid. Er is niemand die het ene moment een rups is en het volgende moment een vlinder. Er is geen rups en geen vlinder. Er is alleen de ononderbroken enigheid waarvan niets afgescheiden is.

Een waar leraar zal niet eindeloos over zichzelf uitweiden en je aanmoedigen om hem of haar te idealiseren. Ze zullen al je pogingen om hen speciaal te maken en op een voetstuk te plaatsen afleiden. Een waar leraar is niet bang om zijn of haar menselijkheid, falen en imperfecties te erkennen. Een waar leraar blijft steeds een leerling die openstaat voor nieuwe ontdekkingen. Een waar leraar zaagt de poten onder elke stoel vandaan waar je op probeert te blijven zitten en deelt niet meer stoelen uit. Verlichting heeft geen begin en geen einde. Het is geen staat die je binnengaat of verlaat. Er is geen eindstreep in ontwaken. Het is altijd Nu. Aan deze zich ontvouwende ontdekking en Zelfrealisatie komt geen einde.

Zelfs nadat de gedachte van afgescheiden zijn en persoonlijk auteurschap doorzien is, kan dit (en zal dit waarschijnlijk) opnieuw verschijnen. Zelfs nadat gezien is dat het touw echt een touw is en geen slang, kan het op een ander moment opnieuw voor een slang worden aangezien. Wanneer dat gebeurt, zal het lichaam automatisch reageren met angst, ineenkrimpen en terugdeinzen. De slang is nooit echt, maar hij kan een ogenblik echt lijken. Zal er ooit een tijd komen dat dit misverstand zo volledig helder is dat het nooit meer, op welke manier dan ook, gebeurt? En in wie komt deze zorg op? Is er iemand die deze fout maakt en ernaar verlangt niet meer zo dwaas te zijn? Is het niet alleen vanuit het perspectief van het luchtspiegelingachtige ‘ik’ dat het ertoe doet of ‘ik’ het touw aanzie voor een slang? We weten nooit wat het volgende moment zal brengen. Op elk moment kan het fata morgana van afscheiding zich weer voordoen. Maar wat misschien kan wegvallen is de noodzaak het opnieuw te laten gebeuren.

Verwarring

Soms spreken leraren vanuit de grenzeloze Eenheid, vanuit het Ene Zelf, vanuit de onpersoonlijke aanwezigheid die we bedoelen als we zeggen ‘Ik ben’. Soms spreken leraren als een ogenschijnlijk individu. Toen Ramana stierf, zei hij tegen zijn volgelingen: “Ik ben altijd hier; waar zou ik heen kunnen gaan?” Hij sprak niet als het ogenschijnlijke individu dat duidelijk aan het sterven was, maar als het Ene Zelf (Hier/Nu) dat altijd aanwezig is. Soms als leraren ‘ik’ zeggen, refereren ze aan dit Ene Zelf.  Op andere momenten als ze ‘ik’ zeggen, refereren ze aan hun persoon. ‘Ik’ als grenzeloze enigheid heb nergens een probleem mee, maar ‘ik’ als Joan Tollifson heb opinies en voorkeuren over van alles en nog wat.

Natuurlijk ontstaan er verwarringen en misverstanden door het woord ‘ik’ op verschillende manieren te gebruiken. Een leraar die spreekt als de Eenheid kan zoiets zeggen als:  “Ik ben onvoorwaardelijk en altijd vrij” of: “Verlichting is altijd aanwezig”, verwijzend naar het grenzeloos bewustzijn, het altijd aanwezige Hier/Nu, dat vrij is en zonder voorwaarden. Zulke uitspraken worden makkelijk verkeerd begrepen in de zin van dat de leraar als persoon onvoorwaardelijk en vrij zou zijn, en altijd in een soort speciale verruimde staat van bewustzijn zou leven, voor altijd voorbij welke misvatting dan ook.

Wat zoekt

Liever dan proberen uit te zoeken of je verlicht bent of iemand anders verlicht is, liever dan anderen te idealiseren, ze op een voetstuk te plaatsen en ze te veranderen in een onfeilbare autoriteit, liever dan jezelf met anderen te vergelijken of te proberen de veronderstelde verlichtingservaring van een ander te kopiëren, stel ik voor om te onderzoeken wat je eigenlijk probeert te vinden en wat er hier en nu afwezig is, en precies wie of wat dat zou moeten vinden, bezitten of missen. Je zou erachter kunnen komen dat er niets mist, niets defect of nodig is. Er is eenvoudigweg alleen dit, precies zoals het is. Je bent al wat je zoekt.

En als dat je ongelooflijk toeschijnt of als je toch ergens een gevoel van ongemak of gemis hebt, kan dat een uitnodiging zijn om te stoppen, te kijken en te luisteren – om te onderzoeken of degene die dit probleem heeft eigenlijk wel gevonden kan worden, om de ongemakkelijkheid als een naakte sensatie in het lichaam te voelen, om door de gedachten en verhalen heen te kijken en het bewustzijn op te merken dat dit alles waarneemt. Vraag je dan af of het gevoel van ongemakkelijkheid of gemis werkelijk een probleem is? Bestaat het wel echt als je er diep induikt met open gewaarzijn? En als je opmerkt dat je toch op het punt staat af te dwalen in zoeken naar waarheid of verlichting of geluk of vrijheid, misschien rijst op dat moment ook de vraag: ‘Wat zoek ik eigenlijk precies? En waar en wanneer denk ik het te vinden?’ Verlichting is nu of nooit.

Met toestemming overgenomen uit tijdschrift InZicht.

Zie ook voor nabestellingen van nummers: https://www.inzicht.org/

Dogens Shoji, ‘Geboorte en dood’. De openingsregels.

Tweede deel van een teisho uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi, tijdens de stille zen zondag op 17 december 2017, als afscheid van Lazuli te Utrecht, dat tien jaar lang onderdak bood aan de Zen Cirkel Utrecht. De transcriptie is gemaakt door Eerwaarde Ben Claessens.

Dan de tekst: Shoji, ‘geboorte en dood’. Het is opvallend dat in een tekst als Uji geboorte en dood helemaal niet voorkomen. Uji staat bol van tijdelijkheid, het komen en gaan en niet komen en gaan, het eeuwige nu. Hier hebben we dan in Shoji geboorte en dood. En dan blijkt dat die tekst helemaal niet zozeer over geboorte en dood gaat! Waar het wel om gaat, is de instelling van de beoefenaar op de Weg. De instelling van de persoon die het contemplatieve pad gaat. Dogen schrijft het op een wijze waarin dit nog niet eerder zo duidelijk is verwoord. Het gaat over de glans van de komst van iets nieuws en de glans van het afscheid. Daarover gaat het in Dogens ‘Geboorte en dood’.

Dogen begint met twee citaten, in de vertaling van Tanahashi en Kotler:

Omdat een boeddha in geboorte en dood is, is er geen geboorte en dood. Omdat een boeddha niet in geboorte en dood is, is een boeddha niet begoocheld door geboorte en dood. Deze uitspraken zijn de essentie van de woorden van twee zen leraren, Jiashan en Dingshan. Veronachtzaam ze niet, omdat ze de woorden zijn van hen die de Weg volbrachten.

Welke boodschap wordt hier gecommuniceerd? Waar staan we hier? Het lezen van zen teksten is de kunst van inbreken, zonder al teveel schade te maken. Boeddha is een symbool, geen eigen naam. Waar staat een symbool voor? Het geeft datgene wat lastig is uit te drukken toch een specifieke plek in het bewustzijn. Je kunt je er iets bepaalds mee realiseren. Het symbool boeddha staat voor ‘ontwaakt’, het woord is afgeleid van de wortel budh, waken, wakker zijn. In onze realiteit staat het voor ‘hier zijn’, de directe waarneming. Wat impliceert wakker zijn? Je kunt zeggen eenheid, grote intimiteit, onbevangenheid. De enige basis is ‘aanwezigheid’, het oog dat nooit slaapt. Er is iets dat wakker is in de grootste bevangenheid. In alle Chinese verhalen wordt naar deze grote aanwezigheid verwezen. Waar is de ingang? Hoor je het gekabbel van de beek? Wat is het dat hoort? De basis waarop we wakker worden is aanwezigheid, Boeddha. Wat er in een rituele vorm zoals de zit meditatie gebeurt, we nemen de houding van een Boeddha aan en daarmee zijn we de Boeddha. We zijn aanwezig, helemaal. En je hoeft er niets voor te doen, alleen iets voor te laten.

Boeddha staat voor de aanwezige. Als je terug gaat naar aanwezigheid, wat kun je dan zeggen over die aanwezigheid? Er is alleen dit. En wat is dit? Wat zich nu voordoet: dit geluid, dit beeld, deze geur, enz. Een onervaren persoon in de meditatie zou denken: al die geluiden, ga weg, ik wil mediteren! Maar stel dat die persoon zou overgaan tot een onverdeelde aanwezigheid, wat is er dan? Geen geluid, geen beeld, geen geur, maar heel concreet precies dat wat er is. Er is hier geen dualisme, geen probleem. Het heeft geen naam, het is precies wat het is. Het is het meest concrete, ja het enige, wat je kan beleven en wat is. Op het moment dat ik bang ben voor de angst die opkomt en ik uit angst voor de angst me verzet en iets anders in stelling breng, treedt er een verharde verhouding op tussen mezelf die geen angst wil ervaren en de angst die als een solide bolwerk tegenover me staat. Dat betekent strijd. Er is geen oplossing denkbaar. Maar wat als ik stap voor stap de angst toelaat, aanneem, heel fysiek. Dan BEN ik angst. Aanwezigheid is dan angst. Er is niet meer zoiets als een persoon. Er is puur wat er is, een energie. Als je werkelijk daarin aanwezigheid bent, is er niet zoiets als angst als een object, er is in feite helemaal geen angst, er is precies wat er is. Hetzelfde geldt voor verdriet. Als pijn bezit van ons neemt, gaan we in verzet en neemt de pijn alleen maar toe. Terwijl als je aanwezigheid blijft, de pijn transformeert. Terug naar de tekst:

Omdat een boeddha in geboorte en dood is, is er geen geboorte en dood.

Wat betekent dit concreet? Als je aanwezigheid bent in dood, dan is er geen dood. Er is alleen: urghhhr. Het allesomvattende stervensmoment, de volle ervaring van dood. Wat is geboorte? Wehhh, wehhh. Huilen. De ervaring van geboorte, niets meer en niets minder. Die energie, die heel intieme directe ervaring, bevat geen enkel concept. Geen geboorte, geen dood. Pure manifestatie van jouw aanwezigheid. En datzelfde zien we in:

Omdat een boeddha niet in geboorte en dood is, is een boeddha niet begoocheld door geboorte en dood.

Als je dat bént, maken ze je niets meer wijs. Je hebt zelf geen idee wat het is, maar je bent in ieder geval niet begoocheld.

 

Een nieuwe Zen Cirkel onder leiding van Maurice Genko Knegtel Roshi start op maandagavond 24 september, 19.30 uur, in het Graalhuis in Utrecht. Informatie en opgave via https://izen.nl/zen-meditatie/

De overeenkomsten en verschillen tussen tien klassieke meditatietechnieken door Patrick Zeis

(Waar in deze tekst een persoon wordt aangeduid als ‘hij’ heeft dat natuurlijk ook betrekking ‘zij’.)

Hoewel meditatie in de westerse wereld pas in de vorige eeuw breed in de belangstelling is komen te staan, wordt aangenomen dat meditatie al werd beoefend in de vroege Oudheid. De eerste geschriften die meditatievormen beschrijven zijn te vinden in de Veda’s, de heilige geschriften van de hindoes. Van de Veda’s wordt aangenomen dat ze rond 1.500 voor Christus werden geschreven. Geologen die opgravingen deden in de Indus Vallei, de geboorteplaats van het moderne hindoeïsme, vonden rond 1920 wandschilderingen waarop yogi’s in lichaamshoudingen waren afgebeeld waarvan ze vermoeden dat die nog vele eeuwen eerder zijn gemaakt. Sindsdien zijn allerlei vormen van meditatie over de hele wereld verspreid en geëvolueerd op manieren die hebben geleid tot een eindeloze verscheidenheid aan meditatietechnieken.

Tegenwoordig heeft een breed scala aan meditatietechnieken niet alleen een belangrijke plaats gekregen in bepaalde religies, ze worden ook zonder religieuze betekenis beoefend. Naast het hindoeïsme schrijven het boeddhisme, het taoïsme , het jainisme, en het sikhisme allemaal verschillende meditatie toepassingen voor aan hun volgelingen. Er wordt algemeen aangenomen dat elke vorm van boeddhistische meditatiebeoefening seculier van aard is, omdat de leer van de Boeddha volledig agnostisch was en is. Meer recentelijk passen sommige psychologen en natuurgeneeskundigen in de westerse wereld aanvullende meditatietechnieken toe.

Ongeacht iemands religieuze overtuigingen en meditatietechniek is er één vast gegeven: meditatie vergroot het vermogen om iemands leven op het mentale, fysieke en emotionele niveau te verbeteren.

Soorten meditatieoefeningen

Een Sikh die mediteert in de Gouden Tempel

Voordat we beginnen met het verkennen van de tien meditatietechnieken die in dit artikel worden gepresenteerd, is het verhelderend om eerst een ​​aantal grote overkoepelende meditatiecategorieën te onderscheiden waar de afzonderlijke toepassingen de exponenten van zijn. Hoewel er geen universeel vastgesteld aantal meditatievormen is, kan elke meditatietechniek worden ingedeeld in een of meer van de vier soorten meditatiepraktijken die we hier bespreken.

Opgemerkt moet worden dat, ongeacht de meditatiecategorie, of categorieën, waar een praktijk van is afgeleid, er twee primaire componenten zijn voor elke meditatieoefening: Mindfulness en Concentratie .

Voor elke mediterende, ongeacht diens ervaringsniveau, is het ontwikkelen en versterken van zowel aandacht als concentratie van vitaal belang voor de beoefening, en zullen deze van invloed zijn op de resultaten die ze bij het zitten verkregen kunnen worden. Bhante Gunaratana, een Sri Lankaanse boeddhistische monnik en auteur van Mindfulness in Plain English, vertelt ons:

“Aandacht (mindfulness) en concentratie zijn bij meditatie onafscheidelijk met elkaar verbonden. Mindfulness is de meest gevoelige van de twee, hij merkt dingen op. Concentratie voorziet in kracht, hij houdt de aandacht vast op één onderwerp. Idealiter maakt mindfulness er deel van uit. Mindfulness kiest ‘de objecten van aandacht’, en neemt waar als de aandacht is afgedwaald. Concentratie doet het eigenlijke werk om de aandacht op je gekozen object vast te houden. Als een van deze kwaliteiten verzwakt mislukt je meditatie.’’

  • Gerichte aandacht meditatietechnieken: Hoewel mindfulness en concentratie voor elke meditatiebeoefening van belang zijn, kunnen bij individuele meditatietechnieken één van deze twee componenten soms sterker zijn dan de andere. Gerichte aandacht meditatietechnieken staan ​​erom bekend dat ze het concentratie aspect van meditatie gebruiken om de geest op een bepaald object van de focus te stabiliseren. Meditatiepraktijken die individuen instrueren om voortdurend op hun ademhaling te letten, om een mantra te herhalen, of zich op een beeld te concentreren, zouden als aandachtmeditatietechnieken kunnen worden beschouwd.
  • Open aandacht meditatietechnieken: Waar geconcentreerde aandachttechnieken zich vooral bezighouden met de concentratie component van meditatie, benadrukken open aandacht meditatietechnieken de andere component: mindfulness. Een mediterende die deze techniek gebruikt, zal open willen blijven en zich bewust willen zijn van zijn ervaringen, zonder gehechtheid of oordeel. Net zoals iemand de golven van een oceaan ziet komen en gaan, zal iemand die oefent met een open aandacht meditatietechniek zijn zintuiglijke en mentale stimuli willen volgen.
  • Analytische meditatietechnieken: analytische meditatie kan als een essentieel onderdeel van elke meditatieoefening worden beschouwd, en kan aanvullend worden gebruikt als een techniek die gericht is op gerichte waarneming of open aandacht. In analytische toepassing denken mediterenden bewust na over belangrijke vragen en onderzoeken ze onjuiste waarneming op onwaarheid. Op deze manier ontwikkelen ze positieve persoonlijke kwaliteiten en vergroten ze  het inzicht in spirituele waarheden. Zo stellen ze zich in staat om veranderingen aan te brengen op emotioneel en cognitief niveau. Een van de belangrijkste doelen van analytische meditatie voor spirituele aspiranten is om het ware zelf los te koppelen van het ego.
  • Creatieve meditatietechnieken: Vergelijkbaar met analytische meditatietechnieken, stellen creatieve meditatie-oefeningen mediterenden in staat om nuttige persoonlijke kwaliteiten te cultiveren en het begrip van de werkelijkheid te vergroten. Dit wordt bereikt door processen als visualisatie en het werken met energie in plaats van analytische vraagstelling. Er is een breed scala aan creatieve meditatietechnieken die gericht zijn op het ontwikkelen van specifieke innerlijke toestanden, door een combinatie van beeldtaal, energie en contemplatie. Daarnaast zijn er andere vormen van creatieve meditatie die worden gebruikt om zowel de interne als de externe gezondheid te bevorderen.

Nu we de overkoepelende vormen van meditatie hebben benoemd, kunnen we beginnen met het verkennen van tien beproefde meditatietechnieken die in deze vier categorieën vallen.

Gerichte aandacht meditatietechnieken

1) Zazen Meditatie (aandachtige ademhaling)

Zenmeester Thich Nhat Hanh

In de traditie van het Zen Boeddhisme is geen oefening zo belangrijk als Zazen-meditatie of  ‘zitmeditatie’. Omdat elke meditatietechniek die we hier zullen onderzoeken vereist dat mediterenden tijdens de oefening moeten zitten, is Zazen een geweldige methode om te beginnen. Er is een groot scala aan verschillende aanvullende technieken die Zen boeddhisten gebruiken in Zazen, waarbij de meest basale de mindfull ademhaling is .

Hoewel er meningsverschillen bestaan over welke meditatietechnieken de beste zijn zal meditatie, zowel religieus als niet religieus, ervan uitgaan dat ademhaling een onmisbaar hulpmiddel is. Door de aandacht op de ademhaling te richten, kunnen mediterenden de geest kalmeren en een staat van verhoogd bewustzijn bereiken.

Meditatie instructie

Om de bewuste ademhalingstechniek van Zazen toe te passen dienen mediterenden een comfortabele zithouding aan te nemen, met een rechte rug en met de kin loodrecht naar de grond gericht. Ze sluiten hun ogen en mond, ontspannen de rest van hun lichaam, en leggen hun handen soepel op schoot; (gebruik deze zitinstructie ook voor de andere negen technieken).

Om vanuit rust en ontspanning te beginnen starten Zazen mediterenden met een bewuste ademhalingsoefening door hun inademingen en uitademingen te tellen, met hun aandacht gericht op hun ‘hara’. Zen boeddhisten geloven dat de ‘hara’, het gebied onder de navel, hun spirituele centrum is. Terwijl beoefenaren hun aandacht richten op de hara, en deze zien opkomen en neergaan, tellen ze in stilte elke inademing en uitademing. Bij de eerste inademing tellen ze in stilte ‘één’ en bij de eerste uitademing ‘twee’. Bij de tweede inademing tellen ze ‘drie’ en bij de tweede uitademing ‘vier’.

Het doel van deze Zazen aandacht ademhalingstechniek is om deze concentratie vast te houden tot tien, zonder dat er mentale gedachten ontstaan. Nadat een mediterende één cyclus van tellen tot tien heeft voltooid, zou hij het proces opnieuw bij één kunnen starten. Het is belangrijk om op te merken dat men in deze Zazen-oefening, en in elke andere meditatieoefening, moet streven naar een niet-oordelende acceptatie van wat de ervaring ook brengt. Het gaat erom zich bewust te worden van het moment waarop de geest afdwaalt, voordat die weer zachtjes wordt teruggebracht naar de ademhaling. Er wordt gezegd dat deze eenvoudige techniek een goede manier is om de voortgang in je vermogen tot  concentratie en het vasthouden van je aandacht te meten.

2) Ohm Meditatie

Het heilige symbool Ohm

In elke grote spirituele traditie van India zijn er meditatietechnieken die mantra’s gebruiken als hulpmiddel om de concentratie te bevorderen. Mantra’s kunnen een geluid zijn, een woord, of een korte spreuk met een bepaalde betekenis. Beoefenaren gebruiken deze mantra’s als hun focusobject, en ze herhalen die stilzwijgend voor zichzelf, of ze chanten de mantra hardop. In het hindoeïsme wordt de heilige  Ohm (Aum) klank gekoesterd als mantra omdat het wordt beschouwd als het ware geluid van het ontstaan van de schepping. Hindoes associëren de Ohm klank als symbool van een aantal belangrijke religieuze concepten, waaronder het eeuwige zelf, Atman, en de ultieme realiteit, Brahman. Niet alleen is Ohm belangrijk voor Hindoes, dit geldt ook voor Jains, Boeddhisten en Sikhs, die de klank op dezelfde manier gebruiken als een onderdeel van mantra meditatietechnieken.

Meditatie instructie 

Net zoals veel andere op mantra gebaseerde technieken, is het mogelijk om de Ohm Meditatie te beoefenen door deze heilige mantra stil te herhalen of hardop te chanten. Er wordt gezegd dat bij het herhaald stilzitten in meditatie Ohm de geest doet oplossen in zijn goddelijke bron. Om de Ohm meditatie te beoefenen moet je comfortabel zitten, zoals hierboven beschreven, de ogen sluiten, en beginnen met stil in het hoofd Ohm te ‘zingen’. Er is een aantal verschillende Ohm meditatie-oefenvariaties, waarbij een van de gemakkelijkste is om de Ohm klank met de ademhaling te coördineren. Dit betekent dat mediterenden bij het beoefenen stil Ohm reciteren op hun inademing en op dezelfde manier Ohm chanten op de uitademing. Voor nieuwe mediterenden die geïnteresseerd zijn in de Ohm-meditatie, is het raadzaam om te beginnen met oefenen door elke dag 10 tot 15 minuten te zitten.

3) Transcendente Meditatie

Een andere mantra meditatietechniek, afkomstig uit hindoe-kringen, is Transcendente Meditatie (TM). Halverwege de jaren-50 onderwees de hindoe goeroe Maharishi Mahesh Yogi de Transcendente Meditatietechniek. Eerst alleen in India. Maar al snel daarna explodeerde de populariteit van TM wereldwijd. In 1980 werd beweerd dat minstens een miljoen mensen over de hele wereld hadden geleerd hoe ze TM moesten beoefenen, waaronder vele beroemdheden zoals de Beatles. Hoewel de TM-techniek duizenden jaren terug te voeren is naar de Vedische periode in India, is TM nu een van de meest populaire vormen van meditatie. In schril contrast met de universeel bekende Ohm-mantra zijn TM-mantra’s gepersonaliseerd, en kunnen ze alleen worden verkregen na onderricht door een getrainde TM-leraar.

Meditatie instructie

Omdat TM-mantra’s gepersonaliseerd en duur zijn, is het onmogelijk om hier voorbeelden te geven. Er wordt gezegd dat de criteria voor het kiezen van mantra’s alleen bekend zijn bij opgeleide TM-leraren. Maar veel antagonisten van de techniek gaan ervan uit dat de mantra’s gebaseerd zijn op een unieke combinatie van iemands leeftijd en geslacht. Als iemand een ‘eigen’ TM-mantra heeft, wordt gezegd dat die fungeert als een voertuig dat de mediterende meeneemt naar een plaats van natuurlijke mentale rust die ten alle tijde aanwezig is, maar die toch verborgen blijft. Mediterenden die de TM-techniek gebruiken wordt geadviseerd om elke dag 15-20 minuten te oefenen. Een andere populaire meditatiepraktijk die nauw verwant is aan TM is Primordial Sound Meditation (PSM), die is ontwikkeld door de toenmalige collega van Maharishi, Deepak Chopra. Zowel TM als PSM zijn kritisch onder de loep genomen vanwege de pittige prijzen die ze in rekening brengen aan mensen die gepersonaliseerde Vedische mantra’s willen hebben.

Open-aandacht meditatietechnieken:

4) Mindfulness Meditatie

In het afgelopen decennium leek er in de westerse wereld een soort revolutie in mindfulness gaande te zijn. Tegenwoordig publiceren grote nieuwsmedia als The New York Times, Time en The Huffington Post, regelmatig artikelen over mindfulness. Hoewel de oorsprong van mindfulness meditatie terug te voeren is op oude hindoeïstische en boeddhistische praktijken, komt vooral de westerse mindfulness pionier Jon Kabat-Zinn de eer toe veel te hebben gedaan voor het populariseren van mindfulness meditatie. Kabat-Zinn, directeur van het Centrum voor Mindfulness aan de Universiteit van Massachusetts, is vooral bekend door het ontwikkelen van een Mindfulness-gebaseerd-stress-reductieprogramma  MBSR  in 1979. Hij heeft zijn academische en professionele onderscheidingen positief gebruikt om onderzoek te bevorderen naar de voordelen van meditatie als middel om het leven te verlichten.

Meditatie instructie

Zoals in aandachtgerichte meditatieoefeningen een focusobject is gekozen, zo adviseren westerse mindfulness meditatietechnieken je om je te concentreren op het continu veranderende ‘huidige moment’. Je kunt de oefening het best beginnen door je te concentreren op een aantal in- en uitademingen. Zo kom je langzaam in een verhoogde staat van bewustzijn. Zodra mediterenden het gevoel hebben dat de geest rustig is en volledig aanwezig, zullen ze zich helemaal ontspannen in de stroom van de voortdurend veranderende ervaring.

Het is voorspelbaar dat tijdens het oefenen van mindfulness, mediterenden afgeleid zullen worden door gedachten, lichamelijke gewaarwordingen, emoties, en geluiden van buiten. Als dit gebeurt is het de taak van de beoefenaar om zich ervan bewust te zijn dat de aandacht is weggevoerd van het huidige moment. Geen probleem: het advies is niet-oordelend terug te keren naar gewoon zijn. Het enige dat je dan hoeft te doen is rustig zitten en kijken hoe gedachten, emoties, geluiden en lichamelijke gewaarwordingen, als wolken in de lucht zijn die komen en gaan.

Een belangrijk doel van mindfulness meditatie voor westerlingen is om te leren genieten van het huidige moment, zonder zich zorgen te maken over allerlei zaken die nog gedaan of bereikt moeten worden. Docenten mindfulness-meditatie leren hun studenten hoe ze vrij kunnen komen van alsmaar iets te moeten doen, en ze stimuleren hen om plezier te krijgen in het verkeren in een staat van aanwezig zijn. 

5) Vipassana Meditatie

Veel vooraanstaande mensen in de boeddhistische gemeenschap geloven dat Vipassana-meditatie de door de Boeddha zelf onderwezen techniek was. Mede dankzij de instructies, afkomstig van een van de meest geliefde figuren van de  meditatiegemeenschap, SN Goenka, is Vipassana nu in bijna elk deel van de wereld toegankelijk. Goenka volgde zijn eerste 10-daagse Vipassana-cursus in 1956, op 32-jarige leeftijd, onder leiding van de beroemde Vipassana-leraar Sayagya U Ba Khin.

Goenka, op dat moment een toegewijde hindoe en prominente Birmese zakenman, was in eerste instantie op zoek naar Vipassana-meditatie met als enige doel zijn migrainehoofdpijn te verlichten. Hij raakte helemaal in de ban van deze techniek en zette een wereldwijde Vipassana-organisatie op die momenteel 170 meditatiecentra over de hele wereld telt. Toen Goenka in 2013 op 89-jarige leeftijd overleed, liet hij een imposante erfenis achter. Nog altijd heeft iedereen, ongeacht zijn of haar religieuze overtuiging, sociaal-economische status of geslacht, de mogelijkheid om gratis een Vipassana meditatiecursus te volgen en de techniek mede te leren met behulp van video- en audio-opnames van Goenka zelf.

Meditatie instructie

Vipassana meditatie heeft wereldwijd veel bijval gekregen. Vooral omdat deze techniek een uniek vermogen biedt om mediterenden inzicht te geven in de ware aard van zichzelf, van anderen, en van de wereld in het algemeen. In de traditie van Vipassana wordt ervan uitgegaan dat iemands begeerte naar en afkeer van bepaalde lichamelijke gewaarwordingen, een mens vasthouden in een cyclus van lijden. Mediterenden wordt geleerd om lichamelijke gewaarwordingen in hun lichaam te onderzoeken en waar te nemen. Omdat de vergankelijke aard van de werkelijkheid het onmogelijk maakt om uitsluitend positieve ervaringen en sensaties te ervaren, leren beoefenaars een techniek van gelijkmoedigheid en onverschilligheid naar elke gewaarwording.

Lichaamskaart van Vipassana

Een Vipassana meditatieoefening begint met het sluiten van de ogen om vanuit een bewust gewaarzijn het hele lichaam systematisch te scannen, en de verschillende gewaarwordingen die zich daarbij voordoen uitsluitend te observeren. De lichaamskaart van Vipassana (hierboven) schetst ruwweg de gebieden, zo groot als een hand, die mediterenden waarnemen. Deze reeks begint bij de kruin op het hoofd en gaat methodisch naar elke plek van het lichaam, zowel aan de voor- als achterzijde. Daarbij kan een afgekaderd gevoel in elke ruimte worden waargenomen, voordat men naar het volgende gebied gaat. Hoewel het aanvankelijk een uitdaging kan zijn om lichamelijke gewaarwordingen, die zich in veel verschillende vormen manifesteren, te observeren, is het zeker dat ze echt aanwezig zijn. Omdat het lichaam in de eerste plaats bestaat uit kleine moleculen van bewegende energie, treden er altijd sensaties op.

Het doel van Vipassana meditatie is om bewustzijn en gelijkmoedigheid te ontwikkelen van zowel positieve als negatieve gewaarwordingen. Daarvan wordt gezegd dat het iemands geconditioneerde gehechtheid aan positieve sensaties, en aversie ten opzichte van negatieve sensaties, kan opheffen. Er wordt gezegd dat mediterenden door volhardend en ijverig op deze manier te oefenen, kunnen evolueren naar een staat van niet-aflatende gelijkmoedigheid, en uiteindelijk van bevrijding.

Analytische meditatietechnieken

6) Nar-Yar zelfonderzoek meditatie (wie ben ik?)

Ramana Maharshi

De jonge Hindoe Venkataraman Iyer zou in 1896 een ervaring hebben gehad die het meditatielandschap voor altijd veranderde. Toen hij in zijn kamer zat -hij was toen 16 jaar- werd hij overmand door een hevige angst om dood te gaan. Hij was er zeker van dat hij op dat moment zou sterven, maar in plaats van zijn voogd of broer daarover te vertellen, besloot de jongen dat hij het probleem zelf moest oplossen. Venkataraman, die bekend werd als Ramana Maharshi, begon zichzelf vragen te stellen over de betekenis van de dood. Hij raakte in een diepe staat van contemplatie en probeerde vast te stellen wie of wat precies sterft als je doodgaat. Wat Maharshi ontdekte, was dat hij niet zijn lichaam of zijn geest was, maar zijn ziel, waarvan hij besefte dat die eeuwig is. Spoedig daarna, verliet Maharshi zijn huis en ging naar de heilige Arunachala heuvel, waar hij de rest van zijn dagen op zou doorbrengen met mediteren en onderwijzen. Zijn leerweg is bekend geworden als ‘Selfinquiry Inquiry meditatie’, Zelfonderzoek.

Meditatie instructie

Het uitgangspunt van de zelfonderzoekende meditatietechniek van Maharshi is redelijk gemakkelijk te begrijpen, omdat het alleen gebaseerd is op de activiteit van het je voortdurend en consequent afvragen: ‘Wie ben ik?’

Mediterenden die de Self Inquiry meditatie beoefenen, proberen afstand te doen van hun ego en zich te bevrijden van gehechtheid aan de buitenwereld, zodat ze alleen vanuit hun ziel kunnen leven. Maharshi vertelt ons dat door bewust en volhardend de vraag te stellen ‘Wie ben ik?’, de gedachten, overtuigingen en oordelen van ons ego uiteindelijk zullen verdwijnen. Als iemand zich afvraagt ​​’Wie ben ik?’, zal het duidelijk worden dat er feitelijk geen echt bestaan is ​​naast het ware zelf. Maharshi vertelt spirituele zoekers dat zij door zich deze vraag te stellen regelmatig zullen worden teruggebracht naar hun hartcentrum, wat de plaats is waarvan hij zegt dat alle mensen ernaar zouden moeten streven om daar permanent in te leven.

In aanvulling op de vraag ‘Wie ben ik?’, formuleerde Maharshi een tweede vraag die kan worden gesteld als mensen terecht komen in allerlei gedachtespinsels. Door jezelf af te vragen ‘wie is het die deze dingen denkt?’ worden mediterenden gedwongen om eerst terug te keren naar de vraag ‘Wie ben ik?’. Door gedwongen te worden om de oorspronkelijke vraag opnieuw te stellen, worden mediterenden teruggestuurd naar hun hartcentrum.

7) Neti-Neti meditatie (niet dit, niet dat) 

Er zijn veel overeenkomsten tussen de Net-Neti meditatietechniek en de zelfonderzoekstechniek van Ramana Maharshi. Net zoals de zelfonderzoek toepassing van Maharshi erop is gericht om de sluier van onwetendheid weg te nemen door te kijken naar de ware aard van jezelf, wordt de Neti-Neti meditatie gebruikt als een middel dat mensen helpt om waanideeën, overtuigingen en vooroordelen uit te wissen, met als doel om terug te keren naar het permanent leven in het absolute. Maharshi’s zelfonderzoekstechniek kan worden gezien als een toepassing van de oude Neti-Neti techniek, zoals deze wordt vermeld in enkele van de oudste en belangrijkste hindoe-geschriften, waaronder de Upanishads. Grote hindoeïstische zieners en wijzen zijn ervan overtuigd dat de beoefening van Net- Neti, wat betekent ‘niet dit, niet dat’ of ‘noch dit, noch dat’, iemand kan helpen om zich los te maken van zijn ego en om zijn misvattingen over de wereld te ontmantelen.

Meditatie instructie

Net-Neti meditatie is gebaseerd op het uitgangspunt dat ieder van ons deel uitmaakt van de absolute goddelijke realiteit die alle etiketten verwerpt en die niet in woorden kan worden beschreven. De hindoeïstische theologie vertelt ons dat mensen zich ten onrechte identificeren met hun ego dat bestaat uit de fysieke lichamen, cognities, emoties, maatschappelijke rollen en andere individuele kenmerken. De Net-Neti meditatie heeft tot doel om deze illusoire veronderstellingen te doorbreken door te onderzoeken wat een individu niet is.

Om Net-Neti meditatie te beoefenen, kan je je onjuiste aannames over wie je werkelijk bent analytisch onderzoeken op een manier die misvattingen opheft, en die laat zien wat ze niet zijn. Mediterenden die met de Neti-Neti-techniek oefenen, zullen in de loop van de tijd afzonderlijke lichaamsdelen, hun hele lichaam, zintuigen, verschillende percepties en emoties, de rollen die ze in de maatschappij spelen, de verhalen die ze zichzelf vertellen en hun ego verder willen onderzoeken.

Een mediterende die Net-Neti begint te beoefenen kan zich vragen stellen over zijn fysieke lichaam, zoals: ‘waar begint dit lichaam?’, ‘ben ik dit lichaam?’, ‘ben ik deze tenen?’, ‘waar is het ik in dit hoofd? ‘, en ‘ben ik dit lichaam?’ Door actief over deze dingen na te denken zou de mediterende vragen alleen mogen beantwoorden met ‘nee’,  of met ‘Neti-Neti,’ of ‘niet dit, niet dat’. Nadat een beoefenaar zijn lichaam heeft onderzocht, en zich heeft bevrijd van misvattingen over het lichaam, kan hij zich verplaatsen naar de andere eerder genoemde kenmerken. Het wordt aangenomen dat door gebruik te maken van de Neti-Neti-techniek, iemand in staat is om de sluier van onwetendheid te verwijderen die je ervan weerhoudt om te leven vanuit het goddelijke absolute.

Creatieve meditatietechnieken

8) Metta Meditatie (Liefdevolle Vriendelijkheid) 

De volgende twee meditatietechnieken die we zullen onderzoeken zijn afkomstig uit het boeddhisme en beogen deugdzame toestanden van liefdevol mededogen te cultiveren. Volgens boeddhistische geschriften zijn er vier sublieme staten, of vier onmetelijkheden, die ontwikkeld moeten worden: liefderijke goedheid, mededogen, gedeelde vreugde en gelijkmoedigheid. Om het ontwikkelen van deze staten te ondersteunen, wordt een aantal toepasselijke meditatietechnieken aanbevolen, die al honderden eeuwen door spirituele leerlingen worden toegepast. Een bekende techniek is de Metta, of de ’liefdevolle vriendelijkheid’ meditatie, die op een creatieve manier liefdevolle vriendelijkheid bevordert door mediterenden op te dragen om wensen van welzijn naar jezelf, naar anderen en naar de hele mensheid te sturen.

Meditatie instructie

Er is een aantal verschillende variaties van Metta Meditatie die mediterenden helpen om liefderijke goedheid voor zichzelf en voor anderen op te roepen. Voordat we met Metta meditatie beginnen moeten we onze aandacht eerst richten op ons hartcentrum met als doel om positieve gevoelens van liefdevolle vriendelijkheid teweeg te brengen. Als je met de oefening begint kun je jezelf visualiseren en goede wensen naar je ‘zelfbeeld’ sturen, en de volgende wensen herhalen: Moge ik gelukkig zijn. Moge ik gezond zijn. Moge ik veilig zijn. Moge ik vredig en op mijn gemak zijn.

Na een periode van liefderijke vriendelijkheid tegenover zichzelf, kunnen mediterenden vervolgens doorgaan met het visualiseren van andere mensen en deze wensen herhalen, door ook naar hen deze goedwillende energie te sturen. In Metta meditatie is het gebruikelijk om dit samen met andere mensen te doen. Veel Metta instructies geven de mediterenden aan om te werken met een geliefde, met een neutrale persoon die ze niet kennen, en ook met een persoon met wie ze eerder problemen hebben gehad. Voor anderen dan voor jezelf kan je dan zeggen: Moge je gelukkig zijn. Moge je gezond zijn. Moge je veilig zijn. Moge je vredig en op je gemak zijn.

Na het voltooien van het proces van de visualisatie kan de meditatie worden beëindigd door de liefdevolle energie die in de beoefening werd gecultiveerd naar zijn omgeving, stad en de hele wereld te sturen.

9) Tonglen Meditatie (Geven en Ontvangen) 

Tonglen Meditatie is een andere boeddhistische meditatietechniek die zich richt op het cultiveren van liefdevolle vriendelijkheid en mededogen jegens iedereen. Meer specifiek is Tonglen, wat ‘geven en nemen’ betekent, een toepassing die diepgeworteld is in de Tibetaans-boeddhistische meditatiefilosofie, en die tot doel heeft om het mededogen naar anderen te vergroten en de gehechtheid aan het eigen zelf te verminderen. Veel menselijk lijden wordt volgens boeddhistische leringen veroorzaakt door ons onvermogen om de realiteit van niet-zelf te herkennen, wat de oorzaak is van waarom we handelen vanuit het egoïstische, egocentrische ‘ik’. Door Tonglen meditatie te beoefenen, kunnen individuen beginnen te handelen vanuit een meer levenbevestigende en onzelfzuchtige levenshouding.

Meditatie instructie

Hoewel er varianten zijn van Metta-meditatie die van mediterenden niet vereisen om anderen te visualiseren, zal elke vorm van Tonglen meditatie de beoefenaren opdragen om hun visualiserende vermogens volledig te gebruiken. Om deze en andere redenen wordt Tonglen-meditatie wel beschouwd als een geavanceerde Metta-meditatietechniek. Een van de meest effectieve manieren om Tonglen te beoefenen is jezelf te visualiseren vanuit het egocentrische referentiepunt van het ego naast een groep mensen die lijdt. Misschien wil je een groep arme kinderen visualiseren die de basisbehoeften van voedsel en water missen, basisbehoeften die wij vaak als vanzelfsprekend beschouwen. Als je eenmaal dit beeld in je hoofd hebt, kun je je zelfzuchtige zelf, en de groep kinderen -vanuit het perspectief van een externe waarnemer- gaan observeren. Wanneer je deze twee beelden in je opneemt kun je analytisch gaan contempleren over de omstandigheden van de mensen waar je aan denkt, en kun je gaan ervaren hoe levensbevestigend het is om voor anderen te willen zorgen.

Daarnaast zijn er specifieke Tonglen oefeningen die mediterenden door een visualisatieproces leiden dat vergelijkbaar is met het proces dat wordt aangeduid als de Metta-meditatietechniek. En zijn nog andere toepassingen die de ademhaling, samen met visualisatie gebruiken om de pijn en het lijden van anderen in te ademen en liefdevolle vriendelijkheid en mededogen naar hen ‘uitademt’.

10) Chakra Meditatie 

Oude hindoeïstische en Ayurvedische teksten vertellen ons dat de ‘chakra’s’, die de vorm hebben van een ‘wiel of schijf’, de subtiele energiecentra in ons lichaam zijn waar prana, of ‘levenskrachtenergie’, doorheen stroomt. Als een van deze centra wordt geblokkeerd, kunnen mensen niet op het hoogste niveau presteren en worden ze vatbaar voor kwalen en ziekte. Chakra-meditatie wordt daarom gebruikt om de chakra’s te reinigen en te deblokkeren, op een manier waardoor energie weer vrij door deze kanalen kan stromen. Er wordt gezegd dat er veel chakra’s in het hele lichaam zijn, maar de zeven die op de wervelkolom uitkomen worden als de belangrijkste beschouwd. Bij het beoefenen van chakra-meditatie is het belangrijk dat mediterenden een goed begrip hebben van de kleuren die bij elk centrum horen, omdat ze nauw gerelateerd zijn aan iemands huidige fysieke, emotionele en spirituele toestand.

De zeven primaire chakra centra zijn:

Kruin Chakra (paars) vertegenwoordigt ons vermogen om te handelen vanuit een volledig verbonden spirituele plek.

Derde Oog Chakra (donkerblauw) vertegenwoordigt ons vermogen om de onderling verbonden aard van de wereld te zien, en helpt ons een goed levensdoel te behouden.

Keel Chakra (blauw) vertegenwoordigt ons vermogen om volledig en authentiek te communiceren.

Hartchakra (groen)  vertegenwoordigt ons vermogen om lief te hebben en contact te maken met anderen.

Zonnevlecht Chakra (geel)  vertegenwoordigt ons vermogen tot zelfbeheersing en helpt ons betekenis te geven aan het leven.

Heiligbeen Chakra (oranje)  vertegenwoordigt ons vermogen om anderen, nieuwe ervaringen en de wereld als geheel te accepteren.

Wortel Chakra (rood)  vertegenwoordigt onze gevoelens van geaard en veilig zijn.

Meditatie instructie

Zoals veel van de meditatietechnieken die tot nu toe zijn besproken, zijn er verschillende manieren waarop je chakra-meditatie kunt beoefenen. Terwijl gevorderde chakra-mediterenden van een chakra meteen kunnen waarnemen of die geblokkeerd is, zullen degenen die nieuw zijn in de beoefening met alle chakra’s langs moeten gaan. Om een ​​basisvorm van chakra-meditatie te beoefenen, kan je enkele minutenlang een positieve stroom door elk chakra visualiseren, te beginnen bij de wortelchakra, en naar de kruinchakra toe werkend. Bij het visualiseren van energie die door de individuele chakra’s stroomt, worden mediterenden geïnstrueerd om zich de levendige kleuren voor te stellen die bij elk chakra horen. Van deze eenvoudige vorm van chakra-meditatie wordt gezegd dat ze deze verschillende energiecentra reinigt en opent.

Een techniek kiezen die bij je past

Er zijn veel factoren waar je rekening mee moet houden bij het kiezen van een meditatietechniek.

Voor degenen die nog geen meditatie ervaring hebben zijn er verschillende factoren waarmee je rekening moet houden bij het kiezen van een techniek die bij je past. Afhankelijk van je levensomstandigheden, je religieuze overtuigingen en de hoeveelheid vrije tijd die je hebt, zullen er bepaalde toepassingen zijn die je het beste dienen. Naast de technieken die hier zijn besproken zijn er andere technieken die mediterenden vergelijkbare mogelijkheden bieden om contact te maken met hun diepste zelf, en om de mate van tevredenheid over het leven te vergroten.

Terwijl meer gecompliceerde meditatievormen zoals Kundalini en Kriya Yoga de lessen en supervisie van een leraar vereisen, kunnen de tien technieken die we hier hebben onderzocht gewoon in je eentje bij je thuis worden toegepast. Ongeacht welke techniek je kiest, kan regelmatige oefening ons leven, en de levens van anderen om ons heen, drastisch verbeteren. We sluiten deze verkenning van tien beroemde meditatietechnieken af met een citaat van de Tibetaanse meditatiemeester Sogyal Rinpoche . Hij vertelt ons:

“De gave om te leren mediteren is het grootste geschenk

dat je jezelf  in dit leven kunt geven”.

 

bron (Patrick Zeis)

Vertaling: Hansjelle Dijkstra

Als goeroes vrienden worden door Richard Lang

Richard Lang zag wie hij werkelijk was tijdens een workshop met de Engelse filosoof Douglas Harding in 1970. Sinds die tijd heeft hij zijn leven toegewijd aan Zien en het delen van deze eenvoudige toegankelijke Weg, De Hoofdloze Weg, met anderen. Hij heeft verschillende boeken gepubliceerd waaronder Celebrating Who We Are en een grafische biografie van Douglas Harding die The Man With No Head heet. Richard geeft wereldwijd workshops waarin hij Zien deelt met behulp van de Hoofdloze Weg-experimenten. Zijn hoop is dat ‘zien wie je werkelijk bent’ beschikbaar wordt in de wereld: “Het is ieders geboorterecht.” Meer info op www.headless.org

– Als Zien eenmaal is gedeeld, is iedereen zowel beginner als expert

– Er is niet één manier van denken of voelen over het Zelf die de juiste is

Wat is het doel van een spirituele goeroe of leraar? Ik neem aan dat een waarachtige spirituele leraar zich bewust is van wie hij of zij werkelijk is – het Zelf, het ene Bewustzijn binnenin, de Levensgeest, God, de Leegte of hoe je het verder ook wilt noemen. Ik neem eveneens aan dat het doel van de leraar is ervoor te zorgen dat zijn of haar leerlingen zich ook bewust worden van wie ze werkelijk zijn. En ten slotte neem ik aan dat de leraar wil dat zijn of haar leerlingen zo snel mogelijk zien wie ze werkelijk zijn.

Diagram 1 geeft de relatie weer tussen leraar en leerlingen voordat de leerlingen zich bewust zijn geworden van hun Ware Zelf. Het laat zien dat de leraar iets heeft dat bij de leerlingen ontbreekt. De leerlingen kijken naar de leraar in de hoop dat hij of zij hen kan helpen om het doel van de Verlichting te bereiken. Hun aandacht gaat automatisch uit naar de leraar, want ze hopen vooral van hem of haar te leren en niet van iemand anders. Dat is een hiërarchische structuur. De relatie tussen leraar en leerlingen is van nature niet gelijkwaardig. De structuur is er een met één centraal punt.

DIAGRAM 1

Diagram twee laat de relatie tussen de leraar en de leerlingen zien nadat de leerlingen hebben gezien wie ze werkelijk zijn.

DIAGRAM 2

De vroegere leraar is niet te onderscheiden van de vroegere leerlingen, want ze zijn zich nu allemaal evenzeer bewust van hun Ware Zelf. Dat is een relatie tussen gelijken. Die is niet-hiërarchisch en heeft vele centra. Iedere persoon is zich ervan bewust dat hij of zij het Ene is en dat alle anderen ook het Ene zijn. Als nu iemand je leraar is, is iedereen je leraar, want je herkent dat iedereen een unieke uitdrukkingsvorm van het Ene is. En nu hebben niet alleen de vroegere leerlingen hun doel bereikt, de  vroegere leraar heeft dat ook, want het was waarschijnlijk zijn of haar bedoeling om te leven in een samenleving waarin iedereen zich bewust is van wie hij of zij werkelijk is. In mijn ogen beperkt de rol van de leraar zich tot het begeleiden van mensen naar het Zelf. Als de leraar de leerling eenmaal het Zelf heeft laten zien, is de taak van de leraar volbracht en kan hij of zij uit die rol stappen – en lekker meedoen met het feestje! De relatie heeft zich ontwikkeld van leraar-leerling tot vriend-vriend.

Welk diagram – en dus welke gemeenschap – lijkt meer energie te hebben? Het lijkt me duidelijk dat een niet-hiërarchische gemeenschap met meerdere centra dynamischer en beter in evenwicht en stabieler is. Die biedt meer mogelijkheden voor creatieve interactie tussen zijn leden, en daardoor voor de persoonlijke groei van ieder lid.

Extreem tijdelijk

Ik neem soms de rol van spirituele leraar op me omdat ik workshops geef over de Hoofdloze Weg. Ik begeleid mensen naar hun Ware Zelf met behulp van ‘experimenten’ uit de Hoofdloze Weg. Voordat ik mensen introduceer tot de experimenten, heb ik in zekere zin iets wat zij niet hebben. Ik ben me bewust van mijn Ware Zelf, en zij niet. Maar die stand van zaken is extreem tijdelijk, want het kost misschien een minuut, of minder, om iemand zijn of haar Ware Zelf te laten zien. Dat is de kracht van de experimenten. Ze zijn effectief en snel.

Wijs bijvoorbeeld maar eens naar je eigen gezicht. Zie je daar je gezicht? Natuurlijk niet. Wat zie je dan wel? De wereld? Dat is de ervaring van je Ware Zelf. Kijk eens naar iemand anders. Sta je van aangezicht tot aangezicht of van aangezicht tot geen-aangezicht met hem of haar? Van aangezicht tot geen-aangezicht natuurlijk. Dat is het. We ruilen van gezicht. Ik zit in jou en jij zit in mij! Als je je omdraait, draai jij je dan om of draait de wereld  zich om? Nu zie je dat je het onbeweeglijke centrum van de draaiende wereld bent! Vanaf het moment dat het Gezien wordt, is iedereen in een workshop gelijk in die zin dat iedereen nu naar believen volledige toegang heeft tot zijn Ware Zelf. Meer valt er niet te zien, meer valt er niet te halen. Je bent Thuis. Gefeliciteerd. Je bent ‘klaar om te gaan’!

Vragen en twijfels

Omdat deze manier van tegen jezelf aankijken ten diepste verschilt van de gebruikelijke, sociale kijk op jezelf, hebben mensen die zich kortgeleden bewust zijn geworden van hun Ware Natuur natuurlijk vaak vragen en twijfels. In een workshop van de Hoofdloze Weg is de ex-leraar – die nu overgestapt is op de rol van groepskatalysator – waarschijnlijk prima in staat om op die vragen en twijfels te reageren. Dat komt doordat hij of zij al een tijdje heeft geleefd met de ervaring van het Zien en een en ander tot op zekere hoogte al heeft doordacht. Maar de katalysator zal reageren als iemand die in de Kern niet anders is dan wie dan ook.

Zien wie je werkelijk bent is zien dat je in wezen niets bent. De een kan het Niets niet helderder of dieper ervaren dan de ander. Iedere begeleiding die de vroegere leraar kan bieden, wordt nu gegeven als vriend, als gelijke, niet als iemand die iets wezenlijks bezit dat bij anderen ontbreekt. En vaak genoeg reageert iemand die nieuw is in het Zien beter op de vraag of de twijfel van een ander dan de katalysator zou kunnen doen. Sterker nog, als het Zien eenmaal gedeeld is, is het duidelijk dat iedereen zowel beginner als expert is. Omdat je Niets bent, Geen-Ding, vergaar je in je Kern nooit enige kennis of status. Telkens als je die gezichtsloze Leegte ziet, zie je dat je niets weet, niets hebt, niets bent. Toch is juist dat het enige wat je paradoxaal genoeg juist wel weet, het enige wat je werkelijk hebt, het enige wat je werkelijk bent. Je Ware Zelf is het enige ‘ding’ waar je werkelijk bekend en intiem mee bent, waar je absoluut op kunt vertrouwen en met gezag over kunt spreken.

Darshan

Soms komen mensen een tijdje bij een leraar voor zijn of haar ‘darshan’. Dat is een Indiaas woord dat aangeeft dat het bewustzijn van het Zelf van de leraar wordt overgedragen op anderen. Het Zien van de leraar wordt non-verbaal overgedragen op de leerling. In zekere zin is dat een kwestie van eenrichtingsverkeer. De leraar zendt het Zelf uit, de leerling ontvangt. Als ik zie wie ik werkelijk ben, zend ik mijn gezichtsloze Openheid uit naar anderen. Als ik bij iemand ben die zich niet bewust is van zijn of haar gezichtsloze Ware Zelf, is het niet vreemd als die persoon mijn Openheid op de een of andere manier aanvoelt. Je kunt die niet voor jezelf houden. Maar wat gebeurt er in een niet-hiërarchische gemeenschap van zieners waarin iedereen zich ervan bewust is dat hij geen gezicht heeft, dat hij de ruimte is waarin ieder ander kan verschijnen? Dan word je door iedereen aan alle kanten aan je gezichtsloze Ware Zelf herinnerd. Nu geeft en ontvangt iedereen ‘darshan’. Die ‘darshan’ gaat viraal! Hij is hoogst besmettelijk.

Gemeenschap van Zieners

Voordat het Zelf ervaren wordt, stellen mensen zich vaak voor dat bewustzijn van het Zelf iets te maken heeft met een specifiek inzicht in het Zelf, of met een bepaalde manier van voelen of met bepaald gedrag. Maar als je het Zelf ervaart, kom je tot het besef dat het een non-verbale, niet-conceptuele, niet-emotionele ervaring is die losstaat van welk inzicht, gevoel of gedrag dan ook. In een gemeenschap van zieners groeit uit die ervaring – die gedeelde ervaring van Stilte, van Geen-Geest, van fundamentele Neutraliteit en Geen-actie – een besef dat er niet één manier van denken of voelen over het Zelf is die de juiste is. De reactie van iedere persoon is uniek en waardevol. Als een gemeenschap van zieners rijper wordt, ontstaat er geleidelijk aan een ondogmatische, tolerante, empathische en mededogende manier van met elkaar omgaan. Er kan nog steeds sprake zijn van spanningen en meningsverschillen (dat zal zeker het geval zijn!) – dit is geen recept voor utopia – maar zolang je Ziet, zie je dat er geen spanningen of meningsverschillen in de Kern aanwezig zijn. Dat bewustzijn dat er in de Kern niets is om het oneens over te zijn, dat je leeg bent voor de ander, dat je de ander bent, maakt het verschil als er meningsverschillen op het menselijk vlak ontstaan.

Klaar met de baan!

Ik denk dat de kans groot is dat er een wereldwijde gemeenschap van zieners aan het ontstaan is, dat we naar een nieuwe soort samenleving op weg zijn waarin bewustzijn van wie we werkelijk zijn de norm is, niet de uitzondering. Dat is nog niet eerder gebeurd. We moeten nog veel leren. We leven in opwindende tijden. Als het waar is dat we ons als soort bezig zijn te ontwikkelen van zelfbewust naar Zelfbewust, terwijl we een gezond bewustzijn van onze afzonderlijke, individuele zelven behouden, zullen er steeds meer leraren bij het Arbeidsbureau te vinden zijn omdat ze klaar zijn met hun baan! Mogen alle spirituele leraren hun baan zo snel mogelijk kwijtraken, zodat ze mee kunnen doen aan het feest van de vrienden die Zien! We draaien fantastische muziek!

Met toestemming overgenomen uit tijdschrift InZicht.

Zie ook voor nabestellingen van nummers: https://www.inzicht.org/

(vertaling Han van den Boogaard)

Dogens Shoji, ‘Geboorte en dood’. Inleiding

Eerste deel van een teisho uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi, tijdens de stille zen zondag op 17 december 2017, als afscheid van Lazuli te Utrecht, dat tien jaar lang onderdak bood aan de Zen Cirkel Utrecht. De transcriptie is gemaakt door Eerwaarde Ben Claessens.

Afscheid nemen, bevat het bijzondere van een naderend moment, waarvan je weet dat het komt en waarop iets definitief stopt. In de aanloop naar een naderend afscheid, krijgt alles een aparte glans, een unieke waarde. Een diep besef van het gegeven dat dingen ophouden. Boeddhisme kent niet echt een woord voor vergankelijkheid. Het Sanskrietwoord  is anitya – geen duur. Dat is iets anders dan dat iets vergaat. Geen duur, het is onbepaald, tijdelijkheid in de meest concrete vorm. Het is er en zo is het er niet. Geen komen, geen gaan. We zijn ondergedompeld in een oceaan waarin iets verschijnt en weer verdwijnt en dat eindeloos zo door. We weten niet waar het vandaan komt en waar het heen gaat, we kunnen nergens de vinger opleggen, we kunnen niets vast houden.

Daar wijdt Dogen over uit in Uji, tijd-zijn. De afgelopen maanden hebben we in de  Zen Cirkel Utrecht deze tekst van Dogen besproken. Een monumentale en lastige tekst. Ongrijpbaar. De tekst laat zich pas ontsluiten als je het terugbrengt naar de ervaring van anitya, geen duur. De ervaring van hier en nu, fysiek aanwezig zijn. Uji stelt tegelijkertijd dat er helemaal niets weggaat. Deze plek blijft bij ons. Net zo goed als de personen van wie we afscheid nemen of die ons ontvallen, in zeker zin helemaal niet weg zijn. Op het moment dat je gaat zitten en je fysiek aanwezig bent, kan het zijn dat deze of gene persoon van wie je afscheid hebt genomen in jezelf verschijnt. Niet in de vorm dat je hem of haar een hand kan geven, maar wel in de vorm van een zeer intieme en levendige nabijheid. Als Uji iets duidelijk wil maken, dan is het dat datgene wat we fysiek zijn, vooraf gaat aan het onderscheid dat we maken over wat wel of niet reëel is. Het gaat vooraf aan wat waar is en wat niet waar is. Er is niet iets dat verloren gaat en er is ook niet iets dat behouden blijft.

De tekst Shoji, geboorte en dood, wordt in de meeste wetenschappelijke tekstverzamelingen van Dogens werk in de tijd vóór Uji geplaatst. Dogen werd in 1200 geboren, hij ging naar China in 1223, verkreeg in 1225 zijn ontwaken en keerde in 1227 terug naar Japan. Hij is de eerste die een Chinese ch’an-lijn op Japans grondgebied overdraagt. Hij schreef in de periode daarna de richtlijnen van zazen, de  Fukan zazengi. In 1233 schreef hij de Genjo  koan, een van de mijlpalen in het Japanse boeddhisme, over het uitdrukken van je eigen natuur, een monumentaal werk met beroemde zinnen als

‘De Boeddha dharma bestuderen is jezelf bestuderen

Jezelf bestuderen is jezelf vergeten

Jezelf vergeten is ontwaken in alles wat zich voordoet

Ontwaken in alles wat zich voordoet is het wegvallen van jouw

lichaam en geest en dat van alle anderen

Het wegvallen van jouw lichaam en geest en dat van alle anderen,

laat geen spoor achter in dit spoorloze bestaan. ’

In 1240 schrijft hij Uji, een nieuwe mijlpaal. Al zijn teksten zijn van een datum en locatie voorzien en eventueel ook voor wie de tekst geschreven is. Maar Shoji is ongedateerd. Deze tekst was tot aan 1690 niet eens bekend. Hij behoorde met 27 andere teksten tot de geheime Shobogenzo. De Shobogenzo, ‘de schatkamer van het ware Dharma-oog’, is het levenswerk van Dogen. Hij begon er in 1227 mee en schreef eraan tot aan zijn dood. Het bevat 96 hoofdstukken. Shoji behoort tot een andere Shobogenzo die men bij toeval vond, in een geheime schatkamer van Eihiji, tijdens een renovatie. In die bibliotheek lagen 28 teksten die niet in de oorspronkelijke Shobogenzo waren opgenomen.

Shoji bevat de taal van Dogen, heel precies, geen woord teveel of te weinig. De tekst is niet zo maar toegankelijk, het is geen vrijetijdsliteratuur. Je moet er voor en mee gaan zitten. Als student filosofie maakte ik kennis met Dogen. Ik vond het vreemde teksten met veel tegenstrijdigheden. Ik dacht vaak: maak nou eens je punt! Kom tot een conclusie! Waar heb  je het eigenlijk over? Je zoekt in zijn teksten naar een ingang maar je komt binnen. In Amerika, in Bar Harbor, bij mijn leraar Genpo Roshi, las ik Dogen als meditatie. Ik nam in de vroege ochtend een zin mee in de meditatie en ging erop ‘zitten’. In een volgend dagdeel nam ik een volgende zin. En zo heb ik in twee periodes van 90 dagen die tekst tot me genomen, erop gekauwd, hem verteerd en langzaam maar zeker daagde er iets. Ze noemden me daar ‘De jongen die Dogen leest om te relaxen’. Maar het was voor mij de enige manier om toegang tot de tekst te krijgen.

Een nieuwe Zen Cirkel onder leiding van Maurice Genko Knegtel Roshi start op maandagavond 24 september, 19.30 uur, in het Graalhuis in Utrecht. Informatie en opgave via https://izen.nl/zen-meditatie/