…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Archive for augustus, 2020

De totstandkoming van verbonden bewustzijn door Azriel ReShel

Stap in Je Natuurlijke Stroom

Als we open genoeg zijn om naar de natuur te luisteren, verschaft ons dat altijd aanwijzingen om een harmonieus leven te leiden. Een leven met een hoger bewustzijn waarin we volop aanwezig zijn, en ons bewust zijn van alles om ons heen. Soms lijken dingen in de natuur ogenschijnlijk niet verbonden, zelfs van elkaar losgekoppeld. Maar als je dieper schouwt zijn ze méér verbonden dan we ons ooit hebben kunnen voorstellen. Bomen zijn hiervan een schitterend voorbeeld, net zoals vogels.

Zwermen van spreeuwen zijn fascinerend om te zien. Er is dan een harmonie en perfectie die ons begrip te boven gaat, als duizenden individuele vogels zich als één wezen bewegen. Het is alsof je getuige bent van een wonder. Een betoverend patroon van leven dat doet denken aan een geometrische screensaver, maar in werkelijkheid een enorme groep zwarte spreeuwen is – elk met hun eigen leven en bewustzijn. Het verbazingwekkende is dat deze duizenden vogels nooit met elkaar in botsing komen als ze bewegen als in één Verbonden Bewustzijn, waarin hun individualiteit er niet meer is. Ze vliegen als één grote vogel.

Het mysterieuze fenomeen van betovering is bij nader inzien misschien toch niet zo mysterieus

 Het synchrone karakter van het leven

Deze ongelooflijke eenheid en intuïtieve verbondenheid kan zich onder mensen ook voordoen, en niet alleen in de aanwezigheid van grote spirituele meesters. De bekende schrijfster, boeddhistische wetenschapper en systeemdenker Joanna Macy, is een gerespecteerde stem in organisaties die zich inzetten voor vrede, gerechtigheid en ecologie. Ze deelt haar inzichten, samen met co-auteur Chris Johnston, in het boek Actieve Hoop.

“Er gebeurt iets heel interessants als een groep jazzmusici samen improviseert. Een aantal afzonderlijke individuen, die allemaal hun eigen beslissingen nemen, werken als één geheel samen. Terwijl de muziek stroomt kan elk van de musici ook een solo-plek innemen. Die leidende rol vloeit naadloos samen met die van de andere spelers. Wie bepaalt wanneer de piano of de trompettist naar voren moet komen? Het gaat niet alleen om de persoon die dat instrument bespeelt, want de anderen hebben een klein stapje teruggedaan om een opening te creëren. Er zijn hier tegelijkertijd twee denkniveaus. Keuzes worden van moment tot moment gemaakt. Zowel door de groep als geheel, als door de individuen die daar deel van uitmaken. Als mensen hun activiteiten coördineren door middel van een collectief denkproces, kunnen we dat zien als “gedeelde intelligentie”. Niemand heeft de leiding. De spelers handelen in vrijheid, terwijl ze worden geleid door hun intentie om het doel van de groep te dienen. Als musici samen improviseren moeten ze heel aandachtig luisteren, en hun individualiteit op een manier tot uitdrukking brengen die bijdraagt aan het totale geluid. Als ze zich afstemmen op de groep, en ermee verbonden raken, is het alsof de muziek zelf door hen heen speelt. 

Het jammen van musici is een voorbeeld van de synchronisatie die kan ontstaan, als ze die de ruimte geven.         

                                                         

Zijn we ooit echt gescheiden?

Er gebeurt iets magisch als we in groepen samenkomen om te mediteren, te zingen, te bidden, om iets te creëren, dromen, dansen, elkaar verhalen vertellen, koken. De individualiteit valt weg, en er is verbondenheid. Er is sprake van synchronisatie, bijna van hartslag en ademhaling, zoals die zich kan voordoen bij diep intieme geliefden. Op zulke momenten is het alsof we onze individuele identiteit loslaten om toegang te krijgen tot iets dat transcendent is, en dat totaal buiten onszelf ligt. Ons bewustzijn kan overgaan in iets dat universeel is. Onze overleving hangt af van onze onderlinge verbondenheid. We hebben elkaar nodig voor voedsel, onderdak, water en liefde. We zijn heel ons leven afhankelijk van de vrijgevigheid van anderen en van de Aarde.

Een belangrijk kenmerk van Verbonden Bewustzijn is dat geen enkel onderdeel het hele antwoord hoeft te geven. De intelligentie van het geheel komt eerder tot stand door de acties en de interacties van zijn delen. – Joanna Macy & Chris Johnston.

 Overgave aan het geheel

Joanna Macy kenmerkt deze verschuiving als een verbreding van het gevoel van het Zelf, en als een van de meest opwindende ontwikkelingen van onze tijd. Als we onze individuele wensen en behoeften opgeven, en ons overgeven aan de behoeften van het geheel, stellen we ons open voor het ervaren en ontwikkelen van onze diepste spirituele kwaliteiten, zoals nederigheid, waarheid, dienstbaarheid, onvoorwaardelijke liefde, verbondenheid en vertrouwen. Het is deze verschuiving naar een diepe verbinding met iets groters dan wijzelf, dat de planeet zal redden.

In een creatieve groep mensen kan tijdens een gesprek een idee ontstaan dat kan worden uitgebreid en verfijnd door alle andere leden van die groep. Wat een groep in staat stelt om hecht te worden is een verandering in identificatie, zodat mensen zich vereenzelvigen met het team, in plaats van uitsluitend met zichzelf. Zou de volgende sprong in de evolutie kunnen bestaan uit een verschuiving in onze identificatie, waarin we de strijd om suprematie opgeven, en in plaats daarvan kiezen om onderdeel te worden van de grotere entiteit van het leven op Aarde?

Zou het creativiteits- en overlevingsinstinct van de mensheid als geheel, of zelfs van het leven als geheel, via ons tot stand kunnen komen? Verbonden Bewustzijn komt voort uit een verruiming van ons eigenbelang, waarbij we ons laten leiden door ons in te zetten voor het welzijn van al het leven. In het boeddhisme staat dat streven bekend als ‘Bodhichitta’. Bodhichitta verlegt onze focus van persoonlijk welzijn naar collectief  welzijn…. (= link naar Engelstalig artikel). We staan op een evolutionair kruispunt, en we hebben daar keuzes. Onze eigen keuzes maken deel uit van die verandering. We kunnen de ‘prime directive’ van onze levens kiezen, om een citaat uit Star Trek te gebruiken. Als onze centrale organiserende prioriteit het welzijn van al het leven wordt, zal de wereld zich mede door ons kunnen herstellen.

Bodhichitta verlegt onze focus van persoonlijk welzijn naar collectief welzijn

Verbonden Bewustzijn, of één zijn met al wat is, is niet iets dat uitsluitend kan worden ervaren door mystici of toegewijde spirituele beoefenaars. Het is de natuurlijke staat van ieder van ons. Het enige dat we moeten doen om dit te ervaren is alles los te laten dat dit blokkeert. Om terug te keren naar onze kinderlijke onschuld, naar ons vertrouwen, en eerbied voor het hele leven.

We zijn met alles verbonden

We voelen dit Verbonden Bewustzijn als we in verbinding zijn met de natuur, met dieren, of met een ander mens. Dat hoeft niet eens met iemand te zijn die ons dierbaar is. Er kunnen zich momenten van diepe verbondenheid voordoen met willekeurige vreemden, als je open en aanwezig bent. Het is alsof het leven langzamer stroomt, zoiets als in een vertraagde film, als we in die eenheid belanden, en in verbinding komen met al wat is. Te vaak haasten we ons in een staat van drukke nerveuze energie, en missen we communicaties die zich voortdurend rondom ons afspelen. De hond die ons begroet, de vogel die zijn vreugdevolle lied zingt, de persoon aan de overkant van de straat, of het glimlachende kind.

Het leven in haar eenvoudigste en diepste vorm is geïnspireerde verbinding, en eenheid met alle dingen. Inheemse mensen kennen het hart van deze stilte en verbinding. En we kunnen dit gevoel allemaal her-inneren, en terugkeren naar deze plek waar we met heel ons hart naar verlangen. En dat zal een betere wereld tot gevolg hebben.

 

Vertaling: Hansjelle Dijkstra

Een multi-dimensionale theorie over de geest door Gilbert Ross

De kwantumfysica van het bewustzijn

In filosofische discussies, vooral aangaande de filosofie van de geest, wordt soms de vraag gesteld hoe geest en bewustzijn voortkomen uit ‘onze materie’, of meer specifiek, uit de fysieke neurologische processen in onze hersenen.

Deze vraag kent een lange geschiedenis, en heeft zowel wetenschappers als filosofen gefascineerd. Als we over de geest spreken of denken, lijkt het vanzelfsprekend te veronderstellen dat de geest rechtstreeks verband houdt met onze hersenen en met ons bewuste denken, met inbegrip van andere cognitieve functies. Zelfs als er vanuit onze directe ervaring en observatie geen direct bewijs of aanwijzing is om ondubbelzinnig te begrijpen wat de geest is, ervaren we allemaal dat de geest een fenomeen is dat nauw verband houdt met onze hersenactiviteit. En toch is er iets méér. Maar wat is dit ‘iets’ meer? Alleen al deze vraag heeft in het verleden tot enkele interessante theorieën over de geest geleid, samen met uiteenlopende filosofische standpunten en discussies.

De meest gebruikelijke kijk op de aard van de geest in het moderne westerse denken is dat de geest hetzelfde zou zijn als hersenactiviteit en dat daarom de vraag ‘wat is dit iets meer?’ niet vaak wordt gesteld. Deze ‘materialistische’ opvatting over de geest is ontstaan ​​uit de klassieke wetenschappelijke visie en zijn invloed op het moderne denken. Het wordt materialistisch genoemd omdat deze visie ervan uitgaat dat de geest niets meer is dan materie. De filosofische idee die uit deze materialistische visie voortkomt is een reductionistische. Die veronderstelt dat verschijnselen zoals geest en bewustzijn kunnen worden verklaard door ze terug te brengen tot de fysische en chemische processen die plaatsvinden in de neurologie van onze hersenen. Het is letterlijk een platte kijk op de wereld, aangezien deze alle verschijnselen reduceert tot de dimensies materie, tijd en ruimte, die volgens deze visie als primair beschouwd worden.

De materialistische visie gaat ervan uit dat de geest hetzelfde is als hersenactiviteit.

Het lichaam-geest probleem

De reguliere wetenschappelijke zienswijze loopt tegen een blinde muur op als het gaat om het begrijpen van het verschijnsel bewustzijn. De filosoof van de geest, David Chalmers, noemt dit het lastige probleem van het bewustzijn, wat in feite het probleem is van het objectief verklaren van subjectieve mentale bewustzijnstoestanden in termen van fysieke processen – zoals vereist wordt door de strikte visie op ‘wetenschap’. In eenvoudige bewoordingen: hoe verklaren we een bepaald gevoel dat we krijgen als we aan chocola denken, en neuronen in onze hersenen allerlei connecties met elkaar aangaan?

Andere standpunten, die het niet eens zijn met deze reductionistische kijk op de geest, kunnen echter te maken krijgen met een ander probleem: het probleem van het dualisme. Namelijk: als we de geest als gescheiden van de hersenen willen beschouwen, roept dat opnieuw de vraag op: “wat is de geest?”, en meer specifiek: “wat is de relatie tussen het fysieke brein en de geest?” De eerste vraag is een ontologische vraag die vraagt ​​naar de aard van de geest, terwijl de laatste een epistemische vraag is, die de oorzaak en gevolg-relatie tussen de hersenen en de geest probeert te begrijpen, en hoe informatie en kennis van de ene naar de andere kwaliteit overgaat, omdat dit immers twee verschillende toestanden zijn.

De veronderstelling dat de geest verschilt van de hersenen, bijvoorbeeld omdat de geest niet-materieel is, terwijl de hersenen dat wel zijn, levert het zogenaamde ‘lichaam-geest-probleem’ op, voor het eerst op de agenda gezet door de Franse filosoof René Descartes, die zei dat de geest en het lichaam twee verschillende substanties zijn.

Lichamen strekken zich uit in de ruimte en zijn niet in staat tot voelen of denken. Terwijl geesten geen ruimte innemen, en bestaan uit denkende en voelende substanties. Omdat het twee verschillende substanties zijn, behorende tot het materiële en niet-materiële, en omdat er geen waarneembare interactie is tussen de twee, kunnen we geen oorzakelijk verband tussen die twee verklaren. Als we bijvoorbeeld geen oorzakelijke verklaring kunnen vinden voor hoe onze innerlijke mentale staat en overtuigingen tot gedrag leiden, dan vinden sommigen dat praten over de geest overbodig wordt. 

De geest is niet-materieel, terwijl de hersenen materieel zijn.

De geest als software en opkomende effecten

Ondanks deze ogenschijnlijk problematische positie van de geest en de hersenen die naast elkaar bestaan in de een of andere relatievorm, leefde het idee voort in andere theorieën en metaforen. Een van de meest populaire metaforen is ontleend aan de computerwetenschappen. Daarin wordt de geest beschouwd als software die de hardware aanstuurt – de hersenen. Dit model wordt ook gebruikt in de psychologie en in cognitieve wetenschappen, waarbij het niet-materiële aspect van de geest wordt gezien als het softwareprogramma, en het materiële hoedanigheid van de hersenen als de onderliggende hardware.

Een ander interessant uitgangspunt beschouwt de geest als een zich spontaan manifesterend verschijnsel dat voortkomt uit de complexe interacties van de neurale processen in de hersenen. Dit theoretische standpunt is niet-reductionistisch en omzeilt ‘het lichaam-geest-probleem’. Want hoewel het de geest nog steeds beziet als iets anders dan de hersenen, kan het oorzaak-gevolg verband tussen de twee worden verklaard in termen van de opkomende effecten. Het probleem met deze visie is echter dat het materie, (de hersenen), nog steeds als primair beschouwt, en geest en bewustzijn als iets dat uit materie tevoorschijn komt, in plaats van als een fundamenteel aspect van het universum, zoals tijd en ruimte.

De geest als een hoger dimensionaal veld

Naarmate de wetenschap en het onderzoek vorderen, ontstaan ​​er nieuwe theorieën over de geest die meer licht zouden kunnen werpen op enkele van de hierboven genoemde filosofische vragen. Een van de nieuwste ideeën die uit de academische wereld voortkomen, zien de geest ziet als een veld dat in een andere dimensie dan de hersenen bestaat, en er op kwantumniveau mee samenwerkt. Dr. Dirk K.F. Meijer, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen, publiceerde deze opvatting in het ‘peer-reviewed’, (collegiale toetsing),  wetenschappelijke tijdschrift NeuroQuantology, een academisch tijdschrift dat onderzoek doet naar het integreren van neuro-wetenschappen en kwantumfysica. Daarin lichtte hij in een artikel  zijn visie toe.
Meijer suggereert dat de geest in feite een veld is, of technischer, ‘een holografisch gestructureerd veld’ dat fungeert als een ‘receptieve mentale werkruimte’ in de zin dat het zich bevindt rond de hersenen, maar tegelijkertijd in staat is om toegang te krijgen tot andere velden daarbuiten. ‘Dit veld’, suggereert Meijer, ‘bevindt zich in een vierde ruimtelijke dimensie, een hoger-dimensionale ruimte dan die waarin de hersenen zijn ingebed (3D)’.
Het is ook vermeldenswaard dat parallel onderzoek, zoals in het Blue Brain-project – een interdisciplinaire samenwerking tussen wiskundigen en neuro-wetenschappers – heeft aangetoond dat het ‘brein’ in meerdere dimensies werkt.

De vraag is dan hoe de geest, als een vierdimensionaal veld, zich verhoudt tot de 3D hersenprocessen? Hoewel we de specifieke mechanismen die ten grondslag liggen aan de communicatie tussen geest en brein nog niet begrijpen, gebruikt Meijer de kwantumfysica om mogelijke ‘kanshebbers’ voor te stellen. Er zijn volgens hem twee mogelijkheden: 1e: via wat wordt genoemd ‘kwantumverstrengeling’, en 2e : via ‘kwantumtunneling’. Dit zijn twee van de meest verwarrende en mysterieuze verschijnselen die in de kwantumwereld zijn waargenomen.

In eenvoudige bewoordingen is verstrengeling het waargenomen fenomeen dat twee deeltjes met elkaar zodanig worden ‘gesynchroniseerd’ dat het ene het andere ogenblikkelijk beïnvloedt ook als ze door enorme afstanden van elkaar gescheiden zijn. Bijvoorbeeld in verafgelegen uiteinden van elkaar in een melkwegstelsel. Dit fenomeen heeft wetenschappers jarenlang verbijsterd, waaronder Einstein zelf die het ‘spookachtige actie op afstand’ noemde. Kwantumtunneling kan het beste worden verklaard door analogie met een macrowereld object. Stel je voor dat je een tennisbal tegen een muur gooit. Natuurlijk verwachten we dat de bal zijn beweging stopt zodra hij de muur raakt en terug stuitert in de tegenovergestelde richting. Vreemd genoeg gaat de bal in een kwantumtunneling parallel door de muur heen, en er kan worden waargenomen dat hij zijn beweging en momentum in de andere aangrenzende kamer behoudt. Inderdaad een raar verschijnsel.

Toch denkt Meijer dat, hoewel verstrengeling en tunneling mogelijke verklaringen zijn voor hoe het denkveld en de hersenen snel informatie aan elkaar doorgeven, het meest waarschijnlijke mechanisme dat dan aan het werk is, kwantumgolfresonantie is. Dit betekent dat er op het kwantum- en subkwantumniveau een golfpatroon bestaat dat ten grondslag ligt aan alle neuronen en deeltjes in de hersenen, en dat ook door het veld van de geest heen gaat. Veranderingen in het veld van de geest resoneren onmiddellijk met de neuronen in de hersenen, en vice versa. 

Golfpatronen in de hersenen doordringen het veld van de geest.

Sneller dan de snelheid van gedachten

Het kwantumgolfresonantiemodel van de communicatie tussen hersenen en geest kan een heel treffend antwoord zijn voor wat ‘het bindingsprobleem’ wordt genoemd. Verschillende neurale regio’s en clusters in onze hersenen zijn verantwoordelijk voor verschillende cognitieve functies, bijvoorbeeld zicht, kleur, en geluids- of verbale verwerking. Toch komen deze verschillende signalen uit verschillende regio’s in onze hersenen collectief sneller samen dan de snelheid waarmee ze afzonderlijk worden verwerkt, waardoor een waargenomen anomalie ontstaat die bekend staat als het bindingsprobleem. Het is in dit verband relevant omdat het lijkt alsof het bindingsprobleem ontstaat als we ons hoofd breken om te proberen te achterhalen wat er gebeurt vanuit slechts één laag van de werkelijkheid – bijvoorbeeld vanuit de neurale activiteit van onze hersenen.

Anderzijds, als we de hersenen en de geest beginnen te beschouwen als multidimensionale manifestaties van hetzelfde, en die informatie op kwantumniveau communiceren door middel van resonantie, ontstaat er een beter, breder beeld dat ogenschijnlijke afwijkingen verklaart, zoals het bindingsprobleem. Dit levert ook meer onderbouwing op aan het feit dat een afgeplatte en reductionistische kijk op de werkelijkheid geen stand houdt. We hebben een rijkere, bredere, en mogelijk multidimensionale kijk op bewustzijn en realiteit nodig. Dit brengt me bij het volgende interessante punt over de veldtheorie van de geest.

Geest is universum

De discussie over de geest als veld gaat uiteindelijk verder dan het koesteren van de mogelijkheid om al lang bestaande filosofische vragen te kunnen beantwoorden. Het opent een deur naar opwindende nieuwe mogelijkheden die ons een geheel nieuwe manier geven om het fenomeen te begrijpen. In zekere zin is het het klassieke raadsel van het beantwoorden van die ene vraag, en er nog eens honderd andere, te stellen. Dit is wat vooruitgang in kennis zo bijzonder maakt. 

De geest is het universum en alles is geest.

 

De echte parel in de oester van deze theorie is dat de geest niet individueel of exclusief is voor ons mensen, zoals we altijd hebben aangenomen. Een heel korte manier om het te zeggen is: dat geest universum is, en dat alles geest is. Zoals het eerste principe van de hermetische filosofie luidt: ‘Alles is geest’. Dus een van de dingen die de wetenschap fundamenteel misschien verkeerd heeft beoordeeld, en waar David Chalmers naar verwijst als ‘het lastige probleem van het bewustzijn’, is dat deze niet veronderstelde dat bewustzijn en verstand fundamentele onderdelen zijn van alles wat is.

Bewustzijn is primair; zelfs met betrekking tot materie. Dit begint te convergeren met oude kennis, of met modern panpsychisme, dat stelt dat alles doordrenkt is van bewustzijn. Materie komt voort uit bewustzijn en niet omgekeerd.

Maar wat heeft dit te maken met Meijer’s Theory of Mind als vakgebied? Ten eerste is Meijer van mening dat het vierdimensionale veld van de geest een torusvorm is waarvan we nu begrijpen dat deze overal in het universum te vinden is. Ten tweede zijn velden allemaal met elkaar verbonden via kwantumfenomenen zoals resonantie, verstrengeling en tunneling. Dit zou zaken kunnen verklaren die we beschouwen als paranormale of extra sensorische verschijnselen, zoals voorkennis, helderziendheid, kijken op afstand, of telepathie.

Meijer ziet bewustzijn in feite als een randvoorwaarde die bestaat tussen de interne informatie van de hersenen en al het andere daarbuiten, waar hij naar verwijst als ‘de universele informatiematrix’. Vanuit dit standpunt is bewustzijn vergelijkbaar met verschijnselen zoals waargenomen in zwarte gaten, en hij duidt die aan als een zogenaamde ‘gebeurtenishorizon’. Als licht of materie zwarte gaten naderen, verdwijnen ze niet, maar wordt hun informatie op de grens ervan geprojecteerd. Die grens scheidt het zwarte gat van al het andere. En hij gebruikt dit als een analogie om uit te leggen wat bewustzijn zou kunnen zijn, op basis van zijn onderzoek en inzichten.

Dus de kern van dit tot nadenken stemmende en cruciale onderzoek is dit: je brein is een kwantumtuner die resoneert met een veld dat de geest heet. Dat veld van de geest is verbonden met vele andere velden en dit zou de transpersoonlijke en psychische ervaringen kunnen verklaren die we voorheen nog niet konden verklaren met behulp van reguliere wetenschap.

 

Vertaling: Hansjelle Dijkstra

 

De Genezing van de Aarde

“Liefde voor het leven is de gids en de drijfveer voor het ecologisch herstel van de Aarde. Direct gevolgd door het leren hoe we die liefde in de praktijk kunnen brengen. Hoe doen we dat voor de meest levenskrachtige plekken op de wereld, de Amazone?”

De Amazone is een van de meest levenskrachtige plekken op Aarde. Ik zal je niet vervelen met een opsomming van alle ecologische organisaties die zich daar inzetten, en evenmin met de regenpatronen van de Amazone. Ook zal ik niet de verschrikkelijke gevolgen opsommen die ons mensen zouden kunnen overkomen als die plekken zouden verdwijnen.

Waarom doe ik dat niet? Eenvoudig, omdat niemand bang hoeft te zijn om verliefd te worden.

Stel je voor dat de Amazone bij nader inzien ecologisch toch niet zo belangrijk zou blijken te zijn. Stel dat we het een goed idee zouden vinden als we het gebied zouden veranderen in een gigantisch terrein met mijnbouw en houtverwerkingsindustrie. Stel dat we de ecologische instituten zouden vervangen door technologische -. Stel dat we haar koolstofopslagfuncties zouden kunnen vervangen door koolstofabsorberende machines. Dat we met enorme technologische programma’s haar rol zouden uitschakelen bij het voorkómen van overstromingen en droogtes. En dat we haar productie van voedsel en natuurlijke medicijnen zouden vervangen door synthetische alternatieven. Stel dat we de intense schoonheid van alles wat we hebben vernietigd zouden kunnen vervangen door replica’s met een hoge resolutie. Als we dat zouden kunnen, vraag ik je, zouden we dat dan willen?

Ik denk dat de mensen die alarm slaan over de Amazone gelijk hebben met hun voorspellingen. Maar zelfs als zij ongelijk zouden hebben zou ik niet minder heftig zijn in mijn verlangen om de Amazone te beschermen en te genezen. De meerderheid van de bevolking is het waarschijnlijk met deze alarmerende berichten eens. De dagelijkse ervaringen laten hen echter zien dat ze zich nog nergens zorgen over hoeven te maken – tot dusver heeft de vernietiging van de Amazone hun kwaliteit van leven niet zichtbaar veranderd. De Amazone heeft sinds de jaren tachtig minstens een half miljoen vierkante kilometer bos verloren. Hoe heeft dit jou geschaad? Je zou kunnen stellen dat het je inderdaad minder gezond, veilig of welvarend heeft gemaakt. Maar, wat denk je, zal het redden van de Amazone hen helpen bij hun volgende huurbetaling, (door de economische groei te stimuleren)? Integendeel, de populariteit van Bolsonaro laat de overtuiging zien dat het liquideren van haar natuurlijke rijkdommen juist zal helpen om de volgende rentebetaling te kunnen voldoen, (door de economische groei te stimuleren).

Bangmakende milieutechnische strategieën hebben geen effect. Ernstige waarschuwingen hebben niet geleid tot een betekenisvolle vertraging van de vernietiging van de Amazone. Integendeel. Onder Bolsonaro raakt de vernietiging in een stroomversnelling. Nu de huidige communicatiestrategieën mislukken kunnen we het alarm nog luider laten klinken, of zouden we iets radicaal anders kunnen proberen? We zouden onze samenleving kunnen uitnodigen voor een liefdesrelatie met het leven. De meeste mensen die dit lezen zullen de Amazone nooit bezoeken, en het is moeilijk om van iets abstracts te houden. Degenen die het best in staat zijn om van de Amazone te houden zijn haar meest intieme metgezellen: de mensen die daar wonen, de culturen die er duizenden jaren in en mee hebben geleefd.

Daarom moeten het behoud en de heling van het regenwoud in een intieme dialoog worden gevoerd met de mensen die het land beheren. Zij zijn het die dit zullen begrijpen. Vandaar de formulering waarmee de Braziliaanse Inheemse mensen zichzelf beschrijven: “Cura Da Terra”, (de Genezing van de Aarde).

Europeanen en Noord-Amerikanen zoals ik hebben misschien nooit de kans gehad om echt verliefd te worden op de Amazone, maar dat betekent niet dat we die liefde niet zouden kunnen begrijpen. We kunnen ons ermee verbinden via de plekken waar we zelf al van houden. Ik schrijf dit essay op de boerderij van mijn broer, die me in de loop der jaren zo innig dierbaar is geworden dat het in mijn ziel is gegrift, en een deel is geworden van wie ik ben. Dit geeft me een indruk van het liefdesgevoel dat een cultuur kan voelen voor haar omgeving, als die cultuur zich generaties lang heeft ontwikkeld. Ik herinner me ook een kinderspeelplek, een paar blokken verwijderd van mijn huis, waar de straat doodliep en het onverharde pad begon. Veertig jaar later kan ik die plek als ik mijn ogen sluit nog steeds zien. Het pad, de bomenrij, de gigantische den, de braamstruiken . . . ze leven voort in mijn geheugen. Maar die plek is al lang geleden verwoest, voor meer gazons, wegen en huizen. De pijn van het verlies die ik voel heeft niets te maken met het verlies van koolstofopname van dat stuk land, of van iets anders dat men zou kunnen meten. Het is maar een kleinigheid vergeleken met het verlies van de Amazone.

Niettemin illustreert dit de enorme omvang en aard van het verlies waarmee we worden geconfronteerd. Het gaat over hetzelfde verdriet. De oorsprong van dat verdriet is de liefde voor het leven die ieder mens aangeboren is. Wendell Berry vroeg: “Wat is het nut van een mens?” Ik herinner me zijn antwoord niet, maar er kan maar één antwoord zijn. We zijn hier om het leven te dienen. Dat bevestigt onze aangeboren liefde voor het leven. We zijn niet ‘de grote fout van de natuur’, zoals sommige milieuactivisten begrijpelijkerwijs denken, bij het onderzoeken van de omvang van de menselijke verwoestingen. Zoals alle soorten zijn we geschapen met begaafdheden die nodig zijn voor de gezondheid en de ontwikkeling van het geheel.

De beschaving heeft die heilige plicht niet waargemaakt, maar sommige Inheemse culturen laten ons zien dat het mogelijk is. Zoals Allan Savory heeft opgemerkt, herstellen beschadigde ecosystemen soms niet als ze van mensen worden gezuiverd. Onze beste actie is niet om de natuur met rust te laten en deze Aarde achter ons te laten. Maar actief deel te nemen aan de bloei van het leven; om het leven te beschermen, ja, en ook om het leven te herscheppen, en actief mee te werken aan haar volgende ontplooiing.

De Peruaanse leraar Arkan Lushwala vertelt over mensen die “eigenaar” zijn van een gebied, een bos, een rivier, of een planten- of diersoort. Wat hij bedoelt is het tegenovergestelde van de hedendaagse opvatting over eigendom; het is alsof dat gebied, of de soorten, juist de eigenaren zijn van deze mensen. Zij zijn de beschermers en verzorgers. Wat voor mensen geldt geldt ook voor culturen. Inheems zijn betekent er thuishoren, en niet uitsluitend er de bewoner van te zijn. Hoe te beginnen? De eerste stap op de weg om onze inheemse afkomst te herstellen is weer verliefd worden op de plek.

Liefde voor het leven is de gids en de drijfveer voor het ecologisch helen van de Aarde. Net zo belangrijk is het om te leren hoe je die liefde kunt uitdrukken in daden. Hoe doen we dat voor de meest ‘levenskrachtige’ van alle plaatsen op Aarde, de Amazone? Steunend op onze eigen stukjes liefde steunen we degenen die haar al het meest intens liefhebben; we ondersteunen haar familie. We vragen hen wat ze nodig hebben, en hoe we hun leiderschap kunnen ondersteunen, net zoals we zelf graag ondersteund zouden willen worden. Enerzijds zou dat kunnen betekenen dat we organisaties steunen die nauw samenwerken met inheemse mensen daar, (zie opsomming onderaan dit artikel).

Anderzijds betekent het kijken naar hoe de moderne wereld door blijft gaan met het beschadigen van de Amazone, en al het andere dat kostbaar is. (Ik wil hier bijvoorbeeld wijzen op de Congo, ’s werelds op één na grootste regenwoud, dat minstens zo erg bedreigd wordt als de Amazone). We moeten in het bijzonder het wereldwijde schuldenregime veranderen dat de winning van hulpbronnen afdwingt in landen als Brazilië, Ecuador, Bolivia en Peru. Deze landen moeten eindeloos harde valuta ophoesten door het regenwoud te exporteren om hun schulden te kunnen betalen. Het is verleidelijk om een man als Bolsonaro als slechterik te bestempelen, maar het huidige systeem smeekt om net zo iemand om zijn rol over te nemen.

De banken, bedrijven en de mensen die profiteren van de vernietiging van de Amazone zullen nooit ophouden met ons te waarschuwen voor alle slechte gevolgen die hen door ons handelen zullen overkomen. In hun wereld overkomen hen namelijk hele mooie dingen. Ze verdienen veel geld. Als we bezig zijn met het complexe proces van het veranderen van het systeem dat niet alleen ecocide toestaat, maar zelfs aanmoedigt en eraan verdient, moeten we ook manieren vinden om een beroep te doen op iets anders dan eigenbelang. Bedenk dat er in al deze instellingen mensen zoals jij en ik aan het werk zijn die op de wereld zijn gekomen om het leven te dienen. Een deel van hen weet dit. Net als jij. Uit dit weten ontstaat moed.

Oproepen die het eigenbelang benadrukken zullen niet bij machte zijn om het leegbloeden van de Amazone te stoppen. We moeten ook een beroep doen op onze liefde voor het leven en op de acties die daaraan bijdragen. Door dit te doen verbinden we ons met degenen die het leven van de Amazone het innigst, intiem, en terzakekundig liefhebben. En die deze aanpak en doelstelling binnen de marges van de beschaving hebben uitgevoerd. Na eeuwen van kolonisatie en “ontwikkeling”, (we probeerden hen meer op ons te laten lijken), is de tijd misschien gekomen voor Inheemse mensen om ons te ontwikkelen; dat wil zeggen om ons vermogen te ontwikkelen om samen met hen de Aarde te genezen.

Organisaties die werken voor Inheemse rechten en/of landrechten:

Op sociale media vind je op #CuraDaTerra meer informatie over dit onderwerp.

bijvoorbeeld op Twitter

Vertaling: Hansjelle Dijkstra

Verplichte quarantaine

Minister de Jonge van Volksgezondheid, bedacht deze week een verplichte quarantaine voor mensen die besmet zijn met het Corona virus. Een rigoureuze maatregel om controle te houden op de toenemende besmettingen en het naleven van de regels. De behoefte aan controle wordt in onze maatschappij de laatste decennia steeds groter en is een verschijnsel dat actueel veel te maken heeft met de Saturnus/Pluto conjunctie, aan het begin van dit jaar. Immers, Saturnus gaat onder meer over beperking, en Pluto gaat over controle willen houden op bepaalde zaken en drijft dit zo op de spits dat het absurdistische vormen aanneemt.

Door deze strenge maatregel ontstaat er een tegenbeweging waardoor mensen zich niet meer willen laten testen en zich niet meer aan de regels houden; iets wat juist averechts werkt. Persoonlijk vind ik het symbolisch dat een CDA minister (christelijke partij) met dit plan komt. Het doet me denken aan mijn christelijke opvoeding waar het thema: ‘jij zult niet…!’ vaak centraal staat. Toch ben ik persoonlijk een voorstander voor het massaal testen, maar om een heel andere reden.
Stel, je zou iedereen als dat organisatorisch mogelijk zou zijn testen, dan zou het wel eens kunnen zijn dat je je te pletter schrikt hoeveel mensen besmet zijn. Zaak is wel, dat je er geen consequenties of maatregelen aan verbindt want dat veroorzaakt stress. Je zou dan ontdekken dat lang niet iedereen even veel last van de besmetting heeft. Zelf heb ik dat ervaren: ik ken mensen in mijn omgeving (Brabant) die de besmetting hebben gehad en enkel wat milde klachten hebben gehad en eigenlijk helemaal niet echt lang ziek zijn geweest en ook geen verdere klachten er aan overgehouden hebben.
Op dit moment zijn er veel besmettingen geconstateerd, maar wanneer je naar de tabellen van het RIVM kijkt, zie je relatief weinig ziekenhuisopnamen en doden, in tegenstelling tot dit voorjaar; atmosfeer en planetaire standen van de planeten veranderen het virus ook. Het is een gebrek van de wetenschap om te denken dat dit virus een statisch gegeven is; immers het is zelfs begonnen met een mutatie (lees verandering) van vleermuis naar zoogdier.
In mijn boek: Ziekte een weg naar bewustzijn maar ook in mijn vorige boek: Dementie de ziekte van het verleden  probeer ik duidelijk te maken dat een ziekte die je krijgt geen noodlotsleer is. Sterker nog, ik denk dat de grote angsten die nu geactiveerd worden door verplichte quarantaine, maken dat er in het collectief onbewuste van de mensheid vooral stress en angst wordt geactiveerd, en juist die twee factoren zijn, zo weet zelfs de wetenschap, ziekmakend.

Wat verontrustend is is dat de hedendaagse gezondheidszorg losgekoppeld is van het levensverhaal van de betreffende mens. Ik maak dit mee toen ik laatst een poging deed om bij een huisarts mijn neiging tot hoge bloeddruk te bespreken. Ik vertelde hem dat ik jaren onder stressvolle omstandigheden heb geleefd en dat ik via een collega van mijn echtgenoot een middel had gekregen dat de bloeddruk temperde; het medicijn dat ik zo nu en dan gebruik was op. Het was de eerste keer dat ik bij hem kwam en ik vertelde welk middel ik van de collega van mijn echtgenoot voorgeschreven had gekregen. Wat was zijn reactie: hij vroeg niet naar mijn stressfactor, hij schreef een goedkoper middel voor van hetgeen ik oorspronkelijk wel eens gebruikte, zonder me dit te vertellen, ik ontdekte het pas bij de apotheek, en hij nam niet eens mijn bloeddruk op (waar ik trouwens wel blij om was want ik voelde me zo ongemakkelijk dat mijn bloeddruk zeker omhoog was geschoten wat weer de nodige spanningen zou veroorzaken). Kortom binnen de (voorgeschreven) tien minuten stond ik weer buiten.
Denk niet dat ik deze huisarts veroordeel; hij staat hier in de omgeving als een goede arts bekend. Doordat hij goed is, volgens de algemene norm, staat hij onder enorme druk (lange wachtlijst) en levert zonder het te weten steeds meer in op de voorsprong die we door de moderne gezondheidszorg door de eeuwen heen hebben verworven.

Kern van dit verhaal: wij zijn als mens geen ding, ga op zoek naar het persoonlijke verhaal achter de mens en je zult ontdekken dat ieder anders reageert op een virus. Wat er nu gebeurt? Er is een enorme angstcultuur ontstaan die op zichzelf al ziekteverwekkend is. Ik ben geen viruswaanzin fan, ik denk dat deze ziekte veel meer filosofisch benaderd zou moeten worden en veel meer gekeken moet worden naar het collectief onbewuste van het betreffende land. Opvallend is in deze ook dat ieder land een geheel eigen aanpak/beleid en ook verschillende cijfers van besmettingen en doden heeft; een en ander kan gewoon niet eenduidig geduid worden. Luchtvervuiling, de uitbuiting van de aarde; de wrede exploitatie van de dierenwereld, zijn allemaal onderwerpen die we in ons zelfonderzoek mee zouden moeten nemen wanneer we nadenken over waarom we dit virus wereldwijd hebben gekregen.

Het is in mijn ogen niet toevallig dat de naam van dit virus, Corona, ook de naam van de kring om de Zon is, en dat de Zon de hoogste vorm van bewustzijn is. Dit virus is een kans om anders te leren kijken naar onze samenleving en bovenal naar ons zelf!

Waarom mediteren?

Kijk eens eerlijk naar jezelf. Waar sta je in je leven? Wat waren je prioriteiten tot nu toe, en wat ga je doen met de resterende tijd? We zijn een mengeling van licht en schaduw, van goede eigenschappen en gebreken. Zijn we echt het beste dat we kunnen zijn? Moeten we blijven zoals we nu zijn? Zo niet, wat kunnen we dan doen om onszelf te verbeteren? Dit zijn vragen die de moeite waard zijn om te stellen, vooral als we tot de conclusie zijn gekomen dat verandering zowel wenselijk als mogelijk is.

In onze moderne wereld zijn we van ‘s ochtends tot ‘s avonds in de greep van eindeloze activiteiten. We hebben niet veel tijd of energie over om stil te staan bij de basisoorzaken van ons geluk of lijden. We denken, min of meer bewust, dat als we méér activiteiten ondernemen, we intensere ervaringen zullen hebben en dat daardoor ons gevoel van ontevredenheid zal verdwijnen. Maar de waarheid is dat velen van ons zich nog steeds teleurgesteld en gefrustreerd voelen door onze hedendaagse levensstijl.

Het doel van meditatie is om de geest te transformeren. Meditatie hoeft niet te worden geassocieerd met een bepaalde religie. Ieder van ons heeft een geest en ieder van ons kan er aan werken. 

Is verandering mogelijk?

De echte vraag is niet of verandering wenselijk is; de vraag is of het mogelijk is om te veranderen. Sommige mensen denken misschien dat ze niet kunnen veranderen omdat hun pijnigende emoties zo nauw met hun geest verbonden zijn dat het onmogelijk is om er van af te komen zonder een deel van zichzelf te vernietigen.

Het is waar dat in het algemeen iemands karakter in de loop van zijn leven niet veel verandert. Als we om de paar jaar dezelfde groep mensen zouden bestuderen, zouden we zelden merken dat de boze mensen geduldig waren geworden, dat  gestoorde mensen innerlijke rust hadden gevonden of dat pretentieuze mensen nederigheid hadden geleerd. Maar hoe zeldzaam dergelijke veranderingen ook zijn, sommige mensen veranderen wel, wat aantoont dat verandering mogelijk is. Het punt is dat onze negatieve karaktereigenschappen blijven bestaan ​​als we helemaal niets doen om de status-quo te veranderen. Er vindt geen verandering plaats als we onze gebruikelijke neigingen en automatische denkpatronen gewoon laten voortduren en zelfs versterken, gedachte na gedachte, dag na dag, jaar na jaar. Maar die neigingen en patronen kunnen weldegelijk worden uitgedaagd.

Agressie, hebzucht, jaloezie en de andere mentale vergiften maken ongetwijfeld deel van ons uit, maar zijn ze een intrinsiek, onvervreemdbaar onderdeel? Niet noodzakelijk. Een glas water kan bijvoorbeeld cyanide bevatten dat ons ter plaatse kan doden. Maar hetzelfde water zou in plaats daarvan kunnen worden gemengd met genezende medicijnen. In beide gevallen blijft H2O, de chemische formule van het water zelf, ongewijzigd; op zichzelf was het nooit giftig of medicinaal. De verschillende watertoestanden zijn tijdelijk en afhankelijk van veranderende omstandigheden. Op een vergelijkbare manier zijn onze emoties, stemmingen en slechte karaktereigenschappen slechts tijdelijke en indirecte elementen van onze aard.

Een fundamenteel aspect van bewustzijn

Deze tijdelijke en situatieafhankelijke kwaliteit wordt ons duidelijk als we ons realiseren dat de primaire kwaliteit van bewustzijn ‘gewoon weten’ is. Net als het water in het bovenstaande voorbeeld is weten of gewaarzijn op zichzelf niet goed of slecht. Als we achter de turbulente stroom van voorbijgaande gedachten en emoties kijken die dag en nacht door onze geest razen, is dit fundamentele aspect van bewustzijn altijd aanwezig. Bewustzijn maakt het voor ons mogelijk om allerlei soorten verschijnselen waar te nemen. Het boeddhisme beschrijft deze fundamentele cognitieve kwaliteit van de geest als lichtgevend omdat het zowel de buitenwereld verlicht door middel van percepties als de innerlijke wereld van gevoel, emotie, redenering, geheugen, hoop en angst.

Hoewel dit cognitieve vermogen ten grondslag ligt aan elke mentale gebeurtenis, wordt het zelf niet beïnvloed door een van deze gebeurtenissen. Een lichtstraal kan schijnen op een door haat misvormd gezicht, of op een lachend gezicht; het kan schijnen op een juweel, of op een vuilnisbelt; maar het licht zelf is niet haatdragend of liefdevol, noch vuil noch rein. Begrijpen dat de essentiële aard van bewustzijn neutraal is, laat ons zien dat het mogelijk is om ons mentale universum te veranderen. We kunnen de inhoud van onze gedachten en ervaringen transformeren. De neutrale en stralende achtergrond van ons bewustzijn biedt ons de ruimte die we nodig hebben om mentale gebeurtenissen te observeren in plaats van overgeleverd te zijn aan hun genade. We hebben dan ook de ruimte die we nodig hebben om de voorwaarden te creëren die nodig zijn om deze mentale gebeurtenissen te transformeren.

Wensen is niet genoeg

We hebben geen keuze over wie we al zijn, maar we kunnen onszelf wel willen veranderen. Een dergelijke ambitie geeft de geest richtinggevoel. Maar alleen wensen is niet genoeg. We moeten een manier vinden om die wens in praktijk te brengen.
We vinden niets vreemds aan het jarenlang leren lopen, lezen en schrijven of professionele vaardigheden opdoen. We besteden uren aan fysieke oefeningen om ons lichaam in vorm te krijgen. Soms besteden we enorme fysieke energie aan het trappen van een hometrainer. Om dergelijke taken uit te voeren, is een minimum aan interesse of enthousiasme vereist. Deze interesse komt voort uit de overtuiging dat deze inspanningen ons op de lange termijn ten goede zullen komen.
Werken met de geest volgt dezelfde logica. Hoe kan het zonder de minste moeite worden veranderd, alleen door het alleen te wensen? Dat is niet logischer dan te verwachten een Mozart-sonate te leren spelen door alleen maar af en toe wat op de piano te pingelen.
We doen veel moeite om de uiterlijke omstandigheden van ons leven te verbeteren, maar uiteindelijk is het altijd de geest die onze ervaring van de wereld creëert, en deze ervaring vertaalt in ofwel welzijn ofwel lijden.
Als we onze manier van waarnemen van dingen veranderen, transformeren we de kwaliteit van ons leven. Het is dit soort transformatie dat wordt veroorzaakt door de vorm van training van de geest die bekend staat als meditatie.

Wat is meditatie?

Meditatie is een oefening die het mogelijk maakt om bepaalde fundamentele positieve menselijke eigenschappen te cultiveren en te ontwikkelen, net zoals andere vormen van training het mogelijk maken om een ​​muziekinstrument te bespelen of een andere vaardigheid te verwerven.

Meditatie helpt ons om ons vertrouwd te maken met een duidelijke en nauwkeurige manier om dingen te zien en om gezonde eigenschappen te cultiveren die in ons sluimeren, tenzij we ons inspannen om ze tot leven te wekken.

Laten we dus beginnen met ons af te vragen: ‘Wat wil ik echt van het leven? Is het voldoende om gewoon van dag tot dag te blijven improviseren? Ga ik het vage gevoel van ontevredenheid negeren dat ik diep van binnen altijd voel als ik tegelijkertijd verlang naar welzijn en vervulling?’

We zijn eraan gewend geraakt te denken dat onze tekortkomingen onvermijdelijk zijn en dat we de tegenslagen moeten verdragen die ons ons hele leven ten deel zijn gevallen. We nemen de disfunctionele aspecten van onszelf als vanzelfsprekend aan, niet beseffend dat het mogelijk is om uit de vicieuze cirkel van uitputtende gedragspatronen te breken.

Vanuit boeddhistisch oogpunt zeggen de traditionele teksten dat elk wezen de mogelijkheid tot verlichting heeft, net zo zeker als dat elk sesamzaadje olie bevat. Desondanks dwalen we, om een ​​andere traditionele vergelijking te gebruiken, in verwarring rond als een bedelaar die tegelijkertijd rijk en arm is omdat hij niet weet dat er een schat ligt begraven onder de vloer van zijn hut. Het doel van het boeddhistische pad is om in het bezit te komen van deze over het hoofd geziene rijkdom van ons, die ons leven de diepste betekenis kan geven.

 De geest trainen

Het object van meditatie is de geest. Op dit moment is de geest tegelijkertijd verward, geagiteerd, rebels en onderhevig aan talloze geconditioneerde en automatische patronen. Het doel van meditatie is niet om de geest af te sluiten of te verdoven, maar om hem vrij, helder en evenwichtig te maken.

Volgens het boeddhisme is de geest geen entiteit, maar eerder een dynamische stroom van ervaringen, een opeenvolging van momenten van bewustzijn. Deze ervaringen worden vaak gekenmerkt door verwarring en lijden, maar we kunnen ze ook beleven in een ruime staat van helderheid en innerlijke vrijheid.

We weten allemaal heel goed, zoals de hedendaagse Tibetaanse meester Jigme Khyentse Rinpoche ons eraan herinnert, “dat we onze geest niet hoeven te trainen om ons vermogen om boos of jaloers te worden te verbeteren. We hebben geen boosheidsversneller of een trotsversterker nodig.” Daarentegen is het trainen van de geest cruciaal als we onze aandacht willen verfijnen en verscherpen; emotioneel evenwicht, innerlijke rust en wijsheid ontwikkelen; en toewijding willen cultiveren om aan het welzijn van anderen te kunnen bijdragen. We hebben in ons het potentieel om deze kwaliteiten te ontwikkelen, maar ze zullen zich niet vanzelf ontwikkelen, of alleen omdat we dat graag willen. Ze hebben training nodig. En elke training vereist doorzettingsvermogen en enthousiasme. We leren niet skiën door één of twee minuten per maand te oefenen. 

Aandacht en opmerkzaamheid verfijnen

Galileo ontdekte de ringen van Saturnus nadat hij een telescoop had bedacht die voldoende helder en krachtig was en deze op een stabiele steun plaatste. Zijn ontdekking zou niet mogelijk zijn geweest als zijn instrument ontoereikend was geweest, of als hij het in trillende hand had vastgehouden. Evenzo, als we de subtielste mechanismen van ons mentale functioneren willen observeren en er invloed op willen hebben, moeten we absoluut ons vermogen om naar binnen te kijken verfijnen.

Om dat te doen, moet onze aandacht sterk worden aangescherpt, zodat die stabiel en helder wordt. We zullen dan kunnen observeren hoe de geest functioneert en de wereld waarnemen. En we zullen kunnen begrijpen hoe gedachten zich door associaties vermenigvuldigen. Ten slotte zullen we door kunnen gaan met het verfijnen van de waarneming van de geest totdat we het punt bereiken waarop we de meest fundamentele staat van ons bewustzijn kunnen zien, een perfect heldere en ontwaakte staat die altijd aanwezig is, zelfs in afwezigheid van de gewone gedachtestroom.

Wat meditatie niet is

Soms worden meditatiebeoefenaars ervan beschuldigd te veel op zichzelf gefocust te zijn, zich te wentelen in egocentrische introspectie en zich niet met anderen bezig te houden. Maar we kunnen een proces dat als doel heeft om de obsessie met het ‘ik’ te laten verzinken en altruïsme te cultiveren, niet als egoïstisch beschouwen. Dit zou hetzelfde zijn als een aspirant-arts de schuld te geven omdat hij jarenlang medicijnen heeft gestudeerd voordat hij zijn beroep ging uitoefenen.

Er zijn aardig wat clichés in omloop over meditatie. Laat me er meteen op wijzen dat meditatie geen poging is om een ​​blanco geest te creëren door gedachten te blokkeren – wat toch onmogelijk is. Evenmin betrekt het de geest bij eindeloos nadenken in een poging het verleden te analyseren of op de toekomst te anticiperen. Evenmin is het een eenvoudig ontspanningsproces waarin innerlijke conflicten tijdelijk worden opgeschort in een vage, amorfe bewustzijnsstaat. Rusten in een staat van innerlijke verwarring heeft niet veel zin. Er is inderdaad een element van ontspanning in meditatie, maar die houdt verband met de verlichting die ontstaat door het loslaten van hoop en angsten, van gehechtheden en de grillen van het ego die onze innerlijke conflicten nooit voeden.

Beheersing die ons vrijmaakt

De manier waarop we in meditatie omgaan met gedachten is niet om ze te blokkeren, maar om ze als wolken te laten ontstaan ​​en ze te laten oplossen in het veld van opmerkzaamheid. Op deze manier nemen ze ons doorlopend gedachtenproces niet over. Daarnaast bestaat meditatie uit het cultiveren van een manier van zijn die niet onderworpen is aan de patronen van gewoon denken. Het begint vaak met analyse, en gaat dan verder met contemplatie en innerlijke transformatie.

Vrij zijn is meester van onszelf zijn. Het is niet een kwestie van doen wat in ons opkomt, maar eerder onszelf bevrijden van de beperkingen die onze geest domineren en verduisteren. Het is een kwestie van ons leven in eigen hand nemen in plaats van het over te geven aan de neigingen die ontstaan ​​door gewoonte en mentale verwarring. In plaats van het roer los te laten en de boot gewoon te laten drijven waarheen de wind waait, betekent vrijheid een koers uitzetten naar een gekozen bestemming – de bestemming waarvan we weten dat die het meest wenselijk is voor onszelf en anderen.

Het hart van de realiteit

Meditatie is niet, zoals sommige mensen denken, een middel om aan de realiteit te ontsnappen. Integendeel, het doel is om ons de realiteit te laten zien zoals die is, midden in onze ervaring, om de diepe oorzaken van ons lijden te ontmaskeren en mentale verwarring te verdrijven. We ontwikkelen een soort begrip dat voortkomt uit een duidelijker beeld van de werkelijkheid. Om dit begrip te bereiken mediteren we bijvoorbeeld over de onderlinge afhankelijkheid van alle verschijnselen, over hun voorbijgaande karakter en over het niet-bestaan ​​van het ego dat wordt gezien als een solide en onafhankelijke entiteit.

Meditaties over deze thema’s zijn gebaseerd op de ervaring van generaties mediterenden die hun leven hebben gewijd aan het observeren van automatische, mechanische denkpatronen en de aard van bewustzijn. Vervolgens leerden ze empirische methoden voor het ontwikkelen van mentale helderheid, alertheid, innerlijke vrijheid, altruïstische liefde en mededogen. We kunnen echter niet alleen op hun woorden vertrouwen om onszelf van lijden te verlossen. We moeten voor onszelf de waarde ontdekken van de methoden die deze wijze mensen hebben onderwezen en voor onszelf de conclusies bevestigen die ze hebben ervaren. Dit is niet puur een intellectueel proces. Een lange studie van onze eigen ervaring is nodig om hun antwoorden te herontdekken en deze op een diep niveau in onszelf te integreren. Dit proces vereist vastberadenheid, enthousiasme en doorzettingsvermogen. Het vereist wat Shantideva ‘vreugde op deugdzame manieren’ noemt.

Zo beginnen we te observeren en te begrijpen hoe gedachten zich met elkaar vermenigvuldigen en een hele wereld van emoties, vreugde en lijden creëren. Vervolgens dringen we door in het scherm van gedachten en vangen we een glimp op van de fundamentele component van bewustzijn: het oer-cognitieve vermogen waaruit alle gedachten voortkomen.

De apengeest bevrijden

Om deze taak te volbrengen, moeten we beginnen met het kalmeren van onze turbulente geest. Onze geest gedraagt ​​zich als een in gevangenschap levende aap die, in zijn opwinding, steeds meer verstrikt raakt in zijn ketenen.

Uit de draaikolk van onze gedachten ontstaan ​​eerst emoties, dan stemmingen en gedragingen, en ten slotte gewoonten en karaktereigenschappen. Wat spontaan ontstaat levert niet noodzakelijkerwijs goede resultaten op, evenmin als het in de wind gooien van zaden goede oogsten oplevert.

We moeten ons dus gedragen als goede boeren die hun velden voorbereiden voordat ze hun zaden zaaien. Voor ons betekent dit dat het onze belangrijkste taak is om vrijheid te bereiken, door middel van het bevrijden van de geest.

Als we bedenken dat het mogelijke voordeel van meditatie is om ons elk moment van ons leven een nieuwe ervaring van de wereld te geven. En dan lijkt het niet overdreven om minstens twintig minuten per dag te besteden om onze geest beter te leren kennen en in dit soort openheid te trainen. De vervulling van meditatie kan worden omschreven als een optimale manier van zijn, of als echt geluk. Dit ware en blijvende geluk is een diep gevoel dat we het potentieel dat we in ons hebben voor wijsheid en prestatie tot het uiterste hebben gerealiseerd. Werken aan dit soort vervulling is een avontuur dat de moeite waard is om aan te beginnen.

Over de auteur

Geboren in Frankrijk in 1946 als zoon van de Franse filosoof Jean-François Revel en kunstenaar Yahne Le Toumelin, is Matthieu Ricard een boeddhistische monnik, auteur, vertaler en fotograaf. Hij bezocht India voor het eerst in 1967, waar hij grote spirituele meesters uit Tibet ontmoette. Na het behalen van zijn Ph.D. is hij afgestudeerd in celgenetica in 1972, en verhuisde hij naar de Himalaya-regio waar hij de afgelopen 45 jaar heeft gewoond.

Vertaling: Hansjelle Dijkstra

Bron: Matthieu Ricard/Global Heart