…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Archive for oktober, 2021

De vruchten van het niet-doen

De woestijngang, of een soortgelijke metafoor, komen we tegen in veel mystieke en non-duale tradities. Dit zinnebeeld slaat op een fase op jouw weg als proces waarin alles dor en droog is, er is geen schaduw en geen zuchtje wind, slechts een brandende zon en een verzengende hitte. Je kunt niet voor- of achteruit, er is geen doorkomen aan in dit mulle, hete zand. Werkt twijfel op een mentaal niveau op onze voorwaarden in en een radicaal falen op een conatief niveau, deze totale verzanding in stilstand werkt op een energetisch niveau op wat ik tussen mij en mezelf inzet.

Totale stilstand kent vele verschijningsvormen. Toen Genpo zijn retraite op Ameland tot een louter stilte retraite maakte, zonder begeleidingsgesprekken en zonder onderricht, maar dertig dagen uitsluitend mediteren in stilte, begon ik de eerste drie avondsessies van die retraite breeduit zittend met grote kracht in mijn onderbuik, zoals ik dat gewend was. ‘s Avonds bij de soep in Genpo’s huisje onder de vuurtoren, zei hij volkomen onverwacht tegen me: ‘Je doet te veel.’ Ik was volkomen verrast. ‘Ik doe te veel?’, mompelde ik. ‘Ja’, zei Genpo, ‘Je doet te veel. Je zou minder moeten doen.’ Ik was verbijsterd en ook ontzettend geïrriteerd. Ik dacht: oké, als jij vindt dat ik te veel doe, dan kun je het krijgen ook! Dan doe ik helemaal niets meer! Dan zit ik niet meer vanuit mijn boek en die rechte rug zal me ook worst zijn, dan ga ik lekker zitten slapen tot ik erbij omval.

De eerste zitperiode op de volgende ochtend om vijf uur, deed ik helemaal niets meer en vanaf dat moment begon een alles verzengende verveling. Dertig dagen lang verveelde ik me helemaal te pletter. Ik ging dood van verveling. De meditatiesessies waren eindeloos en niet om doorheen te komen, ik ging helemaal stuk. Toen ik een week later, terug uit Ameland, weer met mijn maandagavond groep in het zen centrum van Amsterdam zat, wist ik plotsklaps wat het is: shikan taza. Alleen maar zitten. Het is precies wat het is. Eenvoudig weg aanwezig zijn, zonder ook maar iets te doen of iets te laten, precies zo. Het was een hoogst wonderlijke realisatie.

Wat werkte er in die dertig dagen op Ameland, toen ik letterlijk niets meer deed en stuk ging van verveling? Wat bracht me tot deze beoefening van alleen-maar zitten? Wat was dat? ‘Ik heb de Heilige Waarheden nog geenszins geprobeerd’, zei leerling Qingyuan Xingsi in de vijfendertigste casus van de Denkoroku. Wie is die ‘ik’? Wat beweegt zich van fase tot fase?

Een ander verhaal van totale stilstand heb ik met enkele studenten van me meegemaakt. Zij kwamen op een gegeven moment helemaal vast te zitten. Ze hadden al het een en ander gezien, ze hadden al heel wat op hun weg gedaan, maar het had ze niet verder gebracht dan waar ze waren en er kwam niets meer op hen toe. Ze wisten niet waarom ze nog voortgingen op hun weg en ze wisten niet waarom ze ermee zouden stoppen. Ze wilden niets meer, verwachtten niets meer, ze konden niet meer voor- of achteruit. Ik heb met ze op een terras in het zonnetje gezeten op de eerste lentedagen, met een glaasje koud bier en warme bitterballen, maar het maakte niets uit, ze werden er niet warm of koud van. En toch ging iets in die stilstand zijn gang, er werd op miraculeuze wijze iets vlot getrokken en de leerlingen bevonden zich een periode later in een volstrekt andere, vrijere en rijpere situatie. Wat was daar aan het werk? Wat werkte door hen heen, terwijl ogenschijnlijk alles tot stilstand leek te zijn gekomen?

Als we het Grote Mysterie ergens op het spoor kunnen komen, dan is het wel in deze fasen van stilstand, wanneer ik niets meer doe en er iets ontegenzeggelijk zijn gang gaat. Hier volgt de ster de ster en hier zoekt het zelf het zelf door zichzelf. Boeddha zoekt Boeddha. Boeddha ziet Boeddha.

(Wordt vervolgd)

Maurice Genko Knegtel Roshi leidt een zen stilte weekend op 11 en 12 december 2021 in Utrecht en een stilte retraite van 19 tot en met 23 januari 2022 in Eerbeek. Zie voor meer informatie de Integrale Zen website: www.izen.nl

De kunst van het falen

Ik kan me niet realiseren wie ik werkelijk ben, zolang het ego nog zaken tussen mij en mezelf in plaatst. Dit kunnen mentale hindernissen zijn, zoals ideeën, waarden, geloofsovertuigingen, oordelen en voorwaarden. Dit kunnen ook conatieve obstakels zijn, in feite elk project dat ik op mijn weg tracht te verwezenlijken en elke onderneming die ik van de grond probeer te krijgen. Ik zal alles waarop ik inzet los moeten laten om dichter bij mezelf te komen en mijn leven daadwerkelijk aan te nemen zoals het is.

Een zen meester zei eens: ‘Mijn weg gaat van mislukking tot mislukking.’ Gelukkig zijn er momenten op mijn weg als proces waarop het totale failliet van mijn onderneming zich aftekent en mijn inzet radicaal faalt. Voor ons geestelijk pad zouden we ons de woorden van de grote Ierse toneelschrijver Samuel Beckett voor ogen kunnen houden: ‘Fail. Fail again. Fail better.’ Want ons geestelijk pad gaat geenszins over slagen in welke zin dan ook. We worden er niet rustiger van, we worden niet meester over onze eigen geest opdat we kunnen denken wat we willen denken, we raken niet minder gestrest, worden geen beter mens en bereiken ook geen verlichting in de zin van een alomvattend weten. Sterker nog, het hoogste stadium van verlichting volgens de zen traditie zelf, is de Daikensho, de ‘Grote Verlichting’ en deze wordt doorgaans gedefinieerd als de ‘Grote Teleurstelling’.

Fases die noodzakelijk zijn om mijn eigen onderneming en inzet te laten mislukken zijn in drie categorieën te onderscheiden, namelijk mentaal, conatief en spiritueel.

Op mentaal niveau kennen we de Grote Twijfel, die op spirituele wegen ook wel de ‘Donkere Nacht’ genoemd wordt. Mij viel deze fase me toe toen ik voor een half jaar lang in het klooster van mijn leraar Genpo Roshi in Bar Harbor in de staat Maine (VS) verbleef. Ik ging daarheen met het voornemen niet weg te gaan voordat ik een antwoord had gekregen op mijn vraag ‘Wat is dit leven?’ Ik schreef mijn inzichten die tijdens de lange meditatiesessies opkwamen op in een schrift en nam deze inzichten vervolgens als uitgangspunt voor een verdere verdieping mee tijdens mijn uren zazen. Na vijf maanden lang van 5.00 tot 21.30 uur daags mediteren, hield ik slechts een woord in mijn schrift over als antwoord op mijn prangende kwestie: ‘Activiteit’.

Ik ging zitten met dat woord. Ik vroeg mezelf af: ‘Activiteit. Wat is dat eigenlijk? Wat is dat nu concreet?’ Op deze vraag kwam geen antwoord en ik begon langzaam te twijfelen aan mijn eigen capaciteit om te weten wat dit leven werkelijk is. Met deze twijfel ging ik naar mijn leraar Genpo Roshi en hij vroeg: ‘Wat denk je dat Shakyamuni Boeddha heeft gezien?’ Ik zei dat de Boeddha een diepgaand inzicht had verkregen in wat dit leven werkelijk is. Mijn leraar vroeg daarop: ‘Was jij daarbij?’ Ik ontkende vanzelfsprekend. ‘Hoe weet je dat dan zo zeker?’, besloot mijn leraar ons gesprek. Hierdoor ging ik meer twijfelen aan mijn eigen capaciteiten om mijn vraag tot een helder antwoord te brengen. In een volgend gesprek vroeg Roshi wat mijn grote voorbeeld Zen Meester Dogen nu eigenlijk had gezien. Ik moest hakkelend erkennen dat ik dit ook niet wist. Toen hij bij een derde gesprek vroeg: ‘Denk je dat ik iets heb gezien op basis waarvan ik weet wat dit leven is?’ ging bij mij de twijfel over in Grote Twijfel. Alles werd donker om me heen. Datgene dat zin gaf aan mijn leven, de verwachting ooit te weten wat dit leven ten diepste is, deze inzet die me vanaf mijn vijftiende dreef, viel volkomen uitelkaar. Wat een lichte, hoopvolle wereld was met een schittering aan de einder, werd een donkere, kille, sterloze nacht. Ik wist niets meer. Ik wist niet wat dit leven, mijn leven is en ik wist niet of ik daar wel ooit achter zou kunnen komen. Ik wist niet of dit tot mijn menselijke vermogen behoort, noch of het boeddhistische pad tot een inzicht leidt in mijn ware natuur. Ik had volkomen gefaald. Alles waarop ik jarenlang had ingezet, de reden van mijn studie filosofie en de reden waarom ik überhaupt op het spirituele pad was geraakt, was volledig ondermijnd. Er was geen kader meer, geen lichtpunt, geen weg, geen bereiken en geen niet bereiken.

Op een conatief niveau vond mijn volkomen teloorgang zo’n vijftien jaar later plaats, op een vrije dag tussen twee retraites op Ameland in. Ik had inmiddels een positie binnen de internationale gemeenschap opgebouwd als pleitbezorger en voorganger van de leken beoefening. Genpo had speciaal voor mij een verdiepende initiatie gelijkwaardig aan de monnikswijding gecreëerd, de zogenaamde ‘Life vows’. Ik was de eerste die ze ontving en er zouden na mij nog velen volgen. Ik weigerde mijn hechting aan maatschappij en gezin op te geven omdat ik daarvoor STOND. Ik wist me als filosoof verantwoordelijk voor de samenleving en als prille vader en echtgenoot verantwoordelijk voor mijn gezin. Als Genpo mij zou vragen alles onvoorwaardelijk los te laten, zou er voor mij een voorwaarde overeind blijven staan: mijn bewuste keuze voor een beoefening binnen de samenleving en mijn gezin. Ik had die keuze gemaakt in het klooster in Bar Harbor en had mijn gehele beoefening hierop serieus afgestemd, sterker nog, ik had er drie boeken over geschreven!

Op de vrije dag vond er in Genpo’s huisje onder de vuurtoren van Ameland een levendige discussie plaats over de vraag of leken boeddhisten ook priester konden zijn. Genpo’s eerste opvolger, de Française Genno Roshi werkte in Parijs met leken priesters. Volgens Genpo kan dat niet: je moet jezelf onvoorwaardelijk met de traditie verbinden om de traditie te vertegenwoordigen in de gedaante van een priester. En onvoorwaardelijke verbinding betekent monnikswijding. De discussie duurde de gehele dag en toen ik ‘s avonds met de soep binnenkwam, vroeg Genpo Roshi me: ‘En hoe zit het me jou?’ Ik zei: ‘Ik ben het helemaal met je eens, Roshi.’ Hij vroeg me: ‘Waarom neem je dan niet de volgende stap?’ Ik aarzelde en zei: ‘Maar je weet toch waar ik sta, Roshi? Ik kan een onvoorwaardelijke overgave wel veinzen, maar het zou nooit een volwaardige overgave zijn.’ Toen vroeg Roshi me: ‘Vertrouw je me?’

Hier legde hij de bijl aan de stam van mijn voorwaarde. Ik was vijftien jaar lang zijn vaste assistent, we deelden alles met elkaar, hoe kon ik hem NIET vertrouwen? ‘Natuurlijk vertrouw ik je’, antwoordde ik. ‘Wat is dan je probleem?’, vroeg Genpo. En daarmee was mijn gehele project van lekenbeoefening ter zielen gegaan. Ik had geen poot meer om op te staan. De bodem viel onder mijn voeten weg en ik geraakte in een vrije val. Ik had het gevoel alsof ik dood ging. Dit was het einde van mijn inzet op conatief niveau. Het jaar daarop werd ik tot monnik gewijd, tot ontsteltenis van een groot deel van de leken gemeenschap.

Het is vanzelfsprekend dat hetgeen ik tussen mij en mezelf plaats moet wijken als ik mezelf wil realiseren voor wie ik ben. De ster volgt de ster in en door me heen en dit betekent dat de tekens die ik zelf aan het firmament heb toegeschreven een voor een dienen te worden uitgewist. Als ik me niet tegen van alles en nog wat had verzet en me geen voorwaarden in het hoofd had gehaald die op zijn zachts gezegd voorbarig waren, dan was ik stante pede samengevallen met mezelf en had ik mijn leven aangenomen zoals het is.

Mijn laatste voorwaarde had te maken met de hoedanigheid van de zen meester. Ik stelde me bij een meester toch iets anders voor dan een doodgewoon mens met zijn eigenaardigheden. Immers, hij is een ‘meester’. Hij staat boven het gedoe. Hij is volmaakt vrij. Hij is glashelder. Hij is volledig in controle. Toen Genpo mij een paar jaar geleden het laatste zegel van verlichting, Inka, gaf, en ik me daardoor ‘zen meester’ (Roshi) mocht noemen, voelde ik een dag later toch een grote teleurstelling. Want, wat was er nu veranderd?

(Wordt vervolgd)

Maurice Genko Knegtel Roshi leidt een zen stilte weekend op 11 en 12 december 2021 in Utrecht en een stilte retraite van 19 tot en met 23 januari 2022 in Eerbeek. Zie voor meer informatie de Integrale Zen website: www.izen.nl

Qigong en de Weg van Tao door Ingrid van Leeuwen

Vind rust in beweging

Inleiding

In iedere boekwinkel vind je tegenwoordig het populaire boek van Francesc Miralles en Héctor García over Ikigai, het Japanse geheim voor een gelukkig leven.1

Inmiddels zijn de meeste wetenschappers het erover eens: mensen floreren als zij een doel hebben in het leven, als zij zich in hun dagelijks leven bezig houden met iets waarvoor zij passie voelen en dat hen gelukkig maakt.

Een andere schrijver en wetenschapper die onderzoek heeft gedaan naar gelukservaringen, is Mihaly Csikszentmihalyi, die de term Flow gebruikt voor de ervaring die we hebben als we door iets zijn geboeid of werken aan iets dat onze belangstelling heeft, waardoor ons gevoel voor tijd lijkt te zijn verdwenen.2

Natuurlijk hoeft onze belangstelling niet bij uitstek uit te gaan naar een spiritueel doel. Het gaat er in de eerste plaats om dat het ons geluk en tevredenheid schenkt.

In dit essay wil ik een lans breken voor de beoefening van Qigong en De Weg van Tao, een pad van Transformatie.

Door het beoefenen van Qigong kun je een toestand van Flow bereiken en je kunt deze oefeningen tot op hoge leeftijd doen.

De Weg van Tao, een pad van Transformatie, brengt je in contact met je ware essentie, waardoor je eenheid met alle dingen kunt gaan ervaren.

Allereerst een korte uitleg over de twee onderwerpen die in deze essay aan bod komen, namelijk Qigong en de Weg van Tao.

Qigong is een holistisch systeem van meditatie en oefeningen die gericht zijn op zelfheling. Het is een oude, steeds verder uitgewerkte praktische benadering die helende houdingen, bewegingen, zelfmassage, ademhalingstechnieken en meditatie omvat. Qigong betekent letterlijk ‘werken met de levensenergie’ en is een geneeskundige traditie die haar oorsprong vindt in China.3

De Weg van Tao verwijst naar het proces van innerlijke alchemie, waarin de duale energie die laag van vibratie is, wordt verhoogd tot de oorspronkelijke éne energie en waarin het mannelijke yang en het vrouwelijke yin in ons tot een eenheid worden. Het is een weg waarop wij leren dat innerlijke rust en stilte ons tot grotere hoogten kan voeren dan het voortdurend najagen van verlangens.

Over dit proces zegt de Tao Teh King in vers 48 het volgende:4

Studeren behelst dagelijks iets bijleren.

Tao behelst dagelijks iets afleren.

Steeds minder doen,

Tot niet-doen is bereikt.

Waar handelend optreden ontbreekt,

Wordt niets ongedaan gelaten.

De wereld wordt geregeerd door de dingen op hun beloop te laten.

Zij kan niet worden geregeerd door tussenbeide te komen.

In de beschouwing die hieronder volgt, zal ik zowel de beoefening van Qigong en de Weg van Tao uitgebreider toelichten en beschrijven hoe de beoefening van Qigong kan leiden tot, of behulpzaam kan zijn bij, het gaan van een spirituele weg.

Als we onze eerste schreden zetten op het pad van bewustwording, gaan we ervaren dat twee dingen uitermate belangrijk blijken: het verkrijgen van zelfkennis en innerlijke rust.

In het dagelijks leven ervaren we misschien dat onze manier van reageren en ons functioneren ons regelmatig uit evenwicht brengt en dat dit zorgt voor stress. Door zelfonderzoek krijgen we inzicht in onze manier van handelen en kunnen we ervoor kiezen om in positieve zin te veranderen. We realiseren ons dat we negatieve, schadelijke emoties kunnen vermijden en daarmee stress in ons leven kunnen reduceren. De innerlijke rust die daardoor ontstaat, zorgt ervoor dat we de fluistering van de ziel kunnen vernemen. Ik gebruik hiervoor graag de metafoor van een meer. De turbulentie en onrust in ons leven veroorzaken golven en rimpelingen op het meer, waardoor we niet in staat zijn onszelf waar te nemen in de spiegeling van het wateroppervlak. Als onze geest vrij is van beroering, wordt deze als het oppervlak van een stil meer, een spiegel die de dingen weerkaatst zoals ze werkelijk zijn. Pas als we innerlijk tot rust komen, kunnen we schouwen wat in ons leeft, wat ons steunt of belemmert.

Voor het verkrijgen van zelfinzicht en innerlijke rust is Qigong bij uitstek geschikt.

Welke voordelen kunnen we ondervinden door de beoefening van Qigong?

  • We leren in het Hier en Nu te zijn
  • We komen tijdens de beoefening in een Flow
  • Onze concentratie neemt toe en onze focus verdiept zich
  • We komen in contact met ons lichaam en dit brengt ons bij ons gevoel
  • We leren te aarden en stevig op onze benen te staan.
  • We gaan ervaren waar onze grens ligt
  • Door de confrontatie met onze grens kunnen we leren accepteren
  • We verbinden ons tijdens het oefenen met de hemel en de aarde
  • We worden ons bewust van dat wat in ons leeft en dit leidt tot zelfkennis
  • We leren onze gedachten los te laten
  • We keren ons naar binnen en dit kan ons in contact brengen met onze ware essentie

De grondslag van Qigong is song, ontspanning en rust. We gaan inzien dat het wellicht gezonder is om minder te doen, of niet te doen (Wu Wei). Door een geregelde beoefening van Qigong leren we een ontspannen, rustig middelpunt te vinden. Het wordt steeds gemakkelijker om naar die gewaarwording terug te keren als je overweldigd lijkt te worden door emoties of overspoeld door de veelheid van indrukken en/of eisen van het dagelijks leven. We hoeven alleen maar even bij onszelf na te gaan of we onze ademhaling nog in onze buik kunnen voelen en of we nog met onze beide voeten op de grond staan. Taoïsten noemen deze toestand Taiji. Taiji is het evenwichtspunt tussen yin en yang, het punt van stilte te midden van de veranderingen. Thoreau duidde deze toestand aan als ‘het observerende zelf’. Het aspect van het zelf dat niet wordt geraakt door de beroering van het leven en dat in moeilijke momenten toegankelijk is.

Ontspanning blijkt niet altijd even eenvoudig. Het vraagt om een lichamelijke en mentale transformatie. Spanning kan namelijk onbewust en chronisch zijn en eist dan voortdurend vitaliteit en Qi (levensenergie). Spierspanning kan ook van invloed zijn op het functioneren van onze inwendige organen, bijvoorbeeld de lever. Deze neemt een centrale plaats in, omdat zij de spanning en de spieren controleert en op deze wijze bijdraagt aan de verspreiding van Qi door het lichaam. Als het lichaam gespannen is, kan de lever niet optimaal functioneren en daardoor raakt het lichaam dan weer gespannen. De enige manier om uit die vicieuze cirkel te stappen is concentratie van de aandacht. Door ons bewust te worden van ons lichaam gaan we voelen wat er mis is. Als we dan onze aandacht bewust richten en onze beoefening voortzetten in overgave aan dat wat is, zonder weerstand, kan ontspanning plaats vinden. Het helpt niet om beter ons best te doen of harder en meer te oefenen. De enige manier waarop we ontspanning kunnen bereiken, is gewaarwording door aandacht en concentratie, en acceptatie van dat wat we op dat moment voelen en ervaren. Ontspannen betekent dat we loslaten en ons overgeven aan een wijsheid die de bewuste controle van de mens te boven gaat. 

Flow ervaren in de beweging en ‘excercising the soul’

David Dorian Ross beschrijft in zijn boek Exercising the Soul5 hoe hij tijdens de zachte vloeiende Qigong-bewegingen, die hij in zijn eerste Tai Chi les uitvoerde,  een toestand van Flow ervaart: ‘Occasionally, if we are lucky, we experience magical moments when we leap ahead of our personal evolutions and see ourselves as we could be. Csikzentmihalyi calls them ‘Flow States’. Something remarkable happens in these moments; growth, insight, or spiritual bliss. In my first Tai Chi class, I was dropped unexpectedly into one of these moments, catapulted by the simple movements of the routine and that experience changed my life forever’. Tijdens een dergelijke ervaring kun je een gevoel van eenheid en verbondenheid met het universum ervaren. Thomas Moore noemt dit ‘Ziel’, dat wat diepte en betekenis geeft aan ons leven. In principe zijn wij altijd verbonden met alles wat leeft. Door de hectiek en de eisen die het leven stelt, ervaren wij vaak een gevoel van afscheiding, van eenzaamheid en verlies van contact met onszelf en de wereld om ons heen.

Voor David Dorian Ross zijn de vloeiende bewegingen een manier om weer volledig in contact te komen met je authentieke zelf: ‘an excercise of the Soul even more than an excercise of the Body’. Volgens hem kunnen we in ons dagelijks leven steeds opnieuw het Universele principe ervaren dat we ofwel een stap richting ons evenwicht zetten, ofwel een stap daarvandaan bewegen. Hij beschrijft ook hoe we onszelf in de weg staan om heelheid te bereiken: ‘The main reason we all aren’t basking in the enlightened bliss of our Soul is that we get in our own way. We put on a legions of physical, emotional or intellectual blinders against the appreciation of our own perfect BodyMind. The simple movements nurture the BodyMind by creating conditions in which our internal blindfolds can slip, slide and fall off, and the Soul can be revealed.’

Religious Qigong for Enlightenment or Buddhahood

Religie en Qigong zijn van oudsher nauw met elkaar verbonden. In het boek The Root of Chinese Qigong6 wordt door Dr. Yang, Jwing-Ming beschreven hoe in China in het Taoïsme en Boeddhisme Qigong training werd gebruikt om verlichting of de Boeddhastaat te bereiken. Hij schrijft dat verschillende religies verschillende Qigong stijlen beoefenden, die ofwel moesten leiden tot levensverlening of tot verlichting. Het uitgangspunt is vergelijkbaar, maar de beoefening verschilt.

In de meeste religieuze tradities wordt de nadruk gelegd op het belang van meditatie en gebed (dat een vorm is van meditatie), omdat de mens voortdurend strijd voert tussen positieve en negatieve emoties en daden. Meditatie brengt onze gedachten tot rust en zorgt ervoor dat de Qi weer in balans wordt gebracht. We voelen ons daardoor evenwichtiger en zekerder van onszelf. Wanneer we innerlijke vrede ervaren, kan in ons de behoefte ontstaan om het lijden in deze wereld teniet te doen. De Chinese Boeddhisten en Taoïsten onderzochten het effect van Qigong in hun spirituele beoefening. Door de beoefening van Qigong kunnen zij een staat van verlichting bereiken.

De religieuze Qigong die voert naar deze Boeddhastaat of verlichting, is lange tijd geheim gehouden. In deze training wordt gezocht naar een weg die ons verlost van het menselijk lijden en het wiel van reïncarnatie (het steeds opnieuw op aarde worden geboren). De beoefenaars gaan ervan uit dat al het menselijk lijden wordt veroorzaakt door onze begeerten, emoties en onwetendheid. Als je daarin gevangen blijft, is het resultaat dat je steeds weer opnieuw na je dood terug keert naar de aarde om vervolgens weer opnieuw in lijden verstrikt te raken. Om uit deze cirkelgang te geraken, is het noodzakelijk je geest (mind) dusdanig te trainen dat je je emoties en begeerten kunt onderkennen en loslaten. Dan kun je na je dood het Hemels Koninkrijk binnengaan in een staat van Eeuwige Vrede.

Het valt niet mee om in ons hectische leven voldoende tijd vrij te maken voor deze training en daarom trokken deze beoefenaars van Qigong de bergen in of zochten elders de rust en stilte. Op dat niveau is het onderzoek naar de menselijke energie een spirituele wetenschap, die los staat van iedere vorm van religie.

Religieuze Qigong beoefenaars trainen dus hun interne Qi om hun geest (Shen) te voeden en te versterken, zodat hun geest in staat is de dood van het fysieke lichaam te overwinnen. Zij leiden de Qi naar het voorhoofd waar de geest zetelt, en verheffen deze tot een hogere staat van bewustzijn. Deze vorm van Qigong, waarbij het beenmerg rein wordt gehouden en het brein wordt gevoed om spirituele verlichting te bereiken, wordt beschouwd als de hoogste en moeilijkste vorm van Qigong.

Over de staat van zijn waarnaar David Dorian Ross en Dr. Yang, Jwing-Ming verwijzen, lezen wij het volgende in de onderstaande tekst van Wang Chong Yang, een taoïstisch leraar uit de 12e eeuw.7

De oorspronkelijke natuur was er voordat wij werden geboren. Zij zal er zijn na ons sterven.

De oorspronkelijke natuur wordt ook wel de wetende geest genoemd. Zij wordt niet geboren en zal nooit sterven.

Iedereen bezit de oorspronkelijke natuur.

Wij zien haar niet, omdat zij dikwijls is verduisterd door hunkering, begeerte en slechte gedachten. Als wij dat wat onze oorspronkelijke natuur verbergt niet opzij vegen, verliezen we de verbinding met Vroegere Hemel en zijn we gedoemd tot ontelbare levens vol lijden.

Hoe sluit je je weer aan bij Vroegere Hemel? Vroegere Hemel moet je ervaren in de geest van de Tao. Als je probeert om Vroegere Hemel met je ego te begrijpen, vind je hem nooit.

Vroegere Hemel en de oorspronkelijke natuur liggen vlak voor ons. We kunnen ze niet zien omdat het ego een barrière heeft opgericht. Als we het ego kunnen opheffen, zal de oorspronkelijke natuur, of het hart van de Tao, verschijnen.

Als het hart van de Tao verschijnt, verschijnt Vroegere Hemel.

Naarmate we meer inzicht verkrijgen in onszelf en in onze emoties, kan er steeds meer innerlijke rust ontstaan en kunnen we een bepaalde openheid gaan ervaren. We kunnen een verlangen gaan voelen naar meer verdieping. Dat verlangen kan uitmonden in de keuze voor het loslaten van ons ego, onze toewijding aan iets dat groter is dan onszelf, aan iets universeels. Het kan ons op het pad brengen van eenwording, dat ook wel de Weg van Tao wordt genoemd. 

De Weg van Tao, innerlijke alchemie

Innerlijke alchemie is het oplossen van iedere vorm van afgescheiden zijn. De beoefenaar wordt hierdoor als een kleine vonk van een immens groot vuur. Hij straalt het licht en de warmte hiervan spontaan weer uit. Dat verandert niet alleen zijn eigen leven, maar werkt ook uit in de gehele tijdelijke wereld. Deze wordt erdoor verwarmd, verlicht en transformeert in zekere mate mee. De innerlijke alchemist gaat zijn weg dan ook nooit voor zichzelf alleen. 

Tao en Teh

De mens is van oorsprong zowel vrouwelijk als mannelijk, zowel yin als yang. Als we de weg van transformatie, van innerlijke alchemie willen gaan, is het onze opdracht om het vrouwelijke en het mannelijke in onszelf te verenigen. Dit doen wij door ons leven te richten op het Ene, dat Lao Tse ‘Tao’ noemt. Tao leer je niet kennen door veel te weten of te lezen. Tao kan alleen worden gekend door een weg te gaan van niet-ik, van ego-loos handelen, van wu wei. Tao kunnen wij niet waarnemen, maar de kracht, de werking die van Tao uitgaat, de Teh is te ervaren. De Teh is de openbaring van Tao. Tao en Teh zijn nauw met elkaar verbonden. Beide maken geen deel uit van onze wereld. Om toch een beeld hiervan te krijgen, zouden we kunnen zeggen dat Tao en Teh te zien zijn als de zon en haar straling. Beide zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: zonder zon geen straling, maar de straling is alleen mogelijk zolang de zon bestaat.

Tao en Teh waren er al voor dit universum ontstond en zullen er nog altijd zijn als dit universum ophoudt te bestaan. Tao en Teh nemen geen deel aan enige vorm van tijd of ruimte. Hoewel Tao niet de schepper van het universum is, blijft het er wel mee verbonden. De Teh is de werking van Tao in al het bestaande, zij biedt aan alles de mogelijkheid om zich op eigen wijze te kunnen ontplooien. Tao is als onsterfelijke kern ‘in het midden’ van al het geschapene aanwezig, maar is tegelijkertijd alom- en altijd tegenwoordig. De stroom van Teh heeft twee richtingen. In haar werking als uitgaande energie helpt de Teh de mens om zich te ontplooien gedurende het tijdelijke leven dat hem of haar is toebedeeld. In haar werking als ingaande energie ‘roept’ de Teh de mens op om zijn leven in dienst te stellen aan ‘het midden’, aan Tao.

Terugkeren tot de simpele staat van een kind is een metafoor voor een volwassen taoïstische levenshouding van eenvoud en oprechtheid; het leven zonder bijbedoelingen leven. De ‘altijddurende deugd’ van de Teh zal de zoeker naar Tao dan blijvend steunen en begeleiden. De zoeker naar Tao wordt een leerling van Tao als hij zich niet langer op eigenbelang richt, maar zich in dienst stelt van Tao. Het wordt ‘de Gouden Weg’ genoemd, omdat de liefdekracht in het hart het werk verricht. De weg van Tao gaan betekent alles opgeven, zelfs het willen gaan van deze weg! Een volgeling van Tao blijft een gewoon mens, die niet volmaakt is en dat ook nooit zal worden. Hij blijft echter op het pad van overgave en deugd en bewandelt de weg van het midden. Daarop leert hij voortdurend in evenwicht te staan.

Conclusie

Als je dus op zoek bent naar een levensvervulling die jou geluk schenkt, is Qigong een goede keuze. Je kunt dit op ieder niveau beoefenen. Misschien spreken jou de vloeiende bewegingen aan, waarmee je jouw lichaam soepel houdt en je spieren en pezen traint. Of wil je de flow ervaren die spontaan kan ontstaan tijdens het aandachtig uitvoeren van de bewegingen. En wellicht ervaar je geestelijk en lichamelijk meer stabiliteit, waardoor je je in het dagelijks leven steviger en rustiger voelt. Meer verdieping nog kun je vinden als je besluit je leven te wijden aan de Weg van Tao, de Weg van Transformatie. Wat je ook kiest: met Qigong zet je een stap naar meer vervulling in je leven! Welke weg kies jij?

Ingrid van Leeuwen

Literatuurlijst: 

  1. Francesc Miralles, Héctor García, Ikigai, Het Japanse geheim voor een lang en gelukkig leven, Meulenhoff Boekerij bv. Amsterdam, 2017
  2. Mihaly Csikszentmihalyi, Flow: psychologie van de optimale ervaring, Boom Uitgevers, Amsterdam, 2008
  3. Kenneth S. Cohen, Handboek Qigong, Servire Uitgevers bv. Utrecht, 1998
  4. Tau-te tjing, Lau Tse, Servire, Katwijk, 1994
  5. David-Dorian Ross, Exercising the Soul, Title Books, 1957
  6. Yang, Jwing-Ming, The Root of Chinese Qigong, YMAA Publication Center, Wolfeboro, 1997
  7. Eva Wong, Zeven zoekers naar de Tao, pg.62, Ankh-Hermes, Utrecht, 1993
  8. De wijsheid van het grondeloze TAO, leven wat niet gezegd kan worden. Symposion Reeks, Rozekruis Pers, Haarlem, 2013
  9. Elly Nooyen, Hart voor Tao, Rozekruis Pers, Haarlem, 2013
  • Elly Nooyen, Weg in Tao, Rozekruis Pers, Haarlem, 2019
  • Erich & Leo Kaniok, Het geluk van TAO, verhalen en parabels uit China, Asoka bv, Rotterdam, 2008
  • Kristofer Schipper, Zhuang Zi, de volledige geschriften, Augustus, Amsterdam-Antwerpen, 2014

 

Noot van de schrijfster: ik heb voor de leesbaarheid van dit essay de vrijheid genomen één vorm aan te houden voor de spelling van de vertaling van de Chinese begrippen. In de literatuur die ik voor dit essay heb geraadpleegd, werden deze begrippen op diverse manieren gespeld.

Via de leraar

Als het zelf in en door mij heen zichzelf zoekt, heb ik dan een leraar of lerares nodig of heb ik voldoende aan mijn eigen innerlijke leiding?

Voor mij was het evident dat ik een leraar nodig had. Ik had een leraar nodig om me om mijn eigen hoek te laten kijken; dat is iets dat ik niet zelf kan. Mijn leraar Genpo Roshi en ik deelden ogenschijnlijk weinig met elkaar. Ik ben een intellectueel, breed belezen, met een levendige belangstelling voor de beeldende kunsten en een voorliefde voor filmhuis films. Genpo is een sportman, die ooit als waterpolospeler van het Amerikaanse team goud op de Olympische Spelen in Mexico had gewonnen. Een zeer fysieke man, die The Karate Kid tot zijn favoriete films rekent. Waren we elkaar in de kroeg tegengekomen, dan hadden we elkaar niet opgemerkt, zo zeer verschillen onze interesses, maar op het geestelijke pad vonden we elkaar alsof het zo had moeten zijn. Een ster volgt een ster in en door mij heen. Ik had al van verschillende leraren begeleiding gehad, maar bij Genpo had ik onmiddellijk het gevoel dat precies hij de juiste persoon is om mijn sterke geesteskracht om te buigen en mijn welbespraakte lippen tot zwijgen te brengen.

In relatie tot mijn leraar Genpo Roshi, maar ook in relatie tot mijn eigen leerlingen, kan ik vijf punten formuleren die voor mij een bevestigend antwoord zijn op de hierboven gestelde vraag.

Ten eerste, de leraar of lerares leeft jouw weg als proces voor. Hij herkent de fases waarin je belandt, staat naast je en ziet je in jouw proces, worstelend, peinzend, wanhopig, euforisch, twijfelend, totaal verloren. Mijn leraar Genpo had voor alle begeleiders die hij opleidde een klaar en duidelijk advies: ‘Je kunt niet geven of delen wat je niet hebt ontvangen.’ Een leraar of lerares kan je niet bijstaan in een fase die hij of zij nooit heeft doorgemaakt. Dit voel je als leerling: wat je terugkrijgt is niet doorleefd, het is bedacht. Dit is een van de redenen waarom de weg samen met een leraar of lerares plotsklaps kan ophouden. De leraar of lerares reikt niet tot waar jij reikt. Het plafond is bereikt, je moet gaan zoeken naar een andere leraar of lerares om jezelf verder te kunnen verdiepen. Dat de leraar je voorgaat op jouw weg als proces, door al die verschillende fasen heen, geeft je vertrouwen. Het is OK om hier te verblijven, ook al is het geenszins prettig. Het is OK om hier binnen te gaan, ook al is het vreeswekkend. Het is OK om los te laten, al zegt alles in je om dit niet te doen. Dit vertrouwen leeft de leraar voor.

Ten tweede, de leraar resoneert met jou. Hij of zij is de pijp waardoorheen jouw leven stroomt. Jouw situatie is de situatie waarin de leraar zich beweegt, zeer intiem; hij verkent de ruimte waarin jij je bevindt, hij houdt de verschillende objecten in zijn handen, ruikt eraan, kijkt ernaar en geeft je terug wat hij ziet, hoort, voelt en denkt. Zo is hij op de meest nabije wijze met je en geeft je jezelf in deze situatie aan jezelf terug. Je begint je door wat de leraar je teruggeeft vragen stellen en zaken te realiseren over jezelf. Je herinnert je jezelf in wat je in deze levenssituatie doet en bent. Je kijkt jezelf in de spiegel die de leraar of lerares is in de ogen en je ziet jezelf in elke situatie weer op een andere manier. Zo ontstaat het caleidoscopische beeld van het zelf, de reflectie en herinnering van jezelf.

Ten derde, de leraar bekrachtigt je. Hij ziet je voor wie en wat je bent en geeft dit aan je terug: zo is het. Het wonderlijke is, dat wij onszelf niet kunnen aannemen voor wie we zijn. Hier hebben we een ander voor nodig. Iemand die tegen ons zegt: ‘Kijk, dit ben jij. Dit is van jou. Dit is behoort wezenlijk tot jou. Neem het aan, jij bent het zelf.’ Zo leren we stukje bij beetje onszelf te belichamen voor wie we werkelijk zijn en wordt uiteindelijk, via de leraar, ons leven bekrachtigt zoals het is. Pas dan zijn we werkelijk vrij om ons leven te leven. Zo is het. Niet anders.

Ten vierde, de relatie tussen leraar en leerling is het proces van de leerling zelf, jouw weg als proces, waarin je weerstanden, angsten, patronen, voorwaarden, waarden, zienswijzen, twijfels en blinde vlekken in het licht komen en meer en meer worden gerealiseerd en aangenomen. In het proces tussen leraar en leerling wordt dat wat de leerling tussen hem en zichzelf inzet helderder en minder weerbarstig, en kan langzaam maar zeker een intimiteit groeien, die leraar en leerling meer en meer laat samenvallen tot een levende aanwezigheid. Iets gaat zijn gang. Iets dat niet in welke fase dan ook kan belanden en zich in elke fase manifesteert. Zo wordt het zelf in al zijn aspecten, in heel zijn conditionering, maar ook in zijn intimiteit, zijn onbepaaldheid en onbeperktheid meer en meer zichtbaar, herinnerd en belichaamd. Via de leraar volgt de leerling het proces van weerstand en verzet naar intimiteit en resoneren tot hij tenslotte tezamen met de leraar meebeweegt op de Ene die alles in zich draagt en draagt, van de ene kant naar de andere en van voren naar achteren.

Tenslotte en misschien wel het aller belangrijkste, de leraar of lerares ziet je. Hij is je getuige, in alle fasen die je doormaakt. Hij is misschien wel de enige die je ooit ziet voor wie je bent, in al je aspecten en facetten, ook die, welke je liever in de schaduw laat. ‘Bearing witness’, het motto van mijn spirituele oom Bernie Glassman Roshi, is misschien wel het meest wezenlijke in de leraar leerling verhouding. Via de leraar, keer je terug bij jezelf, om jezelf helemaal aan te nemen voor wie je bent. Het zelf zoekt zichzelf in en door mij, maar via de leraar. Hij is de spiegel waarin ik mezelf zie. Hij is de getuige die mij mezelf laat aannemen. Zonder een ander mens gaat dat niet. Of zoals Christopher Supertramp, die zwervend op zoek ging naar vrijheid en geluk en eenzaam kwam vast te zitten in zijn Magic Bus op de ijsvlakten van Alaska, voordat hij overleed in zijn dagboek als zijn laatste woorden noteerde: ‘Happiness is only possible when it is shared’. (Zie ook de film Into the Wild van Sean Penn, een monumentale film over jouw weg als proces met genoemde zin als slotakkoord.)

(Wordt vervolgd)

Maurice Genko Knegtel Roshi leidt een zen stilte weekend op 11 en 12 december 2021 in Utrecht en een stilte retraite van 19 tot en met 23 januari 2022 in Eerbeek. Zie voor meer informatie de Integrale Zen website: www.izen.nl

Jouw weg als proces

Inleiding

Weg is een werkwoord. Jouw weg is een proces, het is proceswerk. En dat terwijl jij maar heel weinig doet in dat proceswerk. Jouw weg is onbegrijpelijk en onbeheersbaar en hij is tegelijkertijd gekenmerkt door een natuurlijke orde, waarin elke fase een vast plek heeft binnen het proces en gedeeld wordt met de fasen van de wegen van anderen. Het gaat me in deze bespiegeling van ons geestelijke pad niet om het lineair weergeven en duiden van de opvolging van de verschillende fasen zoals dat bijvoorbeeld in ‘De Tien Plaatjes van de Os’ gebeurt. Het gaat me om het beschrijven van jouw weg, van mijn weg als proces op zo’n wijze dat het evident is dat onze weg volstrekt ondoorgrondelijk en volkomen oncontroleerbaar is. Weg is een werkwoord, maar bovenal een wonder, een groot wonder, in al zijn unieke faseringen.

Er is een koan uit de Denkoroku, ‘De Transmissie van het Licht’, een voor ons verstand onoplosbare kwestie, die voorafgaat aan al onze bespiegelingen van onze weg als proces. Enerzijds drukt de koan de onvermijdelijkheid uit van elke fase waarin mijn proces belandt en de onwrikbaarheid van de opeenvolging van fases. Anderzijds drukt de koan uit dat iets in dit proces zijn gang gaat en zich in elke fase vrijelijk manifesteert – en ik ben het niet!

Hierbij ter inleiding van alle reflecties op onze weg de koan: ‘De vierendertigste Patriarch was Grote Meester Qingyuan Xingsi. Hij oefende in de gemeenschap van Caoxi (van de Zesde Patriarch Huineng). Hij vroeg de Patriach: ‘Wat kan ik doen om niet in een fase te belanden?’ De Patriarch vroeg: ‘Wat heb je tot dusverre gedaan?’ De Meester antwoordde: ‘Ik heb nog geeneens de Heilige Waarheden geprobeerd.’ De Patriarch vroeg: ‘In welke fase zul je eindigen?’ De Meester zei: ‘Als ik nog geeneens de Heilige Waarheden heb geprobeerd, welke fase kan er dan zijn?’ De Partiarch was zeer onder de indruk van zijn vermogen.’ (Keizan Zenji, Denkoroku, kwestie 35 Qingyuan Xingsi (660 – 740))

Bodhicitta, het begin dat geen begin is

Er is een fantastische metafoor voor jouw weg als proces en ook voor het begin van jouw weg, dat in boeddhistische termen bodhicitta wordt genoemd, ‘het verlangen om te ontwaken’. Bodhicitta is een belangrijk begrip binnen het boeddhisme, zelfs belangrijker dan het begrip sambodhi, ‘ontwaken’. Bodhicitta is immers hetgeen waar het allemaal mee begint en zonder bodhicitta is er geen weg. Mijn weg, jouw weg begint met dit verlangen, deze urgentie, juist dat wordt prachtig uitgedrukt in de metafoor van de drie wijzen uit het Oosten die de ster volgen in de woorden van de grote twintigste eeuwse dichter T.S. Eliot:

Journey of the Magi (begin)

Een barre tocht was het wel

Net de slechtste tijd van het jaar

Voor een reis, en zo’n verre reis:

De wegen zompig, het weer gemeen,

Het hartje van de winter.

En de kamelen, ontveld, met zere hoeven, weerspannig,

Gingen liggen in de smeltende sneeuw.

Spijt bekroop ons soms als we dachten

Aan de zomerpaleizen op de hoogten, de terrassen,

En de zijden meisjes die sorbets brachten.

Dan had je het vloeken en morren van de drijvers,

Die de benen namen, hun drank en vrouwen eisten,

En de nachtvuren die uitgingen, het gebrek aan dekking,

En de steden vijandig en de stadjes onvriendelijk

En de dorpen smerig en veel te duur:

Een barre tijd was het wel.

Ten slotte reden we liever de hele nacht door,

Slapend bij rukken,

Met de zingende stemmen in onze oren die zeiden:

Dit is allemaal dwaasheid.

(Vertaling uit het Engels van Bert Voeten)

De drie koningen volgen een intuïtie. Ze volgen een ster. Maar hoe weten ze dat deze, van al die sterren, de ster is die ze moeten volgen? En waarom volgen ze deze ster? Waar leidt deze ster ze heen? Ze hebben er ideeën over, maar niemand kan ze verzekeren dat daar ook maar iets van uitkomt. En dan gaan ze een reis aan, de reis van hun leven, die lang duurt, taai is en vol ongemak. Waarom toch? Wat bezielt ze? Waarvoor zouden ze dit allemaal doen? En toch doen ze het. En toch doe ik het. Ik weet niet waarom, ik weet niet waarvoor, maar ik volg die ster omdat iets in me zegt dat dit het allerbelangrijkste is om te doen in mijn leven. Garanties heb ik niet, antwoorden evenmin, het wordt er ook niet veel gemakkelijker op, maar het volgen van die ster, zonder te weten waar hij mij toe leidt en of het wel de juiste ster is, is het enige dat me te doen staat in dit leven. En dat is het enige dat ik weet.

Er moet een herkenning zijn opdat jij juist deze ster volgt en niet die andere, die een ander volgt. Alleen een boeddha zoekt een boeddha, omdat alleen een boeddha een boeddha herkent. Zo volgt de ster de ster door en in jou. En dit is eigenlijk al begonnen nog voordat jij je realiseerde dat je juist deze ster te volgen had. We beginnen niet met de weg als een proces. De weg begint met ons. Elke stap die we zetten, is een stap die de weg op de weg zet. Het zelf zoekt zichzelf in en door mij, Weg is een werkwoord, maar ik doe niet zoveel, behalve faciliteren en tegenwerken. De weg werkt.

(Wordt vervolgd)

Maurice Genko Knegtel Roshi leidt een zen stilte weekend op 11 en 12 december 2021 in Utrecht en een stilte retraite van 19 tot en met 23 januari 2022 in Eerbeek. Zie voor meer informatie de Integrale Zen website: www.izen.nl