1. Onze “gezondheidszorg” is in grote problemen. Lazen wij vroeger vooral over sluitingen van ziekenhuizen, ontevreden gezondheidswerkers of de afgang van een staatssecretaris, nu staan de kranten bol van berichten als een steeds duurder wordend gezondheidssysteem, verhoging van de eigen bijdragen, voortdurende bezuinigingen, een steeds ondoorzichtiger wordend systeem, vercommercialisering, lange wachttijden, de onpersoonlijke behandelingen, voorkeursbehandelingen voor de geprivilegieerden, een onbetaalbare technologie, verdwijnen van interesse voor verzorgende beroepen, een steeds machtelozer wordende medische wetenschap en de verdere toename van het aantal chronisch en psychiatrisch zieken. De situatie is reeds een “nationale ramp” genoemd. Het was dan ook niet verbazingwekkend dat er enige tijd geleden suggesties voor een parlementair onderzoek naar het functioneren van de gezondheidszorg zijn geopperd. Het probleem is, dat de huidige gezondheidszorg op de verkeerde fundamenten is gebouwd. Is de richting (ooit) verkeerd gekozen, dan gaat alles op een gegeven moment mis, hoeveel er dan ook nog aan gesleuteld wordt. Op zo’n moment helpt alleen nog een behandeling die de oorzaken aanpakt.
2. Het probleem ligt eenvoudig en is terug te voeren op slechts één enkele hoofdoorzaak. Het is een gevolg van het feit, dat men ongeveer 150 jaar geleden koos voor ziektebestrijding in plaats van gezondheidsbevordering. En zo is het nu nog steeds. De zogenaamde “gezondheidszorg” is geen zorg voor de gezondheid, maar een systeem van symptoombestrijding. Hoe ongelooflijk het ook klinkt, de huidige crisis is het gevolg van een (onuitgesproken) definitie. Het medisch handelen gaat namelijk in de praktijk maar van één uitgangspunt uit: gezondheid als de afwezigheid van klachten en symptomen. Deze staat in schril contrast met de op zichzelf geslaagde (maar zeer „idealistische”) definitie van gezondheid van de WHO: „gezondheid als het welbevinden lichamelijk, geestelijk en sociaal”. Waar in plaats van de mens de technologie centraal staat, is gezondheid niet meer een waarde op zichzelf ten bate van het individu of de gemeenschap, maar is zij ondergeschikt aan economische belangen. „Fit for production” in plaats van „fit for life” (…). Een zorgwekkende ontwikkeling, waarbij ethische grenzen structureel overschreden dreigen te worden.
3. Vooropgesteld, dat wij uiteraard een ieder een goed inkomen gunnen. Wat ik ter discussie wil stellen is niet de individuele werker waarvan ikzelf er ook een ben – maar het systeem. Wij zitten allen gevangen in een systeem, waar wij – ook al zouden wij dit willen – moeilijk of niet onderuit komen. Het cruciale punt is nu, dat wat wij onze gezondheidszorg noemen in feite (onbedoeld) ziektebevorderend is. Een systeem gebaseerd op ziekte(symptoom)- bestrijding heeft belang bij ziekte en niet bij gezondheid. Het inkomen van de arts is immers afhankelijk van het dagelijkse aantal patiënten op zijn spreekuur. Het ziekenhuis wil voortdurend al zijn bedden bezet zien. Het laboratorium wil dagelijks een maximaal aantal bepalingen. De technologische industrie wil een maximale afzet van zijn apparatuur. De farmaceutische industrie en de apothekers willen een optimale verkoop van hun medicijnen, de ziekteonkosten- en pensioenverzekeraars willen optimaal beleggen en verdienen aan de premies van de gewone burger, de politici en burokraten oefenen macht uit, de wetenschappelijke onderzoekers beschermen hun (vaak irrelevante) onderzoek, en alle andere “zorgwerkers” zijn primair – terecht – bezorgd om hun baan. Allen hebben op de eigen wijze – gewild of ongewild – belang bij ziekte. Hoe meer ziekte, des te beter het is voor het systeem. Een systeem dat van ziekte profiteert, is niet (of maar ten dele) geïnteresseerd in gezondheidsbevordering. Dit zou immers tegen de eigen belangen ingaan.
4. Dat het ook anders kan, bewijst de jarenlange praktijk van vele artsen en onderzoekers in vele landen. Evenals in mijn 33 jarige ervaring met zowel acute als chronische ziekte staat hier de gezondheid centraal. Met de gezondheid als uitgangspunt verandert alles op slag. Het menselijk lichaam („bodymind”) blijkt dan een zinvol op overleving gericht organisme te zijn. Het is een geïntegreerd geheel, waarin het laatste meer is dan de som der delen. Voor het overleven is het bovendien doorslaggevend, dat het goed aan de omgeving is aangepast en andersom. Symptomen worden niet meer geduid als “afwijking van de gezonde norm” – zonder die norm verder gedefinieerd te hebben – maar zijn in principe uitingen van strategisch zelfmanagement van het lichaam. In plaats van verschijnselen te isoleren en als zodanig te benaderen, wordt inzicht in de samenhang doorslaggevend voor zinvol medisch handelen en het vinden van de juiste therapie. Nieuwe wetenschappelijke modellen zijn daarbij dringend nodig.
5. Nu is gebleken, dat een gezonde leefstijl op basis van één van die nieuwe wetenschappelijke modellen (medische systeemtheorie), in de praktijk “Stroomsysteem” genoemd, niet alleen leidt tot optimaal functioneren en een blakende gezondheid, maar tevens en indirect talloze stoornissen en ziekten, ook vele chronische, verbetert cq weet te genezen. Het stroomsysteem – als het dynamisch evenwicht tussen opname (voeding, vocht, lucht en gifstoffen), verwerking (vertering, transport, verbranding en assimilatie) en afgifte (ontgifting en uitscheiding) – blijkt de basis van gezondheid te zijn. In plaats van het behandelen van „specifieke” ziekten, worden vrijwel uitsluitend deze basisfuncties geoptimaliseerd. Het is voor iedereen gemakkelijk te begrijpen en in het dagelijks leven toe te passen. Het levert het theoretische en praktische fundament voor zowel preventie, een gezonde leefstijl en therapie. Zelfzorg is hiermee de hoeksteen van de gezondheidszorg geworden. De sleutel tot de gezondheid ligt zo in ieders eigen hand!
6. Voor de gezondheidszorg als geheel betekent dit tevens de uitweg uit de onvruchtbare tegenstelling tussen “regulier” en “alternatief”. Niet in de laatste plaats omdat de laatsten zich in zorgwekkend tempo eveneens in specialistisch-detaillistische richting ontwikkelen. Tot dusver hebben zij geen oplossing aangedragen voor de massale problemen. De indeling van de gezondheidszorg dient daarom vanuit een geheel ander perspectief gemaakt te worden. Ondersteund door onze speciaal opgeleide BasisgezondheidsConsulenten kan ieder individu zijn/haar gezondheid nu grotendeels zelf behartigen. Gezien de beschikbare inzichten en ervaring is hij/zij daartoe – naar individuele mogelijkheid – ten opzichte van zichzelf en de gemeenschap in staat en verplicht. In de gezondheidszorg kan dan gebruik gemaakt worden van reeds bestaande netwerken van zelf- en wederzijdse hulp. De (toekomstige) werkzaamheden van de BasisgezondheidsConsulent bestaan dan uit gezondheidseducatie (“stroomsysteem”), praktische ondersteuning bij gezonde leefstijlprogramma’s, individuele begeleiding – voeding, ontslakking, regeneratie, fitness, emotionele zelfintegratie, milieuvriendelijke huishouding – inclusief de (biologische) basistherapie voor kleine klachten. Dit geheel valt dan nog steeds onder 1) Zelfzorg. Vervolgens zouden de principes van stroomsysteemtherapie, gezonde leefstijl en zelfzorg in het onderwijs (op alle niveaus) geïntegreerd moeten worden.
7. Onze basisgezondheid kunnen we op deze manier zelf behartigen, voor de rest is er dan de professionele hulp. Deze wordt ingedeeld in de 2) Holistische en de 3)Technologische Geneeskunde. Het is logisch, dat we waar mogelijk – in alle gevallen waar er echte verbetering cq reversibele processen mogelijk zijn – eerst de eigen weerstandsverhogende, levensbevorderende therapieën zullen inzetten. Deze hebben hun glorierijke wortels in de traditie van Hippokrates tot Boerhaave, Sydenham, Hufeland en de moderne tijd, artsen die zeer succesvol waren (zijn) in het behandelen van juist die ziekten, die ons heden ten body mind
dage zoveel hoofdbrekens bezorgen. Andere culturen – India, China, de Arabische landen en de Inheemse volken – hebben vergelijkbare tradities. Volgens R.Muller, voormalig directeur van de WHO is de traditionele holistische geneeskunde goed voor het genezen van 70% van de huidige (welvaarts)ziekten. Daarom is het tijd, dat het woord „alternatief” wordt geschrapt. Onder de gemeenschappelijke noemer van Holistische Geneeskunde zijn o.a. natuurgeneeskunst, fytotherapie, homeopathie, huisartsen nieuwe stijl, diëtisten, fysiotherapeuten, vroedvrouwen, orthomoleculair, preventieve en milieu-geneeskunde, antroposofische geneeskunst, acupunctuur, manuele geneeskunde en paranormale genezing de tweede zelfbewuste pijler van de Nieuwe Gezondheidszorg. Zij voorzien bij uitstek in vroegdiagnostiek, voorzorgsgeneeskunde, weerstandsversterking en effectieve behandeling van welvaartsziekten, precies datgene waar het in de reguliere sector aan ontbreekt.
8. Pas wanneer holistische behandeling faalt, kan men terugvallen op het laatste echelon: de Technologische Geneeskunde, het geheel aan farmacologische, chirurgische en technologische methoden. Dat de laatsten hun functie behouden met betrekking tot noodsituaties van allerlei aard: moeilijke bevallingen, ongelukken, eerste hulp, ernstige chronische ziekte, intensive care, ouderdomsziekten en bijvoorbeeld revalidatie, zal duidelijk zijn. Wat echter nuttig kan zijn in laatste fasen van ziekte – symptoomonderdrukking – blijkt vaker erg nadelig tot desastreus in de beginfasen. Ieder dus zijn eigen respectabele rol op zijn eigen plaats! Aldus doende heeft er een aardverschuiving plaatsgevonden, een in positieve richting wel te verstaan. Het zwaartepunt is daarbij geheel op de Zelfzorg en de Holistische Geneeskunde komen te liggen. De gevolgen zijn te raden: een gezondheid georiënteerde gezondheidszorg – waarbij Nederland de voortrekker voor de gehele Europese Unie kan zijn – met optimale gezondheid en levensvreugde voor iedereen cq het stoppen van de verdere (vaak dramatische) achteruitgang van onze gezondheidstoestand; bewustwording, mondigheid en wederzijdse hulp tussen de mensen onderling; het opheffen van de ongelijkheid tussen de patiënten; een veel grotere werkvoldoening voor de werkers in de zorg; een in verhouding simpele organisatiestructuur; een gigantische kostenverlaging; minder regels en voorschriften; een werkontlasting voor politici en bureaucraten; de aansluiting van gezondheid aan natuur en milieu en een ziekteonkostenverzekering op basis van gedeelde verantwoordelijkheid. Er kan daarbij gekozen worden uit verschillende aantrekkelijke voorstellen voor zowel burger, verzekeraar, bedrijfsleven en overheid. Door optimaal gezond leven, zelf- en wederzijdse hulp, is het terugvallen op de verzekering immers minimaal, waardoor de verzekeringspremie geminimaliseerd kan worden. Wacht daarom niet langer. Alle kennis en ervaring is reeds in huis. Laten we er NU mee beginnen.