…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Archive for oktober, 2020

Het Avatamsaka soetra. Door het knippen van de vingers.

Sudhana vraagt de Bodhisattva Maitreya om de Toren te openen en hem binnen te laten. De Bodhisattva treedt naar voren en knipt met zijn vingers en kijk, de deur gaat open! En welk een schouwspel wordt hem geopenbaard! De vertaling van het fragment die nu volgt is de meest accurate expressie van de non-duale ruimte (de eenheidservaring) die ik ken. De Toren is metafoor voor jouw leven als bodhisattva, dat paradoxale dubbelwezen. In de zelfvergeten activiteit van het knippen van de vingers opent de Toren en wordt een inzicht verschaft in Sudhana’s vraag: ‘Wat is verlichting?’

‘De Toren is wijds en uitgestrekt als de hemel. De Toren is versierd met banieren, juwelen, parelkettingen, gouden draden, spiegels, spitsbogen, pilaren, wolken van kostbare kleding, gouden bananenbomen, beelden van ontwaakten en zingende vogels. Binnen de Toren ziet hij honderdduizenden andere torens, eveneens prachtig versierd. Ook deze zijn weids en eindeloos uitgestrekt als de hemel en stralen in alle richtingen. Toch hinderen de torens elkaar niet in hun verschijning. Ze zijn duidelijk van elkaar onderscheiden in al hun karakteristieken, terwijl ze zich harmonieus in elkaar weerspiegelen, elke toren individueel en alle torens collectief. Er is een volkomen vermenging in een natuurlijke orde. Sudhana wordt overweldigd door vreugde en ontzag en hij buigt zijn lichaam in alle windrichtingen.’

‘En op het moment dat hij buigt, neemt hij door de kracht van Maitreya zichzelf waar in al die torens en in elke toren individueel, terwijl alle torens in een toren zijn bevat en elke toren alle torens bevatten. In een van de torens ziet hij hoe Maitreya voor het eerst intens verlangt naar het volledige ontwaken (bodhicitta). In een andere toren ziet hij Maitreya geabsorbeerd in de Samadhi van liefde (maitra), vandaar dat hij zijn naam, Maitreya, ‘De Geliefde’ kreeg. In een andere toren ziet hij Maitreya de paramita’s beoefenen, de tien stadia van het bodhisattva-pad doorlopen en hoe hij de leer van de Boeddha onderhoudt. Hij ziet hoe Maitreya zich de waarheid realiseert dat alle dingen ongeboren zijn. In weer een andere toren ziet hij hoe Maitreya door een soeverein vorst wordt verzocht zijn volk te begeleiden in het beoefenen van de tien Mahayana voorschriften. Sudhana ziet het rijk van de doden in een andere toren verschijnen, waarin de bodhisattva een groot licht uitstraalt dat alle levende wezens bevrijdt van de pijn van alle hellen. Hij ziet de bodhisattva in de wereld van de hongerige geesten (de preta’s), die hij laaft met voedsel en drank om hun intense lijden te verzachten. Hij ziet de bodhisattva in het rijk van de beesten, die hij traint met verschillende middelen.’

‘Sudhana hoort alle onderrichten van de Boeddha melodieus uit elke porie van de huid van alle bodhisattva’s komen. Hij ziet de Boeddha’s omringd door hun gemeenschappen, hij ziet de verschillende plaatsen van geboorte, hun families, hun lichaamsvormen, hun leeftijden, kalpas, landen, namen, onderrichten van de Dharma, en hun begeleiden en ondersteunen van alle wezens.’

Jezelf kennen is jezelf vergeten door Pema Chödrön

Volgens Pema Chödrön zouden we kunnen denken dat onszelf kennen iets heel egocentrisch is, maar door helder en eerlijk naar onszelf te kijken, beginnen we de muren af te breken die ons van anderen scheiden.

De reis van ontwaken vindt precies op de plek plaats waar we ons niet op ons gemak kunnen voelen. Openstaan ​​voor ongemak is de basis voor het veranderen van onze zogenaamde ‘negatieve’ gevoelens. We willen op de een of andere manier onze ongemakkelijke gevoelens kwijtraken door ze te rechtvaardigen of door ze te onderdrukken, maar het blijkt dat dit hetzelfde is als het kind met het badwater weggooien. Volgens de leer van het vajrayana, of het tantrisch, boeddhisme, zijn onze wijsheid en onze verwarring zo met elkaar verweven dat het geen oplosssing is om dingen gewoon weg te gooien.

Door te proberen ‘negativiteit’ kwijt te raken door het uit te bannen, door het te voorzien van het label ‘slecht’, gooien we ook onze wijsheid weg, omdat alles in ons creatieve energie is – vooral onze krachtige emoties. Ze zijn gevuld met levenskracht.

Er is op zich niets mis met negativiteit; het probleem is dat we het nooit zien, we eren het nooit, we kijken nooit in het hart ervan. We proeven onze negativiteit niet, ruiken er niet aan, leren het niet kennen. In plaats daarvan proberen we er altijd om er vanaf te komen door iemand een klap te verkopen, iemand te belasteren, onszelf te straffen of onze gevoelens te onderdrukken. Tussen repressie en alles naar buiten gooien zit echter iets verstandigs, diepgaands en tijdloos.

Als we gewoon proberen om van negatieve gevoelens af te komen, realiseren we ons niet dat die gevoelens juist wijsheid bevatten. De verandering komt voort uit de bereidheid om het gevoel toe te laten, de innerlijke woorden los te laten, en de rechtvaardiging los te laten. We hoeven geen oplossing te hebben. We kunnen leven met een dissonante toon; we hoeven niet de volgende toets in te drukken om het deuntje te beëindigen.

Vreemd genoeg is deze transmutatiereis er een van enorme vreugde. We zoeken vreugde meestal op de verkeerde plaatsen door te proberen om grote delen van onze menselijke conditie te vermijden. We zoeken geluk door  datgene wat ons tot mens maakt juist als onaanvaardbaar te beschouwen. We voelen dat er iets in onszelf moet veranderen. Onvoorwaardelijke vreugde ontstaat echter door een soort intelligentie waarin we onszelf toestaan ​​om duidelijk te zien wat we doen, met eerlijkheid, gecombineerd met een enorme vriendelijkheid en zachtaardigheid. Deze combinatie van eerlijkheid, of helder zien, en vriendelijkheid, is de essentie van “maitri” – onvoorwaardelijke vriendschap met onszelf.

Dit is een proces van voortdurend onbekend terrein betreden. Je staat het jezelf toe om het onbekende gebied van je eigen wezen te leren kennen. Dan realiseer je je dat dit specifieke avontuur je niet alleen in je eigen wezen brengt, maar je ook meeneemt naar het hele universum. Pas als je vriendschap met jezelf hebt gesloten, kan je het onbekende ingaan. Je kunt die gebieden “daarbuiten” alleen betreden door te beginnen met het verkennen en nieuwsgierig te zijn naar dit onbekende “hierbinnen”, in jezelf.

Dogen Zen-ji zei: “Jezelf kennen is jezelf vergeten.” We zouden kunnen denken dat onszelf kennen iets heel egocentrisch is, maar door zo duidelijk en zo eerlijk naar onszelf te kijken – naar onze emoties, naar onze gedachten, naar wie we werkelijk zijn – beginnen we de muren die ons scheiden tussen ons en de anderen af te breken. Op de een of andere manier bestaan ​​al deze muren, deze manieren om je gescheiden te voelen van al het andere en van alle anderen, uit opvattingen. Ze bestaan ​​uit dogma’s en ze zijn gemaakt van vooroordelen. Deze muren komen voort uit onze angst om delen van onszelf te kennen.

Er is een Tibetaanse leer die vaak wordt vertaald als “Zelf-koestering is de wortel van al het lijden.” Het kan voor een westerling moeilijk zijn om de term “zelfkoestering” te horen zonder verkeerd te begrijpen wat er wordt bedoeld. Ik vermoed dat 85% van ons westerlingen het zou interpreteren als dat we ons niet teveel op onszelf moeten richten – dat er iets anti-waakzaam is aan het respecteren van onszelf. Maar dat is niet wat het werkelijk betekent. Waar het over gaat, is fixeren. “Zelf koesteren” verwijst naar hoe we proberen om onszelf te beschermen door ons te fixeren; hoe we muren hebben opgetrokken, zodat we geen ongemak te ervaren of een gebrek aan innerlijke richting. Het idee van zelf koesteren verwijst naar de verkeerde overtuiging dat er alleen troost en geen ongemak mag zijn, of de overtuiging dat er alleen geluk en geen verdriet kan zijn, of de overtuiging dat er alleen het goede zonder het slechte zal zijn.

Maar wat de boeddhistische leringen aangeven, is dat we een veel groter perspectief kunnen hebben, een perspectief dat verder gaat dan goed en kwaad. Classificaties van goed en slecht komen voort uit een gebrek aan maitri. We zeggen dat iets goed is als we ons er zeker over voelen en dat het slecht is als we ons er onzeker over voelen. Op die manier gaan we mensen uit de weg die ons een onzeker gevoel geven en dat geldt ook voor allerlei religies of nationaliteiten waardoor we ons onzeker voelen. En we houden van degenen die ons grond onder onze voeten geven.

Als we zo onszelf beschermen, kunnen we de pijn van een ander niet zien. “Zelf-koesteren” is ego fixeren en grijpen: het legt onze harten, onze schouders, ons hoofd, onze maag, in een knoop. We kunnen niet openen. Alles zit in een knoop. Als we beginnen te openen, kunnen we anderen zien en kunnen we er voor hen zijn. Maar als we niet met onze eigen angst hebben gewerkt, zullen we ons afsluiten als anderen onze angst activeren.

Dus jezelf kennen is jezelf vergeten. Dit wil zeggen dat wanneer we vriendschap sluiten met onszelf, we niet langer zo betrokken hoeven te zijn bij onszelf. Het is een merkwaardige draai: vrienden maken met onszelf is een manier om niet meer zo zelf-betrokken te zijn. Dogen Zen-ji gaat verder met te zeggen: “Jezelf vergeten is verlicht worden door alle dingen.” Als we niet zo betrokken zijn bij onszelf, beginnen we te beseffen dat de wereld de hele tijd tot ons spreekt. Elke plant, elke boom, elk dier, elk mens, elke auto, elk vliegtuig spreekt tot ons, leert ons, maakt ons wakker. We leven in een wonderbaarlijke wereld, maar we zien dat vaak niet. Het is alsof we de voorfilm zien, maar nooit de hoofdfilm.

Als we ons boos of veroordelend voelen, doet het ons pijn en doet het anderen pijn. Maar als we ernaar kijken, kunnen we zien dat er achter de wrok angst zit en achter de angst een enorme zachtheid. Je hebt een heel groot hart en een enorme geest en een heel wakkere, basale staat van zijn. Om dit te ervaren beginnen we met een reis te maken, de reis van onvoorwaardelijke vriendelijkheid naar het zelf dat we al zijn.

Over Pema Chödrön

Met haar krachtige leringen, gigantische boekenverkoop en retraites die door duizenden worden bijgewoond, is Pema Chödrön de populairste in Amerika geboren boeddhistische leraar. In The Wisdom of No Escape, The Places that Scare You en in andere belangrijke boeken heeft ze ons geholpen om te ontdekken hoe moeilijkheden en onzekerheid kansen kunnen zijn om te ontwaken. Ze is inwonend leraar in het klooster van Gampo Abbey in Nova Scotia, en is een leerling van Dzigar Kongtrul, Sakyong Mipham Rinpoche en wijlen Chögyam Trungpa. Bezoek pemachodronfoundation.org. voor meer informatie. 

Vertaling: Hansjelle Dijkstra

Het Avatamsaka soetra. Alles komt samen in jou

Op zijn pelgrimage bezoekt Sudhana  Maitreya bodhisattva die in de Vairocana toren verblijft met de vraag: ‘Wat is verlichting?’ Voordat de deur van de toren opengaat, is er nog een kwaliteit van de bodhisattva, dat paradoxale dubbelwezen, waarop hij zijn licht heeft te laten schijnen. Deze slaat voor hem de brug naar de overweldigende ervaring die hij krijgt als de deur zich opent. Alles in de ruimte en elk moment in de tijd komen samen in jouw aanwezigheid in precies dit moment en op precies deze plek. In de woorden van de pelgrim Sudhana klinkt dit aldus.

Sudhana beantwoordde hieraan met de volgende gatha’s: ‘Hier verblijven zij, die in een gedachte-moment alle kalpa’s (eonen, een kalpa is 4320 miljoen jaar), landen en Boeddha-namen omvatten en wiens alles doordringende zicht in een moment ontelbare kalpa’s kan doorzien. Hier verblijven zij, die in een gedachte alle onmetelijke kalpa’s ontvangen en die, terwijl ze zich op de wereldse wijze van denken toeleggen, vrij zijn van idee en onderscheid. Hier verblijven zij, die zich geoefend hebben in samadhi’s waarin binnen een gedachte-moment verleden, heden en toekomst worden gezien, terwijl ze leven in vrijheid. Hier verblijven zij, die met de benen gekruist zitten zonder zich te verplaatsen, zich manifesteren in alle wegen van bestaan doorheen alle landen. In een stofdeeltje wordt de totale oceaan van landen, wezens en kalpa’s, zoveel als er stofdeeltjes bestaan, gezien en deze vermenging vindt plaats zonder enige hindernis. Met alle stofdeeltjes wordt het mengsel van alle landen, wezens en kalpa’s gezien in hun veelvoud aan unieke verschijningen. O edele Maitreya, jij bent de oudste zoon van de Boeddha, jij leeft een leven zonder hindernis, jouw zicht gaat voorbij elke vorm, met jou in mijn gedachten buig ik voor jou.’

Nu zijn we klaar om naar binnen te gaan…

(Wordt vervolgd)

Opstijgen met beide voeten op de grond door Jeff Brown

Overstijg niets, alles hoort erbij

Het blijkt dat het leven geen aangeklede generale repetitie is. Het is juist een uitgeklede repetitie. We komen hier keer op keer terecht om te oefenen met het afwerpen van onze ego-wapenrusting totdat we op het toneel van de eeuwigheid kunnen stappen, naakt en kwetsbaar voor het aangezicht van God, als God.

Ik stel me de waarheid voor als een prachtige berg met een witte top. Kom je bij zijn top dan is er een diepere en meer inclusieve ervaring van het moment. In de loop van ons leven raakt de Berg van de Waarheid in en uit het zicht, roept hij naar ons en herinnert hij ons eraan wat mogelijk is. Hoe eerlijker we zijn over onze weg, hoe hoger ons bewustzijn. Als ons zicht geblokkeerd is, weten we dat we nog steeds werk te doen hebben in de valleien beneden – we moeten de berguitlopers van illusie doorkruisen, het drijfzand van gemaaktheid omzeilen, en onze angst voor innerlijke hoogten en dieptes overwinnen. Maar we zullen de top bereiken, als we bereid zijn om het werk te doen, als we eerlijk kunnen zijn tegenover onszelf over de manieren waarop we de waarheid vermijden.

Het is alsof we denken dat we de enigen zijn die voor onszelf opkomen op deze innerlijke reis, maar dat is niet zo. We zijn niet zo eenzaam als we denken. Terwijl wij naar binnen kijken is God druk bezig met uit te kijken naar wat ons zal helpen. En dan, als het moment rijp is, als we echt klaar zijn om onze weg te omarmen, lopen we voor altijd het God-Zelf binnen over brug van de eeuwigheid, verbaasd dat we ons ooit als afgescheiden hebben ervaren.

Ik mis mijn hart als het zich sluit.

Ik heb vaak het gevoel dat onze grootste individuele uitdaging is om de kloof te dichten tussen onze minder-vleiende zelfconcepten en de waarheid van onze grootsheid. Om onszelf te zien door de ogen van degenen die van ons houden. Om onze zogenaamde gebreken lief te hebben als geschenk van de Heren van Karma. Misschien zijn we hier om degenen om wie we geven te dienen – om een ​​weerspiegeling van hun goddelijkheid voor ogen te houden, totdat ze zo ver zijn om hun eigen goddelijkheid die voor hen ligt te omarmen.

Als Al-Eenheid niet is gebouwd op een gezond respect voor de rechten, de grenzen en de grootsheid van de individuele ziel, is het Al-Onzin. Geaarde spiritualiteit zorgt voor een heilig evenwicht tussen onze ervaring van eenheidsbewustzijn en onze verbinding met het ware pad, die plek waar we ons zowel verbonden voelen met de eenheid, als diep verbonden met ons goddelijke doel. Het idee dat we ‘Al-Een’ zijn, krijgt een geheel nieuwe betekenis wanneer we met eenheid omgaan vanuit een geïndividualiseerd en duidelijk doel. Er is de oceaan van essentie, en er is de individuele druppel van betekenis. Elke ziel speelt een vitale rol in deze dans van heilige verbeeldingskracht.

Er bestaat niet zoiets als een volledig gerealiseerde meester. Dat is drukdoenerij. We hebben allemaal werk te doen. Daarom zijn we hier. Om een ​​beetje dichterbij te komen …

Het mythische leven begint met onze voeten stevig geplant in Moeder Aarde. We beginnen met de wortelchakra. De zoektocht naar ‘ohm’ begint thuis – en we werken van daaruit omhoog. Zodra aan de wortelchakra is voldaan, gaan we verder naar de volgende chakra’s. Terwijl we genezen en ons uitbreiden, komt er een natuurlijke en duurzame beweging naar boven, naar God toe. Met onze zolen stevig geplant, heeft onze ziel een been om op te staan ​​in haar pogingen om hogerop te komen. Van ziel tot ziel – een duurzame verbinding met God zelf, waarop we van harte kunnen vertrouwen.

Het is belangrijk om jezelf toestemming te geven om als onderdeel van je spirituele reis rond te dwalen. Dit wordt vaak ten onrechte gekarakteriseerd als verlorenheid, maar het is in feite een soort onderdompeling in het niet-weten dat heel noodzakelijk is als we de weg naar huis willen vinden. Er kan zich veel informatie aandienen als we niet bewust genoeg in een bepaalde richting kijken. Door ons over te geven aan het onbekende, creëren we de ruimte om een ​​dieper weten te laten ontstaan. In het hart van het niet-weten onthullen de paden die we hier bewandelen zich vanzelf.

“Door ons over te geven aan het onbekende, creëren we de ruimte voor een diepere kennis.” 

De apengeest voedt zich met ‘kleine pinda’s’: rusteloze angsten, kleingeestige jaloezie, beangstigende fantasieën. Honger ze uit door te zwemmen in een enorme oceaan van verrukking.

Vergeving is iets moois, maar het is essentieel dat die organisch ontstaat. Velen van ons beweren te hebben vergeven, terwijl ze er nog steeds giftige emoties op na houden: de sluipweg rondom vergeving. De waarheid is dat we onszelf niet tot vergeving kunnen dwingen. Als we proberen te vergeven voordat we ons door de gevoelens heen hebben gewerkt, blokkeert onechtheid ons pad. We kunnen niet echt vergeven omdat we emotioneel niet echt zijn. Ons hart is nog steeds niet zover.

De echte reis is er niet een van jezelf aanpassen aan de visie van iemand anders, maar in plaats daarvan met je eigen twee handen vormgeven wie je bent. De karmische klei waarmee je werkt, leeft diep in je ziel, in afwachting van je ontdekking en expressie. Jij bent de beeldhouwer van je eigen realiteit – geef je gereedschap niet aan iemand anders.

God is biedt iedereen gelijke kansen. Iedereen heeft toegang, iedereen maakt een kans. Zolang we bereid zijn om het werk te doen dat nodig is om ons innerlijke kanaal te verhelderen, zal het universum ons grenzeloze mogelijkheden bieden om onze ziel vorm te geven.

‘The School van het Hart’ is een doorlopende instelling voor hoger onderwijs. Je komt er pas uit als je God bent.

Geef vorm aan je eigen realiteit “Jij bent de beeldhouwer van je eigen realiteit – geef je gereedschap niet aan iemand anders.”

Er loopt zo’n dunne lijn tussen relationele hartstocht en vermijdende intensiteit. Er waren momenten waarop mijn gepassioneerde aard een directe weerspiegeling was van mijn levendigheid, maar er waren andere momenten waarop ik intensiteit en drama gewoon als een coping-strategie gebruikte, een manier om me echt te verbergen voor een diepere ervaring van het moment, een soort verslavende zachtheid-vermijdend drama dat mijn relatie met de werkelijkheid uitstelde. Ergens onder het drama was mijn echte leven, wachtend in de coulissen om geleefd te worden. Het was beknot, maar het riep me toe, en het herinnerde me eraan dat dit leven meer is dan een omzeiling van de innerlijke wereld. Er is het vermijdende leven, en dan is er het leven dat waarachtig kwetsbaar is.

Je kunt een relatie zoeken, maar je kunt geen liefde zoeken. Liefde vindt jou als je zover bent.

De ziel heeft een niet-terugkeerbeleid. Als we eenmaal een bepaald punt in onze ontplooiing zijn gepasseerd, kunnen we niet meer terug. Als we onze roeping eren, staan we meer ruimte in onszelf toe. Licht brengt licht voort – op een bepaald punt aangekomen is er geen manier om aan het innerlijke baken te ontsnappen. Onze roeping begint elk aspect van ons leven te doordrenken, ongeacht wat dat kost, of welk ongemak het met zich mee brengt. We kunnen niet leven zonder onze roeping, want onze roeping is ons geworden. Beslissingen over ons pad komen dan rechtstreeks uit het hart van het ware pad, en we bewegen alleen als onze ziel het ons influistert.

Ik hoor alle onheil voorspellende mensen, maar ik geloof dat we al een tijd van grote belofte zijn ingegaan. Ik geloof niet dat de wereld de komende jaren zal ontbinden, of dat we voor een ultieme financiële ineenstorting staan. We zullen uitdagingen krijgen, maar we zullen ze oplossen. Ik geloof dat mensen met een heilig doel nu meer nodig zijn. Niet omdat er een tragedie op ons afkomt, maar omdat we verder gaan dan een overlevingsstrategie als leidend principe. We gaan zij aan zij, hart in hart, richting authenticiteit, als onze gedeelde manier van zijn. Het wordt natuurlijk lawaaierig als egoïstische muren naar beneden vallen. Natuurlijk gaat de energie nog intenser worden en ons angst bezorgen. Maar we zullen het redden, echt wel. We kunnen ons spectaculair aanpassen, en op de diepste, meest waarachtige niveaus willen we allemaal onze schouders laten zakken en door het leven gaan vanuit het hart. We kunnen bijna alles verdragen, maar we zijn gebouwd om lief te hebben.

Dit is een stuk vertaling uit het boekAscending with Both Feet on the Ground, van Jeff Brown

Vertaling: Hansjelle Dijkstra

De toren van Maitreya

In de Boeddha’s samadhi verschijnt Sudhana, die in zijn pelgrimage onder leiding van Manjusri Bodhisattva (van wijsheid), meer dan vijftig leraren bezoekt met de vraag ‘Wat is verlichting?’ (Of: Wat is dit? Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Waar ga ik heen?) De allerlaatste leraar die hij bezoekt is Samantabhadra Bodhisattva, die hij uiteindelijk zelf wordt, maar daarvoor bezoekt hij eerst Maitreya Bodhisattva, die in Vairocana toren verblijft. Mahavairocana Boeddha, de Zon Boeddha, de ‘bron van alle Boeddha’s’, is DE Boeddha van de Gandavyuha. In het betreden van de toren, betreedt hij de onmiddellijke ervaring van het Wat?, het Wie?, het Waar? en het Waarheen?

‘Dit is de verblijfplaats van degenen die een kalpa (eon) in alle kalpa’s laten binnengaan en alle kalpa’s in een kalpa; die een land (kshetra) in alle landen doen binnengaan en alle landen in een land, zonder ook maar een land zijn eigenheid te ontnemen; die een dharma in alle dharma’s laten binnengaan en alle dharma’s in een dharma, zonder er ook maar een te vernietigen; die een wezen (sattva) in alle wezens doen binnengaan en alle wezens in een wezen, terwijl elk zijn eigen individualiteit behoudt; die ervaren dat er geen dualiteit is tussen een Boeddha en alle Boeddha’s en tussen alle Boeddha’s en een Boeddha; die alle dingen in een gedachte-moment (ksana) doen binnengaan en die alle landen bezoeken door een gedachte te laten oprijzen; die zich manifesteren waar er wezens zijn.’

‘Dit is de verblijfplaats van degenen die, ofschoon ze zelf reeds bevrijd zijn, zich in deze wereld manifesteren om anderen te laten rijpen; die, terwijl ze niet wijken van hun eigen verblijfplaats, overal heengaan om de orde der dingen in alle Boeddha-landen te bekrachtigen; die, terwijl ze de voetsporen van alle Tathagatha’s volgen, niet gehecht raken aan het concept Boeddha, die, terwijl ze alle soorten van gedachten binnengaan, toch volkomen vrij daarvan zijn; die, terwijl ze een duidelijk onderscheiden lichaam hebben, geen dualistische, egocentrische gedachten hebben, die, terwijl ze begiftigd zijn met een lichaam uit de Lokadhatu, ze niet zijn onderscheiden van de Dharmadhatu; die, terwijl ze het verlangen hebben door alle tijden die in het verschiet liggen heen te leven, toch vrij zijn van de gedachte van duur; die, terwijl ze zichzelf manifesteren in alle werelden, toch geen haar breed zijn verwijderd van de plaats waar ze verblijven (deze toren).’

‘Dit is de verblijfplaats van degenen die zichzelf vermaken waar alle dingen ongeboren zijn en toch niet verblijven in het ongeborene der dingen; die verblijven in de wereld waar de keten van oorzakelijkheid regeert, maar door de dingen in de wereld niet bevangen zijn; die de vier onmetelijkheden beoefenen, maar niet worden geboren in de wereld van vorm vanwege hun verlangen alle levende wezens te laten rijpen; die de vier vormloze samapattis beoefenen, maar niet worden geboren in de wereld van geen-vorm vanwege hun verlangen alle levende wezens te dienen met een groot hart; die samatha en vipasyana beoefenen, maar omdat ze alle levende wezens willen ondersteunen zelf geen ontwaken en bevrijding realiseren; die upekha (gelijkmoedigheid) beoefenen, maar niet gelijkmoedig zijn jegens wereldse zaken; die karma en hartstochten beheersen en toch in het belang van het rijpen van alle levende wezens onderhevig zijn aan karma en hartstochten; die zelf voorbij alle wegen van bestaan zijn en toch al die paden betreden in het belang van het disciplineren van alle levende wezens; die compassie beoefenen maar zich conventionele vriendelijkheid niet ontzeggen; die vriendelijkheid (metta) beoefenen maar gehechtheden niet hebben opgegeven; die vreugdevol zijn maar lijden aan het lijden van levende wezens; die alle voornemens van het achtvoudige pad beoefenen maar niet zoeken naar de opheffing van duhkha. Voorwaar, dit is de verblijfplaats van wezens begiftigd met zulke kwaliteiten.’

Als basistekst voor mijn vertaling heb ik het ‘palmblad manuscript’ van de Royal Asiatic Society in Londen gebruikt, folio 247b en verder, waar ik toegang toe had via mijn Sanskriet leraar destijds, de Indiase pandit Pran Paul, DE specialist op het gebied van Avalokitesvara (Kanzeon bodhisattva). Wordt vervolgd.

Als iemand van wie je houdt giftig is, – hoe kan je die dan zonder schuldgevoel loslaten? door Karen Young

Als giftige mensen een voedingsmiddel zouden zijn, dan zouden ze veilig verpakt zijn met een duidelijke waarschuwing om schadelijk contact te voorkomen. Helaas zijn gezinnen niet immuun voor de giftige effecten van een giftiger relatie.

Hoewel gezinsverbanden en relaties soms als onverdraaglijk zwaar kunnen worden ervaren, zijn ze nooit bedoeld om destructief te zijn. Alle relaties hebben hun gebreken, en geen daarvan kent een permanente gloed van zonlicht, stralende goedheid en alleen maar mooie dingen. In elke normale relatie zal er van tijd tot tijd ruzie zijn. Er zullen dingen worden gezegd, gedaan en vergeven. En af ​​en toe worden deze op strategische momenten opnieuw uit de kast worden gehaald. Maar voor het grootste deel zullen relaties voedend en vitaal aanvoelen. Ze zullen op z’n minst geen pijn doen.

Waarom doen giftige mensen giftige dingen?

Giftige mensen gedijen op controle. Niet de liefdevolle, gezonde controle die iedereen veilig en gelukkig probeert te houden – doe je veiligheidsgordel om, wees vriendelijk, gebruik zonnebrandcrème. Maar dit type houdt je klein en gedwee.

Alles wat ze doen is mensen dociel en beheersbaar houden. Dit zal zich uiten in kritiek, oordeel, onderdrukking – wat er ook maar nodig is om iemand op zijn plaats te houden. Hoe meer je probeert uit ‘jouw plek’ te stappen, hoe meer een giftig persoon giftig gedrag zal inzetten om je terug te duwen in het hokje waarin hij denkt dat je thuishoort.

Het is waarschijnlijk dat giftige mensen hun gedrag tijdens hun eigen jeugd hebben aangeleerd. Hetzij door blootgesteld te zijn aan het giftige gedrag van anderen, hetzij door overgewaardeerd te worden zonder gevoelens van empathie aan te leren. In elke giftige gelatie zullen ook andere kwaliteiten ontbreken, zoals respect, vriendelijkheid en mededogen. Maar de essentie van het gedrag van een giftig persoon is het gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel over hun uitwerking op anderen. Het lukt hen niet om verder te kijken dan hun eigen behoeften en wensen.

Giftige mensen hebben de gewoonte om juist open, aardige mensen met een mooi, liefdevol hart uit te kiezen, omdat dit degenen zijn die eerder zullen vechten voor het behoud van de relatie, die ze ook minder snel zullen opgeven. Zelfs de sterkste mensen kunnen in een giftige relatie belanden. Maar hoe langer ze daarin blijven steken, hoe groter de kans dat ze veranderen in iemand die een kleinere, minder zelfverzekerde, meer aangetaste versie is van de persoon die ze vroeger waren.

Niet-giftige mensen die in een giftige relatie blijven, zullen nooit ophouden om te proberen om de relatie te verbeteren, en giftige mensen weten dit. Ze rekenen erop. Niet-giftige mensen zullen ernaar streven om de relatie te laten blijven werken, en als ze dat doen heeft de giftige persoon precies wat hij of zij wil: controle.

Giftige gezinnen – een speciaal soort giftig

Gezinnen zijn de getuigenis van ons leven – van onze beste en onze slechtste kanten, onze rampen, onze zwakheden en gebreken. Alle gezinnen bieden het leermateriaal om een ​​gezond functionerend mens te worden. De lessen beginnen vroeg en eindigen nooit. Maar niet alles wat een gezin ons leert zal ons doen stralen. Soms zijn de lessen die ze opleveren heel pijnlijk, en gooien ze onze kern overhoop. In plaats van leren lief te hebben en je veilig open leren stellen voor de wereld, is het resultaat dat je dichtklapt, je klein wordt maakt, en je behoeftes worden genegeerd.

Maar tegenover elke ontkrachtende les staat er een die gaat over een bewustwordingsproces. En over de kracht en groei die daarmee gepaard gaan. In giftige gezinnen gaat het er om hoe je wegloopt van degenen van wie we houden. Hoe je met kracht en liefde loslaat, en hoe je je schuldgevoelens en je overtuiging loslaat dat de dingen ooit anders zullen zijn. En hier wringt de schoen: de pijn van een giftige relatie zal niet zachter worden voordat deze les is geleerd.

Liefde en loyaliteit gaan ​​niet altijd samen.

Liefde houdt ons op een intense manier verbonden met mensen die ons verwonden. Het probleem met een gezin is dat we in deze samenstelling opgroeien, in de overtuiging dat de manier waarop zij de dingen doen tevens de manier is waarop de wereld in elkaar zit. We vertrouwen hen, luisteren naar hen en nemen in ons op wat ze zeggen. Er is voor ons allemaal een tijd geweest waarin we, hoe verbluffend destructief de berichten van onze familie ook waren, we met grote ogen alles in ons opnamen, met een prachtige, onschuldige naïviteit. Waarbij we elk detail opnamen en ons lieten vormen tot wie we zijn geworden.

Ons voortbestaan ​​heeft ooit afgehangen van het geloof in alles wat er werd gezegd en gedaan, en het weerstaan ​​van de noodzaak om overtuigingen uit te dagen, of er aan te twijfelen of we niet eigenlijk beter verdienden. De dingen die we geloven als we jong zijn zijn krachtig. Ze zetten zich in ons vast en ze blijven daar totdat we ons op een dag realiseren hoe verkeerd en kleinhartig onze omgeving is geweest. Op een enig moment verandert de omgeving – we worden volwassen – maar onze overtuigingen veranderen niet altijd mee. We zijn niet langer afhankelijk van onze familie om te overleven, maar we blijven vasthouden aan de overtuiging dat we verbonden en loyaal moeten blijven, ook al doet het pijn om bij hen te zijn. De verplichting om een ​​gezinslid lief te hebben, en trouw te blijven aan een gezinslid, kan enorm krachtig zijn, maar liefde en loyaliteit zijn twee verschillende dingen, en ze horen niet altijd bij elkaar.

Loyaliteit kan een verwarrende, beladen term zijn en is vaak de oorzaak waarom mensen vast blijven zitten in giftige gelaties. Wat je moet weten is dit: als loyaliteit gepaard gaat met een verzwakking van het zelf, is dat geen loyaliteit, maar onderwerping.

Als we volwassen worden en in staat zijn om tot eigen inzichten te komen, hoeven we ons niet langer tegenover het gezin te verantwoorden.

Waarom zijn Giftige Relaties zo destructief?

In elke gezonde relatie is liefde circulair – als je liefde geeft, komt die bij je terug. Als dat wat terugkomt een slappe, zuinige bedoening is onder het mom van liefde, zal het je uiteindelijk klein en uitgeput achterlaten, wat onacceptabel weinig is voor alles waar je recht op hebt.

Gezonde mensen verwelkomen de steun en groei van de mensen van wie ze houden, ook al betekent dit dat ze zich soms een beetje moeten aanpassen. Als iemand in een systeem verandert, of het nu een relatie is tussen twee mensen of binnen een heel gezin, kan dat een uitdaging zijn. Zelfs de sterkste en meest liefdevolle relaties kunnen soms worden getroffen door gevoelens van jaloezie, ontoereikendheid en onzekerheid, als reactie op iemands groei of geluk. We zijn allemaal kwetsbaar voor het voelen van die heel normale, maar lastige emoties die horen bij het mens zijn.

Het verschil is dat gezonde gezinnen en relaties de moeilijke dingen kunnen doorstaan. De giftige persoon zal anderen de schuld geven, manipuleren en liegen om de dingen terug te brengen naar zoals die altijd zijn geweest en de controle naar zich toe trekken.

Waarom een ​​Giftige Relatie nooit zal veranderen.

Verstandige mensen, hoe sterk en onafhankelijk ze ook zijn, kunnen denken dat de relatie in orde zal zijn als ze de knop zouden weten om te zetten. Minder doen, meer doen, aanpassen, begeleiden. De eenvoudige waarheid is dat als er iets anders mogelijk zou zijn, dat al gebeurd zou zijn.

Giftige mensen kunnen veranderen, maar het is hoogst onwaarschijnlijk. Wat zeker is, is dat wat een ander doet hen niet kan veranderen. Het is waarschijnlijk dat er gebroken mensen, gebroken harten en verbroken relaties om hen heen zullen zijn. Maar de door hen aangerichte schade zal altijd worden weggeredeneerd als de schuld van iemand anders. Er zal geen berouw, spijt of inzicht zijn. Wat waarschijnlijker is, is dat een verbroken relatie hun giftige gedrag juist zal versterken.

Waarom is het zo moeilijk om giftige mensen los te laten?

Als je probeert een giftig iemand los te laten, kunnen de dingen eerst erger worden voordat ze beter worden. Maar ze zullen altijd beter worden. Altijd.

Er zijn maar weinig dingen die gevoelens van onzekerheid of de behoefte aan controle meer doen toenemen dan wanneer iemand vertrouwd, bekend gedrag in twijfel trekt, of probeert om te breken met oude, gevestigde patronen in een relatie. Iemand met een kenmerkend gedrag als manipulatie, leugens, kritiek of ander giftig gedrag, zal als er iets verandert nog meer van zijn typische giftige gedrag vertonen om de relatie, (of de persoon), terug te dwingen naar een staat waarin hij de controle weer terugkrijgt.

Als dingen niet lijken te werken, zullen mensen altijd meer doen van wat vroeger werkte, zelfs als dat gedrag de kern van het probleem is. Het is wat we allemaal doen. Als je iemand bent die van nature open is en gevend, zal je als dingen niet goed aanvoelen in een relatie, waarschijnlijk meer van jezelf gaan geven, meer steun bieden, en liefdevoller zijn, om dingen weer op het goede spoor te krijgen. 

Het doorbreken van een giftige relatie kan aanvoelen als met blote handen aan prikkeldraad trekken. Hoe meer je het doet, hoe meer het pijn doet. Dus stop je een tijdje, totdat je beseft dat het niet het trekken is dat pijn doet, maar het prikkeldraad – de relatie. En of je eraan trekt of niet, de giftige relatie heeft gewonnen.

Denk er op deze manier over na. Besef dat alle relaties en gezinnen ruimte innemen. In gezonde ruimtes zal de vorm van die ruimte flexibel zijn en openstaan ​​voor verandering, met veel ruimte voor mensen om te groeien. Mensen zullen in beweging komen om de groei en de vluchtneiging van elkaar op te vangen.

In een giftige familie of in een giftige relatie is die vorm star en onbuigzaam. Er is geen flexibiliteit, geen modulatie en geen ruimte voor groei. Iedereen heeft een duidelijk gedefinieerde ruimte en bij sommigen zal die ruimte klein en zwaar ingekapseld zijn. Als iemand uit de vorm begint te breken, voelt het hele gezin dat hun eigen individuele opstellingen veranderen. De vorm kan kantelen en dingen kunnen kwetsbaar, verzwakt of eng aanvoelen. Dit is normaal, maar giftige mensen zullen er alles aan doen om de ruimte te herstellen naar zoals die was. Dat betekent vaak dat degenen die aan het veranderen zijn moeten worden verkruimeld zodat ze weer in hun ruimte passen.

Soms kunnen mensen die in een Giftige Relatie verstrikt raken uit een gevoel van liefde en misplaatste loyaliteit, hun groei en verandering opofferen en als een vergiftigd mens terug stappen in de krappe kleine ruimte. Het zal duidelijk zijn als dit is gebeurd. Het geeft een ziel-zuigend verdriet als je in de rotzooi wordt teruggeworpen bij mensen, of bij de persoon, bij wie je je zo slecht voelt.

Maar ze doen het omdat ze van me houden. Zeiden ze.

Soms verschuilen giftige mensen zich achter de verdediging dat ze doen wat ze doen omdat ze van je houden, of dat wat ze doen ‘geen probleem’ is, en dat jij degene bent die de problemen veroorzaakt doordat je gewoon te gevoelig bent. En te serieus – te zwak, dom, nutteloos, behoeftig, onzeker, jaloers. Te ‘wat-dan -ook’ . Je hebt dat ‘te’ al vaker van ze gehoord.

De enige waarheid die je moet weten is deze: als het pijn doet, doet het pijn. Punt.

Liefde weerhoudt mensen er nooit van om te groeien. Liefde krimpt niet en vervuilt niet. Als iemand van je houdt, voelt het als liefde. Het voelt ondersteunend, koesterend en leven-gevend. Als het dit niet doet, is het geen echte liefde. Het is egoïstische onzin die is bedoeld om je gebonden en gefixeerd te houden naar het idee van iemand anders over hoe je zou moeten zijn.
Er bestaat niet zoiets als een perfecte relatie, maar wel een gezonde, tolerante, liefdevolle, accepterende en responsieve verbintenis.

De enige waarheid die ertoe doet.

Als het aanvoelt als ondersteuning van groei of als iets anders dat je zal voeden, geef daar dan gehoor aan. Het kan betekenen dat je mensen loslaat om wie je geeft – ouders, zussen, broers, vrienden. Maar dit kan liefdevol worden gedaan. En je kunt de deur voor hen openlaten zodra ze beter aan jouw normen beginnen te voldoen. Tenzij zij met jou hebben gebroken.

Stel je grenzen met liefde en precisie vast, en laat het aan de giftige persoon over om te beslissen aan welke kant van die grens die wil staan. Grenzen gaan niet over wrok of manipulatie, en ze hoeven ook niet tot het beëindigen van de relatie te leiden. Grenzen worden getrokken door kracht en moed, met als doel om mensen met grote helderheid te laten zien waar er toegang naar jou is. Als de relatie eindigt, is dat niet vanwege je gebrek aan liefde of loyaliteit, maar omdat de giftige persoon ervoor heeft gekozen om je niet te behandelen op de manier die je verdient. Hun keuze.

Hoewel het aan jou is om te beslissen onder welke voorwaarden je iemand in je omgeving toelaat, is het aan hen om al dan niet voldoende gevoelig te zijn om die voorwaarden te respecteren. De keuze om je niet te geven wat je nodig hebt, betekent dat ze er niet voor kiezen om bij je te zijn. Het betekent niet dat jij ze de toegang tot je leven ontzegt.

Giftige mensen hebben ook hun relatievoorwaarden, en hoewel die misschien niet duidelijk uitgesproken zijn, zullen ze waarschijnlijk verwachten dat je hun spot, oordeel, kritiek, onderdrukking, liegen, manipulatie – wat ze allemaal ook doen – zult tolereren. Geen enkele relatie is dat waard en het is altijd gerechtvaardigd om ‘nee’ te zeggen tegen alles wat jou kleiner zou kunnen maken.

De wereld en degenen die oprecht van je houden, willen dat je zo heel mogelijk bent. Soms betekent dat kiezen voor gezondheid en heelheid, en dat je dapper afstand neemt van datgene waardoor je geest beschadigd en ondervoed zou kunnen raken.

Toen je jong en kwetsbaar was, en je om te overleven afhankelijk was van de volwassenen in je leven, had je niets te beslissen over de omstandigheden waaronder je mensen dichtbij je toeliet. Maar je leven is nu niet zo. Jij mag het zeggen. Jij kiest de omgangsregels voor je relaties en voor de mensen die dichtbij je komen.

Er bestaat geen enkele verplichting om mensen toe te laten die giftig zijn, omdat ze toevallig familie van je zijn. Als ze giftig zijn, is de simpele waarheid dat ze jou niet echt hebben gekozen. De versie van jou die ze hebben gekozen, is degene die minder is dan de persoon die je zonder hen zou zijn.

De groei.

Afstand nemen van een giftige relatie is niet gemakkelijk, maar is altijd moedig en altijd krachtig. En altijd oké. En het is altijd – altijd – de moeite waard. Dit zijn de les en de groei die verborgen zitten in de giftige puinhoop.

Loslaten zal waarschijnlijk gepaard gaan met schuldgevoel, woede en verdriet, vanwege het gezin of de persoon waarvan je dacht een band mee te hebben. Ze vechten misschien juist harder om te blijven. Ze zullen waarschijnlijk wreder, manipulatiever en giftiger zijn dan ooit. Ze zullen doen wat ze altijd hebben gedaan, want dat heeft altijd gewerkt. Houd je koers vast, en laat elk kwetsend, kleinhartig ding dat ze zeggen of doen je besluit vastberadener maken.

Je kunt giftig gedrag niet wegdenken, in liefde omarmen, verdragen, wegdrinken, wegroken, onderdrukken, of hopen dat het vanzelf overgaat. Je kunt de uitwerking die dat op je heeft niet vermijden door je kleiner te maken, door er je armen omheen te slaan, of door mee te buigen. Maar je kunt er wel van weglopen – zó ver weg dat de meest giftige geleide raket die naar je wordt afgevuurd je niet zal bereiken.

Op een dag kunnen ze je inhalen – je niet vangen, je niet in beslag nemen – met hun zogenaamde groei en genezing. Maar stel tot die tijd je eigen gezondheid en geluk boven hun behoefte om jou te beheersen.

Je kunt van mensen houden, ze loslaten en de deur op jouw voorwaarden openhouden, als ze wanneer dan ook bereid zijn om je met liefde, respect en vriendelijkheid te behandelen. Dit is een van de moeilijkste lessen, maar ook een van de meest leven-gevende en moedige lessen.

Soms zijn er geen twee kanten. Dan is er maar een. Giftige mensen zullen je laten geloven dat de enige waarachtige kant die van hen is. Niet waar. Het is nooit zo geweest. Geloof hun doodzieke, hebzuchtige versie van liefde niet. Ze hebben je ademhaling belemmerd, je verstikt, en ze zullen je langzaam doden als je dat toelaat. En de manier waarop je het ‘toelaat’ is door stil te staan terwijl ze om je heen draaien, je knevelen en bestoken.

Als dit van jou zo mag blijven, is dat jouw keuze, maar zie hun giftige gedrag zoals het is – een roekeloze poging om je klein en gecontroleerd te houden. Wees groot, sterk en moedig ten opzichte van alles wat je zou kunnen aantasten. Wees authentiek en echt, en geef jezelf alles wat je nodig hebt om dat waar te maken. Wees haar. Wees hem. Wees wie je kunt zijn, zodat de kleine geesten en kleine harten van anderen je niet kunnen tegenhouden.

Bron: https://www.heysigmund.com/toxic-people-when-someone-you-love-toxic/

Vertaling: Hansjelle Dijkstra