…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Archive for maart, 2021

Beperkingen hebben altijd gelijk

Deze week kwam mij opeens helder voor ogen dat als je beperkende regels invoert op welk gebied dan ook, dat je eigenlijk altijd gelijk krijgt; hoe legitiem of onzinnig de regels ook zijn. Het is de kracht van de beperkingen die dit veroorzaken.; je weet namelijk nooit hoe het zou zijn verlopen als je ze niet had bepaald Ik filosofeerde eens over alle geboden die een mens zoal tegenkomt in zijn leven. De Bijbel, met name het oude testament,staat er vol mee, in de bewoording: Gij zult niet… Deze uitspraak valt onder de archetypische werking van Saturnus.

Wat ik me bedacht is, dat angst vaak een aangelegenheid is van de gewaarwordingsziel van iemand; je hoort of ziet wat en de angst slaat toe. Wanneer de gewaarwording sterk is, ligt de intuïtie automatisch in het onbewuste en werkt minder goed[Elementenleer C.G. Jung]. De intuïtie is nauw verbonden met de vrije wil van de mens en omdat de gewaarwording dominant is bij angst, zal de intuïtie min of meer lamgelegd worden. Je durft geen risico’s meer te nemen. Risico nemen is als het ware het voertuig naar de vrije wil. Wanneer risico’s te veel worden ingedamd dan gaat dit altijd ten koste van ontwikkelingsweg van de mens. Ik wil een vrij eenvoudig en abstract voorbeeld geven.

Stel ik ben panisch voor muizen en heb besloten mijn huis voor dit gespuis te beschermen. Alle gaatjes en kieren worden opgevuld en profylactisch strooi ik muizengif en zet klemmen. Ramen en deuren worden zoveel mogelijk dichtgehouden, kortom allerlei maatregelen die je maar kunt bedenken zet ik in, en vervolgens gebeurt er dus niets. Ik ben tevreden want de beperkende maatregelen hebben volgens mij gewerkt! Maar ik ben nog niet écht tevreden immers de angst blijft knagen ik wil weten hoe het staat met de muizenpopulatie in mijn buurt of er niet ergens een muizenplaag heerst in onze buurt. En wat ontdek ik? Ja hoor, het is nog veel erger nog dan ik dacht, er is zelfs een rattenplaag in mijn geliefde supermarkt. Een rat is het veelvuldige van de griezeligheid van een muis en ook nog agressiever en bovendien een ziekteverwekker! Maar wat ben ik trots op mezelf dat ik in ieder geval voorzorgmaatregelen heb genomen. Ik vertel vol trots aan mijn buren dat ik de muizen/ratten pandemie echt de baas ben gebleven door mijn vroegtijdige maatregelen. Maar wat heb ik mezelf onthouden? Op facebook zie ik een filmpje langskomen dat enige duizenden keren geliket is, waar een klein muisje in een soort dierengesprek is met zijn aartsvijand de kat. Heel vertederend allemaal. Ik begin zo waar van het muisje te houden. Toch is het maar een filmpje, ik heb het niet zelf ervaren… Daarom blijft de angst voor de muis bestaan en ga ik over tot de orde van de dag. Kern van het verhaal: wanneer je de ervaring,  – in dit geval, de angst niet echt onder ogen ziet-, neemt de angst toe en los je niets écht op.

Onze samenleving is de laatste halve eeuw sterk gericht op het voorkomen van allerlei slechte angstige scenario’s waardoor we steeds minder zelfredzaam zijn geworden. Denk aan de antibiotica die veelvuldig werd gegeven bij een griepje, de laatste decennia. Er is een uitspraak die zegt: alles wat je aandacht geeftgroeit, dus ook angsten. Weerstanden horen nu eenmaal bij het leven, maar we wensen onbewust geen weerstand meer tegen te komen en leggen onze natuurlijke intuïtie lam.

Nu zal de lezer wellicht denken; maar horen angsten niet bij het gevoel? Dat is gedeeltelijk ook zo, maar in de moderne tijd toch meer bij de waarneming. Het bijzondere van deze tijd is namelijk dat we in een omschakelingperiode zitten. Globaal kun je zeggen: angsten horen bij Saturnus, Saturnus staat in zijn eigen teken in steenbok, een aarde/gewaarwordingsteken, waar vorig jaar de grote conjunctie tussen Saturnus en Pluto IN plaatsvond. Het onbewuste teken van steenbok is kreeft en dat is een gevoelsteken. Maar Saturnus staat in waterman, – het tijdperk waar we nu net in leven-,  óók in zijn eigen teken en daar is leeuw het onbewuste teken van. Leeuw is een vuurteken en het teken van intuïtie in de eigen persoonlijkheid, de vrije wil. Het is dan ook zo, dat nu we in het watermantijdperk terecht zijn gekomen, we uitgedaagd worden bewuster naar onze angsten te kijken en ze niet weg te stoppen maar op zoek moeten gaan naar de zingeving van wat we op onze levensweg tegenkomen. Opgelegde beperkingen werken niet omdat de intuïtie lamgelegd wordt.

Teruggekoppeld naar de corona pandemie van nu: Een van de vragen daarbij is: waarom doen we eigenlijk niets aan het feit dat we onze aarde uitgebuit hebben en de lucht totaal verziekt is, terwijl de farmaceutische lobby’s over elkaar heen tuimelen om winst te maken uit het afkopen van onze angsten? De muis die speelt met de kat, of de kat die speelt met de muis? Wanneer je alleen maar risico vermijdend bezig bent, zal je er niet snel achter komen hoe sterk jezelf eigenlijk wel bent. Je dankt de beperkende maatregelen dat ze je behoed hebben voor al de dreigende gevaren, maar je krijgt ongemerkt steeds minder inzicht in wat jezelf kunt!

Zie hier de website van Wilma.

Op zoek naar vrijheid door Tom Maas

Als een neuroloog zegt dat ons brein al ons doen en laten bepaalt, bekruipt  mij een Droste-gevoel. Want zo’n uitspraak is dus ook bepaald door zijn brein. Waar kan ik dan ooit de eerste oorzaak vinden die mij aanzette tot het typen van deze tekst? Ook bekruipt mij het onaangename gevoel dat tussen al die oorzaken en gevolgen geen vrijheid meer is te vinden.
Er zijn twee ontsnappingsroutes. De eerste is tegen de neuroloog zeggen dat die terug moet in zijn hok– hij heeft verstand van hersenen maar niet van filosofie en kennistheorie. De tweede is onderzoeken hoe vrijheid zich verhoudt tot oorzaak en gevolg. Dat onderzoek heeft de Leidse filosoof Gerard Visser voor ons gedaan in zijn boek ‘Oorsprong & vrijheid – en ik werd die ik was gebleven’.[1] Zijn bevindingen graven diep, zoals een filosoof betaamt; ik zal proberen ze in eigen woorden door te geven.

Wij kunnen bijna niet meer denken buiten kaders van oorzaak en gevolg. Iets komt toch niet zomaar uit de lucht vallen? Tegelijk, en dat maakt het natuurlijk fascinerend, doen wij alsof we alle vrijheid van de wereld hebben; of daar minstens recht op hebben. Meer dan ooit eisen we mateloos vrijheid op voor onszelf, en zien die hoogstens begrensd omdat we anderen niet behoren te schaden. Als we dat van dichterbij bekijken, schuilt daar meestal toch nog het mechanistisch wereldbeeld achter van oorzaak en gevolg, alleen in geïndividualiseerde vorm. Het individu is de verantwoordelijke veroorzaker van zijn eigen lief en leed. Uitzondering vormen natuurrampen en andere omstandigheden die leed berokkenen. Die vinden we dan ook onrechtvaardig, onverdiend –ze treden buiten de orde die wij veronderstellen.

Vele oorzaken
Aristoteles zag het in groter perspectief. In zijn visie kent elke beweging weliswaar een bron waaruit die beweging voortkomt, dus een ‘werkoorzaak’, maar ook een doel dat aantrekkingskracht uitoefent zodat de ontwikkeling in een bepaalde richting gaat, een ‘doeloorzaak’. Het zaadje wordt een boom en niet iets willekeurigs. Je zou wat mensen betreft kunnen zeggen: wat is vrijheid waard als er niets aantrekkelijks is om voor te leven?
Als wij iets maken, en misschien geldt dat tot op zekere hoogte ook wel voor het ‘maken’ van ons leven, ziet Aristoteles vier ‘oorzaken’ die meespelen – heel wat meer dan ons eendimensionale oorzaak-gevolg. De maker is de ‘werkoorzaak’ die iets in gang zet. En waar het maaksel voor dient, het doel, is de ‘doeloorzaak’. Maar er is ook materiaal nodig, want zonder materiaal is immers niets mogelijk. Het materiaal is de ‘stofoorzaak: de aard van het materiaal bepaalt mede wat en hoe iets wordt. Bovendien is er een vorm nodig; we kneden de klei net zo lang tot er een vorm uit komt die ons doel kan dienen. Ook hier geldt: zonder vorm is er niets en de idee van de vorm bepaalt mede wat en hoe iets wordt. Dat is de ‘vormoorzaak’.
Vrijheid is in deze voorstelling van zaken dus een samenspel van allerlei factoren. Als ons voornemen, het materiaal, de vorm en het resultaat samensmelten, valt er – voor dat moment – niets meer te wensen. Dan zijn wij vrij.

Maar hoe voelt het?
Tot zover de theorie. Maar voelen wij ons ook inderdaad vrij? Gerard Visser schrijft: “Vrijheid van keuze hoeft helemaal niet vrij te zijn. Ieder kent de ervaring dat je jezelf vrij en in je element voelt, tot je voor een keuze komt te staan. Het huidige leven raakt verstopt van keuzemomenten waar niemand om vraagt.” Daarmee komt iets heel nieuws in het vizier, naast de oorzaken die Aristoteles onderscheidde. Er speelt ook een innerlijke noodzaak mee om iets te doen of te laten – intuïtie, gevoel en het existentiële besef van wat ons eigen leven zin geeft, zijn minstens zo bepalend. Dus niet alleen de verhouding met de buitenwereld maar ook die met ons zelf bepaalt onze vrijheid.
Met die notie zijn we van Aristoteles pardoes beland in de negentiende eeuw. Visser haalt in zijn boekje Schelling aan die beschrijft hoe misplaatst wij ons soms kunnen voelen; alsof we vervreemd zijn van onszelf, weggedreven uit het centrum van onszelf, en hoe we tegelijkertijd terugverlangen naar dat centrum en we er door aangetrokken worden. We willen onszelf worden, zoals de paradox luidt – alsof we ooit iets anders dan onszelf kunnen zijn. Na Schelling kwam de radicalere Nietzsche. Die komt uit op het punt dat werkelijke vrijheid alleen is weggelegd voor wie de totale verantwoordelijkheid voor zichzelf neemt. De eigenlijke vrijheid is die van het spontane spelende kind. En op latere leeftijd, als wij kunnen reflecteren op ons leven, is het volledig aanvaarden van ons lot de voorwaarde voor vrijheid. Het kunnen laten gebeuren, zoals Gerard Visser het noemt, dat is de kern van vrijheid.

Een tussenstap: redelijkheid
Dat negentiende-eeuwse inzicht was voorafgegaan door filosofen die weliswaar ook oog hadden voor individuele aspecten van vrijheid maar zich vooralsnog meer door hun verstand dan door hun gevoel lieten leiden, zoals Kant. Ook Kant keerde de blik naar binnen, maar deed dat in zekere zin nog met de rationaliteit die opgeld deed sinds Descartes – ‘ik denk dus ik ben’– en de Verlichting. Bij Kant speelt het geweten een belangrijke rol. Maar zijn benadering is niet gericht op intuïtie en gevoel maar op redelijkheid en goede wil. We moeten de stem van het geweten volgen en tegelijk de algemene ‘zedelijkheid’ dienen – zeg maar, de maatschappelijke orde. Wat we voor onszelf als uitgangspunt nemen, als norm of rechtvaardiging, dat zou zó moeten zijn dat het ook een algemene norm zou kunnen zijn. In deze visie komt het ethische facet van vrijheid sterk naar voren.

Drie sferen van vrijheid
Zo zijn drie sferen ontstaan waarin vrijheid aan de orde is, op steeds een andere manier. De natuurkundige sfeer waarin oorzaak en gevolg overheerst. Die herkennen we in het recht op en neer interpreteren van hersenfuncties. De spanning daarin zit tussen determinisme en keuzevrijheid. Daarnaast is er de ethische sfeer waarin het normatieve overheerst. De spanning daarin zit tussen mijn vrijheid – mijn geweten en goede wil – en het algemeen welbevinden. De derde sfeer is de existentiële, de sfeer van innerlijke vrijheid waarin beleving en zelfbepaling overheersen, en waar je ook religieuze overtuigingen onder kunt scharen. De spanning daarin zit tussen het kenbare en intuïtieve, tussen het objectieve en subjectieve.
Gerard Visser constateert dat momenteel in elk van die sferen een debat over vrijheid aan de orde is, maar dat er nauwelijks uitwisseling is. Ze zitten in zichzelf gevangen.

De betekenis van ‘mogelijkheid’
De uitweg uit die gevangenschap is wellicht te vinden als we bedenken dat er aan deze hele discussie nog iets vooraf gaat. Bij alle drie de sferen is essentieel dat iets mogelijk is. Dat er mogelijkheden zijn – dat lijkt zo’n open deur dat je er eerst niet bij stilstaat. Maar dat er zoiets bestaat als ‘mogelijkheid’, is heel fundamenteel. Er is speelruimte om vraagtekens te zetten, bijvoorbeeld bij de rol van het brein, maar net zo goed bij de zin van ons leven, of waar we nu eens trek in hebben. De mogelijkheid noemde de filosoof Kierkegaard ‘de zwaarste van alle categorieën’. Gerard Visser noemt het ‘de werkelijkheid van de vrijheid’. Voor Aristoteles was vrijheid gelegen in kennis van de mogelijkheden, na Descartes is vrijheid de macht van het planmatig verwerkelijken van mogelijkheden, voor Kierkegaard tenslotte is vrijheid ‘de mogelijkheid tot mogelijkheden’. Het is met die gedachtensprong alsof je ineens een luik opent en ziet dat deze hele discussie over vrijheid in het luchtledige zweeft boven een grenzeloze ruimte. Een nog onbepaalde leegte maar dan wel vol potentie. Wat is er al niet mogelijk?! Ongetwijfeld meer dan we weten. Het onkenbare dient zich hier aan; ook die categorie speelt mee bij vrijheid.

“Vrijheid manifesteert zich dan niet pas in kennis of het planmatig verwerkelijken, maar in het kunnen openbreken en vernieuwen van mogelijkheden”, vat Gerard Visser het samen. Die formulering suggereert dat wij actief en doelgericht moeten zijn: breek open! vernieuw! Het tegendeel is echter het geval. Om toegang te krijgen tot het nog ongekende en onbepaalde moeten wij juist zoveel als kan al onze kennis en bepaaldheden loslaten – al onze vooringenomen standpunten, opvattingen, ideeën enzovoort. Het mogelijke dient zich alleen aan als wij openstaan. Openstaan voor wat zich aandient, voor wat zich als mogelijkheid zou kunnen verwerkelijken. Vrijheid is dan ‘het kunnen laten gebeuren’.

Daarmee zijn we op een punt gekomen dat diametraal ligt tegenover onze huidige manier van leven. Ons leven is grotendeels wat de filosoof Heidegger noemt ‘het opvorderen’ van de dingen en de mogelijkheden. Daar is een mooi actueel voorbeeld van: zelfs als we erkennen dat we als mensensoort wel erg overheersend zijn geworden en we daardoor leven in het antropoceen, een tijdperk waarin de mens door zijn optreden het klimaat en alle aardse leven uit balans brengt, dan nog is onze eerste reactie: daar moeten we snel iets aan doen, we moeten hoognodig ingrijpen! [2] Het tegenovergestelde dus van even tot rust komen, ons oor te luisteren leggen bij de aarde en openstaan voor … ja, voor wat? Voor het geheim van het opene. Het kan alleen maar zo getypeerd worden, als geheim of als leegte, als nog ongekende mogelijkheid, omdat elke invulling vooraf méér is van hetzelfde antropoceen. Een andere manier van leven dient zich alleen aan als er ruimte voor wordt vrijgemaakt.

Een spirituele dimensie
Op dit punt krijgt een nieuwe dimensie vorm in het betoog. Het begon met Aristoteles die benoemde hoe vorm en doel bepalend zijn voor een ontwikkeling. Het doeloorzakelijke perspectief. Daarna kwam bij Descartes het accent te liggen op de rationaliteit van oorzaak en gevolg. Sindsdien, zou je kunnen zeggen, is de wereld en alle leven materie die bewerkt kan worden. Dat is het werkoorzakelijke perspectief. Vervolgens kwam de binnenwereld aan de orde; we willen ons vrij voelen. Met Nietzsche kwamen het belang van spontaneïteit en innerlijke roerselen aan de orde. Dat is het existentiële perspectief.  Kierkegaard tenslotte opende een luik naar een geheel nieuwe dimensie. Die is hierboven getypeerd als ‘het kunnen laten gebeuren’.  Deze dimensie kun je het spirituele perspectief noemen omdat het onkenbare hierin een veel grotere rol speelt dan bij de overige perspectieven. Het is de leegte die vol potentie is. Denk bijvoorbeeld aan wat Lao Tse 2500 jaar geleden al schreef in de Tao Te Tsjing: “Maak gebeeldhouwde deuren en ramen, maar het nut van de kamer is zijn leegte.” En: “De grootste openbaring is de stilte.”
Gerard Visser maakt gewag van “bezielde leegte” en voegt daaraan toe: “Is vrijheid niet oorspronkelijk een zaak van de ziel?”

Dus…
Je bent vrij als je je in je element voelt, schrijft Gerard Visser. En dat kan gelden voor alles in het universum. Het is een mooie uitdrukking die op poëtische manier alle dimensies van vrijheid met elkaar verbindt. Het kind dat zich door een spel laat meevoeren – het elementaire daarvan, het stoffelijke, het mogelijke, het bezielde dat op een bepaalde manier al voorbeschikt is maar toch pas écht is als het ook gerealiseerd wordt. Dat wordt ook uitgedrukt in de ondertitel van zijn boekje “en ik werd die ik was gebleven”. Dat is een citaat uit het gedicht De soldaat en de zee van Martinus Nijhoff:
Geleidelijk bracht de brug
van het leven over het leven
mij naar mijn oorsprong terug
en ik werd die ik was gebleven.

Neurologen mogen dan kijken welke hersengebieden daarbij oplichten

Met toestemming overgenomen van https://www.tpmmaas.nl/ 

Vijf manieren om je geluk te voeden door Thich Nhat Hanh

“De essentie van onze beoefening kan worden omschreven als het transformeren van lijden in geluk”, zegt Thich Nhat Hanh. Hij biedt hier vijf oefeningen om ons geluk dagelijks te voeden.

We willen allemaal gelukkig zijn, en er zijn veel boeken en leraren in de wereld die helpen om mensen gelukkiger te maken. Toch blijven we allemaal lijden.

Daarom denken we misschien dat we het ‘verkeerd doen’. Op de een of andere manier ‘falen we in geluk’. Dat klopt niet. Om van geluk te kunnen genieten is het niet nodig om geen enkel lijden te kennen. In feite is de kunst van het geluk ook de kunst om goed te kunnen lijden. Als we ons lijden leren kunnen erkennen, omarmen en begrijpen, lijden we veel minder. Dat niet alleen, we zijn ook in staat om nog verder te gaan en ons lijden om te zetten in begrip, mededogen en vreugde voor onszelf en voor anderen.

Een van de moeilijkste dingen voor ons om te accepteren, is dat er geen rijk is waar alleen geluk is en geen lijden. Dit betekent niet dat we zouden moeten wanhopen. Lijden kan worden getransformeerd. Zodra we onze mond opendoen om ‘lijden’ te zeggen, weten we dat het tegenovergestelde van lijden er ook al is. Waar lijden is, is geluk.

Volgens het scheppingsverhaal in het bijbelboek Genesis, zei God: “Er zij licht.” Ik stel me graag voor dat het licht antwoordde en zei: “God, ik moet wachten tot mijn tweelingbroer, de duisternis, bij mij is. Ik kan er niet zijn zonder de duisternis.” God vroeg: “Waarom moet je wachten? Duisternis is daar.” Het licht antwoordde: “In dat geval ben ik er ook al.”

Een van de moeilijkste dingen voor ons om te accepteren is dat er geen rijk is waar alleen geluk is en geen lijden. Dit betekent niet dat we moeten wanhopen. Lijden kan worden getransformeerd.

Als we ons uitsluitend richten op het nastreven van geluk, kunnen we lijden beschouwen als iets dat we moeten negeren of weerstaan. We beschouwen het als iets dat geluk in de weg staat. Maar de kunst van geluk is ook de kunst om goed te lijden. Als we weten hoe we ons lijden moeten gebruiken, kunnen we het transformeren en veel minder lijden. Weten hoe je goed kunt lijden is essentieel om echt geluk te realiseren.

Genezend Medicijn

De belangrijkste gemoedsaandoening van onze moderne beschaving is dat we niet weten hoe we met het lijden in ons moeten omgaan. We proberen het lijden te verdoezelen met allerlei soorten compensaties. Winkeliers verkopen een overvloed aan apparaten om ons te helpen het lijden in ons te verdoezelen. Maar tenzij -en totdat- we in staat zijn om ons lijden onder ogen te zien, kunnen we niet echt aanwezig en beschikbaar zijn voor het leven, en zal geluk ons ​​blijven ontgaan.

Er zijn veel mensen die hevig lijden en niet weten hoe ze ermee moeten omgaan. Voor veel mensen begint dit al op zeer jonge leeftijd. Dus waarom leren scholen onze jongeren niet de manier om met lijden om te gaan? Als een leerling erg ongelukkig is kan hij zich niet concentreren en kan hij niet goed leren. Het lijden van ieder van ons heeft invloed op anderen. Hoe meer we leren over de kunst van goed te lijden, hoe minder lijden er in de wereld zal zijn.

Mindfulness is de beste manier om met ons lijden om te gaan zonder erdoor overweldigd te worden. Mindfulness is het vermogen om in het huidige moment te blijven. Is weten wat er in het hier en nu gebeurt. Als we bijvoorbeeld onze twee armen optillen, zijn we ons bewust van het feit dat we onze armen opheffen. Onze geest is bij het opheffen van onze armen, en we denken niet aan het verleden of de toekomst, want het opheffen van onze armen is wat er in het huidige moment gebeurt.

Mindful-zijn betekent bewust-zijn. Het is de energie die weet wat er in dit huidige moment gebeurt. Onze armen opheffen, en weten dat we onze armen opheffen is gewaar zijn van wat we doen, mindful in ons handelen.

Als we inademen en we weten dat we inademen, is dat mindfulness. Als we een stap zetten, en we weten dat we dat doen, zijn we ons bewust van die stappen. Mindfulness is aandacht hebben voor en gewaar zijn van wat we doen. Het is de energie die ons helpt om ons bewust te zijn van wat er nu en hier gebeurt – in ons lichaam, in onze gevoelens, in onze waarneming, en om ons heen.

Met mindfulness zijn we niet langer bang voor pijn. We kunnen zelfs nog verder gaan en positief gebruik maken van het lijden om de energie van begrip en mededogen op te wekken die ons geneest. En we kunnen anderen helpen genezen om ook gelukkig te zijn.

Met mindfulness kun je de aanwezigheid van het lijden in jezelf en in de wereld herkennen. En met diezelfde energie omarm je het lijden met zachtheid. Door je bewust te zijn van je inademing en uitademing genereer je al de energie van mindfulness, zodat je het lijden kunt blijven koesteren. Beoefenaren van mindfulness kunnen elkaar helpen en ondersteunen bij het herkennen, omarmen en transformeren van lijden. Met mindfulness zijn we niet langer bang voor pijn. We kunnen zelfs verder gaan en het lijden gebruiken om de energie op te wekken van standvastigheid en mededogen om onszelf te genezen. En we kunnen anderen helpen genezen om ook gelukkig te zijn.

Mindfulness genereren

De manier waarop we beginnen met het produceren van ‘het medicijn’ mindfulness is door onszelf ‘te stoppen’ en bewust adem te halen, waarbij we onze volledige aandacht schenken aan onze inademing en onze uitademing. Als we op deze manier ‘stoppen’ en bewust ademhalen, verenigen we lichaam en geest en komen we weer thuis bij onszelf. We voelen ons lichaam vollediger. We leven pas echt als de geest bij het lichaam is. Het goede nieuws is dat eenheid van lichaam en geest kan worden gerealiseerd door slechts één inademing. Misschien zijn we al een tijdje niet zorgzaam genoeg voor ons lichaam geweest. Als we de spanning, de pijn, en de stress in ons lichaam herkennen, kunnen we het in ons bewustzijn koesteren, en dat is het begin van genezing.

Als we voor het lijden binnen in ons zorgen, hebben we meer duidelijkheid, energie en kracht om het lijden van onze dierbaren te helpen aanpakken, evenals het lijden in onze gemeenschap en de wereld. Als we ons echter bezighouden met de angst en wanhoop in ons, kunnen we het leed van anderen niet helpen wegnemen. Het is een kunst om goed te lijden. Als we weten hoe we voor ons lijden moeten zorgen, lijden we niet alleen veel, veel minder, maar creëren we ook meer geluk om ons heen en in de wereld. 

Waarom de Boeddha bleef mediteren

Toen ik een jonge monnik was, vroeg ik me af waarom de Boeddha mindfulness en meditatie bleef beoefenen, zelfs nadat hij al een boeddha was geworden. Nu zie ik dat het duidelijk wat het antwoord is. Geluk is vergankelijk, net als al het andere. Om geluk te vergroten en te vernieuwen, moet je leren hoe je je geluk kunt voeden. Niets kan zonder voedsel bestaan, geluk ook niet. Je geluk kan sneuvelen als je niet weet hoe je het moet voeden. Als je een bloem snijdt maar niet in het water zet, zal de bloem binnen een paar uur verwelken.

We kunnen ons lichaam en onze geest tot geluk brengen met de vijf oefeningen: loslaten, positieve zaden uitnodigen, mindfulness, concentratie en inzicht.

Zelfs als geluk zich al manifesteert, moeten we het blijven voeden. Dit wordt ook wel conditionering genoemd, en dat is erg belangrijk. We kunnen ons lichaam en onze geest tot geluk brengen met de vijf oefeningen: loslaten, positieve zaden uitnodigen, opmerkzaamheid, concentratie en inzicht.

1.  Loslaten

De eerste stap om vreugde en geluk te creëren, is door afstand te doen, door los te laten. Er komt een soort vreugde voort uit loslaten. Velen van ons zijn aan tal van dingen gebonden. We geloven dat deze dingen nodig zijn voor ons voortbestaan, onze veiligheid en ons geluk. Maar veel van deze dingen -of beter gezegd, onze opvattingen over hun zogenaamde noodzaak- zijn juist obstakels voor onze vreugde en ons geluk.

Soms denk je dat het hebben van een bepaalde carrière, diploma, salaris, huis of partner cruciaal is voor je geluk. Je denkt dat je niet verder kunt zonder. Zelfs als je die situatie al hebt bereikt, of bij die persoon bent, blijf je lijden. Tegelijkertijd ben je nog steeds bang dat het nog erger zal zijn als je loslaat wat je hebt behaald. Je zult je nog ellendiger voelen zonder het object waaraan je je vastklampt. Je kunt er niet mee leven, en je kunt er niet zonder.

Als je diep in je angstige gehechtheid gaat kijken, zul je beseffen dat dit juist het obstakel is voor je vreugde en geluk. Maar je hebt het vermogen om het los te laten. Om los te laten is soms veel moed nodig. Maar als je eenmaal loslaat, komt geluk heel snel. Je hoeft er niet naar te zoeken.

Stel je voor dat je een stadsbewoner bent die een weekendtrip naar het platteland gaat maken. Als je in een grote stad woont, zijn er veel lawaai, stof, vervuiling en stank, maar ook veel kansen en opwinding. Op een dag haalt een vriend je over om een ​​paar dagen op stap te gaan. In eerste instantie zou je kunnen zeggen: “Ik kan het niet. Ik heb te veel werk. Ik mis misschien een belangrijk telefoontje.” Maar uiteindelijk overtuigt hij je om te vertrekken, en een uur of twee later bevind je je op het platteland. Je ziet open ruimte. Je ervaart de frisse lucht, en je voelt de zachte bries op je wangen. Geluk wordt geboren uit het feit dat je de stad achter je kon laten. Als je niet was weggegaan, hoe zou je dan dat soort vreugde kunnen ervaren? Je moest loslaten.

2.  Positieve zaden uitnodigen

We hebben allemaal vele soorten ‘zaden’, diep in ons bewustzijn. Die als we ze water geven ontkiemen, in ons bewustzijn komen en zich naar buiten toe gaan manifesteren.

In ons eigen bewustzijn is er een hel, maar er is ook een paradijs. We zijn in staat medelevend, begripvol en vreugdevol te zijn. Als we uitsluitend aandacht besteden aan de negatieve dingen in onszelf, vooral aan het lijden van pijn uit het verleden, wentelen we ons in ons verdriet en krijgen we geen positieve voeding. We kunnen de juiste aandacht oefenen en de gezonde eigenschappen in onszelf water geven door de positieve dingen aan te raken die altijd in en om ons heen beschikbaar zijn. Dat is goed voedsel voor onze geest.

Een manier om goed voor ons lijden te zorgen, is door een zaadje van de tegenovergestelde aard uit te nodigen. Omdat er niets bestaat zonder het tegenovergestelde Als je een zaad hebt van arrogantie, heb je ook een zaadje van mededogen. Ieder van ons heeft een zaadje van mededogen. Als je elke dag de mindfulness van mededogen beoefent, zal het zaad van mededogen in jou sterker worden. Je hoeft je er alleen maar op te concentreren, en het zal omhoogkomen als een krachtige energie.

Als er medeleven opkomt, neemt de arrogantie natuurlijk af. Je hoeft er niet tegen te vechten of het naar beneden te duwen. We kunnen de goede zaden selectief water geven en de negatieve zaden geen water geven. Dit betekent niet dat we ons lijden negeren. Het betekent gewoon dat we de positieve zaden die er van nature zijn, aandacht en voeding geven.

3.  Op mindfulness gebaseerde vreugde

Mindfulness helpt ons niet alleen om in contact te komen met lijden, zodat we het kunnen omarmen en transformeren, maar ook om de wonderen van het leven aan te raken, inclusief ons eigen lichaam. Dan wordt inademen een genot. Uitademen kan ook een genot zijn. Je gaat echt genieten van je ademhaling.

Een paar jaar geleden had ik een virus in mijn longen waardoor ze gingen bloeden. Ik spuugde bloed op. Met zulke longen was het moeilijk om te ademen, en het was moeilijk om gelukkig te zijn tijdens het ademen. Na de behandeling genazen mijn longen en werd mijn ademhaling veel beter. Als ik nu adem, hoef ik me alleen maar de tijd te herinneren waarop mijn longen met dit virus waren geïnfecteerd. Dan wordt elke adem die ik haal echt heerlijk, fantastisch.

Als we bewust ademen of bewust wandelen, brengen we onze geest naar ‘huis’ in ons lichaam, en zijn we gevestigd in het hier en het nu. We voelen ons gelukkig en we hebben zoveel beschikbare omstandigheden voor geluk. Mindfulness is dus een bron van vreugde. Mindfulness is een bron van geluk.

Mindfulness is een energie die je de hele dag door kunt oproepen. Je kunt je vaat met aandacht afwassen. Je kunt je diner met aandacht bereiden. Je kunt de vloer met aandacht dweilen. En met aandacht kun je de vele voorwaarden van geluk en vreugde aanraken die al beschikbaar zijn. Je bent een echte kunstenaar. Je weet hoe je vreugde en geluk kunt creëren wanneer je maar wilt. Dit zijn de vreugde en het geluk die voortkomen uit gewaar-zijn.

4.  Concentratie

Concentratie komt voort uit oplettendheid. Concentratie heeft de kracht om ergens doorheen te breken, om de kwellingen waardoor je lijdt weg te branden en om vreugde en geluk toe te laten.

Om in het huidige moment te zijn, is concentratie nodig. Zorgen en ongerustheid over de toekomst zijn er altijd, klaar om ons mee te nemen. We kunnen ze zien, erkennen en onze concentratie gebruiken om terug te keren naar het huidige moment.

Als we geconcentreerd zijn, hebben we veel energie. We laten ons niet meeslepen door visioenen over lijden uit het verleden of door angsten voor de toekomst. We leven evenwichtig in het huidige moment, zodat we in contact kunnen komen met de wonderen van het leven, en vreugde en geluk kunnen genereren.

Concentratie is altijd concentratie op iets. Als je je ontspannen op je ademhaling concentreert, kweek je al een innerlijke kracht. Als je terugkeert om je ademhaling te voelen, concentreer je dan met heel je hart en geest op je ademhaling. Concentratie is geen zware arbeid. Je hoeft jezelf niet te belasten of een enorme inspanning te leveren. Geluk ontstaat licht en gemakkelijk.

 5.  Inzicht

Met mindfulness herkennen we de spanning in ons lichaam. We willen deze heel graag loslaten, maar soms kunnen we dat niet. Wat we nodig hebben is enig inzicht.

Inzicht is zien wat er is. Het is deze helderheid die ons kan bevrijden van kwellingen zoals jaloezie of woede, en we kunnen zo waarachtig geluk toestaan. Ieder van ons heeft dit inzicht, hoewel we er niet altijd gebruik van maken om ons geluk te vergroten.

De essentie van onze beoefening kan worden omschreven als het transformeren van lijden in geluk. Het is geen ingewikkelde oefening, maar het vereist dat we opmerkzaamheid, concentratie en inzicht cultiveren.

We kunnen bijvoorbeeld inzien dat iets, (een verlangen of wrok), een obstakel voor ons geluk is en dat het ons angst en beklemming bezorgt. We weten dat dit het niet waard is om ons slapeloze nachten te bezorgen, maar toch blijven we onze tijd en energie soms besteden aan een obsessie. We zijn als een vis die al eens eerder is gevangen en weet dat er een haak in het aas zit. Als de vis van dat inzicht gebruik maakt, zal hij niet bijten, omdat hij weet dat hij aan de haak zal worden geslagen.

Vaak bijten we ons vast in onze hunkering of wrok, en laten we ons aan de haak slaan. We zijn gehecht aan situaties die onze zorg niet verdienen. Als er mindfulness en concentratie zijn, zal er ook inzicht zijn en kunnen we er gebruik van maken om vrij weg te zwemmen.

In de lente, als er veel stuifmeel in de lucht is, hebben sommigen van ons vanwege allergieën moeite met ademhalen. Zelfs als we niet proberen om vijf kilometer te rennen, en we gewoon zitten of liggen, kunnen we ook niet goed ademen. Dus in de winter, als er geen stuifmeel is, kunnen we, in plaats van te klagen over de kou, ons herinneren dat we in april of mei helemaal niet naar buiten konden. Nu onze longen schoon zijn, kunnen we een stevige wandeling naar buiten maken, en kunnen we heel goed ademen. We roepen bewust ervaringen op uit het verleden om ons te helpen om de goede dingen die we nu hebben te waarderen.

In het verleden hebben we waarschijnlijk last gehad van het een of ander. Het kan zelfs zijn dat er iets als een soort hel hebben ervaren. Als we ons dat lijden herinneren, en ons er niet door laten meeslepen, kunnen we het gebruiken om onszelf eraan te herinneren: “Wat heb ik op dit moment geluk. Ik bevind me niet meer in die situatie. Ik kan gelukkig zijn”. Dit is inzicht, en op dat moment kunnen onze vreugde en ons geluk heel snel toenemen.

De essentie van onze beoefening kan worden omschreven als het transformeren van lijden in geluk. Het is geen ingewikkelde oefening, maar het vereist dat we opmerkzaamheid, concentratie en inzicht cultiveren.

Het vereist allereerst dat we thuiskomen bij onszelf, dat we vrede sluiten met ons lijden, lijden met liefde behandelen en diep kijken naar de wortels van onze pijn. Het vereist dat we nutteloos, onnodig lijden loslaten en ons idee over geluk nader bekijken.

Ten slotte vereist het dat we geluk dagelijks koesteren, met erkenning, begrip en mededogen voor onszelf en voor de mensen om ons heen. We bieden deze beoefeningen aan onszelf aan, aan onze dierbaren, en aan de wereldgemeenschap. Dit is de kunst van het lijden en de kunst van het geluk. Met elke ademhaling verlichten we lijden en creëren we vreugde. Bij elke stap bloeit de bloem van inzicht.

 

Vertaling: Hansjelle Dijkstra

Controle en vertrouwen

Controle en beheersing zijn elementen in onze maatschappij die dominant zijn de laatste decennia. Een uitwas daarvan is de bureaucratie. Verantwoordelijkheden en risico’s worden in kleine partjes verdeeld onder groeperingen en worden afgebakend met regels waar die groep zich aan moet houden. Dit is een tendens wereldwijd in de maatschappij die al decennia lang gestaag zijn weg baant in een sterk neo-liberaal klimaat waar het voornamelijk om geld gaat. De rijken worden rijker en echte ‘eerlijke’ risico’s worden verdeeld over groepen zodat er niet meer nagedacht hoeft te worden.

Het hoogtepunt, – of noem het dieptepunt-, van dit neoliberalistische klimaat, viel toen Saturnus en Pluto een conjunctie maakten met elkaar [12 januari 2020], gevolgd door bijna een jaar later de conjunctie tussen Jupiter en Saturnus [21 december 2020]. Het is interessant om na te denken over deze twee belangrijke conjuncties omdat vooral de conjunctie van Saturnus/Pluto de aanzet heeft gegeven om het neoliberale klimaat door uitvergroting bewust te worden. Saturnus zet de rem op de bureaucratie en Pluto vergroot dit uit zodat we zien wat er mis is in het wereldbestuur (steenbok).
Toen 21 december [2020] Jupiter de conjunctie maakte met Saturnus in de eerste graad van waterman, nodigde dit uit om de rem (Saturnus) eens te zetten op onze overdadige (Jupiter) sociale oppervlakkige ontmoetingen (waterman). Door namelijk constant in oppervlakkige sociale contacten onder te duiken, ontstaat het gevaar in de mainstream van anderen mee te gaan en je eigen innerlijke motieven (Saturnus) te vergeten. Omdat de conjunctie plaatsvond in de eerste graad van waterman, duidt dit erop dat er nog veel te leren valt over wat echt sociaal contact is; er volgen bewijze van spreken nog 29 andere graden om dit te leren…

Als je het over Controle hebt dan denk je vooral aan Pluto die in 1930 ontdekt werd aan de hemel en die inmiddels gedegradeerd is tot dwergplaneet. Volgens de Huber-methode is Pluto het archetype van de hogere wil van de mens. De mens is een denkend, voelend en willend wezen. Het is niet toevallig dat aan het begin van deze nieuwe eeuw felle discussies werden gevoerd over de vrije wil [Denk aan Dick Swaab met zijn boek: Wij zijn ons brein]. Strikt gezien kun je zeggen dat pas na de ontdekking van Pluto aan de hemel door de mensheid, de vrije wil echt bewust toegankelijk is geworden.
Pluto staat in het teken schorpioen in zijn eigen teken en het polaire teken van schorpioen is stier, waar Venus over heerst. Omdat controle en vertrouwen elkaars polairen zijn en we bijna geobsedeerd zijn geraakt door regels, is het vertrouwen op dit moment ver zoek! Dit merk je ook in de maatregelen omtrent het Coronavirus. Een paar dagen geleden werd dit ook op een andere vlak weer eens bewezen door het bericht dat er onmenselijke situaties zijn ontstaan bij de uitvoering van wetten door de belastingdienst. Bij het UWV zijn wederom vreemde situaties ontstaan waar mensen zwaar in de problemen komen door gestelde regels; net zoals bij de kinderopvangtoeslag.

Wat bijzonder is, dat vorige week vrijdag [5 maart 2021] er een pushbericht kwam waarin werd meegedeeld dat de Coronabesmettingen afnemen en dat na september 2020 er minder doden zijn, dit ondanks dat het merendeel van de bevolking nog niet gevaccineerd is. Het kan natuurlijk komen door maatregelen, maar toch, je kunt net zo goed het positiever uitdrukken, dat we een introvertere levensstijl zijn aan het ontdekken! De vraag die indringend naar boven komt is: maakt iedereen deze pandemie niet groter dan dat het eigenlijk is? [Uitvergroting Pluto] En zijn de maatregelen wel evenredig aan de pandemie? Zoals ik in mijn vorige nieuwsbrieven al schreef: het virus is niet onze vijand maar een wake-up-call voor ons bewustzijn! De levendige handel in angst moet ophouden! De constante controle (Pluto) van de besmettingen in de samenleving, maakt angstig en bang en leidt niet naar vertrouwen dat ziekte je niet zomaar overkomt, maar dat het een (karmisch) zingeving heeft en dat alleen vertrouwen daar iets positiefs aan kan bijdragen; niet controle en angst.
Opvallend is ook dat de berichtgevingen over de besmettingen steeds onoverzichtelijker en tegenstrijdiger worden. Zo hoorde ik op één dag dat de besmettingen ’s-morgens op de radio, afnamen terwijl het tegendeel s’-avonds op het NPO nieuws werd beweerd. Kortom er is geen vertrouwen en ook geen echte visie; bestuurders doen maar wat omdat angst en controle de boventoon voeren.

Tip: Om te leren omgaan met controle en vertrouwen, kun je kijken waar de planeten Venus en Pluto staan in de daghoroscoop maar ook welke aspecten die maken met je eigen horoscoop. Zo loopt op dit moment Venus toe op een conjunctie met de Zon, wat volgens de klassieke astrologie een verbranding is. Met andere woorden: het vertrouwen is laag op dit moment. Mijn ervaring heeft me geleerd dat ik zodoende veel inzicht heb gekregen in mijn eigen controlebehoeftigheid en vertrouwen. Ik wens de lezer succes bij dit kleine onderzoek.

Karma, patronen en bevrijding (slot). Hij ontkent de wet van karma niet

Teisho’s gegeven tijdens de Izen intensive 2020 door Maurice Genko Knegtel Roshi

Maar er is ook een ander kader waarvan uit we karma kunnen bekijken. Wat zo mooi is, als je tien of twintig keer dezelfde verhalen hoort, dan ontdek je er telkens weer iets nieuws in. Dat merkte ik op in mijn voorbereiding van deze intensive, bij een ander verhaal. De hoofdfiguur in dat verhaal, Baizhang, is namelijk de leerling van Mazu, de centrale figuur in het eerste verhaal. Het verhaal van Mazu en Feng gaat in een rechte lijn over in het verhaal van Baizhang. Baizhang kennen we in eerste instantie uit de anekdote waarin de leraar Mazu en de leerling Baizhang wandelen in de bergen. Er vliegt plotseling een vlucht wilde ganzen over. Mazu vraagt “‘ Wat zijn dat?’ Baizhang zegt:  ‘Wilde ganzen’. En Mazu vraagt: ‘Waar vliegen ze heen?’ Baizhang zegt: ‘Ze zijn al weg.’ Mazu pakt Baizhang bij de neus en draait deze stevig om. ‘Au! Au!’ brult Baizhang. Mazu zegt: ‘Hoe kun je zeggen dat de ganzen zijn weggevlogen, terwijl ze al die tijd hier zijn geweest’. Waar? Hier!

In het verhaal waar het me nu om gaat, is Baizhang zelfstandig leraar en dit is een van de meest vreemde verhalen in de zen traditie. Baizhang overigens, is de eerste binnen de traditie die de regels voor een zen klooster opstelt. Het verhaal gaat als volgt:

Telkens als Meester Baizhang de Dharma onderwees, verscheen er een gestalte die met de monniken toehoorde. Als ze weggingen, ging hij ook weg. Op een dag bleef hij echter alleen achter. Toen vroeg de Meester hem: ‘Wat voor een mens ben jij die hier voor me staat?’ De gestalte antwoordde: ‘Waarlijk, ik ben geen mens. Lang geleden, in de tijd van Kashapa Boeddha, leefde ik op deze berg als zen priester. Eens vroeg een monnik  me: ‘Blijft een volmaakt ontwaakte gebonden aan de wet van oorzaak en gevolg, of niet?’ Ik antwoordde: ‘Een volmaakt ontwaakte is niet aan de wet gebonden.’ Vanwege dat antwoord viel ik voor vijfhonderd levens terug in de toestaand van een vos. Nu vraag ik u, Meester, geef me een keerwoord en verlos me uit dit lichaam van een vos.’ Daarop vroeg hij: ‘Blijft een volmaakt ontwaakte gebonden aan de wet van oorzaak en gevolg, of niet?’

De Meester antwoordde: ‘Hij ontkent de wet van oorzaak en gevolg niet.’

Bij het horen van die woorden verkreeg de vos onmiddellijk een diepe realisatie. Hij boog en zei: ‘Nu ben ik van het lichaam van een vos bevrijd en zal achter de berg wonen. Slechts om één ding vraag ik de Meester nog: begraaf me volgens de ritus voor een overleden monnik.’ De Meester droeg de Ino op met de hamer op een houten aambeeld te slaan en aan de monniken te verkondigen dat na de maaltijd een crematieplechtigheid voor een gestorven monnik zou plaatsvinden. Verbaasd vroegen de monniken: ‘Iedereen is toch gezond? Er ligt niemand in de ziekenzaal. Wat heeft dit te betekenen?’

Na de maaltijd leidde de Meester de monniken achter de berg naar de voet van een rots en haalde met zijn stok het dode lichaam van een vos tevoorschijn. Daarna voltrok hij de ceremonie van de lijkverbranding. ’s Avonds nam de Meester plaats op de Patriarchenzetel in de Dharmahal en vertelde de monniken het hele verhaal. Dadelijk vroeg zijn leerling Huangbo: ‘De priester kreeg vanwege een verkeerd keerwoord de straf vijfhonderd maal in een vossenlijf te worden wedergeboren. Aangenomen dat hij met zijn antwoord geen fout had gemaakt, wat was er dan gebeurd?’

De Meester zei: ‘Kom dichterbij, dan zal ik het je zeggen’. Huangbo liep op de Meester toe en sloeg hem in het gezicht. De Meester klapte in zijn handen en zei met een luide lach: ‘Ik dacht dat alleen de baard van die ene barbaar rood was, maar hier is nog een barbaar met een rode baard.’ (Uit: Wu-men kuan, casus 2)

Prachtig verhaal! Is het een probleem om als vos terug te keren? Nou, vijfhonderd levens is wel heel veel. Hoe was hij in die situatie terecht gekomen? Hij had een antwoord gegeven op een vraag: ‘Blijft een volmaakt ontwaakte gebonden aan de wet van oorzaak en gevolg, of niet?’ Hij zei: ‘Deze is niet aan de wet gebonden.’

We hebben het over de ‘volmaakt ontwaakte’, dat is degene die deze woorden leest. Hij is altijd wakker. Wat betekent dat? Aanwezig zijn. Hier. Volledig aanwezig. Volledig in mijn lijf. Misschien ken je dat deze dagen wel, dat als je zit en je in je lichaam zakt, er een sensatie ontstaat dat jouw aanwezigheid nergens eindigt. En waar begint ze? Bij de voordeur? Bij het bordje van de gemeente Hall? Ze dijt uit. Je kunt nergens een begin van jouw aanwezigheid vinden. Alles is hier, intiem, zeer dichtbij. De vlucht ganzen. ‘Gak, gak!’, die zit hier.  Je bent totaal aanwezig. Wat is het? Als je denkt ‘Wilde ganzen’, dan is dat altijd achteraf. ‘Gak, gak!’,  dat verschijnt in je aanwezigheid, maar je hebt geen idee wat het is. Het komt nergens vandaan, het gaat nergens heen; het ontstaat niet, het vergaat niet. Alles is volkomen ongrijpbaar, je hebt geen idee. Wat is het? Het is precies wat het is.

Deze volmaakt aanwezige, is deze vrij van karma, of niet? Inderdaad, er is geen karma, er is geen oorzaak en gevolg te vinden. Dit is de top van berg, volstrekt onbepaald, volstrekt ondoorgrondelijk en lucide, absolute aanwezigheid, helemaal samengevallen met jezelf. Enkel licht.

Maar wat gebeurt er als je opstaat? Is er dan voor deze volmaakt ontwaakte echt geen oorzaak en gevolg? Sommigen blijven in satori hangen. Wat gebeurt er dan? Je voelt je God, je bent onbeperkt en eeuwig. Je kent geen karma, geen oorzaak en gevolg, je kunt lekker over de benen van de ander heen rijden. Sommigen blijven in die staat hangen. Wat gebeurt er dan, wanneer je oorzaak en gevolg, dus karma ontkent? Je slijt vijfhonderd levens als vos! Totdat je terugkomt in de gedaante van vos noch mens en vraagt: ‘Kun je mij een verlossend keerwoord geven?’ Baizhang zegt: ‘Hij ontkent de wet van oorzaak en gevolg niet.’ In een andere vertaling staat: ‘Hij wordt niet gehinderd door de wet van oorzaak en gevolg.’ En dan valt het kwartje…

Welk kwartje valt hier? Wat is die open, onbeperkte aanwezigheid? Dat ben jij! Die eindeloze ruimte slaat om naar dit vehikel, dit eindige lijf, deze beperkte vleesjas. Met alles erop en eraan. Mijn leven is door en door bepaald door karma, deze onbepaalde aanwezigheid IS karma. DAT kwartje valt dan!

De vraag die Huangbo stelt, is ook interessant. Hij vraagt: ‘De priester kreeg vanwege een verkeerd keerwoord de straf vijfhonderd maal in een vossenlijf te worden wedergeboren. Aangenomen dat hij met zijn antwoord geen fout had gemaakt, wat was er dan gebeurd?’

Stel dat de vraag juist was beantwoord, wat was er dan gebeurd? Maar er is geen juist antwoord! Beide antwoorden zijn waar. Als ik in mijn lijf zak, voorafgaand aan de woorden en de reflectie blijf, dan is er slechts onbepaalde aanwezigheid. En als ik opsta van het kussen, dan begeef ik me onmiddellijk in het diepe spoor van mijn patronen. Het is tegelijkertijd. Jouw leven is ongeboren, doodloos. En ja, jouw leven is ergens begonnen en het eindigt ergens. Jouw ruimte is onbeperkt en ja, je bent beperkt tot de maten van jouw lichaam. Het punt in zen is: je kunt het nooit goed zeggen. Dat heb ik zo vaak meegemaakt! Heel veel van wat ik in mijn training bij Roshi naar voren bracht, werd door hem weggewuifd: ‘Meer zazen!’

Tot slot, de openingsregel van de Dhammapada: ‘De dingen worden voorafgegaan door de geest, hebben de geest als voorman, worden door de geest gemaakt.’

De Dhammapada is het meest gelezen geschrift in Azië, de essentie van de Leer voor leken. ‘Geest’ staat hier voor totale aanwezigheid. Het moment dat je ergens een ruimte binnengaat, creëer je ter plekke de situatie. We spraken eerder over situaties, ze liggen niet vast, ze zijn niet gegeven, ze worden elk moment ter plekke gecreëerd. Je komt een ruimte binnen en je hoeft niet eens iets te zeggen, en je creëert ter plekke de situatie, met al je patronen. Door je fysieke houding, je energetische werking, je manier van doen, je creëert ter plekke de situatie, heel wonderlijk. Wat zo interessant is, wellicht ken je dat, dat doorheen de tijd situaties zich herhalen, bepaalde werksituaties bijvoorbeeld. Je ziet steeds hetzelfde ontstaan en denkt: ‘Dat moet mij weer overkomen’. We weten inmiddels dat jij iets binnenbrengt, je creëert mede de situatie. Dat ervaar je bewust, als je je realiseert hoe het werkt, en dat brengt je op weg te gaan naar een Amor fati. Ga eens bij jezelf na die momenten waarop je zegt: ‘Daar loop ik altijd tegen aan’. Ga eens terug in je herinnering en onderzoek wat je daar binnen brengt, welk patroon, welke conditie? Wat neem je mee de situatie in? Wat breng je zelf in? Wat doe jij, opdat een situatie ‘is zoals ze is’?

 

Vanaf 8 maart 2021 starten we onder leiding van Maurice Genko Knegtel Roshi een nieuwe Zen Cirkel, die je deels fysiek in het Graalhuis in Utrecht en deels digitaal via Zoom kunt bijwonen. Klik voor meer informatie en opgave op: https://izen.nl/zen-meditatie/