In India wordt een verscheidenheid aan oude spirituele geschriften gekoesterd door volgelingen van het Hindoe geloof. Hoewel de Veda’s worden beschouwd als de grondtekst van ‘s werelds oudste religie, en van inspirerende heldendichten als de Ramayana en de Mahabarata, komen de Upanishads vanwege hun transcendente wijsheid het dichtst bij de harten van Hindoes.
In deze iconische verzameling teksten maakt de lezer kennis met wat de Engelse auteur Aldous Huxley beschrijft als Perennial Philosophy, de bron van elk religieus geloof. Men gaat ervan uit dat de Upanishads, wat ‘neer zitten bij’ betekent, een verwijzing is naar een student die geestelijke kennis van een leraar ontvangt. Ze zijn geschreven tussen 800 en 500 voor Christus, toen er een belangrijke maatschappelijke transformatie in India plaatsvond.
Tot dit moment in de geschiedenis van India bepaalde de traditionele Vedische religieuze orde maatschappelijke rollen. Brahmanen, een priesterschapskaste, waren de enigen die mochten deelnemen aan bepaalde spirituele oefeningen. Dit veranderde echter toen zogenaamde ‘gewone mensen’ hun aandacht verlegden van wereldse doelen naar spirituele aspiraties. Ze transformeerden tot de wijzen die in de Upanishads worden genoemd. Om deze redenen worden de heilige geschriften ook Vedanta genoemd, een van de zes basisuitgangspunten van het Hindoeïsme, en ze verwijzen naar ‘het einde’ of ‘het laatste hoofdstuk’ van de Veda’s.
Omdat er meer dan 200 op zichzelf staande Upanishads zijn die op verschillende tijdstippen door verschillende onbekende auteurs zijn samengesteld, waarvan er een stuk of tien het belangrijkst zijn, verschillen de woordkeus en de theologische leer van uiteenlopende Upanishads van elkaar.
Maar toch, zoals je hier zult kunnen ontdekken door de volgende wijsheidcitaten uit de Upanishads te onderzoeken, komt er een aantal gemeenschappelijke thema’s duidelijk uit naar voren. De begeleiding van de leraar is er altijd op gericht om leerlingen te helpen om zich hun Atman te realiseren. Of ‘de ziel van puur bewustzijn’, dat deel uitmaakt van Brahman. Van het ene eeuwige Zelf dat ons allen met elkaar verbindt.
“Je bent dat wat je diepe, bezielende verlangen is. Zoals je verlangen is, is je wil. Zoals je wil is, zijn je daden. Zoals je daden zijn, is je bestemming.”
“Hij die alle wezens in zijn Zelf herkent, en zijn Zelf in alle wezens, zal geen lijden kennen; want als je in alle schepselen je ware Zelf herkent, verdwijnen je jaloezie, verdriet en haat. “
“Dromen zijn echt tot zolang ze duren. Geldt hetzelfde voor onze levens? “
“Tijd, aard, noodzaak, de elementen, energie, intelligentie – Geen van deze kan de Eerste Oorzaak zijn. Het zijn invloeden waarvan het enige doel is om het Zelf op te tillen boven plezier en pijn. In de diepten van hun meditatie zien wijzen binnenin zichzelf de Geliefde die in het hart van elk schepsel woont. “
“Het Zelf is overal. Helder is het Zelf, ondeelbaar, onaangeraakt door de zonde. Immanent en transcendent. Hij is het die de kosmos samenhoudt. “
“Zoals hetzelfde vuur verschillende vormen aanneemt als het voorwerpen in zich opneemt die qua vorm verschillen, neemt het Zelf de vorm aan van elk schepsel in wie hij aanwezig is.”
“Het weten dat de zintuigen gescheiden zijn van het Zelf, en dat de zintuiglijke ervaring vluchtig is, maakt ons niet treurig.”
“Het Zelf, zuiver bewustzijn, straalt als het licht in het hart en wordt omringd door de zintuigen. Het lijkt te denken, het lijkt te bewegen. Het Zelf echter slaapt noch ontwaakt, noch droomt.”
“Als alle verlangens die in het hart opwellen worden verworpen, wordt het sterfelijke onsterfelijk. Als alle verstrengelingen die het hart in hun greep houden worden losgelaten, worden stervelingen onsterfelijk. Hier in dit leven.”
“Zij die het Zelf realiseren krijgen toegang tot de vrede die een volledige zelfbeheersing en een volmaakt geduld met zich meebrengen. Ze zien zichzelf in iedereen en iedereen in zichzelf. Het kwaad kan hen niet overwinnen omdat ze alle kwaad al hebben overwonnen. Zonde kan hen niet verslinden omdat ze alle zonden al hebben verslonden. Vrij van het kwaad, vrij van zonde en twijfel leven ze in het koninkrijk van Brahman. “
Hij die rijk is aan kennis van het Zelf, begeert geen externe macht of bezit
“Er is maar één manier om het Zelf te kennen, en dat is om dat Zelf te realiseren. De onwetenden denken dat het Zelf gekend kan worden door het intellect. Maar verlichten weten dat hij voorbijgaat aan de dualiteit van kenner en het gekende. “
“Hij is overal, hoewel we hem niet zien. Maar beminde, het Zelf is overal in alle dingen. Er is niets dat niet van hem afkomstig is. Van al wat bestaat is hij het innerlijkste Zelf. Hij is de waarheid. Hij is het allerhoogste Zelf.”
“Men kan zeggen dat de geest twee kanten heeft, zuivere en onzuivere. Gedreven door de zintuigen wordt de geest onzuiver; maar met de zinnen onder controle, wordt de geest zuiver. Het is de geest die ons bevrijdt of tot slaaf maakt. Gedreven door de zonde raken we gebonden; als we de zintuigen in onze macht hebben worden we vrij. Zij die op zoek zijn naar vrijheid moeten hun zintuigen in bedwang houden”.
“Zoals de zon het oog van de wereld is, en niet kan worden aangetast door wat in onze ogen defecten zijn, noch door ogenschijnlijke objecten, kan het ene Zelf, dat in alles woont, niet worden aangetast door de kwaden van de wereld. Want Zelf overstijgt alles! “
Het Zelf, dat in alles woont, zal niet worden aangetast door de kwaden van de wereld
“Het Zelf is de bron van blijvende vreugde. Onze harten zijn vervuld van vreugde door Zelf verankerd te zien in de diepten van ons bewustzijn. Als Zelf er niet was, wie zou dan ademen, wie zou dan leven? Hij is het die elk hart met vreugde vervult. ‘
“Er is geen vreugde in het eindige; er is alleen vreugde in het Oneindige. “
“Het Zelf is in alles. In alle goden, in de vijf elementen, aarde, lucht, vuur, water en ruimte; in alle schepselen, groot of klein, voortgekomen uit eieren, uit baarmoeders, uit hitte, uit de scheuten van planten, paarden, koeien, olifanten, mannen en vrouwen; het Zelf is in alle wezens die kunnen lopen, in alle wezens die vliegen en in alles dat wandelt noch vliegt. ”
“Het Zelf is verborgen in de harten van iedereen, zoals boter schuilgaat in room. Realiseer het Zelf in de diepten van je meditatie. De Heer van Liefde is de allerhoogste realiteit, en het doel van alle kennis. “
“Zoals het web uit de spin tevoorschijn komt, en zoals planten uit de Aarde ontspringen, zoals het haar uit een lichaam groeit, zeggen de wijzen, komt dit universum voort uit het onsterfelijke Zelf, de bron van leven.”
Vertaling: Hansjelle Dijkstra