Om de voeding en de innerlijke betekenis van het eten op een holistische manier te begrijpen, kan de aandacht op de ontwikkeling van het Ik-bewustzijn van de mens worden gericht. Het Ik-bewustzijn is het bewustzijn van een Zelf of van een hoger, niet-materieel en dus geestelijk bestaan. Dit Ik-zelf kan de diepte van de innerlijke natuur van de mens in zijn groeiende ontwikkeling en zijn groeiende mogelijkheden raken. Dit Ik-zelf is dat deel dat in staat is om het mens-zijn over alle begrenzingen heen te verheffen en de ontwikkeling van het leven bevordert in de zin van verruimingen en opbouwende mogelijkheden.
Omdat er tegenwoordig heel weinig gezocht wordt naar de geestelijke kant van het leven, wordt ook het voedingsvraagstuk vanuit een zeer intellectuele interpretatie beantwoord. Dat leidt ertoe dat de waarde van het voedsel niet zozeer gezien wordt in de werkelijke mogelijkheden die in haar verborgen zijn. De voeding draagt echter nog talrijke onontdekte geheimen in zich.
Een holistische benadering van de voeding blijft niet stilstaan bij de fysische voedingssubstantie, maar betrekt er ook de menselijke natuur met haar kennis en haar relatiemogelijkheden bij, want de mens ontmoet nu eenmaal de fysische kant van het voedsel zoals bijvoorbeeld de mineralen, vetten, koolhydraten en proteïnen, maar hij ontmoet deze echter niet enkel in de uiterlijke werkelijkheid, maar ook op een zielsniveau en op een geestelijk niveau. Een holistische of integrale voedingsbenadering bekijkt daarom de fysische kant, die het meest zichtbaar en het gemakkelijkst te herkennen is, in het licht van de ontmoeting met een bewustzijn van een existentieel ziels- en geestelijk leven.
In de laatste decennia werd in de meeste voedingsleren de uitspraak “de mens is wat hij eet” als basisregel onderwezen. De volgende manier van kijken leidt nu echter tot een andere zienswijze en men zou dit leidmotief ongeveer als volgt kunnen veranderen: “de mens is zoals hij met de voeding in relatie treedt”, want niemand kan zich gelukkig en tevreden eten. De voeding bezit niet enkel één kant, maar openbaart vele aspecten. Ze neemt in het leven van de mens een geheimzinnige, buitengewoon belangrijke en centrale plaats in. Leert men stap voor stap de vele fysische alsook metafysische aspecten en daarmee dus de diepe inhouden van de voeding kennen, dan is dit een rijpingsproces, waardoor men ook in zijn persoonlijkheidsontwikkeling op een integrale manier groeit. Een dieper en rijker innerlijk beleven of een groei in het gevoelsleven vertoont zich, een gevoelsleven dat zich als een vreugdevolle en tegelijk fijnzinnige gewaarwording verkondigt, wordt binnenin de menselijke ziel geboren. Voeding heeft niet enkel een fysische maar ook een metafysische dimensie.
Elke menselijke ziel zoekt naar een tevredenheid in het aardse leven en daar bovenop naar een soort van positieve erkenning en bevestiging van zijn kennis, zijn inspanningen en ervaringen. In het verborgene heeft iedereen een diep verlangen naar waarheidsgevoelens en dit wel heel in het bijzonder op alle gebieden die hem direct aangaan. Zo zoeken veel mensen op het gebied van de voeding naar juistheid, zingeving, gezondheid en ethiek. Maar de uiterlijke voedingsprincipes alsook de uiterlijke ervaringen, bijvoorbeeld of iets goed smaakt of niet goed smaakt, kunnen op de vraag naar de zin en betekenis
Wanneer een mens zich verder ontwikkelt door zaken te bestuderen en te doorgronden, door te zoeken naar inzichten, door interesses uit te breiden, door in relatie te treden en eventueel door meditatieve verdieping in het leven, dan zal hij ook het voedsel, dat hem in zijn streven ondersteunt, nauwgezet uitkiezen. De studie van zo een belangrijk levensgebied, zoals dat van de voeding, vereist zeer veel opmerkzaamheid, onderscheidingsvermogen, kennis en inlevingsvermogen en bovendien een bewustzijn voor de manier waarop de ontmoeting tussen de natuur en de mens plaatsvindt. Stap voor stap zal men inzicht na inzicht verwerven en beter vertrouwd raken met enkele geheimen. Men zal steeds opnieuw tot nieuwe dimensies van begrijpen komen. En dan zal ooit het ogenblik komen waarop men duidelijk een gewaarwording van iets veel diepers in de ziel bespeurt en men zal dan zelfs bemerken dat met het fysisch opnemen van voedsel ook een directe ontmoeting op ziels- en geestelijk vlak plaatsvindt.
Het leven heeft echter zeer veel verschijnings- en uitdrukkingsvormen. Zo bestaan er ook zeer veel voedingsleren, die compleet verschillende ideeën in zich dragen. De macrobiotiek, een holistische leer uit Japan, is ook in het Westen zeer bekend geworden. De aanhangers van deze richting laten in de eerste plaats enkel gekookt voedsel toe. Rauw fruit en salade worden enkel met mate en rekening houdend met een volledig voedingsplan gegeten. Wie zich in de literatuur van de oosterse macrobiotische voedingsleer verdiept, zal veel verbazingwekkende samenhangen en waarheden vinden. Het antwoord echter op de diepste vraag in zijn ziel, namelijk de vraag hoe hij zelf de ontmoeting met de natuur en met datgene wat hij eet, vorm geeft, zal hij in een vastgelegde voedingsleer niet vinden.
Een grote tegenstelling met de macrobiotiek vindt men bijvoorbeeld in het rauwkostdieet. Dit wordt tegenwoordig misschien niet meer zo intensief, maar toch nog vrij ruim verspreid en door de meest uiteenlopende voedingstherapeuten verdedigd. Zij raden bijvoorbeeld aan dat het voedsel absoluut in haar natuurlijke toestand, dus rauw, moet worden gegeten. Zeer veel en uiteenlopende redenen worden hiervoor aangegeven. Leest men in de diverse boeken over rauwkost, dan zal men op basis van dit eerder materiële begrijpen van de natuur vele rationele verklaringen vinden. Bij het bekijken van de verschillende voedingsvormen stelt zich echter de serieuze vraag, wie men nu dient te geloven, want uiteindelijk moet men tot een beslissing komen, wat men zou moeten of zou mogen eten.
Het doel van deze uiteenzettingen over het holistisch begrijpen van de voeding zal pas duidelijker en begrepen worden wanneer men niet enkel en alleen vertrekt vanuit de voeding en vanuit een materieel begrip van het voedingsmiddel, maar het menselijke creatieve of scheppende vermogen in het midden van de beschouwing plaatst. De rijpheid van de mens wordt bepaald door zijn inzichtsvermogen, door zijn toewijdingsvermogen en uiteindelijk ook door zijn liefdesbekwaamheid. Vindt deze eigen, actieve weg tot inzicht, tot liefde en overgave niet plaats, dan wordt een leer enkel als een dogma, als iets uiterlijks begrepen en gepraktiseerd. Men heeft zeer veel kracht en zelfstandigheid nodig om een hart te ontwikkelen dat vrij is van uiterlijke stellingen en richtlijnen alsook om het op langere termijn te behouden. Het holistisch begrijpen is in ieder geval enkel mogelijk wanneer men de geest van de mens en zijn zielsleven of zijn bewustzijnsmogelijkheden als reële dimensies en mogelijkheden tot ontplooiing brengt.
Het wetenschappelijk onderzoek van de laatste decennia heeft de mensheid veel kennis en succes gebracht. Het onderzoek naar de voeding en naar de fysiologie van de vertering vormt een onderdeel dat in een voedingsleer niet mag ontbreken. De ontwikkeling gaat echter steeds verder en ze verovert langzaamaan ook de metafysische horizon. Daardoor breekt bij ieder mens een nieuwe tijdsperiode aan, waarbij hij met de kennis van het stoffelijke alleen geen genoegen kan nemen. Onontkoombaar rijpen de mogelijkheden om een vakgebied zoals dat van de voeding bijvoorbeeld, op diepere niveaus te begrijpen en daarmee iets integraals, dit betekent een geestelijk, ziels- en lichamelijk leven, te erkennen.
Het ruime gebied van de voeding wordt door veel mensen opgezocht als een mogelijkheid om het leven op een goede manier vorm te geven. In discussies worden juist de verbetering van de gezondheid en de passende keuze van voedingsmiddelen als kernpunten gekozen. Tot op de dag van vandaag nemen de meeste voedingsleren nog de lichamelijke verbanden als basis. Slechts in weinig teksten vindt men uitgangspunten die wijzen op de samenhang tussen de voeding en het ziels- en geestelijk leven. Daarom zal in dit boek de gedachte vanuit het standpunt van het ontmoetingsleven, dit betekent het zielsleven, worden aangebracht, zodat door de studie van de voeding direct een bewustzijn ontstaat over de manier waarop de mens met iedere maaltijd in een innerlijke uitwisseling treedt met de natuurschepping en de sociale verhoudingen.
Tegenwoordig vindt er een overschrijding plaats van de uiterlijk zichtbare verschijning naar een dimensie die onzichtbaar is, maar die toch reëel voorhanden is en waarvan in het zielsleven reeds vermoedens bestaan. Het zoeken naar inzicht in dit ontmoetingsveld opent een soort van ontwikkeling, die het best met het begrip “geestelijke individuatie” benoemd kan worden. Deze begint wanneer de mens zijn hogere natuur en daarmee de geest als dragende kracht in het leven erkent en van daaruit vertrekt om de verschillende objecten in de wereld steeds objectiever te onderzoeken en te bekijken. De hier geschreven woorden zullen het hart raken en dragen ertoe bij dat iets onuitgesprokens en fijners achter de zichtbare verschijning, dit betekent achter elk graan, achter elke groente of elk klaargemaakt gerecht, wordt erkend. Want ieder mens draagt geest in zich. Het voedingsmiddel draagt de geest niet bewust in zich. De mens kan echter als geestelijk begaafd individu deze geestelijke kant tot leven wekken. Daarom moet van in het begin worden erkend dat het bij de studie van de voeding niet alleen maar om het aanleren van voedingsrichtlijnen kan gaan, maar dat iets geheimzinnigs in de ziel wordt aangespoord om wakker te worden en op die manier warmte schenkt voor het denken en voor het daaruit resulterende handelen.
De uitspraken in dit boek moeten niet worden opgevat in de zin van een nieuwe voedingsleer. Het boek wil veeleer aan de bestaande kennis over voeding een bijdrage leveren die leidt tot een directe bewustzijnsverruiming, het zoeken naar inzicht en uiteindelijk tot een verhoging van het liefdesvermogen tegenover de natuur. Alle inzichten dienen door een zekere scholing, een intensieve uiteenzetting en door een gedeeltelijk verworven begrip te rijpen. Wanneer men de voeding leert begrijpen, dan zal men het leven op een nieuwe manier ervaren en onnoemelijk dieper, inniger en meer van nabij meeleven met alle voorwaarden van het bestaan. Het bewustzijn, dat geleid wordt door de geest of een Ik-zelf, staat daarbij in het middelpunt van het onderzoek.
Uit: Voeding en de gevende kracht van de mens van Heinz Grill