…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Archive for februari, 2019

De Vier Lagen van het Bewustzijn door Thich Nhat Hanh

Hoe onze Innerlijke Geest werkt

‘Abhidharma’, de Boeddhistische manier waarop de dingen in kaart worden gebracht, wordt soms behandeld als een onderwerp van louter intellectueel belang. “Sterker nog”, zegt Thich Nhat Hanh, “het identificeren met de verschillende elementen van bewustzijn, en het begrijpen van hoe ze met elkaar in relatie staan, is essentieel voor onze meditatiebeoefening” .

(Vertaler: De Abhidharma, (ook wel Abhidharma-pitaka genoemd), is het derde en laatst toegevoegde deel van de Pali Canon van de Theravada traditie van het Boeddhisme. Abhi (Pali) betekent hoog of hoogste; dharma betekent leer of waarheid. ‘Abhidharma’ betekent aldus ‘hoogste waarheid’ of ‘hoogste leer’).

De Vietnamese Zenmeester, Thuong Chieu, zei: “Als we begrijpen hoe onze geest werkt, wordt onze beoefening gemakkelijk.” Om onze geest te kunnen begrijpen moeten we ons bewustzijn begrijpen. De Boeddha leerde ons dat bewustzijn altijd stroomt. Als een rivier. Bewustzijn heeft vier lagen. De vier lagen van bewustzijn zijn Geestelijk Bewustzijn, Zintuigelijk Bewustzijn, Opslagbewustzijn en Manas.

(Vertaler: Manas is noch gevoel (emotie), noch verstand (rede), maar de kracht van onze bewuste en ook onbewuste ik-tendensen, die zich beurtelings met gevoel of verstand identificeert, en zich daarbij uitsluitend laat leiden door de drang om de totaliteit van onze bewustzijnsinhoud, die ons gevoel ‘ik’ verleent, steeds te vermeerderen).

Laag Een – Geestelijk bewustzijn

Geestelijk Bewustzijn is de eerste soort bewustzijn. Het vergt het meest van onze energie. Geestelijk bewustzijn is ons ‘werkend’ bewustzijn dat oordeelt en plannen maakt. Het is het deel van ons bewustzijn dat zich zorgen maakt en analyseert. Als we spreken over Geestelijk Bewustzijn, spreken we ook over Lichaamsbewustzijn, omdat Geestelijk Bewustzijn niet mogelijk is zonder de hersenen. Lichaam en geest zijn slechts twee aspecten van hetzelfde. Lichaam zonder bewustzijn is geen echt levend lichaam. En bewustzijn kan zich niet manifesteren zonder een lichaam.

Geestelijk bewustzijn is het deel van ons bewustzijn dat zich zorgen maakt en dat analyseert.

Het is mogelijk om ons te oefenen om het onderscheid tussen de werking van de hersenen en het bewustzijn te gaan zien. We moeten niet zeggen dat bewustzijn wordt geboren uit onze hersenen, omdat het tegenovergestelde waar is: hersenen worden geboren uit het bewustzijn. Hersenen maken slechts 2 procent uit van ons lichaamsgewicht, maar ze verbruiken 20 procent van de energie van het lichaam. Het gebruik van het bewustzijn door de geest is erg kostbaar. Denken, piekeren en plannen kosten veel energie.

We kunnen zuiniger met onze energie omgaan door ons Geestelijk Bewustzijn te trainen door van oplettendheid een gewoonte te maken. Mindfulness houdt ons in het huidige moment, ontspant ons Geestelijk Bewustzijn, en maakt de energie vrij die we anders zouden kunnen besteden aan het ons zorgen maken over het verleden, of over de toekomst.

Laag Twee – Zintuigelijk Bewustzijn

Het tweede niveau van bewustzijn is het Zintuiglijk bewustzijn, het bewustzijn dat voortkomt uit onze vijf zintuigen: zien, horen, proeven, voelen en ruiken. We noemen deze zintuigen soms ‘poorten’ of  ‘deuren’, omdat alle objecten van waarneming het bewustzijn binnenkomen door ons zintuiglijk contact. Zintuiglijk bewustzijn omvat altijd drie elementen. Ten eerste, het zintuig zelf (ogen, oren, neus, tong of lichaam); ten tweede, het zinsobject, (het object dat we ruiken of het geluid dat we horen), en ten derde, onze ervaring van wat we zien, horen, ruiken, proeven of voelen .

Laag Drie – Opslagbewustzijn

Vertaler:  Deze link brengt je naar 50 verzen over de aard van het opslagbewustzijn

De derde bewustzijnslaag is het diepst. Er zijn veel namen voor dit soort bewustzijn. De Mahayana-traditie noemt dit het opslagbewustzijn, ‘Alaya’ in het Sanskriet. De Theravada-traditie gebruikt het Pali-woord Bhavanga om dit bewustzijn te beschrijven. Bhavanga betekent constant stromend, zoals een rivier. Opslagbewustzijn wordt soms ook wortelbewustzijn genoemd, (Mulavijñana in het Sanskriet) of Sarvabijaka, dat ‘de totaliteit van de zaden’ betekent. In het Vietnamees noemen we het opslagbewustzijn Tang. Tang, dat betekent bewaren en behouden.

Vertaler: Alaya is een samengesteld woord: a, ‘niet’; Laya, van de wortel Li, ‘oplossen’; dus ‘het Onoplosbare’. De universele ziel; de basis, de wortel of de bron van alle wezens en dingen – het heelal, de goden, monaden, atomen, enz. In mystiek opzicht is Alaya identiek met Akasa in zijn hoogste delen, en met de essentie van Mulaprakriti als ‘wortelvoortbrenger’ of ‘wortelnatuur’.
Deze verschillende namen verwijzen naar de drie aspecten van het opslagbewustzijn. De eerste betekenis is van een plaats, een ‘reservoir’, waarin allerlei soorten informatie worden bewaard. De tweede betekenis wordt gesuggereerd door de Vietnamese naam, omdat het opslagbewustzijn niet alleen alle informatie opneemt, maar deze ook vasthoudt en bewaart. De derde betekenis wordt gesuggereerd door Bhavanga, een gevoel van verwerking en transformatie.

Opslagbewustzijn is als een museum. Een museum kan alleen een museum worden genoemd als er dingen in zitten. Als er niets in zit, kun je het een gebouw noemen, maar geen museum. De conservator is degene die verantwoordelijk is voor het museum. Zijn functie is om de verschillende objecten bewaard te houden, en ze niet te laten ontvreemden. Maar er moeten ook dingen zijn die nog moeten worden opgeslagen, dingen die moeten worden bewaard. Opslagbewustzijn verwijst naar het ‘behoeden’ en ook naar wat al is opgeslagen – dat wil zeggen, alle informatie uit het verleden, onze voorouders, en alle informatie die is ontvangen door onze andere ‘vormen’ van bewustzijn. Volgens de Boeddhistische traditie wordt deze informatie opgeslagen als Bija, ‘zaden’.

(Vertaler: Bija is Sanskriet voor zaad en is een metafoor voor de herkomst en de oorzaak van de dingen, zowel in het Hindoeïsme als Boeddhisme. Deze metafoor is onderdeel van de leer van de Consciousness-Only (Slechts-Bewustzijn) definitie van de Vijnanavada-school in het Boeddhisme. Volgens deze theorie produceren alle ervaringen en handelingen Bija. In het esoterisch Boeddhisme en Hindoeïsme wordt de term Bija gebruikt voor de mystieke inhoud en taal in mantra’s. Deze zaden hebben geen precieze betekenis, maar worden gezien als verbindingen met spirituele principes. De bekendste Bija lettergreep is Om, die het eerst werd aangetroffen in de hindoeïstische teksten die bekend staan als Upanishads).

Stel dat je deze ochtend voor het eerst een bepaald lied hoort. Je oren en de muziek ontmoeten elkaar en raken je aan, wat ervoor zorgt dat je opslagbewustzijn vibreert. Die informatie, een nieuw zaad, valt in het opslag continuüm. Opslagbewustzijn heeft het vermogen om het zaad te ontvangen en op te slaan in zijn hart. Opslagbewustzijn bewaart alle informatie die het ontvangt. Maar de functie van het Bewustzijn is er niet alleen om deze zaden te ontvangen en op te slaan; het is ook zijn taak om deze informatie te verwerken .

De verwerking op dit niveau is niet inspannend. Opslagbewustzijn gebruikt niet zoveel energie als bijvoorbeeld Bewustzijn van de Geest. Opslagbewustzijn kan deze informatie zonder veel inspanning van jouw kant verwerken. Dus als je  energie wilt besparen, denk dan niet te veel na, plan niet te veel, en maak je niet al te veel zorgen. Sta je opslagbewustzijn toe om het grootste deel van de verwerking voor jou te doen.

Opslagbewustzijn lijkt op een museum waarin dingen uit je leven worden bewaard.

Als je kamer ’s nachts koud wordt en je door blijft slapen, kan je lichaam de kou toch voelen zonder tussenkomst van het geestelijk bewustzijn. Opslagbewustzijn kan opdrachten aan je armen geven om de deken omhoog te trekken, zonder dat je je daarvan bewust bent. Opslagbewustzijn werkt in de afwezigheid van geestelijk bewustzijn. Het kan veel dingen doen. Het kan veel plannen maken; het kan veel voor je doen, en zonder dat je het weet beslissingen voor je nemen.

Als we naar een warenhuis gaan, op zoek naar een broek of overhemd, hebben we de indruk dat we, terwijl we naar de uitgestalde kledingstukken kijken, een vrije wil hebben en dat, als iets ons bevalt, we vrij zijn om te kiezen wat we willen. Als de verkoper ons vraagt ​​wat we willen, kunnen we naar het object van onze wens wijzen of onder woorden brengen. Waarschijnlijk hebben we de indruk dat we op dit moment vrije mensen zijn en ons bewustzijn gebruiken om de dingen te selecteren die we leuk vinden. Maar dat is een illusie. Alles is al besloten in ons opslagbewustzijn. Op dat moment worden we er door bestuurd en zijn we geen vrije mensen. Ons gevoel van schoonheid, ons gevoel van sympathie of afkeer al besloten in het niveau van ons opslagbewustzijn.

Het is een illusie dat we vrij zijn. De mate van vrijheid die ons bewustzijn heeft is eigenlijk heel klein. Opslagbewustzijn dicteert veel van de dingen die we doen omdat het opslagbewustzijn voortdurend veel beslissingen ontvangt, opneemt, onderhoudt, en verwerkt. Opslagbewustzijn neemt voortdurend beslissingen zonder de deelname van het geestelijk bewustzijn. Maar als we dit doorzien kunnen we ons opslagbewustzijn beïnvloeden. We kunnen helpen bepalen hoe ons Opslagbewustzijn informatie opslaat en verwerkt, om daardoor betere beslissingen te nemen. We kunnen het beïnvloeden.

We zijn nooit volledig vrij. Ons opslagbewustzijn heeft al iets voor ons besloten.

Net als het geestelijk bewustzijn en het zintuiglijke bewustzijn verbruikt het opslagbewustzijn energie. Als je je in een groep mensen bevindt, en je nog zo besloten hebt om jezelf te zijn, neem je hun manieren tòch over en is je opslagbewustzijn je de baas. Ons bewustzijn wordt beïnvloed door het bewustzijn van anderen. De manier waarop we beslissingen nemen, onze sympathieën en antipathieën, hangen af ​​van een collectieve manier om de dingen te zien. Je vindt iets misschien niet zo mooi, maar als veel mensen beweren dat het mooi is, kun je iets ook als mooi accepteren, omdat het individuele bewustzijn deel uitmaakt van het collectief bewustzijn.

De waarde van de dollar wordt mede bepaald door het collectieve denken van mensen, dus niet alleen door objectieve economische factoren. De angsten, verlangens en verwachtingen van mensen doen de dollar stijgen en dalen. We worden beïnvloed door de collectieve manieren van kijken en denken. Daarom is het uitkiezen  van de mensen om je heen erg belangrijk. Het is belangrijk om je te omringen met mensen die liefdevolle vriendelijkheid, begrip en mededogen in zich hebben, omdat we dag en nacht worden beïnvloed door het collectieve bewustzijn.

Opslagbewustzijn biedt ons verlichting en transformatie. Deze mogelijkheid is vervat in de derde betekenis: door het altijd stromende karakter ervan. Opslagbewustzijn is als een tuin waarin we de zaden van bloemen, fruit en groenten kunnen stoppen. En dan zullen daar bloemen, vruchten en groenten groeien. Geestelijk Bewustzijn is niet meer dan een tuinman. Een tuinman kan het land helpen door ervoor te zorgen en de tuinman moet geloven dat inspanningen vrucht zullen dragen. Als beoefenaars kunnen we niet alleen op ons Geestelijk Bewustzijn vertrouwen We moeten ook op ons Opslagbewustzijn kunnen rekenen. Want daar worden beslissingen genomen.

We laten ons beïnvloeden door het Opslagbewustzijn van anderen Daarom moeten we onze vrienden verstandig kiezen.

Stel dat u iets op uw computer typt. Deze informatie wordt opgeslagen op de harde schijf. Die harde schijf is net zoiets als ons Opslagbewustzijn. Hoewel de informatie niet altijd op het scherm verschijnt, is deze er nog steeds. Je hoeft alleen maar te klikken en alles zal weer zichtbaar worden. De Bija, het zaadje in het opslagbewustzijn, lijkt op de gegevens die je op je computer bewaart. Als je wilt, kun je ‘klikken’ om de inhoud op het scherm van je mentale bewustzijn te laten verschijnen. Geestelijk bewustzijn is als een scherm en opslagbewustzijn is als de harde schijf, omdat je er veel in kunt opslaan. Opslagbewustzijn heeft de capaciteit om er veel informatie in op te slaan, te onderhouden en te bewaren, zodat deze niet zal worden gewist.

In tegenstelling tot informatie op een harde computerschijf zijn zaden echter van organische aard en kunnen ze worden aangepast, gekoesterd en verzorgd. Het zaad van haat kan bijvoorbeeld worden verzwakt, en zijn energie kan worden omgezet in een energie van mededogen. Het zaad van liefde kan worden verzorgd en versterkt. De aard van de informatie die door het Opslagbewustzijn wordt bewaard en verwerkt is altijd vloeiend, en altijd aan het veranderen. Liefde kan worden omgezet in haat, en haat kan worden omgezet in liefde.

Laag Vier – Manas Bewustzijn

Opslagbewustzijn is ook slachtoffer. Het is een object van gehechtheid, Het is niet vrij. In het opslagbewustzijn zijn er elementen van onwetendheid: zoals ‘waan, woede, en angst’. Deze elementen vormen samen een sterke energie die je vasthoudt, die je wilt bezitten. Dit is het vierde bewustzijnsniveau, Manas genaamd, dat ik graag vertaal als ‘overpeinzing’. Manas Bewustzijn heeft aan de basis geloof in een gescheiden zelf, geloof in een persoon. Dit bewustzijn, het gevoel en instinct dat ‘ik ben’ wordt genoemd, zit heel diep onder in het opslagbewustzijn. Het is geen opvatting die door ‘het geestelijk bewustzijn’ wordt overgenomen. Diep verscholen in het Opslagbewustzijn leeft het idee dat er een ‘zelf’‘ bestaat dat afgescheiden is van niet-eigen elementen. De functie van Manas is om vast te houden aan het opslagbewustzijn als ‘een afgescheiden zelf’’.

Een andere manier om aan Manas te denken is als aan ‘Adana bewustzijn’. Adana betekent ‘toe-eigening’. Stel je een wijnstok voor die een scheut heeft, en dat die scheut vervolgens terugkeert en de stam van de boom weer omhelst. Die scheut is onderdeel van de stam en niet los daarvan. Dit diepgewortelde waanidee – het geloof dat er een afgescheiden zelf is –zit genesteld in het opslagbewustzijn als het resultaat van onwetendheid en angst. Dit leidt tot een energie die zich omkeert, het opslagbewustzijn omarmt, en het tot het enige object van zijn liefde maakt .

De functie van Manas is om het opslagbewustzijn te bestempelen als van zichzelf

De Illusie van Vrijheid

Manas is altijd actief. Het laat het opslagbewustzijn nooit los. Het omstrengelt het, en houdt het opslagbewustzijn constant in zijn greep. Manas gelooft dat het opslagbewustzijn het voorwerp van zijn liefde moet zijn. Het is een illusie dat het opslagbewustzijn ‘mij’ is, mijn geliefde, dus die kan ik niet laten gaan. Dag en nacht is er een geheime, diepe overtuiging dat ik dit ben. Dit is van mij, en ik moet alles doen wat ik kan om het te begrijpen, te beschermen, en het van mij te maken. Manas is geboren en geworteld in het opslagbewustzijn. Het komt voort uit het opslagbewustzijn, draait zich om en omvat het Opslagbewustzijn als zijn object: “Jij bent mijn geliefde, jij bent mij.” De functie van Manas is om het opslagbewustzijn te bestempelen als van zichzelf.

Hoe de lagen samenwerken

We hebben de namen van de vier lagen van bewustzijn gezien, en hebben kunnen waarnemen hoe ze met elkaar omgaan. Opslagbewustzijn is een proces – altijd vloeiend, altijd aanwezig, nooit onderbroken. Maar het bewustzijn van de geest kan wel worden onderbroken. Als we bijvoorbeeld slapen zonder te dromen, functioneert het bewustzijn niet. Als we in coma zijn stopt het bewustzijn volledig. Als het Geestelijk Bewustzijn volledig stopt met werken – is er geen denken, geen planning, er is niets – ook dan blijft het opslagbewustzijn actief.

Sommige neurowetenschappers gebruiken de term ‘achtergrond bewustzijn’ om opslagbewustzijn te beschrijven. Ze noemen geestelijk bewustzijn simpelweg: Bewustzijn. Of je nu wakker bent of slaapt, of je droomt of niet droomt, het verwerken en opslaan van informatie wordt continu gedaan door het opslagbewustzijn, of je het nu wilt of niet.

Wakker of in slaap – het verwerken en opslaan van informatie gebeurt continu.

Er zijn tijden waarop het zintuiglijke bewustzijn samenwerkt met het opslagbewustzijn zonder door de geest heen te gaan. Het is grappig, maar het gebeurt heel vaak. Als u autorijdt, kunt u veel ongelukken voorkomen, zelfs als uw geestelijk bewustzijn aan heel andere dingen denkt. Je denkt misschien zelfs helemaal niet aan autorijden. En toch komen daar meestal geen ongelukken van.

Dit komt doordat de indrukken en beelden van het oogbewustzijn worden ontvangen door het opslagbewustzijn, waardoor er beslissingen voor je worden genomen zonder ooit door het bewustzijn van de geest te gaan. Als iemand plotseling iets in het blikveld van je ogen doet, bijvoorbeeld als iemand op het punt staat om je te slaan, of als iets op het punt staat om bovenop je te vallen, reageer je snel. Die snelle reactie, die beslissing, wordt niet door het geestelijk bewustzijn gemaakt.

’s Nachts in een koude kamer, hoewel je niet droomt, en je geestelijk bewustzijn niet functioneert, dringt het gevoel van kou in je lichaam door op het niveau van het zintuiglijke bewustzijn. Dat veroorzaakt een trilling op het niveau van het opslagbewustzijn, zodat je lichaam wordt aangezet om de deken omhoog te doen om je te bedekken. Of we nu autorijden, een machine bedienen of andere taken uitvoeren, velen van ons laten ons zintuiglijke bewustzijn samenwerken met het opslagbewustzijn, wat ons in staat stelt veel dingen te doen zonder tussenkomst van het geestelijk bewustzijn. Als we ons geestelijk bewustzijn activeren kunnen we ons plotseling bewust worden van de mentale formaties die daarbij opkomen. 

De Mentale Formaties begrijpen

Het woord ‘formatie’, (Samskara in het Sanskriet), betekent dat iets dat zich manifesteert als veel omstandigheden samenvallen. Als we naar een bloem kijken kunnen we veel elementen herkennen die bij elkaar komen om de bloem in die vorm te manifesteren. We weten dat er zonder de regen geen water kan zijn, en de bloem kan zich dan niet zou kunnen manifesteren. En we zien ook dat de zon er is. De aarde, de compost, de tuinman, tijd, ruimte en veel elementen kwamen samen om ervoor te zorgen dat deze bloem zich kan manifesteren. De bloem heeft geen afzonderlijk bestaan; hij is een formatie. De zon, de maan, de berg en de rivier, het zijn allemaal formaties. Het gebruik van het woord ‘formatie’ herinnert ons eraan dat er geen afzonderlijke kern van het bestaan ​​in zit. Er is alleen een samenkomen van heel veel voorwaarden om iets te kunnen manifesteren. Als beoefenaren van het boeddhisme kunnen we er onszelf in trainen om alles als een formatie waar te nemen. We weten ook dat alle formaties voortdurend veranderen. Vergankelijkheid is een van de kenmerken van de werkelijkheid, omdat alles verandert.

Dingen zien als formaties herinneren ons eraan dat alles verandert. Alles is vergankelijk.

Formaties die in het bewustzijn bestaan, worden mentale formaties genoemd. Als er contact is tussen een zintuig, (ogen, oren, mond, neus, lichaam), en een object, ontstaat ‘het bewustzijn van het bewustzijn’. Op het moment dat je ogen voor het eerst een voorwerp waarnemen, of als je voor het eerst de wind op je huid voelt, manifesteert de eerste mentale contactvorm zich. Dit contact veroorzaakt een trilling op het niveau van opslagbewustzijn.

Als de indruk zwak is, stopt de vibratie en herstelt de stroom van het opslagbewustzijn de rust. Je blijft slapen of je gaat door met je activiteiten, omdat die indruk die gecreëerd is door aanraking niet sterk genoeg is geweest om de aandacht te trekken van ‘bewustzijns-bewustzijn’. Het is alsof een vliegend insect op het wateroppervlak terechtkomt en het water een beetje doet rimpelen. Nadat het insect is weggevlogen, wordt het wateroppervlak weer helemaal rustig. Dus hoewel de mentale formatie zich manifesteert, hoewel de stroom van het levenscontinuüm vibreert, is er geen bewustzijn geboren in het bewustzijn van het bewustzijn omdat de indruk te zwak is.

Soms is in de boeddhistische psychologie sprake van negenenveertig of vijftig mentale formaties. In mijn traditie kennen we er eenenvijftig. Van de eenenvijftig mentale formaties is ‘contact’ de eerste, gevolgd door aandacht, gevoel, perceptie en wil. Deze vijf mentale formaties kunnen heel snel plaatsvinden, en hun intensiteit, hun diepte, varieert in elk niveau van bewustzijn. Als we bijvoorbeeld over aandacht spreken, kunnen we de aandacht zien in de context van het opslagbewustzijn, en kunnen we aandacht zien op het niveau van het geestelijk bewustzijn.  De intensiteit, of de diepte van aandacht, is op de twee niveaus heel verschillend.

De eenenvijftig mentale formaties worden ook ‘mentale begeleiders’ genoemd. Dat wil zeggen, ze zijn precies de inhoud van het bewustzijn, net zoals de manier waarop waterdruppels precies de inhoud van de rivier zijn. Woede is bijvoorbeeld een mentale formatie. Geestelijk bewustzijn kan zich zo gedragen dat woede zich kan manifesteert in het bewustzijn van het bewustzijn. Op dat moment is het gedachtenbewustzijn vervuld van woede, en kunnen we het gevoel hebben dat ons bewustzijn van de geest vol is met niets anders dan woede. Maar in feite is het mentale bewustzijn niet alleen maar woede, omdat later ook medeleven ontstaat, en op dat moment wordt geestelijk bewustzijn mededogen. Geestelijk bewustzijn is, op verschillende tijdstippen, alle eenenvijftig mentale formaties tegelijk, hetzij positief, negatief, of neutraal.

Geestelijk Bewustzijn is, op verschillende tijdstippen, alle eenenvijftig mentale formaties tegelijk.

Zonder mentale formaties kan er geen bewustzijn zijn. Het is alsof we een vlucht vogels bespreken. De formatie houdt de vogels bij elkaar en ze vliegen prachtig in de lucht. Je hebt niemand nodig om de vogels vast te houden en ze in een formatie te laten vliegen. Je hebt geen zelf nodig om de formatie te maken.

Als we zeggen dat het regent, bedoelen we dat er geregend wordt. Je hebt niet iemand van boven nodig om het te laten regenen. Het is niet zo dat er regen is, het gaat over degene die de regen veroorzaakt. Als je zegt dat de regen valt, is dat heel grappig, want als het niet zou vallen, zou het geen regen zijn. In onze manier van spreken zijn we gewend aan het gebruik van een onderwerp en een werkwoord. Daarom hebben we het woord ‘het’ nodig wanneer we zeggen: “het regent.” ‘Het’ is het subject, datgene die de regen mogelijk maakt. Maar als we goed kijken, hebben we geen ‘regener’ nodig, we hebben alleen de regen nodig. Het regent en de regen is hetzelfde. De formatie van vogels en de vogels zijn hetzelfde – er is geen ‘zelf’, geen betrokken baas.

Denken zonder een denker. Voelen zonder voeler. Wat is onze boosheid zonder ons ‘zelf?’ Dit is het doel van onze meditatie.

Als we mediteren, oefenen we intensief om licht en helderheid te brengen in onze manier om dingen te zien. Als het visioen van het niet-zelf wordt verkregen, wordt onze misleiding opgeheven. Dat is wat we transformatie noemen. In de boeddhistische traditie is transformatie mogelijk naar diepgaand begrijpen. Op het moment dat de visie van het niet-zelf daar is, valt Manas, de ongrijpbare notie van ‘ik ben’, uiteen en genieten we op dat moment van vrijheid en geluk.

Bron

Vertaler: Hansjelle Dijkstra

De Meester raakt uit zicht

Teisho’s uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi tijdens de Izen Intensive 2018 in Eerbeek. Deel 4

In een situatie, bij een ontmoeting is er allereerst het aldus gegevene, de situatie waarmee we volledig samenvallen en pas dan komt het onderscheid en de gedachte erover. De concepten komen later. We onderscheiden wel degelijk, een koe van paard en koffie van thee. Wat luistert er op het moment dat een kraai ‘kraa!’ roept. We proberen in woorden iets uit te drukken wat niet uit te drukken is. Woorden cirkelen ergens om heen. We luisteren door middel van het Ongeborene. Het is er altijd. Waar komt het vandaan? Geen idee. Waar gaat het heen? Geen idee. Het functioneert vrijelijk. Totaal ongebonden. Boeddha is het symbool voor waken, de Sanskriet wortel is budh, ‘waken’. Wie is de wakkere? We zijn allemaal Boeddha’s. allemaal ongeboren. Het Ongeborene zit heel dichtbij. Elk geluid, elke gedachte, elke beweging, alles vindt plaats in het Ongeborene. Dat is concreet wat er gaande is. Nu. En nu. Jullie maken gebruik van de immanente wijsheid van het Ongeborene, jullie kunnen een kraai van een spreeuw onderscheiden.

Een belangrijke zin is: ‘Even if it’s only one sermon, the person who realizes this Buddha Mind that everyone intrinsically possesses, is a living tathagata from that moment on!’

Als iemand voor zichzelf bevestigt dat deze ongeboren, verlichtende wijsheid de Boeddhageest is, dan wordt hij op dat moment de levende tathagatha, ‘de gemanifesteerde Boeddha’.

Dat we allemaal Boeddha’s zijn is inmiddels vastgesteld, maar als je het voor jezelf kunt bekrachtigen, ‘Ja zo is het, al mijn handelingen zijn bijzondere Boeddhahandelingen’, als je dat kunt bekrachtigen, dan ben je een tathagatha. Daarvoor ben je een Boeddha, maar je bent er nog niet helemaal zeker van. Dat is het grote belang van bekrachtiging, voor jezelf op een zeker moment daadwerkelijk vaststellen dat het zo is. Dan is alles wat we doen de Ongeborene.

Nu komt een interessante wending. Alles is Boeddhawerkzaamheid, maar de zaak kan ook vertroebeld raken. Dichtbij deze bron ben je in volkomen rust, zelfs in een storm. Dat is leven in het Ongeborene. Maar dan… Dan loop je levend in het Ongeborene, je loopt in volmaakte rust, je kunt koffie van thee onderscheiden, je beent de koffiezaal in, schenkt in volkomen sereniteit een mok in uit de koffiekan, neemt een slok en stelt vast: dit proeft niet als koffie! Er ontstaat onrust… Ik drink ’s ochtends altijd koffie! Ik heb betaald voor deze retraite, hoe kan ik functioneren als ik geen koffie heb. Wie is daar de schuld van? Hoe kan mij dit overkomen? Enz. De Meester is uit zicht.

Wat er nu gebeurt is: er is gewaarzijn van iets. Ik ben mij gewaar van wel of geen koffie. Er is een splitsing ontstaan in het Ongeborene. We moeten een splitsing kunnen maken, dat is belangrijk. Je moet dualistisch functioneren wil je het overleven. Als we in het Ongeborene blijven, gebeurt er niets. Je gaat niet en komt niet. Je blijft waar je bent. Je moet kunnen onderscheiden, besluiten nemen, etc. Bewustwording leidt tot splitsing. Als we dat vervolgens hard maken en daarop door gaan, dan belanden we in de illusie dat het ‘’ik’’ alles doet. Dan dwalen we af van het oorspronkelijke in rust zijnde Ongeborene. Elke dag komt dat koffiemoment. Van het rusten in openheid maken we een split en wordt het ‘ik’ een magneet waaraan alles blijft kleven. Vervolgens wordt alles naar buiten geprojecteerd. Bankei schrijft daar over:

‘The fact is, you want to get angry, so you’re getting yourself mad. If you hadn’t the least bad thought to begin with, no matter how much others provoked you, you surely wouldn’t get angry. But if, in you, feelings of anger and annoyance have already been formed, then, even though [the other people] don’t set out deliberately to say things to make you mad, you get carried away by the force of your own self-centeredness, lose your temper and insist, ‘I don’t say anything that’s untrue or improper!”

‘Your thoughts create the karma of the Three Evil Realms, while your demonic mind torments you. This is the fiery of self and self-created karma. One day, the Master addressed the assembly: All delusions, without exception, are created as a result of selfcenteredness.’

‘When you’re free from self-centeredness, delusions won’t be produced. For example, suppose your neighbors are having a quarrel: if you’re not personally involved, you just hear what’s going on and don’t get angry.’

‘Not only do you not get angry, but you can plainly tell the rights and wrongs of the case—it’s clear to you as you listen who’s right and who’s wrong. But let it be something that concerns you personally, and you find yourself getting involved with what the other party [says or does], attaching to it and obscuring the marvelously illuminating [function of the Buddha Mind]. Before, you could clearly tell wrong from right; but now, led by self-centeredness, you insist that your own idea of what’s right is right, whether it is or not. Becoming angry, you thoughtlessly switch your Buddha Mind for a fighting demon, and everyone takes to arguing bitterly with each other.’

‘Because the Buddha Mind is marvelously illuminating, the traces of everything you’ve done are [spontaneously]  reflected. It’s when you attach to these reflected traces that you produce delusion. Thoughts don’t actually exist in the place where the traces are reflected, and then arise. We retain the things we saw and heard in the past, and when these come up, they appear as traces and are reflected. Originally, thoughts have no real substance. So if they’re reflected, just let them be reflected; if they arise, just let them arise; if they stop, just let them stop. As long as you’re not attaching to these reflected traces, delusions won’t be produced. So long as you’re not attaching to them, you won’t be deluded, and then, no matter how many traces are reflected, it will be just as if they weren’t reflected at all. Even if a hundred, or a thousand thoughts spring up, it will be just the same as if they never arose. It won’t be any problem for you—no thoughts to ‘clear away,’ no thoughts to ‘cut off.’ So understand this well!’

Het besef van het Ongeborene raken we maar al te gemakkelijk kwijt. Je bijt je vast in iets buiten je, misschien win je en haal je je gelijk naar jouw gevoel, maar waar gaat het uiteindelijk om? Het is er wel, maar je realiseert het je niet meer. Het besef is weg, je bent verblind. Bankei legt dit heel concreet uit. Dit is wat we met onwetendheid bedoelen in het boeddhisme. Het enige wat we zien is onze eigen strijd, ons streven, onze partijdigheid.

Het ego kun je een pop-up venster noemen.  Hoe krijg je je eigen pop-up venster weg? Meester, hoe krijg ik dat venster weg? Hoe kom je terug in je Ongeboren geest. Via je je lichaam bijvoorbeeld. Je ademhaling. Je onderbuik. Je gevoel. Je zintuigen. Kijk, wat zie je nu? Voel wat voel je nu?

‘The moment you do turn into something else, you become an ignorant, deluded person. All illusions work the same way. By getting upset favoring yourself you turn your buddhamind into a fighting spirit and fall into a deluded existence of your own making. So what ever anyone else may do or say, whatever happens, leave things as they are, don’t worry yourself over that, don’t side with yourself, just stay as you are, right in the Buddhamind. Do not change it into anything else. If you do that illusions don’t occur and your are living in the Unborn mind, you are living, breathing firmly established Buddha. Don’t you see? You have a calculable treasure right at hand.’ (Wordt vervolgd)

De nieuwe Zen Cirkel in Utrecht begint op maandagavond 11 maart 2019. Informatie en opgave via https://izen.nl/zen-meditatie/

Maurice Knegtel is op zondag 24 februari te zien in de NCRV / KRO documentaire ‘Zie mij’ van regiseur George Schouten, over de betekenis van selfies. Voor een voorbeschouwing, klik https://bodhitv.nl/2019/01/31/kijk-mij-het-fenomeen-selfie-onder-de-loep/

De Intimiteit van de Veelheid met de Ene

Toen ik een jonge reiziger op het spirituele pad was verlangde ik naar vereniging met de Ene. Ik stelde me voor dat er een einde was gekomen aan deze reis.  Een definitief Thuiskomen in het Goddelijk Licht zodra mijn kleine zelf zou verdwijnen in God’s Zelf. De Soefi aanroeping “Tot de Ene!” was het gebed van mijn hart, mijn marsorde. En dat nam ik letterlijk.

Natuurlijk genoot ik van – en was ik gefascineerd door – de wereld van de zintuigen. Maar mijn metafysische opvatting was dat deze wereld van de Veelheid, hoe betoverend ook, blokken waren aan mijn spirituele benen. Ik dacht dat spirituele vrijheid zou kunnen worden bereikt als deze betovering me niet langer belemmerde.

Misschien was die opvatting dankzij het ouder worden veranderd. Het voelt niet langer een kwestie van “hier” en “daar” – dat onze levens zoiets zijn als verblijven in de school van Veelheid, waar we worden klaargestoomd om te kunnen worden toegelaten tot de Eenheid. Ik kwam tot het inzicht dat dat veel subtieler is en magischer, dan dat. Veelheid en Eenheid zijn niet twee, ook al zijn ze niet aan elkaar gelijk. Ze zijn innig en tegelijkertijd met elkaar verbonden, zoals vochtigheid dat is met water en de dans met de danser.

De Eenheid waar ik volgens mij naar op weg was is niet ver verwijderd – en wacht niet tot ik verlicht zou zijn, of zich voor mij zal openen als ik sterf. Eenheid is net zo aanwezig als het papier waarop ik deze woorden schrijf. De fysieke gewaarwordingen en mijn gevoelens en gedachten die door me heen stromen zijn uitdrukkingen van alomtegenwoordige Eenheid. Zelfs de bewering dat ze “uitdrukkingen” zijn van Eenheid is een beetje misleidend, omdat dat een scheiding suggereert tussen zowel ruimte en tijd; tussen dat wat daarmee wordt uitgedrukt en de uitdrukking zelf. Het is niet belangrijk om dit verstandelijk re kunnen begrijpen. Hoewel het grappig zou kunnen zijn als je van metafysische speculaties houdt. Wat belangrijker voor mij is geweest is om dit mysterie op te laten gaan in mijn moment-tot-moment ervaring.

Ik zal proberen uit te leggen hoe mij dat overkwam, zo kort en zo eenvoudig als ik kan, in de hoop dat dit ook nuttig voor jou zou kunnen zijn. Als ik naar mijn moment-tot-moment ervaring kijk, ondervind ik dat het onscheidbare van dit moment mijn bewustzijn ervan is. En mijn aanwezigheid erin. Mijn bewuste aanwezigheid ligt niet buiten dit moment. Het is precies hier. In feite kan ik niet beweren dat het “mijn” bewuste aanwezigheid is – alles dat wat dan ook uniek zou kunnen zijn voor mij als mens – mijn eigenheid, gevoelens, gedachten, herinneringen – maken deel uit van het mysterie van bewuste aanwezigheid.

Als ik kijk naar wat bewuste aanwezigheid eigenlijk is, vind ik niets definieerbaars op de manier waarop de dingen die in de wereld verschijnen definieerbaar zijn. Bewuste aanwezigheid is niet op dezelfde manier waarneembaar. En wat het ook moge zijn, het is duidelijk en vanzelfsprekend: bewuste aanwezigheid is altijd hier en nu. De dingen die ik waarneem veranderen voortdurend, terwijl ze noch  bewegen, noch stilstaan. Ze maken eenvoudig geen deel uit van ruimte of tijd waarin de dingen wèl bewegen of statisch zijn.

Het is hier steeds innig aanwezig in de steeds-veranderende verschijnselen. En er wordt niet van ons verwacht om afstand te doen van de wereld van de Veelheid om de Eenheid waar te nemen. We zijn het al.

Als je mij tot hier kunt volgen heb je ongeveer een beeld van wat ik “bewuste aanwezigheid” noem. Dit ondefinieerbare maar voor de hand liggende veld waarin alles verschijnt is identiek aan de Eenheid waar ik als jonge zoeker naar verlangde. Het “Ene” dat ik probeerde te benaderen stond niet aan het eind van de spirituele zoektocht op me te wachten. Het is hier steeds innig aanwezig in de steeds-veranderende verschijnselen. En er wordt niet van ons verwacht om afstand te doen van de wereld van de Veelheid om de Eenheid waar te nemen. We zijn het al.

Ik haast me om hier de volgende vanzelfsprekendheid aan toe te voegen: we zijn niet alleen de Eenheid die door onze bewuste aanwezigheid wordt onthuld, we zijn ook wezens van de Veelheid – ieder van ons zo uniek en bijzonder, ieder van ons verschijnend in deze levende veranderingen, van moment tot moment, ieder van ons vergankelijk en dierbaar.

Het lijkt misschien een tegenstrijdigheid – onze ervaring als vergankelijke en menselijke wezens (de Vele) en onze ervaring dat we onze persoonlijkheid overstijgen (de Ene) – maar zijn deze twee echt tegenstellingen? Zijn ze misschien op de een of andere manier met elkaar “verbonden”? Zoals de beroemde vraag van Yeats: “Hoe kunnen we de danser van de dans kennen?”

Als we over deze dingen spreken bestaat altijd het risico ons in abstracties te verliezen. Zoals ik hier al heb opgemerkt, dat het belangrijkste voor me was om het mysterie in de moment-voor-moment ervaring in me op te nemen, en me blijvend en steeds opnieuw te openen voor de intieme openbaring.

Het is altijd verrassend, altijd fris. De dans van de Ene en het Vele, van bewuste aanwezigheid en steeds veranderende ervaringen, is geen abstracte oefening- in tegendeel. Het is het meest intieme en liefdevolle spel dat we kunnen ervaren, hier en nu.

 

Iedereen is verlicht

Teisho’s uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi tijdens de Izen Intensive 2018 in Eerbeek. Deel 3

 

‘Geen enkel persoon in dit gezelschap is niet verlicht. Hier en nu zitten jullie allemaal voor mij als Ontwaakten.’ Dat zegt Bankei.

Nu ga ik jullie, als Ontwaakten, als Boeddha’s, vragen stellen. Ga eens als een Boeddha zitten, rechtop, met kracht in je onderbuik.

Meester! Ja.

Is elke meester daar ook echt? Meester ben je daar? Jaa!

Niet echt overtuigend. Meester, ben je daar? Jaaa!!

Ben je wakker? Jaa!

Mooi. Waar ben je? Hier!!

Meester, wat is dat wat deze woorden hoort?

Meester, als een vogel tjilpt wat hoor je dan? Tjilp, tjilp

Meester, als de kraai kraait, wat hoor je dan?  Kraa, kraa.

En waar komt dat ‘kraa’ vandaan?

Als het brandalarm ‘wehweh’ gaat, waar komt het vandaan? Niet uit kamer 6 of 7.

Waar gaat het ‘wehweh’ heen? Het gaat nergens heen. Het ‘is’.

Meester, wat is het dat deze woorden hoort? Wat is het dat spreekt? ‘Ik’

Ho, ho, wie zei daar ‘ik’? Wat is het dat spreekt? Wat is het dat gedachten heeft? Wat is het dat ademt? Meester, waar kom je vandaan? Nergens, overal.

Ga er nu eens zitten als een Boeddha. Waarom lijken jouw handen op die van de Boeddha?

Laat ze eens zien! Kijk, dat zijn de handen van de Boeddha.

Ben je er nog, Meester? Ben je er altijd?

Wat is het gelaat van de Boeddha? Laat het eens zien! Ja, dit is een lastige. Kun je mij de rug van de Boeddha laten zien? Ok! Is iemand het daar niet mee eens? Nu een tricky vraag: kun je mij Boeddha’s wonderlijke werkzaamheid laten zien? Geneer je niet. Toon het aan de wereld.

Iemand fluit, een ander zwaait.

Wat is datgene dat handelt? Alles, elk knipperen van het oog, elk gesnotter, elke opmerking, dat is Boeddha’s wonderlijke werkzaamheid. Is het niet heel gewoon? Elke handeling, hoe minimaal ook, is de hoogst persoonlijke expressie van jou, Meester. Alles wonderlijke werkzaamheid.

Pagina 40 van The Unborn. ‘The Master addressed the assembly: “Among all you people here today there’s not a single one who’s an unenlightened being. Everyone here is a buddha. So listen carefully! What you all have from your parents innately is the Unborn Buddha Mind alone. There’s nothing else you have innately. This Buddha Mind you have from your parents innately is truly unborn and marvelously illuminating.’

‘That which is unborn is the Buddha Mind; the Buddha Mind is unborn and marvelously illuminating, and, what’s more, with this Unborn, everything is perfectly managed. The actual proof of this Unborn which perfectly manages [everything] is that, as you’re all turned this way listening to me talk, if out back there’s the cawing of crows, the chirping of sparrows or the rustling of the wind, even though you’re not deliberately trying to hear each of these sounds, you recognize and distinguish each one. The voices of the crows and sparrows, the rustling of the wind – you hear them without making any mistake about them, and that’s what’s called hearing with the Unborn. In this way, all things are perfectly managed with the  unborn. This is the actual proof of the Unborn. Conclusively realize that what’s unborn and marvelously illuminating is truly the Buddha Mind, straightaway abiding in the Unborn Buddha.’

‘Mind just as it is, and you’re a living tathagata from today forever after. Since, when you realize conclusively, you abide like this in the Buddha Mind from today on. My school is called the School of Buddha Mind.’

Wat bedoelt hij daarmee? Als een kraai kraait, wat is er dan? Kraa, kraa! Geen kraai, geen geluid, het is precies wat er is op dat moment. Kraa! Volmaakt opgelost.

‘Well, then, while you’re all turned this way listening to me talk, you don’t mistake the chirp of a sparrow out back for the caw of a crow, the sound of a gong for that of a drum, a man’s voice for a woman’s, an adult’s voice for a child’s—you clearly recognize and distinguish each sound you hear without making any mistake. That’s the marvelously illuminating dynamic function. It’s none other than the Buddha Mind, unborn and marvelously illuminating, the actual proof of the marvelously illuminating [nature of the Buddha Mind].’

‘I doubt there’s anyone among the people here now who’d say: I heard [what I did] because I was deliberately trying to hear it. If anyone says he did, he’s a liar. Wondering, What’s Bankei telling us? all of you are turned this way, intent only on hearing what I’m saying; no one’s deliberately trying to hear the various sounds coming from out back. That’s why, when all of a sudden these sounds appear and you recognize and distinguish them, hearing them without any mistake, you’re hearing with the Unborn Buddha Mind. Nobody here can claim he heard these sounds because he’d made up his mind beforehand  to listen for them when they were made. So, in fact, you’re listening with the Unborn.’

De nieuwe Zen Cirkel in Utrecht begint op maandagavond 11 maart 2019. Informatie en opgave via https://izen.nl/zen-meditatie/

Maurice Knegtel is op zondag 24 februari te zien in de NCRV / KRO documentaire ‘Zie mij’ van regiseur George Schouten, over de betekenis van selfies. Voor een voorbeschouwing, klik https://bodhitv.nl/2019/01/31/kijk-mij-het-fenomeen-selfie-onder-de-loep/

Voeding tegen kanker

Afgelopen maandag was het wereld kankerdag. Elk jaar op 4 februari wordt deze dag gehouden. Dit keer stonden ex-kankerpatiënten centraal. Vaak kampt deze groep nog altijd met vermoeidheid en de angst voor een terugkeer van de ziekte. Gelukkig is er ook goed nieuws: met leefstijl en voeding kun je de kans op het krijgen van kanker met bijna de helft laten dalen. Welke maatregelen je kunt nemen, bespreken we in deze nieuwsbrief.

Kanker is in Nederland doodsoorzaak nummer één (1). Borstkanker is bij vrouwen de meest voorkomende vorm van kanker en bij mannen is dat prostaatkanker. In 2018 kregen 116.000 Nederlanders de diagnose kanker (2). De overlevingskans in Nederland is op dit moment 64% (3).

Wat zijn de redenen van de toename?
Er zijn zeer veel redenen te bedenken waardoor je risico op kanker kan stijgen. Volgens het internationale kankeronderzoeksinstituut zijn algemene risicofactoren bijvoorbeeld een herpesinfectie, te veel zonlicht, tabaksrook, schimmels, bacteriën, houtstof, zout en medicijnen (4). Modern onderzoek laat ook zien dat luchtvervuiling het risico kan verhogen (5). Straling (van GSM en WiFi) is mogelijk ook een risico, maar het bewijs is nog te zwak om dat te kunnen stellen (6, 7).

We kunnen gelukkig de kans op deze ziekte met 30 – 50% verlagen door het nemen van maatregelen (8, 9). Sommige (voedings)gewoontes verhogen de kans op kanker, terwijl andere de kans juist doen afnemen. Hieronder volgt een opsomming:

Wat kun je beter niet eten of doen?
Geraffineerde producten die rijk zijn aan suiker worden in verband gebracht met een hoger risico op kanker (10, 11). Ook rood vlees verhoogt het risico (12, 13). Sterk verhit voedsel dat donkerbruine of zwarte plekken heeft, die vaak ontstaan bij het grillen en barbecueën, kunnen ontstekingen in het lichaam geven en het risico op kanker verhogen (14, 15, 16). Alcohol kan de hoeveelheid glutathion met 80 – 90% verminderen in de longen en 50% in de lever (17, 18). Glutathion werkt sterk ontgiftend tegen toxines die kanker kunnen veroorzaken. Daarom is het drinken van alcohol niet aan te raden, want dat ondermijnt de werking van glutathion. Het hebben van overgewicht is ook geassocieerd met een grotere kans op het krijgen van kanker (19). Vetcellen kunnen het hormoon oestrogeen verhogen, waardoor het risico op kanker kan toenemen (20). Veel stilzitten wordt ook door vele studies in verband gebracht met kanker (en dan vooral dikkedarmkanker) (21, 22).

Voeding tegen kanker:

– Veel groente en fruit eten (23, 24, 25). Met name kruisbloemige groenten zoals broccoli(kiemen), bloemkool en andere kolen (26, 27, 28, 29). Ook bladgroenten zijn gunstig tegen kanker (30). Verder zijn worteltjes en bieten interessant, vanwege de carotenen (31, 32, 33, 34). Uien en met name knoflook zijn ook verstandig om regelmatig te eten (35) .

– Af en toe wat zeewier werkt mogelijk ook tegen kanker, vanwege de krachtige ontstekingsremmer fucoxanthine (36).

– Het beste is om je voedsel te stomen, koken of smoren. Er ontstaan dan minder schadelijke stoffen. Ook het marineren van je voedsel kan helpen (37). Kook altijd met de afzuigkap aan, het gasfornuis kan anders veel fijnstof de lucht in blazen. Ook een oven of verticale airfryer kan veel fijnstof creëren.

– Een hoge inname van melk kan volgens observationele onderzoeken ook het risico op bepaalde typen kanker laten stijgen (38, 39, 40, 41). Mogelijk dat dit komt door de van nature aanwezige hormonen in melk. Een matige inname van gefermenteerde zuivel kan juist weer beschermend werken (42). Toekomstig onderzoek moet dit nog verder verduidelijken. Het zou kunnen dat de vitamine D in sommige zuivel beschermend werkt. Er zou ook verschil kunnen bestaan tussen biologische en niet-biologische zuivel.

– Paddenstoelen zoals shiitake bevatten mycochemicaliën die tegen kanker kunnen beschermen (43, 44).

– Koffie kan beschermen tegen kanker (45). De ongefilterde variant bevat meer kaweol en cafestol, die beschermend kunnen werken (46).

– Glutathion (GSH) helpt te ontgiften tegen kankerverwekkende stoffen (47). GSH zit bijvoorbeeld veel in asperges. Het komt weinig voor in zuivel en graan, maar veel in groente en fruit (zelfs uit de diepvries) (48).

– De nadruk kan beter gelegd worden op plantaardige bronnen van eiwit en niet op dierlijke (49). Soja (eiwit) lijkt remmend te werken op de meeste soorten kanker (genisteïne en isoflavonen werken op oestrogeenreceptor ER-α en ER-β) (50, 51, 52). Een plantaardig dieet wordt over het algemeen in verband gebracht met een lagere kans op kanker (53, 54). Een 100% vegan dieet lijkt minder te beschermen tegen kanker, in vergelijking met een flexitarisch dieet waarbij met name wel vis wordt gegeten (55).

– Biologisch eten is verstandig, want bestrijdingsmiddelen worden in verband gebracht met kanker (56, 57).

– Een verstoorde darmflora kan kanker aanjagen (58, 59, 60, 61, 62, 63). Voldoende vezels en de daaruit voortvloeiende butyraatproductie kan de groei van kanker weer remmen en voorkomen (64).

– Het toevoegen van kruiden zoals gember en kurkuma aan je voedingspatroon is ook sterk aan te raden (65, 66).

– Groene thee kan helpen tegen uitzaaiingen volgens enkele studies (67).

– Een ketogeen voedingspatroon, of voedsel dat geen pieken geeft in de bloedsuikerspiegel, kan effectief werken (68, 69, 70). Oppassen met geraffineerde suiker dus.

Supplementen tegen kanker:

– Vitamine D is één van de meest interessante supplementen tegen kanker (71).

– Onderzoek suggereert dat omega 3 ontstekingen en daarmee uiteindelijk ook kanker kan tegengaan (72).

– Lijnzaad wordt (onder meer door de vezels en fyto-oestrogenen) in verband gebracht met een lagere kans op kanker (73, 74, 75).

– Selenium is ook een zeer interessant mineraal (76). Je kunt dit slikken als supplement, of kiezen voor natuurlijke bronnen in onze voeding (klik hier om te zien welke).

– Foliumzuur kan bij een tekort ook werken tegen kanker (77).

– Vitamine C kan interessant zijn, maar lijkt vooral effectief als het intraveneus (direct via de aderen) wordt toegediend (78).

– CBD-olie lijkt ook effectief bij bepaalde soorten kanker (79, 80).

Algemene leefstijlmaatregelen tegen kanker:

– Afvallen kan het risico op kanker sterk doen afnemen (81, 82).

– Chronische laaggradige ontstekingen kunnen de groei van kanker bevorderen (83, 84). Het eten van ontstekingsremmende voeding is aan te raden, tegelijk kunnen dan de ontstekingsbevorderende voedingsmiddelen worden vermeden.

– Voldoende slaap kan helpen het immuunsysteem te versterken en het risico op kanker hiermee laten afnemen (85).

– Calorie-restrictie in het algemeen kan preventief tegen kanker werken bij verschillende proefdieren (86). Het Japanse dieet, dat caloriearm is, kent een bijzonder laag aantal nieuwe kankergevallen (87).

– Het blijkt dat als we meer bewegen, onze kans op 13 soorten kanker afneemt (88). Eerder kwamen vergelijkbare studies ook al tot dezelfde conclusie (89).

– Vergeet ook mindset niet: zwaarmoedigheid en stress kunnen ook kanker in de hand werken of het verloop ervan versnellen (90, 91, 92, 93).

Kanker bij mijn vader
Vorig jaar is bij mijn vader endeldarmkanker geconstateerd, nadat de huisarts al meer dan een jaar zijn klachten niet serieus nam. Zijn klachten werden weggewuifd als stressgerelateerd. Bloedonderzoek leverde niks op. Toen bekend werd dat het om kanker ging, was één van de eerste vragen van het ziekenhuis of hij wel genoeg melk dronk. Er werden aan hem gratis Nutricia proteïneshakes verstrekt. We hebben dit geweigerd en zijn overgeschakeld op een biologische variant. De kwaadaardige tumor is er vervolgens met spoed uitgehaald en nu lijkt hij helemaal ‘schoon’. Het proces van herstel in het ziekenhuis verliep moeizaam: om de paar uur werd hij gestoord in zijn rust. Vaak moest hij dan medicijnen innemen, die zijn eetlust remden. Hij sliep en at nauwelijks. Het herstel kwam hierdoor niet goed op gang. In die tijd heb ik mijn vader bottenbouillonsoep gebracht, wat hem wel heel goed beviel. Toen hij eenmaal thuis was en weer goed kon eten en slapen, herstelde hij heel snel. Mijn vader is erg te spreken over de aandacht en toewijding van al het verplegend personeel, het is dus niet alleen kommer en kwel. Ze voeren protocollen uit die veelvuldig medicijngebruik voorschrijven. We moesten echt zelf op de rem gaan staan, wat de zaalartsen niet altijd konden waarderen. Gelukkig is mijn vader weer aan de beterende hand en zien we de toekomst zonnig tegemoet.

Zonnige en gezonde groet,
Juglen Zwaan
aHealthylife.nl

De ware zaak ligt daarachter

Teisho’s uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi tijdens de Izen Intensive 2018 in Eerbeek. Deel 2

Een aspect van de religieuze ervaring is: er zit iets in je bestaan dat niet stuk gaat. Maar Umpo Zenjo zei, je moet het inzicht laten slijpen en rijpen bij andere leraren. Met de realisatie is het pad niet ten einde, nee, dan begint het pas. Kijk naar de Boeddha’s realisatie onder de oude ficusboom, hij ging na zijn verlichting 40 jaar onverstoorbaar door.  Binnen de Chinese zen was het gangbaar om het klooster te verlaten en een andere leraar op te zoeken. Dat was nodig voor de verdieping van het inzicht. Umpo kende zijn grenzen en zijn eigen kwaliteiten. Realisatie is een kant van de zaak. Het mooie van de relatie tussen Bankei en Umpo Zenjo is dat Umpo een grootvaderlijke zorg ten toon spreidt. Hij zegt: ‘In de Gifu provincie woont een Dharmabroer van me, Gudo, hij heeft een grote capaciteit als zenleraar.’ En dat blijkt, Gudo zou uiteindelijk de geestelijke overgrootvader van Hakuin worden.

Als Bankei arriveert blijkt Gudo afwezig, hij is op reis. Bankei besluit andere leraren te bezoeken en zijn inzicht te testen. Maar geen van die leraren kan er iets mee. Bankei zwerft een tijd en leeft als kluizenaar, hij gaat zijn eigen weg. Drie jaar later laat Umpo weten dat er in Nagasaki een Chinese Rinzai meester is gearriveerd, een opvolger in de Huangpo zen-lijn, de zogenaamde Ossekop sekte. Zijn naam was Dosha Chogen, hij verbleef in de Sōfuku-ji tempel. Chogen bevestigt het inzicht van Bankei. Maar Chogen zegt tegelijkertijd: ‘Je bent doorgedrongen tot de grote zaak van het Zelf, maar de ware zaak die daar achter ligt, daar heb je nog geen weet van. En laat dat nou net de essentie van onze school zijn.’

Op zijn eigen arrogante wijze lacht Bankei hem uit, maar het verlangen in hem brandt en hij besluit bij Chogen te blijven. Op zeker moment krijgt Bankei een derde realisatie, tijdens een meditatie. Hij ziet Chogen en schrijft in  Chinese karakters de vraag: ‘Wat is de uiteindelijke zaak van zen?’ Chogen schrijft terug: ‘Wiens zaak?’ Vervolgens strekt Bankei zijn armen uit en voordat Dosha Chogen zijn kwast kan pakken, pakt Bankei deze af, gooit hem door de ruimte en vertrekt. Bankei staat volledig in zijn kracht en is, zo laat Chogen de dag daarop zijn naaste hoofdmonnik weten, volledig doorgedrongen tot de grote zaak van leven en dood.

Bankei is te eigenzinnig voor het klooster en vertrekt. Dan volgt de mooiste passage van zijn leven: hij gaat naar Nara. Hij gaat daar liederen schrijven voor toevallige passanten, geniaal! En voor het eerst noemt hij ook ‘het Ongeborene’. Het is zijn actualisatie, zijn uitdrukking. Maar niets ervan is bewaard gebleven. Wat we van hem weten, is opgeschreven door zijn leerlingen. De Boeddha sprak van het doodloze, Bankei spreekt van het Ongeborene. Het gaat niet dood, het komt niet, het gaat niet.

Bankei besluit op een zeker moment zijn oude leraar Umpo weer op te zoeken, voordat deze overlijdt. Hij heeft dan zelf al enkele leerlingen. Bankei en een leerling komen net te laat, Umpo is de avond tevoren overleden. Bankei voorvoelde dat. Een typisch aspect van Bankei’s weg is dat hij ad hoc werkt. Hij wordt een met de persoon waar zijn aandacht naar uit gaat. Hij voelt aan den lijve wat deze persoon beweegt, vanuit een diep weten. Als filosoof verzet ik me tegen dit soort esoterie, maar ik heb het zelf meegemaakt, met onder andere mijn leraar Genpo Roshi. Ik had in Nederland een doorbraak terwijl Genpo in de VS zat. Toen ik hem een tijd daarna op Ameland ontmoette, gaf hij mij een paarse rakusu. Ik vroeg hem hoe hij dat wist. ‘Je weet wat er is gebeurd. Wat denk je dat eenheid nu werkelijk impliceert?’

Bankei doorziet de mensen. Hij doorvoelt de persoon met wie hij samen is. Zijn focus ligt op het werken met mensen. Het gaat voor hem om de intimiteit en het contact, en daar zijn dialogen van overgeleverd. Na het overlijden van Umpo gaat Bankei weer naar Nagasaki, naar Chogen. Daar is een machtsstrijd gaande waarin Chogen wordt weggezet door Ingen, een leraar en stichter van de Ossekopschool in Japan. Chogen had verklaard dat Bankei de ware drager van zijn dharma is. Bankei krijgt uiteindelijk het zegel (Inka) van Umpo’s opvolger, in de lijn van Joshin-ji. Hij wordt abt in de tempel van Joshin-ji maar hij is daar niet vaak. Bankei is altijd onderweg en onderricht op diverse plekken, in Hamada aan kleine groepen intimi, in Edo aan hoge functionarissen en in Osu aan een grote lekengemeenschap. Bankei overlijdt in 1693, op 6 augustus, op 72-jarige leeftijd, op weg naar Edo. Zijn opvolgers zijn minder bekend. Hij was een eenling, eigenzinnig, hij staat op geheel zichzelf. (Wordt vervolgd.)

De nieuwe Zen Cirkel in Utrecht begint op maandagavond 11 maart 2019. Informatie en opgave via https://izen.nl/zen-meditatie/

Maurice Knegtel is op zondag 24 februari op NPO 2 te zien in de NCRV / KRO documentaire ‘Zie mij’ van regisseur George Schouten, over de betekenis van selfies. Voor een voorbeschouwing, klik https://bodhitv.nl/2019/01/31/kijk-mij-het-fenomeen-selfie-onder-de-loep/