Vanaf het volgen van de ster is jouw weg een weg van overgave: je laat je leiden door iets dat jij niet bent. Er is geen enkele garantie en geen enkele gegronde reden en toch ga je jouw weg, of beter, iets gaat zijn weg in en door jou. Dit vooronderstelt overgave, maar het is weinig bewust.
In processen van twijfel, falen en stilstand vindt overgave ook vaak op een onbewuste wijze plaats. In het proces breekt totaal onverwacht en buiten het bereik van mijn vermogen iets af. Dit is overgave aan iets anders dan ik.
Wanneer overgave een meer bewust proces wordt, dan is het een van de fasen op jouw weg. Zowel de intentie om jezelf aan iets of iemand over te geven, als het spanningsveld dat deze oproept is bewust. Dit bewustzijn van het proces van overgave roept drie vragen op: waarom is overgave onvermijdelijk op jouw weg? Waarom is overgave zo moeilijk te volbrengen? En wat is het kader waarbinnen ik overgave als een bewust proces het beste kan beoefenen?
Als Qingyuan Xingsi in kwestie 35 van de Denkoroku zegt ‘Ik heb nog geeneens de Heilige Waarheden geprobeerd’, dan spreekt hij niet vanuit het ik zelf, maar dan spreekt hier iets anders dan ik. Dit is de Ene die nu deze woorden leest, die kijkt met de ogen, hoort met de oren, spreekt met de mond en grijpt met de handen. Dit is het enige dat werkzaam is, de rest is erbij bedacht. Het ik echter eigent zich al deze activiteiten toe: het is het ik dat denkt, het ik dat ademt, het ik dat ziet en het ik dat hoort, zo denkt het ik. In feite gaat hier iets geheel anders zijn gang, maar van dit andere word ik me pas bewust, wanneer het ik de greep op mijn leven loslaat en het gewoon even uit de weg gaat! Wat ik tussen mij en mezelf in plaats, wordt voor even losgelaten. Dit is onvermijdelijk als ik wil zien wie ik werkelijk ben.
Het klinkt gemakkelijk, ‘we laten voor even los’, maar het is feitelijk onmogelijk. Ik kan mijn ik niet loslaten. Ik kan mezelf niet overgeven. Dit zou immers een daad van het ik zelf zijn. Dus valt overgave me toe, zoals door metaalmoeheid een brug afbreekt, totaal onverwacht, volkomen ongepland en volstrekt ongewild.
Waaraan kan ik me overgeven in een kader waarin overgave een bewust proces wordt, dus met de bewuste intentie mezelf over te geven en het bewuste spanningsveld dat hiervan het gevolg is? Ik kan me overgeven aan de Boeddha, of aan God, aan het moment, of aan ‘Het Leven’. Maar eigenlijk is dit te vrijblijvend, omdat ik hierin, als het er echt op aan komt, nog teveel zelf kan bepalen en teveel over mezelf beschik.
Een van de kaders waarin ik een serieus proces van overgave binnenga is zit meditatie, met name shikan taza, ‘alleen maar zitten’. Het eerste gedeelte van de meditatie wordt nog geheel door het ik bepaald: mijn bekken kantelen, kracht in mijn onderbuik, naar de onderbuik toe ademen, mijn rug rechthouden, mijn ellebogen naar voren houden, mijn kin ingetrokken houden. Op een gegeven moment echter begint geheel buiten mezelf om iets volstrekt anders te werken dat het ik. Niet ik zit dan, maar het zitten zit. Ik vergeet mezelf in een bewust proces van loslaten, terwijl ik dat niet doe. Iets gaan zijn gang en precies dat is de realisatie.
Een zelfde bewust proces van loslaten doet zich voor in mijn worsteling met ziekte en verlies. Er is een bewuste intentie om mijn greep los te laten en aan te nemen wat is en er ontstaat een bewust spanningsveld rond deze intentie. Dit spanningsveld is te vergelijken met het smeden van een Samoerai zwaard: dat gaat in het vuur, om vervolgens in het ijs te gaan en daarna weer in het vuur en dan weer in het ijs. Op een gegeven moment breekt mijn weerstand en laat ik los, geheel buiten mezelf om. Dan draagt iets anders dan ik, iets dat nog niet eens aan de Eerste Edele Waarheid van het lijden is toegekomen.
Een ander bewust proces van overgave vinden we in de vriendschaps- en liefdesrelatie. Ook hier is het bewuste voornemen om los te laten en mezelf over te geven aan de ander het beginpunt van het proces. Zo ontstaat een spel van loslaten en vasthouden, mezelf laten gaan en mezelf terugtrekken, twee stappen naar de vriend toe en een stap terug naar mijn veilige ruimte en deze dans net zo lang, totdat beide vrienden of minnaars zich laten dragen in de tussenruimte tussen de twee vrienden in: de intimiteit beweegt ze op en neer en van de ene kant naar de andere. Ook hier word je gedragen door de Ene die deze woorden leest, die fronst met jouw wenkbrauwen en knippers met jouw ogen. Iets gaat zijn gang en ik ben het niet.
Het proces van overgave aan de leraar of lerares is misschien wel het kader waarin overgave in het meest volle bewustzijn kan worden beoefend. Immers, de leraar of lerares kan de overgave op de spits drijven, zodat de leerling eenvoudigweg niet meer kan ontsnappen aan het spanningsveld dat dan ontstaat, noch aan de uitkomst daarvan. Overgave aan de leraar of lerares is op zichzelf al ‘een dingetje’. Immers, aan wie geef je je eigenlijk over? Heeft hij of zij wel het beste met jou voor en wat staat je te wachten als je jezelf overgeeft? Is de leraar wel competent en te vertrouwen? Het proces van overgave wordt pas echt spannend, wanneer de leraar en de leerling samen op een kernvoorwaarde van de leerling stuiten, bijvoorbeeld: je mag alles van me hebben en ik ben bereid om alles los te laten, behalve MIJN TIJD. Immers, mijn tijd is mijn leven. En laat de leraar nu juist dit op scherp zetten: ‘Ik wil dat je op mijn retraite verschijnt en dat je niet nog eens je familie in Nieuw-Zeeland gaat opzoeken in de periode waarin mijn retraite is!’ Hier begint een strijd op leven en dood rond het loslaten van de kernvoorwaarde en het kan serieus buigen of barsten, de relatie tussen leraar en leerling staat echt op scherp. Als de overgave daadwerkelijk plaatsvindt, dan krijgt de leerling voor het eerst in vol bewustzijn zijn leven terug, precies zoals het is.
Ook hier geldt weer, je realiseert je wie je bent en je neemt je leven aan zoals het is, via de ander, je vriend, je geliefde, je kinderen niet te vergeten, of je leraar of lerares. De ander geeft mij aan mezelf terug, zodat ik voor het eerst in mijn leven, in vol bewustzijn, mijn leven kan ontvangen. Pas dan ben ik waarachtig geboren!
(Wordt vervolgd)
Maurice Genko Knegtel Roshi leidt een zen stilte weekend op 11 en 12 december 2021 in Utrecht en een stilte retraite van 19 tot en met 23 januari 2022 in Eerbeek. Zie voor meer informatie de Integrale Zen website: www.izen.nl
Jouw weg is een proces van rijpen en slijpen. Het slijten, slijpen en schuren van jouw inzet op jouw weg is noodzakelijk om dichterbij jezelf te komen, jezelf te realiseren wie je bent en jouw leven aan te nemen zoals het is. Dit slijten valt je toe in de vorm van twijfel, het falen van jouw onderneming en in perioden van stilstand. Het rijpen is eveneens noodzakelijk, het verdiept jouw zelfreflectie en wordt je gegeven in glimpen, inzichten, doorkijkjes, of in het Japans: kensho.
Kensho is het eerste niveau van verlichting volgens de Japanse zen traditie. Met deze eerste glimp gaat een lichtje aan in een donkere kamer en voor een duistere ruimte is dat een wereld van verschil. Kensho is een glimp van de werkelijkheid zoals ze is. Die glimp heeft voor elke individu een unieke vorm, afhankelijk van de voorgeschiedenis en de inzet, het karakter en het temperament van de beoefenaar. Voor elke individu geldt echter dat wat je ervaart, het enige is dat ECHT is, meer reëel dan alles wat tot op dat moment is ervaren. Dit is echt! Tot slot is de doorkijk een non-duale ervaring: het zelf is wat het ervaart. Alles valt samen in deze ene activiteit, op deze plek, in dit moment. Zo ervoer Shakyamuni Boeddha in de vroege ochtend van de zevende nacht onder de oude ficusboom aan de oever van de Nairanjana rivier, toen de ochtendster juist boven de horizon verscheen, dat hij Venus zelf was. Zo ervoer een leerling van mij, toen ze als jonge studente voor het eerst in Afrika reisde en daar, in Mozambique, een bus betrad, dat zij de bus zelf was, en de mensen in de bus, de kippen en de geiten die in die bus rondliepen en de straat waarin de bus reed, de mensen langs de kanten, de huizen, de karren, het zwerfvuil, de verkopers en hun waar. Zij was al die dingen. Zo ervoer mijn leraar, dat hij de berg was waarop hij zat en het landschap waarover hij uitkeek: de berg zag de berg. En zo ervoer ik, in de kapel van de Tiltenberg te Vogelenzang, dat toen de regen tijdens een avond meditatiesessie begon te vallen, ik het dak van de kapel was waarop de druppels vielen, dat ik de druppels was die op dit dak vielen en dat ik alle studenten was die in de kapel zaten. Dit was geen hallucinatie. Het was een fysieke ervaring, waarin mijn huid de muren en pannen van de kapel was EN de druppels die op de pannen vielen. Het is een krankzinnige ervaring, maar levensecht en tegelijkertijd heel normaal, alsof het nooit anders dan zo geweest is.
Hoe kan dat? Als ik blijf bij wat ik hoor en zie en voel, voordat de woorden komen en voor de reflectie van mijn bewustzijn, dan ervaar ik wat ik hoor en zie en voel precies zoals het is, echt, levendig, me het dichtst nabij, maar volkomen ongrijpbaar, niet te bepalen en onzegbaar. Als hierop de tweede beweging van mijn bewustzijn volgt, dan wordt dat wat ik hoor en zie en voel op een afstand van mezelf geplaatst, ‘buiten’ mezelf zogezegd en er wordt een ervarende instantie tegenover gezet. Vervolgens gaat hier nog een beweging van het bewustzijn overheen, waarin dat wat ik zie, hoor of voel met een aanduiding wordt geïdentificeerd: ‘regen’, of ‘bladeren’. Vervolgens wordt deze aanduiding ‘gesolidificeerd’, er ontstaat een solide object tegenover een solide subject. Daarna wordt het object ingekleurd door voor- en afkeur, oordelen, zienswijzen, waarden, et cetera. Aldus ontstaat de wereld waarin we gewoon zijn te leven, als een op zichzelf staand subject te midden van op zichzelf staande objecten. De regen valt op het dak en heeft niets met mij te maken. Maar wanneer ik terugkeer naar het allereerste moment van deze ervaring, naar het voor-woordelijke en pre-reflectieve, dan ben ik zelf de regen die op mijzelf als dak valt, dan is alles met alles verbonden en staat niets op zichzelf. Er is dan slechts de Ene die deze woorden leest, die als de regen op het dak valt en als het dak de regen opvangt; dan is er alleen maar DIT.
Dit is wat zich toont in kensho, de doorkijkjes op jouw weg. Het is allerminst zweverig, integendeel, het is het enige dat werkelijk is, het zit op mijn huid en resoneert in elke porie. En het is me ten zeerste vertrouwd: vanzelfsprekend verschijnt niets buiten mijn aanwezigheid, hoe zou dat ooit kunnen?
Toch is zo’n doorkijkje op zijn minst indrukwekkend vanwege zijn directheid en omdat het de wereld die ik gewoon ben te ervaren op zijn kop zet. Het is vanuit het perspectief dat ik gewend ben zo’n unieke en buitengewone ervaring, dat ik haar nog wel eens zou willen hebben. Zo relateer ik elke non-duale ervaring daarna aan dit ene unieke doorkijkje en mis daarmee de volgende ervaringen volkomen. Het beste zou ik deze indrukwekkende ervaring meteen vergeten, maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. ‘Heb je gegeten?’, vroeg de grote Chinese meester Zhaozhou aan zijn leerlingen die kensho hadden ervaren. ‘Ja? Was dan je kommen!’ En laat je niet verleiden door het ego dat claimt de ervaring te hebben verkregen en dat te pas en te onpas meent ‘verlicht te zijn’. Jouw weg is een proces van rijpen en slijpen en ook onze doorkijkjes moeten gaandeweg slijten om nieuwe doorkijkjes mogelijk te maken.
(Wordt vervolgd)
Maurice Genko Knegtel Roshi leidt een zen stilte weekend op 11 en 12 december 2021 in Utrecht en een stilte retraite van 19 tot en met 23 januari 2022 in Eerbeek. Zie voor meer informatie de Integrale Zen website: www.izen.nl
De woestijngang, of een soortgelijke metafoor, komen we tegen in veel mystieke en non-duale tradities. Dit zinnebeeld slaat op een fase op jouw weg als proces waarin alles dor en droog is, er is geen schaduw en geen zuchtje wind, slechts een brandende zon en een verzengende hitte. Je kunt niet voor- of achteruit, er is geen doorkomen aan in dit mulle, hete zand. Werkt twijfel op een mentaal niveau op onze voorwaarden in en een radicaal falen op een conatief niveau, deze totale verzanding in stilstand werkt op een energetisch niveau op wat ik tussen mij en mezelf inzet.
Totale stilstand kent vele verschijningsvormen. Toen Genpo zijn retraite op Ameland tot een louter stilte retraite maakte, zonder begeleidingsgesprekken en zonder onderricht, maar dertig dagen uitsluitend mediteren in stilte, begon ik de eerste drie avondsessies van die retraite breeduit zittend met grote kracht in mijn onderbuik, zoals ik dat gewend was. ‘s Avonds bij de soep in Genpo’s huisje onder de vuurtoren, zei hij volkomen onverwacht tegen me: ‘Je doet te veel.’ Ik was volkomen verrast. ‘Ik doe te veel?’, mompelde ik. ‘Ja’, zei Genpo, ‘Je doet te veel. Je zou minder moeten doen.’ Ik was verbijsterd en ook ontzettend geïrriteerd. Ik dacht: oké, als jij vindt dat ik te veel doe, dan kun je het krijgen ook! Dan doe ik helemaal niets meer! Dan zit ik niet meer vanuit mijn boek en die rechte rug zal me ook worst zijn, dan ga ik lekker zitten slapen tot ik erbij omval.
De eerste zitperiode op de volgende ochtend om vijf uur, deed ik helemaal niets meer en vanaf dat moment begon een alles verzengende verveling. Dertig dagen lang verveelde ik me helemaal te pletter. Ik ging dood van verveling. De meditatiesessies waren eindeloos en niet om doorheen te komen, ik ging helemaal stuk. Toen ik een week later, terug uit Ameland, weer met mijn maandagavond groep in het zen centrum van Amsterdam zat, wist ik plotsklaps wat het is: shikan taza. Alleen maar zitten. Het is precies wat het is. Eenvoudig weg aanwezig zijn, zonder ook maar iets te doen of iets te laten, precies zo. Het was een hoogst wonderlijke realisatie.
Wat werkte er in die dertig dagen op Ameland, toen ik letterlijk niets meer deed en stuk ging van verveling? Wat bracht me tot deze beoefening van alleen-maar zitten? Wat was dat? ‘Ik heb de Heilige Waarheden nog geenszins geprobeerd’, zei leerling Qingyuan Xingsi in de vijfendertigste casus van de Denkoroku. Wie is die ‘ik’? Wat beweegt zich van fase tot fase?
Een ander verhaal van totale stilstand heb ik met enkele studenten van me meegemaakt. Zij kwamen op een gegeven moment helemaal vast te zitten. Ze hadden al het een en ander gezien, ze hadden al heel wat op hun weg gedaan, maar het had ze niet verder gebracht dan waar ze waren en er kwam niets meer op hen toe. Ze wisten niet waarom ze nog voortgingen op hun weg en ze wisten niet waarom ze ermee zouden stoppen. Ze wilden niets meer, verwachtten niets meer, ze konden niet meer voor- of achteruit. Ik heb met ze op een terras in het zonnetje gezeten op de eerste lentedagen, met een glaasje koud bier en warme bitterballen, maar het maakte niets uit, ze werden er niet warm of koud van. En toch ging iets in die stilstand zijn gang, er werd op miraculeuze wijze iets vlot getrokken en de leerlingen bevonden zich een periode later in een volstrekt andere, vrijere en rijpere situatie. Wat was daar aan het werk? Wat werkte door hen heen, terwijl ogenschijnlijk alles tot stilstand leek te zijn gekomen?
Als we het Grote Mysterie ergens op het spoor kunnen komen, dan is het wel in deze fasen van stilstand, wanneer ik niets meer doe en er iets ontegenzeggelijk zijn gang gaat. Hier volgt de ster de ster en hier zoekt het zelf het zelf door zichzelf. Boeddha zoekt Boeddha. Boeddha ziet Boeddha.
(Wordt vervolgd)
Maurice Genko Knegtel Roshi leidt een zen stilte weekend op 11 en 12 december 2021 in Utrecht en een stilte retraite van 19 tot en met 23 januari 2022 in Eerbeek. Zie voor meer informatie de Integrale Zen website: www.izen.nl
Ik kan me niet realiseren wie ik werkelijk ben, zolang het ego nog zaken tussen mij en mezelf in plaatst. Dit kunnen mentale hindernissen zijn, zoals ideeën, waarden, geloofsovertuigingen, oordelen en voorwaarden. Dit kunnen ook conatieve obstakels zijn, in feite elk project dat ik op mijn weg tracht te verwezenlijken en elke onderneming die ik van de grond probeer te krijgen. Ik zal alles waarop ik inzet los moeten laten om dichter bij mezelf te komen en mijn leven daadwerkelijk aan te nemen zoals het is.
Een zen meester zei eens: ‘Mijn weg gaat van mislukking tot mislukking.’ Gelukkig zijn er momenten op mijn weg als proces waarop het totale failliet van mijn onderneming zich aftekent en mijn inzet radicaal faalt. Voor ons geestelijk pad zouden we ons de woorden van de grote Ierse toneelschrijver Samuel Beckett voor ogen kunnen houden: ‘Fail. Fail again. Fail better.’ Want ons geestelijk pad gaat geenszins over slagen in welke zin dan ook. We worden er niet rustiger van, we worden niet meester over onze eigen geest opdat we kunnen denken wat we willen denken, we raken niet minder gestrest, worden geen beter mens en bereiken ook geen verlichting in de zin van een alomvattend weten. Sterker nog, het hoogste stadium van verlichting volgens de zen traditie zelf, is de Daikensho, de ‘Grote Verlichting’ en deze wordt doorgaans gedefinieerd als de ‘Grote Teleurstelling’.
Fases die noodzakelijk zijn om mijn eigen onderneming en inzet te laten mislukken zijn in drie categorieën te onderscheiden, namelijk mentaal, conatief en spiritueel.
Op mentaal niveau kennen we de Grote Twijfel, die op spirituele wegen ook wel de ‘Donkere Nacht’ genoemd wordt. Mij viel deze fase me toe toen ik voor een half jaar lang in het klooster van mijn leraar Genpo Roshi in Bar Harbor in de staat Maine (VS) verbleef. Ik ging daarheen met het voornemen niet weg te gaan voordat ik een antwoord had gekregen op mijn vraag ‘Wat is dit leven?’ Ik schreef mijn inzichten die tijdens de lange meditatiesessies opkwamen op in een schrift en nam deze inzichten vervolgens als uitgangspunt voor een verdere verdieping mee tijdens mijn uren zazen. Na vijf maanden lang van 5.00 tot 21.30 uur daags mediteren, hield ik slechts een woord in mijn schrift over als antwoord op mijn prangende kwestie: ‘Activiteit’.
Ik ging zitten met dat woord. Ik vroeg mezelf af: ‘Activiteit. Wat is dat eigenlijk? Wat is dat nu concreet?’ Op deze vraag kwam geen antwoord en ik begon langzaam te twijfelen aan mijn eigen capaciteit om te weten wat dit leven werkelijk is. Met deze twijfel ging ik naar mijn leraar Genpo Roshi en hij vroeg: ‘Wat denk je dat Shakyamuni Boeddha heeft gezien?’ Ik zei dat de Boeddha een diepgaand inzicht had verkregen in wat dit leven werkelijk is. Mijn leraar vroeg daarop: ‘Was jij daarbij?’ Ik ontkende vanzelfsprekend. ‘Hoe weet je dat dan zo zeker?’, besloot mijn leraar ons gesprek. Hierdoor ging ik meer twijfelen aan mijn eigen capaciteiten om mijn vraag tot een helder antwoord te brengen. In een volgend gesprek vroeg Roshi wat mijn grote voorbeeld Zen Meester Dogen nu eigenlijk had gezien. Ik moest hakkelend erkennen dat ik dit ook niet wist. Toen hij bij een derde gesprek vroeg: ‘Denk je dat ik iets heb gezien op basis waarvan ik weet wat dit leven is?’ ging bij mij de twijfel over in Grote Twijfel. Alles werd donker om me heen. Datgene dat zin gaf aan mijn leven, de verwachting ooit te weten wat dit leven ten diepste is, deze inzet die me vanaf mijn vijftiende dreef, viel volkomen uitelkaar. Wat een lichte, hoopvolle wereld was met een schittering aan de einder, werd een donkere, kille, sterloze nacht. Ik wist niets meer. Ik wist niet wat dit leven, mijn leven is en ik wist niet of ik daar wel ooit achter zou kunnen komen. Ik wist niet of dit tot mijn menselijke vermogen behoort, noch of het boeddhistische pad tot een inzicht leidt in mijn ware natuur. Ik had volkomen gefaald. Alles waarop ik jarenlang had ingezet, de reden van mijn studie filosofie en de reden waarom ik überhaupt op het spirituele pad was geraakt, was volledig ondermijnd. Er was geen kader meer, geen lichtpunt, geen weg, geen bereiken en geen niet bereiken.
Op een conatief niveau vond mijn volkomen teloorgang zo’n vijftien jaar later plaats, op een vrije dag tussen twee retraites op Ameland in. Ik had inmiddels een positie binnen de internationale gemeenschap opgebouwd als pleitbezorger en voorganger van de leken beoefening. Genpo had speciaal voor mij een verdiepende initiatie gelijkwaardig aan de monnikswijding gecreëerd, de zogenaamde ‘Life vows’. Ik was de eerste die ze ontving en er zouden na mij nog velen volgen. Ik weigerde mijn hechting aan maatschappij en gezin op te geven omdat ik daarvoor STOND. Ik wist me als filosoof verantwoordelijk voor de samenleving en als prille vader en echtgenoot verantwoordelijk voor mijn gezin. Als Genpo mij zou vragen alles onvoorwaardelijk los te laten, zou er voor mij een voorwaarde overeind blijven staan: mijn bewuste keuze voor een beoefening binnen de samenleving en mijn gezin. Ik had die keuze gemaakt in het klooster in Bar Harbor en had mijn gehele beoefening hierop serieus afgestemd, sterker nog, ik had er drie boeken over geschreven!
Op de vrije dag vond er in Genpo’s huisje onder de vuurtoren van Ameland een levendige discussie plaats over de vraag of leken boeddhisten ook priester konden zijn. Genpo’s eerste opvolger, de Française Genno Roshi werkte in Parijs met leken priesters. Volgens Genpo kan dat niet: je moet jezelf onvoorwaardelijk met de traditie verbinden om de traditie te vertegenwoordigen in de gedaante van een priester. En onvoorwaardelijke verbinding betekent monnikswijding. De discussie duurde de gehele dag en toen ik ‘s avonds met de soep binnenkwam, vroeg Genpo Roshi me: ‘En hoe zit het me jou?’ Ik zei: ‘Ik ben het helemaal met je eens, Roshi.’ Hij vroeg me: ‘Waarom neem je dan niet de volgende stap?’ Ik aarzelde en zei: ‘Maar je weet toch waar ik sta, Roshi? Ik kan een onvoorwaardelijke overgave wel veinzen, maar het zou nooit een volwaardige overgave zijn.’ Toen vroeg Roshi me: ‘Vertrouw je me?’
Hier legde hij de bijl aan de stam van mijn voorwaarde. Ik was vijftien jaar lang zijn vaste assistent, we deelden alles met elkaar, hoe kon ik hem NIET vertrouwen? ‘Natuurlijk vertrouw ik je’, antwoordde ik. ‘Wat is dan je probleem?’, vroeg Genpo. En daarmee was mijn gehele project van lekenbeoefening ter zielen gegaan. Ik had geen poot meer om op te staan. De bodem viel onder mijn voeten weg en ik geraakte in een vrije val. Ik had het gevoel alsof ik dood ging. Dit was het einde van mijn inzet op conatief niveau. Het jaar daarop werd ik tot monnik gewijd, tot ontsteltenis van een groot deel van de leken gemeenschap.
Het is vanzelfsprekend dat hetgeen ik tussen mij en mezelf plaats moet wijken als ik mezelf wil realiseren voor wie ik ben. De ster volgt de ster in en door me heen en dit betekent dat de tekens die ik zelf aan het firmament heb toegeschreven een voor een dienen te worden uitgewist. Als ik me niet tegen van alles en nog wat had verzet en me geen voorwaarden in het hoofd had gehaald die op zijn zachts gezegd voorbarig waren, dan was ik stante pede samengevallen met mezelf en had ik mijn leven aangenomen zoals het is.
Mijn laatste voorwaarde had te maken met de hoedanigheid van de zen meester. Ik stelde me bij een meester toch iets anders voor dan een doodgewoon mens met zijn eigenaardigheden. Immers, hij is een ‘meester’. Hij staat boven het gedoe. Hij is volmaakt vrij. Hij is glashelder. Hij is volledig in controle. Toen Genpo mij een paar jaar geleden het laatste zegel van verlichting, Inka, gaf, en ik me daardoor ‘zen meester’ (Roshi) mocht noemen, voelde ik een dag later toch een grote teleurstelling. Want, wat was er nu veranderd?
(Wordt vervolgd)
Maurice Genko Knegtel Roshi leidt een zen stilte weekend op 11 en 12 december 2021 in Utrecht en een stilte retraite van 19 tot en met 23 januari 2022 in Eerbeek. Zie voor meer informatie de Integrale Zen website: www.izen.nl
In iedere boekwinkel vind je tegenwoordig het populaire boek van Francesc Miralles en Héctor García over Ikigai, het Japanse geheim voor een gelukkig leven.1
Inmiddels zijn de meeste wetenschappers het erover eens: mensen floreren als zij een doel hebben in het leven, als zij zich in hun dagelijks leven bezig houden met iets waarvoor zij passie voelen en dat hen gelukkig maakt.
Een andere schrijver en wetenschapper die onderzoek heeft gedaan naar gelukservaringen, is Mihaly Csikszentmihalyi, die de term Flow gebruikt voor de ervaring die we hebben als we door iets zijn geboeid of werken aan iets dat onze belangstelling heeft, waardoor ons gevoel voor tijd lijkt te zijn verdwenen.2
Natuurlijk hoeft onze belangstelling niet bij uitstek uit te gaan naar een spiritueel doel. Het gaat er in de eerste plaats om dat het ons geluk en tevredenheid schenkt.
In dit essay wil ik een lans breken voor de beoefening van Qigong en De Weg van Tao, een pad van Transformatie.
Door het beoefenen van Qigong kun je een toestand van Flow bereiken en je kunt deze oefeningen tot op hoge leeftijd doen.
De Weg van Tao, een pad van Transformatie, brengt je in contact met je ware essentie, waardoor je eenheid met alle dingen kunt gaan ervaren.
Allereerst een korte uitleg over de twee onderwerpen die in deze essay aan bod komen, namelijk Qigong en de Weg van Tao.
Qigong is een holistisch systeem van meditatie en oefeningen die gericht zijn op zelfheling. Het is een oude, steeds verder uitgewerkte praktische benadering die helende houdingen, bewegingen, zelfmassage, ademhalingstechnieken en meditatie omvat. Qigong betekent letterlijk ‘werken met de levensenergie’ en is een geneeskundige traditie die haar oorsprong vindt in China.3
De Weg van Tao verwijst naar het proces van innerlijke alchemie, waarin de duale energie die laag van vibratie is, wordt verhoogd tot de oorspronkelijke éne energie en waarin het mannelijke yang en het vrouwelijke yin in ons tot een eenheid worden. Het is een weg waarop wij leren dat innerlijke rust en stilte ons tot grotere hoogten kan voeren dan het voortdurend najagen van verlangens.
Over dit proces zegt de Tao Teh King in vers 48 het volgende:4
Studeren behelst dagelijks iets bijleren.
Tao behelst dagelijks iets afleren.
Steeds minder doen,
Tot niet-doen is bereikt.
Waar handelend optreden ontbreekt,
Wordt niets ongedaan gelaten.
De wereld wordt geregeerd door de dingen op hun beloop te laten.
Zij kan niet worden geregeerd door tussenbeide te komen.
In de beschouwing die hieronder volgt, zal ik zowel de beoefening van Qigong en de Weg van Tao uitgebreider toelichten en beschrijven hoe de beoefening van Qigong kan leiden tot, of behulpzaam kan zijn bij, het gaan van een spirituele weg.
Als we onze eerste schreden zetten op het pad van bewustwording, gaan we ervaren dat twee dingen uitermate belangrijk blijken: het verkrijgen van zelfkennis en innerlijke rust.
In het dagelijks leven ervaren we misschien dat onze manier van reageren en ons functioneren ons regelmatig uit evenwicht brengt en dat dit zorgt voor stress. Door zelfonderzoek krijgen we inzicht in onze manier van handelen en kunnen we ervoor kiezen om in positieve zin te veranderen. We realiseren ons dat we negatieve, schadelijke emoties kunnen vermijden en daarmee stress in ons leven kunnen reduceren. De innerlijke rust die daardoor ontstaat, zorgt ervoor dat we de fluistering van de ziel kunnen vernemen. Ik gebruik hiervoor graag de metafoor van een meer. De turbulentie en onrust in ons leven veroorzaken golven en rimpelingen op het meer, waardoor we niet in staat zijn onszelf waar te nemen in de spiegeling van het wateroppervlak. Als onze geest vrij is van beroering, wordt deze als het oppervlak van een stil meer, een spiegel die de dingen weerkaatst zoals ze werkelijk zijn. Pas als we innerlijk tot rust komen, kunnen we schouwen wat in ons leeft, wat ons steunt of belemmert.
Voor het verkrijgen van zelfinzicht en innerlijke rust is Qigong bij uitstek geschikt.
Welke voordelen kunnen we ondervinden door de beoefening van Qigong?
We leren in het Hier en Nu te zijn
We komen tijdens de beoefening in een Flow
Onze concentratie neemt toe en onze focus verdiept zich
We komen in contact met ons lichaam en dit brengt ons bij ons gevoel
We leren te aarden en stevig op onze benen te staan.
We gaan ervaren waar onze grens ligt
Door de confrontatie met onze grens kunnen we leren accepteren
We verbinden ons tijdens het oefenen met de hemel en de aarde
We worden ons bewust van dat wat in ons leeft en dit leidt tot zelfkennis
We leren onze gedachten los te laten
We keren ons naar binnen en dit kan ons in contact brengen met onze ware essentie
De grondslag van Qigong is song, ontspanning en rust. We gaan inzien dat het wellicht gezonder is om minder te doen, of niet te doen (Wu Wei). Door een geregelde beoefening van Qigong leren we een ontspannen, rustig middelpunt te vinden. Het wordt steeds gemakkelijker om naar die gewaarwording terug te keren als je overweldigd lijkt te worden door emoties of overspoeld door de veelheid van indrukken en/of eisen van het dagelijks leven. We hoeven alleen maar even bij onszelf na te gaan of we onze ademhaling nog in onze buik kunnen voelen en of we nog met onze beide voeten op de grond staan. Taoïsten noemen deze toestand Taiji. Taiji is het evenwichtspunt tussen yin en yang, het punt van stilte te midden van de veranderingen. Thoreau duidde deze toestand aan als ‘het observerende zelf’. Het aspect van het zelf dat niet wordt geraakt door de beroering van het leven en dat in moeilijke momenten toegankelijk is.
Ontspanning blijkt niet altijd even eenvoudig. Het vraagt om een lichamelijke en mentale transformatie. Spanning kan namelijk onbewust en chronisch zijn en eist dan voortdurend vitaliteit en Qi (levensenergie). Spierspanning kan ook van invloed zijn op het functioneren van onze inwendige organen, bijvoorbeeld de lever. Deze neemt een centrale plaats in, omdat zij de spanning en de spieren controleert en op deze wijze bijdraagt aan de verspreiding van Qi door het lichaam. Als het lichaam gespannen is, kan de lever niet optimaal functioneren en daardoor raakt het lichaam dan weer gespannen. De enige manier om uit die vicieuze cirkel te stappen is concentratie van de aandacht. Door ons bewust te worden van ons lichaam gaan we voelen wat er mis is. Als we dan onze aandacht bewust richten en onze beoefening voortzetten in overgave aan dat wat is, zonder weerstand, kan ontspanning plaats vinden. Het helpt niet om beter ons best te doen of harder en meer te oefenen. De enige manier waarop we ontspanning kunnen bereiken, is gewaarwording door aandacht en concentratie, en acceptatie van dat wat we op dat moment voelen en ervaren. Ontspannen betekent dat we loslaten en ons overgeven aan een wijsheid die de bewuste controle van de mens te boven gaat.
Flow ervaren in de beweging en ‘excercising the soul’
David Dorian Ross beschrijft in zijn boek Exercising the Soul5 hoe hij tijdens de zachte vloeiende Qigong-bewegingen, die hij in zijn eerste Tai Chi les uitvoerde, een toestand van Flow ervaart: ‘Occasionally, if we are lucky, we experience magical moments when we leap ahead of our personal evolutions and see ourselves as we could be. Csikzentmihalyi calls them ‘Flow States’. Something remarkable happens in these moments; growth, insight, or spiritual bliss. In my first Tai Chi class, I was dropped unexpectedly into one of these moments, catapulted by the simple movements of the routine and that experience changed my life forever’. Tijdens een dergelijke ervaring kun je een gevoel van eenheid en verbondenheid met het universum ervaren. Thomas Moore noemt dit ‘Ziel’, dat wat diepte en betekenis geeft aan ons leven. In principe zijn wij altijd verbonden met alles wat leeft. Door de hectiek en de eisen die het leven stelt, ervaren wij vaak een gevoel van afscheiding, van eenzaamheid en verlies van contact met onszelf en de wereld om ons heen.
Voor David Dorian Ross zijn de vloeiende bewegingen een manier om weer volledig in contact te komen met je authentieke zelf: ‘an excercise of the Soul even more than an excercise of the Body’. Volgens hem kunnen we in ons dagelijks leven steeds opnieuw het Universele principe ervaren dat we ofwel een stap richting ons evenwicht zetten, ofwel een stap daarvandaan bewegen. Hij beschrijft ook hoe we onszelf in de weg staan om heelheid te bereiken: ‘The main reason we all aren’t basking in the enlightened bliss of our Soul is that we get in our own way. We put on a legions of physical, emotional or intellectual blinders against the appreciation of our own perfect BodyMind. The simple movements nurture the BodyMind by creating conditions in which our internal blindfolds can slip, slide and fall off, and the Soul can be revealed.’
Religious Qigong for Enlightenment or Buddhahood
Religie en Qigong zijn van oudsher nauw met elkaar verbonden. In het boek The Root of Chinese Qigong6 wordt door Dr. Yang, Jwing-Ming beschreven hoe in China in het Taoïsme en Boeddhisme Qigong training werd gebruikt om verlichting of de Boeddhastaat te bereiken. Hij schrijft dat verschillende religies verschillende Qigong stijlen beoefenden, die ofwel moesten leiden tot levensverlening of tot verlichting. Het uitgangspunt is vergelijkbaar, maar de beoefening verschilt.
In de meeste religieuze tradities wordt de nadruk gelegd op het belang van meditatie en gebed (dat een vorm is van meditatie), omdat de mens voortdurend strijd voert tussen positieve en negatieve emoties en daden. Meditatie brengt onze gedachten tot rust en zorgt ervoor dat de Qi weer in balans wordt gebracht. We voelen ons daardoor evenwichtiger en zekerder van onszelf. Wanneer we innerlijke vrede ervaren, kan in ons de behoefte ontstaan om het lijden in deze wereld teniet te doen. De Chinese Boeddhisten en Taoïsten onderzochten het effect van Qigong in hun spirituele beoefening. Door de beoefening van Qigong kunnen zij een staat van verlichting bereiken.
De religieuze Qigong die voert naar deze Boeddhastaat of verlichting, is lange tijd geheim gehouden. In deze training wordt gezocht naar een weg die ons verlost van het menselijk lijden en het wiel van reïncarnatie (het steeds opnieuw op aarde worden geboren). De beoefenaars gaan ervan uit dat al het menselijk lijden wordt veroorzaakt door onze begeerten, emoties en onwetendheid. Als je daarin gevangen blijft, is het resultaat dat je steeds weer opnieuw na je dood terug keert naar de aarde om vervolgens weer opnieuw in lijden verstrikt te raken. Om uit deze cirkelgang te geraken, is het noodzakelijk je geest (mind) dusdanig te trainen dat je je emoties en begeerten kunt onderkennen en loslaten. Dan kun je na je dood het Hemels Koninkrijk binnengaan in een staat van Eeuwige Vrede.
Het valt niet mee om in ons hectische leven voldoende tijd vrij te maken voor deze training en daarom trokken deze beoefenaars van Qigong de bergen in of zochten elders de rust en stilte. Op dat niveau is het onderzoek naar de menselijke energie een spirituele wetenschap, die los staat van iedere vorm van religie.
Religieuze Qigong beoefenaars trainen dus hun interne Qi om hun geest (Shen) te voeden en te versterken, zodat hun geest in staat is de dood van het fysieke lichaam te overwinnen. Zij leiden de Qi naar het voorhoofd waar de geest zetelt, en verheffen deze tot een hogere staat van bewustzijn. Deze vorm van Qigong, waarbij het beenmerg rein wordt gehouden en het brein wordt gevoed om spirituele verlichting te bereiken, wordt beschouwd als de hoogste en moeilijkste vorm van Qigong.
Over de staat van zijn waarnaar David Dorian Ross en Dr. Yang, Jwing-Ming verwijzen, lezen wij het volgende in de onderstaande tekst van Wang Chong Yang, een taoïstisch leraar uit de 12e eeuw.7
De oorspronkelijke natuur was er voordat wij werden geboren. Zij zal er zijn na ons sterven.
De oorspronkelijke natuur wordt ook wel de wetende geest genoemd. Zij wordt niet geboren en zal nooit sterven.
Iedereen bezit de oorspronkelijke natuur.
Wij zien haar niet, omdat zij dikwijls is verduisterd door hunkering, begeerte en slechte gedachten. Als wij dat wat onze oorspronkelijke natuur verbergt niet opzij vegen, verliezen we de verbinding met Vroegere Hemel en zijn we gedoemd tot ontelbare levens vol lijden.
Hoe sluit je je weer aan bij Vroegere Hemel? Vroegere Hemel moet je ervaren in de geest van de Tao. Als je probeert om Vroegere Hemel met je ego te begrijpen, vind je hem nooit.
Vroegere Hemel en de oorspronkelijke natuur liggen vlak voor ons. We kunnen ze niet zien omdat het ego een barrière heeft opgericht. Als we het ego kunnen opheffen, zal de oorspronkelijke natuur, of het hart van de Tao, verschijnen.
Als het hart van de Tao verschijnt, verschijnt Vroegere Hemel.
Naarmate we meer inzicht verkrijgen in onszelf en in onze emoties, kan er steeds meer innerlijke rust ontstaan en kunnen we een bepaalde openheid gaan ervaren. We kunnen een verlangen gaan voelen naar meer verdieping. Dat verlangen kan uitmonden in de keuze voor het loslaten van ons ego, onze toewijding aan iets dat groter is dan onszelf, aan iets universeels. Het kan ons op het pad brengen van eenwording, dat ook wel de Weg van Tao wordt genoemd.
De Weg van Tao, innerlijke alchemie
Innerlijke alchemie is het oplossen van iedere vorm van afgescheiden zijn. De beoefenaar wordt hierdoor als een kleine vonk van een immens groot vuur. Hij straalt het licht en de warmte hiervan spontaan weer uit. Dat verandert niet alleen zijn eigen leven, maar werkt ook uit in de gehele tijdelijke wereld. Deze wordt erdoor verwarmd, verlicht en transformeert in zekere mate mee. De innerlijke alchemist gaat zijn weg dan ook nooit voor zichzelf alleen.
Tao en Teh
De mens is van oorsprong zowel vrouwelijk als mannelijk, zowel yin als yang. Als we de weg van transformatie, van innerlijke alchemie willen gaan, is het onze opdracht om het vrouwelijke en het mannelijke in onszelf te verenigen. Dit doen wij door ons leven te richten op het Ene, dat Lao Tse ‘Tao’ noemt. Tao leer je niet kennen door veel te weten of te lezen. Tao kan alleen worden gekend door een weg te gaan van niet-ik, van ego-loos handelen, van wu wei. Tao kunnen wij niet waarnemen, maar de kracht, de werking die van Tao uitgaat, de Teh is te ervaren. De Teh is de openbaring van Tao. Tao en Teh zijn nauw met elkaar verbonden. Beide maken geen deel uit van onze wereld. Om toch een beeld hiervan te krijgen, zouden we kunnen zeggen dat Tao en Teh te zien zijn als de zon en haar straling. Beide zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: zonder zon geen straling, maar de straling is alleen mogelijk zolang de zon bestaat.
Tao en Teh waren er al voor dit universum ontstond en zullen er nog altijd zijn als dit universum ophoudt te bestaan. Tao en Teh nemen geen deel aan enige vorm van tijd of ruimte. Hoewel Tao niet de schepper van het universum is, blijft het er wel mee verbonden. De Teh is de werking van Tao in al het bestaande, zij biedt aan alles de mogelijkheid om zich op eigen wijze te kunnen ontplooien. Tao is als onsterfelijke kern ‘in het midden’ van al het geschapene aanwezig, maar is tegelijkertijd alom- en altijd tegenwoordig. De stroom van Teh heeft twee richtingen. In haar werking als uitgaande energie helpt de Teh de mens om zich te ontplooien gedurende het tijdelijke leven dat hem of haar is toebedeeld. In haar werking als ingaande energie ‘roept’ de Teh de mens op om zijn leven in dienst te stellen aan ‘het midden’, aan Tao.
Terugkeren tot de simpele staat van een kind is een metafoor voor een volwassen taoïstische levenshouding van eenvoud en oprechtheid; het leven zonder bijbedoelingen leven. De ‘altijddurende deugd’ van de Teh zal de zoeker naar Tao dan blijvend steunen en begeleiden. De zoeker naar Tao wordt een leerling van Tao als hij zich niet langer op eigenbelang richt, maar zich in dienst stelt van Tao. Het wordt ‘de Gouden Weg’ genoemd, omdat de liefdekracht in het hart het werk verricht. De weg van Tao gaan betekent alles opgeven, zelfs het willen gaan van deze weg! Een volgeling van Tao blijft een gewoon mens, die niet volmaakt is en dat ook nooit zal worden. Hij blijft echter op het pad van overgave en deugd en bewandelt de weg van het midden. Daarop leert hij voortdurend in evenwicht te staan.
Conclusie
Als je dus op zoek bent naar een levensvervulling die jou geluk schenkt, is Qigong een goede keuze. Je kunt dit op ieder niveau beoefenen. Misschien spreken jou de vloeiende bewegingen aan, waarmee je jouw lichaam soepel houdt en je spieren en pezen traint. Of wil je de flow ervaren die spontaan kan ontstaan tijdens het aandachtig uitvoeren van de bewegingen. En wellicht ervaar je geestelijk en lichamelijk meer stabiliteit, waardoor je je in het dagelijks leven steviger en rustiger voelt. Meer verdieping nog kun je vinden als je besluit je leven te wijden aan de Weg van Tao, de Weg van Transformatie. Wat je ook kiest: met Qigong zet je een stap naar meer vervulling in je leven! Welke weg kies jij?
Ingrid van Leeuwen
Literatuurlijst:
Francesc Miralles, Héctor García, Ikigai, Het Japanse geheim voor een lang en gelukkig leven, Meulenhoff Boekerij bv. Amsterdam, 2017
Mihaly Csikszentmihalyi, Flow: psychologie van de optimale ervaring, Boom Uitgevers, Amsterdam, 2008
Kenneth S. Cohen, Handboek Qigong, Servire Uitgevers bv. Utrecht, 1998
Tau-te tjing, Lau Tse, Servire, Katwijk, 1994
David-Dorian Ross, Exercising the Soul, Title Books, 1957
Yang, Jwing-Ming, The Root of Chinese Qigong, YMAA Publication Center, Wolfeboro, 1997
Eva Wong, Zeven zoekers naar de Tao, pg.62, Ankh-Hermes, Utrecht, 1993
De wijsheid van het grondeloze TAO, leven wat niet gezegd kan worden. Symposion Reeks, Rozekruis Pers, Haarlem, 2013
Elly Nooyen, Hart voor Tao, Rozekruis Pers, Haarlem, 2013
Elly Nooyen, Weg in Tao, Rozekruis Pers, Haarlem, 2019
Erich & Leo Kaniok, Het geluk van TAO, verhalen en parabels uit China, Asoka bv, Rotterdam, 2008
Kristofer Schipper, Zhuang Zi, de volledige geschriften, Augustus, Amsterdam-Antwerpen, 2014
Noot van de schrijfster: ik heb voor de leesbaarheid van dit essay de vrijheid genomen één vorm aan te houden voor de spelling van de vertaling van de Chinese begrippen. In de literatuur die ik voor dit essay heb geraadpleegd, werden deze begrippen op diverse manieren gespeld.
Als het zelf in en door mij heen zichzelf zoekt, heb ik dan een leraar of lerares nodig of heb ik voldoende aan mijn eigen innerlijke leiding?
Voor mij was het evident dat ik een leraar nodig had. Ik had een leraar nodig om me om mijn eigen hoek te laten kijken; dat is iets dat ik niet zelf kan. Mijn leraar Genpo Roshi en ik deelden ogenschijnlijk weinig met elkaar. Ik ben een intellectueel, breed belezen, met een levendige belangstelling voor de beeldende kunsten en een voorliefde voor filmhuis films. Genpo is een sportman, die ooit als waterpolospeler van het Amerikaanse team goud op de Olympische Spelen in Mexico had gewonnen. Een zeer fysieke man, die The Karate Kid tot zijn favoriete films rekent. Waren we elkaar in de kroeg tegengekomen, dan hadden we elkaar niet opgemerkt, zo zeer verschillen onze interesses, maar op het geestelijke pad vonden we elkaar alsof het zo had moeten zijn. Een ster volgt een ster in en door mij heen. Ik had al van verschillende leraren begeleiding gehad, maar bij Genpo had ik onmiddellijk het gevoel dat precies hij de juiste persoon is om mijn sterke geesteskracht om te buigen en mijn welbespraakte lippen tot zwijgen te brengen.
In relatie tot mijn leraar Genpo Roshi, maar ook in relatie tot mijn eigen leerlingen, kan ik vijf punten formuleren die voor mij een bevestigend antwoord zijn op de hierboven gestelde vraag.
Ten eerste, de leraar of lerares leeft jouw weg als proces voor. Hij herkent de fases waarin je belandt, staat naast je en ziet je in jouw proces, worstelend, peinzend, wanhopig, euforisch, twijfelend, totaal verloren. Mijn leraar Genpo had voor alle begeleiders die hij opleidde een klaar en duidelijk advies: ‘Je kunt niet geven of delen wat je niet hebt ontvangen.’ Een leraar of lerares kan je niet bijstaan in een fase die hij of zij nooit heeft doorgemaakt. Dit voel je als leerling: wat je terugkrijgt is niet doorleefd, het is bedacht. Dit is een van de redenen waarom de weg samen met een leraar of lerares plotsklaps kan ophouden. De leraar of lerares reikt niet tot waar jij reikt. Het plafond is bereikt, je moet gaan zoeken naar een andere leraar of lerares om jezelf verder te kunnen verdiepen. Dat de leraar je voorgaat op jouw weg als proces, door al die verschillende fasen heen, geeft je vertrouwen. Het is OK om hier te verblijven, ook al is het geenszins prettig. Het is OK om hier binnen te gaan, ook al is het vreeswekkend. Het is OK om los te laten, al zegt alles in je om dit niet te doen. Dit vertrouwen leeft de leraar voor.
Ten tweede, de leraar resoneert met jou. Hij of zij is de pijp waardoorheen jouw leven stroomt. Jouw situatie is de situatie waarin de leraar zich beweegt, zeer intiem; hij verkent de ruimte waarin jij je bevindt, hij houdt de verschillende objecten in zijn handen, ruikt eraan, kijkt ernaar en geeft je terug wat hij ziet, hoort, voelt en denkt. Zo is hij op de meest nabije wijze met je en geeft je jezelf in deze situatie aan jezelf terug. Je begint je door wat de leraar je teruggeeft vragen stellen en zaken te realiseren over jezelf. Je herinnert je jezelf in wat je in deze levenssituatie doet en bent. Je kijkt jezelf in de spiegel die de leraar of lerares is in de ogen en je ziet jezelf in elke situatie weer op een andere manier. Zo ontstaat het caleidoscopische beeld van het zelf, de reflectie en herinnering van jezelf.
Ten derde, de leraar bekrachtigt je. Hij ziet je voor wie en wat je bent en geeft dit aan je terug: zo is het. Het wonderlijke is, dat wij onszelf niet kunnen aannemen voor wie we zijn. Hier hebben we een ander voor nodig. Iemand die tegen ons zegt: ‘Kijk, dit ben jij. Dit is van jou. Dit is behoort wezenlijk tot jou. Neem het aan, jij bent het zelf.’ Zo leren we stukje bij beetje onszelf te belichamen voor wie we werkelijk zijn en wordt uiteindelijk, via de leraar, ons leven bekrachtigt zoals het is. Pas dan zijn we werkelijk vrij om ons leven te leven. Zo is het. Niet anders.
Ten vierde, de relatie tussen leraar en leerling is het proces van de leerling zelf, jouw weg als proces, waarin je weerstanden, angsten, patronen, voorwaarden, waarden, zienswijzen, twijfels en blinde vlekken in het licht komen en meer en meer worden gerealiseerd en aangenomen. In het proces tussen leraar en leerling wordt dat wat de leerling tussen hem en zichzelf inzet helderder en minder weerbarstig, en kan langzaam maar zeker een intimiteit groeien, die leraar en leerling meer en meer laat samenvallen tot een levende aanwezigheid. Iets gaat zijn gang. Iets dat niet in welke fase dan ook kan belanden en zich in elke fase manifesteert. Zo wordt het zelf in al zijn aspecten, in heel zijn conditionering, maar ook in zijn intimiteit, zijn onbepaaldheid en onbeperktheid meer en meer zichtbaar, herinnerd en belichaamd. Via de leraar volgt de leerling het proces van weerstand en verzet naar intimiteit en resoneren tot hij tenslotte tezamen met de leraar meebeweegt op de Ene die alles in zich draagt en draagt, van de ene kant naar de andere en van voren naar achteren.
Tenslotte en misschien wel het aller belangrijkste, de leraar of lerares ziet je. Hij is je getuige, in alle fasen die je doormaakt. Hij is misschien wel de enige die je ooit ziet voor wie je bent, in al je aspecten en facetten, ook die, welke je liever in de schaduw laat. ‘Bearing witness’, het motto van mijn spirituele oom Bernie Glassman Roshi, is misschien wel het meest wezenlijke in de leraar leerling verhouding. Via de leraar, keer je terug bij jezelf, om jezelf helemaal aan te nemen voor wie je bent. Het zelf zoekt zichzelf in en door mij, maar via de leraar. Hij is de spiegel waarin ik mezelf zie. Hij is de getuige die mij mezelf laat aannemen. Zonder een ander mens gaat dat niet. Of zoals Christopher Supertramp, die zwervend op zoek ging naar vrijheid en geluk en eenzaam kwam vast te zitten in zijn Magic Bus op de ijsvlakten van Alaska, voordat hij overleed in zijn dagboek als zijn laatste woorden noteerde: ‘Happiness is only possible when it is shared’. (Zie ook de film Into the Wild van Sean Penn, een monumentale film over jouw weg als proces met genoemde zin als slotakkoord.)
(Wordt vervolgd)
Maurice Genko Knegtel Roshi leidt een zen stilte weekend op 11 en 12 december 2021 in Utrecht en een stilte retraite van 19 tot en met 23 januari 2022 in Eerbeek. Zie voor meer informatie de Integrale Zen website: www.izen.nl
Weg is een werkwoord. Jouw weg is een proces, het is proceswerk. En dat terwijl jij maar heel weinig doet in dat proceswerk. Jouw weg is onbegrijpelijk en onbeheersbaar en hij is tegelijkertijd gekenmerkt door een natuurlijke orde, waarin elke fase een vast plek heeft binnen het proces en gedeeld wordt met de fasen van de wegen van anderen. Het gaat me in deze bespiegeling van ons geestelijke pad niet om het lineair weergeven en duiden van de opvolging van de verschillende fasen zoals dat bijvoorbeeld in ‘De Tien Plaatjes van de Os’ gebeurt. Het gaat me om het beschrijven van jouw weg, van mijn weg als proces op zo’n wijze dat het evident is dat onze weg volstrekt ondoorgrondelijk en volkomen oncontroleerbaar is. Weg is een werkwoord, maar bovenal een wonder, een groot wonder, in al zijn unieke faseringen.
Er is een koan uit de Denkoroku, ‘De Transmissie van het Licht’, een voor ons verstand onoplosbare kwestie, die voorafgaat aan al onze bespiegelingen van onze weg als proces. Enerzijds drukt de koan de onvermijdelijkheid uit van elke fase waarin mijn proces belandt en de onwrikbaarheid van de opeenvolging van fases. Anderzijds drukt de koan uit dat iets in dit proces zijn gang gaat en zich in elke fase vrijelijk manifesteert – en ik ben het niet!
Hierbij ter inleiding van alle reflecties op onze weg de koan: ‘De vierendertigste Patriarch was Grote Meester Qingyuan Xingsi. Hij oefende in de gemeenschap van Caoxi (van de Zesde Patriarch Huineng). Hij vroeg de Patriach: ‘Wat kan ik doen om niet in een fase te belanden?’ De Patriarch vroeg: ‘Wat heb je tot dusverre gedaan?’ De Meester antwoordde: ‘Ik heb nog geeneens de Heilige Waarheden geprobeerd.’ De Patriarch vroeg: ‘In welke fase zul je eindigen?’ De Meester zei: ‘Als ik nog geeneens de Heilige Waarheden heb geprobeerd, welke fase kan er dan zijn?’ De Partiarch was zeer onder de indruk van zijn vermogen.’ (Keizan Zenji, Denkoroku, kwestie 35 Qingyuan Xingsi (660 – 740))
Bodhicitta, het begin dat geen begin is
Er is een fantastische metafoor voor jouw weg als proces en ook voor het begin van jouw weg, dat in boeddhistische termen bodhicitta wordt genoemd, ‘het verlangen om te ontwaken’. Bodhicitta is een belangrijk begrip binnen het boeddhisme, zelfs belangrijker dan het begrip sambodhi, ‘ontwaken’. Bodhicitta is immers hetgeen waar het allemaal mee begint en zonder bodhicitta is er geen weg. Mijn weg, jouw weg begint met dit verlangen, deze urgentie, juist dat wordt prachtig uitgedrukt in de metafoor van de drie wijzen uit het Oosten die de ster volgen in de woorden van de grote twintigste eeuwse dichter T.S. Eliot:
Journey of the Magi (begin)
Een barre tocht was het wel
Net de slechtste tijd van het jaar
Voor een reis, en zo’n verre reis:
De wegen zompig, het weer gemeen,
Het hartje van de winter.
En de kamelen, ontveld, met zere hoeven, weerspannig,
Gingen liggen in de smeltende sneeuw.
Spijt bekroop ons soms als we dachten
Aan de zomerpaleizen op de hoogten, de terrassen,
En de zijden meisjes die sorbets brachten.
Dan had je het vloeken en morren van de drijvers,
Die de benen namen, hun drank en vrouwen eisten,
En de nachtvuren die uitgingen, het gebrek aan dekking,
En de steden vijandig en de stadjes onvriendelijk
En de dorpen smerig en veel te duur:
Een barre tijd was het wel.
Ten slotte reden we liever de hele nacht door,
Slapend bij rukken,
Met de zingende stemmen in onze oren die zeiden:
Dit is allemaal dwaasheid.
(Vertaling uit het Engels van Bert Voeten)
De drie koningen volgen een intuïtie. Ze volgen een ster. Maar hoe weten ze dat deze, van al die sterren, de ster is die ze moeten volgen? En waarom volgen ze deze ster? Waar leidt deze ster ze heen? Ze hebben er ideeën over, maar niemand kan ze verzekeren dat daar ook maar iets van uitkomt. En dan gaan ze een reis aan, de reis van hun leven, die lang duurt, taai is en vol ongemak. Waarom toch? Wat bezielt ze? Waarvoor zouden ze dit allemaal doen? En toch doen ze het. En toch doe ik het. Ik weet niet waarom, ik weet niet waarvoor, maar ik volg die ster omdat iets in me zegt dat dit het allerbelangrijkste is om te doen in mijn leven. Garanties heb ik niet, antwoorden evenmin, het wordt er ook niet veel gemakkelijker op, maar het volgen van die ster, zonder te weten waar hij mij toe leidt en of het wel de juiste ster is, is het enige dat me te doen staat in dit leven. En dat is het enige dat ik weet.
Er moet een herkenning zijn opdat jij juist deze ster volgt en niet die andere, die een ander volgt. Alleen een boeddha zoekt een boeddha, omdat alleen een boeddha een boeddha herkent. Zo volgt de ster de ster door en in jou. En dit is eigenlijk al begonnen nog voordat jij je realiseerde dat je juist deze ster te volgen had. We beginnen niet met de weg als een proces. De weg begint met ons. Elke stap die we zetten, is een stap die de weg op de weg zet. Het zelf zoekt zichzelf in en door mij, Weg is een werkwoord, maar ik doe niet zoveel, behalve faciliteren en tegenwerken. De weg werkt.
(Wordt vervolgd)
Maurice Genko Knegtel Roshi leidt een zen stilte weekend op 11 en 12 december 2021 in Utrecht en een stilte retraite van 19 tot en met 23 januari 2022 in Eerbeek. Zie voor meer informatie de Integrale Zen website: www.izen.nl
Het ideaal van de bodhisattva kwam vanaf de tweede eeuw voor Christus tot stand in de grote kloosteruniversiteiten van Centraal en Zuid-Oost Azië, waar men leefde volgens de strikte gedragsregels van het orthodoxe Theravadin boeddhisme. Tussen die beschermende muren en onder deze de geestelijke praktijk ondersteunende leefregels, richtten de monniken en nonnen van de nieuwe revolutionaire stroming van het Grote Voertuig (Mahayana) boeddhisme zich op degene die zijn of haar beoefening binnen de samenleving in praktijk brengt ten behoeve van anderen. Waar de ideale beoefenaar van het Theravadin boeddhisme, het zogenaamde ‘Kleine Voertuig’ is gericht op zijn eigen bevrijding van met name zijn fysieke aandriften, zijn ‘bestaansdorst’ (Sanskriet: trsna), om daarmee een ‘volkomen uitblussing’ van zijn levensvuur te realiseren en nooit meer te worden gereïncarneerd, daar is de bodhisattva als het ideaal van het Mahayana boeddhisme gericht op de terugkeer naar dit ondermaanse bestaan, om daar anderen bij te staan op hun pad naar ontwaken en bevrijding. Tegenover de ‘volkomen uitblussing’ staat in het Grote Voertuig boeddhisme dienstbaarheid; de bodhisattva verkiest de modder van dit aardse bestaan om daarin de ander bij te staan en te dienen.
Nu werkten de bodhisattva’s in de eerste eeuwen van het Mahayana in Centraal en Zuid-Oost Azië de realisatie van dit ideaal binnen de veilige en gecontroleerde oefensituatie van de kloosters uit. Alles was daarin op beoefening gericht. Later in China, bij de Ch’an boeddhisten, werkten de bodhisattva’s als herenboeren op het land en ook hier in gesloten en gecontroleerde gemeenschappen. In Japan mochten de bodhisattva’s trouwen en kinderen krijgen, maar ook hier in de gecontroleerde en op beoefening gerichte situatie van het zen klooster. Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw gebeurde er iets waarlijk revolutionairs binnen de vijfentwintighonderd jaar oude boeddhistische tradities: de mensen die de meditatie beoefenen en de heilige teksten lezen wonen niet meer uitsluitend in gesloten, gecontroleerde geestelijke gemeenschappen, maar in gezinssituaties middenin de samenleving, met banen, hypotheken, sociale verplichtingen, maatschappelijke verantwoordelijkheden en zonder ondersteuning van hun praktijk anders dan een wekelijks avondje zen meditatie in de lokale zitgroep, een jaarlijkse retraite en een Boeddhabeeldje op de schouw. Voor die tijd offerden de huisvaders en huismoeders wierook in de familietempel. Meditatie was toen louter en alleen weggelegd voor de spirituele professional, de non en de monnik. Dit veranderde ingrijpend toen de boeddhistische tradities wortel schoten in Westerse grond.
Feitelijk pas sinds 1960 is in Europa en de Verenigde Staten het ideaal van de bodhisattva een realiteit geworden. De bodhisattva in de eenentwintigste eeuw zit thuis daags een half uur op zijn kussen, bankje of stoel, maar brengt het grootste deel van de dag door op zijn werkplek en te midden van de hectiek van de pompende grootstad, waar zijn dagelijkse leven zijn beoefening is. Deze beoefening is erop gericht om telkens weer te ontwaken uit zijn afdwalen in bevangenheid en terug te keren naar zijn lichaam, waar de situatie precies zoals ze is tot uitdrukking komt. Zo keert hij steeds terug naar wat is: deze concrete situatie, dit gelaat van de ander. Die ander is immer eerst. Pas daarna kom ik. De beoefening van de bodhisattva in de samenleving is fundamenteel een oefening in dienstbaarheid. Eerst jij, dan ik. Eerst afstemmen op de situatie zoals ze is en vervolgens tot handelen bewogen worden.
De beoefening in de wereld is een onophoudelijk oefenen in het terugkeren voordat de gedachten optreden en voor de dualistische beweging van ons intentionele bewustzijn naar de situatie zoals ze concreet is, om vervolgens de bewegingen van ons bewustzijn te volgen in zijn bewerken van de realiteit. Aldus kan de bodhisattva werkelijkheid van schijn onderscheiden, hetgeen in het boeddhisme prajna, ‘wijsheid’ wordt genoemd. Zolang ik het onderscheid kan zien tussen wat is en wat ik daarvan maak, kan ik terugkeren naar de ander en de situatie zoals ze is en in dienstbaarheid handelen. Zo praktiseert de bodhisattva midden in de samenleving, in de kantoortuin, de supermarkt, de file of op het perron en groeit hij of zij als een lotus in de modder. Meer dan ooit tevoren zijn we nu in staat het ideaal van de bodhisattva te leven, ten bate van de ander en staande met beide benen in de drek.
De moderne bodhisattva gaat zijn of haar weg in de wereld in stilte en onopgemerkt, anoniem. Niemand herkent hem of haar als zodanig; hij of zij kan een accountant zijn, of een receptionist, een beveiliger, verpleger, schoonmaker, hovenier of een onderwijzer. De moderne bodhisattva maakt zichzelf geenszins kenbaar als meditatie beoefenaar, religieus, spiritueel, lichtwezen, heldervoelende of boeddhist. Hij gaat niet prat op zijn dienstbaarheid en afstemming op de situatie. Hij komt en gaat in stilte en kan elke vorm in het dagelijkse verkeer aannemen.
Met regelmaat komen de moderne bodhisattva’s samen in groepen gelijkgestemden, op gehuurde locaties in pop-up zendo’s, om daar hun ervaringen te delen. Dit is de enige ondersteuning in hun beoefening. Zo zijn ze niet volkomen alleen op hun geestelijk pad en kunnen ze spreken over onzegbare en onvoorstelbare zaken die je eigenlijk alleen in psychiatrische inrichtingen hoort. Na hun samenzijn laten ze de ruimte weer achter zoals ze hem hebben aangetroffen en is het alsof er niets is gebeurd. De bodhisattva’s keren in hun anonimiteit terug en volgen in stilte hun eenzame weg naar huis, naar de plek waar alles samenkomt en waar ze worden bewogen, op en neer, en van de ene kant naar de andere, om vervolgens weer af te dwalen in de landschappen van de geest die ze rond hun ego’s hebben opgetrokken. Ongemerkt zijn ze instrumenten in de handen van alle levende wezens en ongezien dienen ze het belang van anderen moeiteloos. Je zult de bodhisattva niet als zodanig herkennen, maar hij ziet jou, zoals nog niemand je ooit heeft gezien.
Er komt weer een groep met moderne bodhisattva’s samen in het Graalhuis in Utrecht: een nieuwe Zen Cirkel start op maandagavond 20 september, onder leiding van Maurice Genko Knegtel Roshi. Kijk hier voor meer informatie: https://izen.nl/zen-meditatie/.
Er is de laatste halve eeuw iets merkwaardigs aan de hand; zonder dat we er erg in hebben zijn we veranderd in het kijken naar onze gezondheid. We hebben een enorme focus op onze gezondheid terwijl we steeds ouder worden en relatief gezonder zijn. Maar zoals bij alles wat beter wordt, welke prijs betalen we daarvoor? Dat we gezonder worden komt onder meer omdat we beter kunnen categoriseren; denk hierbij aan onder meer het DSM dat ons een beschrijving geeft van soorten psychisch problemen waardoor we ze eerder afgekaderd worden. Maar ook op het fysieke gebied kunnen we veel meer diagnosticeren.
Een prijs die we daarvoor betalen is, dat we angstig zijn om iets over het hoofd te zien en veel meer dan voorheen ons overal op laten onderzoeken. Ongemerkt leveren we daardoor onze vrijheid in en angst gaat als het ware ondergronds.
Kosmisch gezien heeft dit te maken met het verlaten van het zogenaamde vissentijdperk. Dit tijdperk heeft ongeveer 2100 jaar geduurd. Wanneer je teruggaat in de tijd dan weet je dat de tijd die achter ons ligt in teken stond van opoffering en slachtofferschap, een van de eigenschappen van het teken vissen. Het verhaal van Jezus Christus is daar het archetype voor; in het lijdensverhaal offert Christus zijn leven voor de mensheid. Het is dan ook niet toevallig dat het symbool van het christendom het vissen symbool is; je ziet het symbool heden ten dage vaak in de kerk op doopvonten afgebeeld staan.
De donkere middeleeuwen en de twee wereldoorlogen in de vorige eeuw zijn een absoluut dieptepunt in het lijden van het vissentijdperk maar ook pandemieën die door de eeuwen plaatsvonden. Nu het watermantijdperk begint is het de bedoeling om afscheid te nemen van deze grondstemming. Door middel van ons ego bewust te worden dat nu nog heel onbewust werkt, [leeuw het polaire teken van waterman] leren we te kijken naar het groter sociaal geheel en zingeving van wat het ego doet.
Omdat de cultuurperioden zich niet van de ene dag op de andere dag voltrekken, gaat de overgang van het ene teken naar het andere geleidelijk. Vandaar dat niemand precies weet wanneer het exacte moment is. NB dit heeft te maken met de echte grote van de ware dierenriemtekens. Zo is oorspronkelijk het maagden teken erg groot en is het onbewuste teken van het teken vissen (wat weer kleiner is),
Maagd is het onbewuste teken van vissen; dientengevolge werkt het onbewust langer uit. En als een teken onbewust werkt, werkt het altijd wat minder positief uit. Maagd gaat over het medische zorg, bezorgdheid en analyse. Nu bestaat er op dit moment ook een onbewuste behoefte om het ego [leeuw] te kennen omdat we in het watermantijdperk leven, gecombineerd met een grote bezorgdheid over de gezondheid en willen weten waarje aan toe bent. En uitgerekend deze combinatie maakt dat we aan het medicaliseren zijn. Dit zie je momenteel bijvoorbeeld aan de grote testbehoeften op coronabesmetting. In met boek: Vaccineren ja of nee van Daan de Wit, wordt beschreven dat niet iedereen die besmet raakt, ziek wordt, sterker nog; de hele dag komen we in aanraking met allerlei schadelijke virussen die het lichaam geruisloos zelf opruimt zonder dat het lichaam daar verdere verschijnselen van krijgt [immuniteit]. Volgens Dr. Med Johannes Wilkens en Dr. Med Frank Meijer in Corona Natürlich Behandeln zijn virussen belangrijk voor de evolutionaire ontwikkeling van de mens (het houdt ons beweeglijk).
In mijn boek: Ziekte een weg naar bewustwording, probeer ik uit te leggen hoe je naar ziekte kunt kijken. Wanneer je namelijk ziek wordt, bevat deze ziekte altijd een onbewuste boodschap. Een bijzonder boek dat over vele ziekten gaat is van Christine Beerlandt: De sleutel tot zelf-bevrijding Door een bepaalde diagnose op te zoeken kun je vaak op het spoor gezet worden wat je zou kunnen veranderen in je leven. Dit is een andere benadering dan de reguliere medische wetenschap doet. Vaak denken we dat ziekte een straf is, of dat je iets niet goed gedaan hebt. Dit mechanisme van schuld, zit heel diep in de menselijke aard en heeft ook weer te maken met het vissentijdperk.
Het is belangrijk voor de komende tijd om die schuldvraag achter ons te laten, maar ook het gevoel van dat je zomaar getroffen kunt worden door een of andere vreselijke ziekte. Dit gevoel maakt onvrij en veroorzaakt een constante aanmaak van stresshormoon [Cortisol] dat pas echt ongezond is.
Het zou fijn zijn als we ophouden met steeds onze gezondheid te controleren en ons overal door medicaties en vaccins profylactisch te beschermen. Geheel onbewust worden we hier namelijk steeds meer gespannen en onvrij van, wat je nu ook ziet in de samenleving. Besmettingen worden monsters terwijl ze niet bijdragen aan zingeving. Het is een heel moeilijke klus anders te kijken maar een grote opgaaf voor de nieuwe tijd!
Jarenlang is ons verteld dat de hersenen na het bereiken van de volwassenheid gedoemd zijn om achteruit te gaan. Het verhaal was dat dit zou komen doordat het aantal hersencellen met het klimmen der jaren alleen maar afneemt. Inmiddels is dit achterhaald en hebben wetenschappers ontdekt dat ons brein plastisch is en nieuwe neuronen kan aanmaken. Zo zie je maar dat wetenschappers er echt naast kunnen zitten! In deze nieuwsbrief bespreken we hoe je het regenereren van je brein kunt ondersteunen.
De laatste jaren zijn wetenschappers tot de ontdekking gekomen dat het brein van mensen over zogenaamde neurotrofische stoffen (neurotrofines) beschikt; stoffen die ervoor zorgen dat hersencellen kunnen overleven en groeien. De bekendste is BDNF, voluit Brain-Derived Neurotrophic Factor, dat vertaald zou kunnen worden als zenuwcelstimulerende factor in het brein. Dit is een eiwit dat werkt als een soort Pokon voor onze hersencellen (ofwel neuronen): het kan zorgen voor de aanmaak van nieuwe hersenencellen, maar ook reeds bestaande zenuwverbindingen versterken (1, 2, 3). Deze aanmaak van nieuwe hersencellen noemen onderzoekers neurogenese (4). Daarnaast gaat deze stof de dood van hersencellen tegen (5). Door BDNF wordt ons brein plastischer en beter in staat om langetermijnherinneringen op te halen (6, 7). Een laag gehalte aan BDNF in het brein wordt in verband gebracht met depressie, het werkt ook nog eens als een mild antidepressivum (8, 9).
Tips die kunnen zorgen voor een toename van BDNF:
Zorg voor minder stress – door regelmatig te mediteren of yoga te beoefenen kan je stress afnemen, wat volgens onderzoekers kan leiden tot een verhoging van het BDNF-niveau (10). Daarnaast melden onderzoekers dat Thai Chi het geheugen en mentale flexibiliteit sterk kan verhogen, door een toename van BDNF (11). Voldoende rust en stressmanagement is in het algemeen cruciaal om de niveaus hoog te houden (12).
Slaap voldoende – een tekort aan slaap wordt ook in verband gebracht met een tekort aan BDNF (13). Wetenschappers wijzen erop dat voldoende slapen direct kan zorgen voor een hoger gehalte in het brein, maar dat de stressverlagende werking van slaap ook overdag kan helpen om de BDNF-niveaus hoog te houden (14).
Gebruik je hersencellen – door veel te leren en nieuwe dingen te doen, kun je zorgen voor een stijging van BDNF in je hersenen (15). Onderzoek toont aan dat Londense taxichauffeurs die zijn geslaagd voor hun examen, een veel grotere hippocampus hebben dan voor hun opleiding (16, 17). Deze hoofdstad van Engeland telt 25.000 straten, die de taxichauffeurs niet alleen uit hun hoofd moeten kennen, ze moeten ook nog eens de kortste route kunnen bedenken. De Londense taxichauffeurs deden er 3 – 4 jaar over om via een scooter de stad uit hun hoofd te leren, wat in scans duidelijk was terug te zien! Mentale training laat een stijging van de cognitie en BDNF zien (18).
Kom in beweging – mensen die stilzitten hebben lagere BDNF-spiegels dan mensen die regelmatig sporten (19). Onderzoekers hebben vastgesteld dat krachttraining, HIT-intervaltraining en intensieve duursport de aanmaak van neurotrofische stoffen sterk ten goede komen (20, 21, 22). Sporten blijkt ook bijzonder gunstig te zijn voor de hersenontwikkeling van adolescenten doordat het zorgt voor een sterke verhoging van BDNF (23).
Wees sociaal – door sociaal contact kan stress afnemen en BDNF toenemen (24). Zoek dus regelmatig je vrienden of familie op. Meer BDNF in het brein kan ook zorgen voor hechtere romantische liefdes (25).
Zorg voor schone lucht – onderzoekers zeggen dat sporten met luchtvervuiling kan zorgen voor een daling van de BDNF (26). Ze ontdekten dat mensen die naast de ring van Antwerpen gaan fietsen geen BDNF aanmaken, maar dat dezelfde mensen het wel aanmaken als ze sporten in een kamer met een luchtreiniger (27).
Eet niet te veel – maat houden en zorgen dat je jezelf niet overeet, kan op termijn zorgen voor behoud van cognitieve functies door toegenomen BDNF (28, 29). Calorie-restrictie kan zinvol zijn, maar ook af en toe vasten kan volgens onderzoekers zeer zinnig zijn (30, 31).
Zoek de zon op – volgens Nederlandse wetenschappers kan blootstelling aan zonlicht ervoor zorgen dat de hoeveelheid BDNF in ons brein toeneemt (32). Ga dus regelmatig even naar buiten. De onderzoekers zeggen ook dat het natuurlijk is dat het BDNF-niveau door het jaar heen wat varieert, al naar gelang de seizoenen. Misschien is dit ook een verklaring voor de winterblues.
Eet en drink hier meer van – koffie, groene thee, donkere chocolade, olijfolie en blauwe bessen kunnen zorgen voor een toename aan BDNF (33, 34, 35, 36, 37, 38, 39). Polyfenolen (actieve plantenstoffen) bevorderen de aanmaak van deze neurotrofine. Het eten van omega 3 in de vorm van EPA en DHA (bv. vette vis) is cruciaal voor het hoog houden van de BDNF-spiegel (40, 41). Ook is het belangrijk om voldoende eiwitten binnen te krijgen (42).
Eet en drink hier minder van – voedsel dat rijk is aan vet en geraffineerde suiker kan zorgen voor verlaging van BDNF, waarmee de hippocampus, de neuroplasticiteit en het leervermogen worden aangetast (43). Ook het drinken van veel alcohol kan het niveau aan BDNF in het brein verlagen (44, 45, 46).
Slik deze supplementen – ook specifieke supplementen kunnen het BDNF-niveau ondersteunen en soms zelfs verhogen. Onderzoekers melden dat omega 3, magnesium, zink, curcumine, L-theanine, quercetine en resveratrol heel interessant kunnen zijn (47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54). Ook N-Acetyl-Cysteïne, een voorloper van glutathion (een sterke antioxidant), kan effectief zijn (55).
Verzorg je darmflora – bacteriën in de darmen kunnen vezels omzetten naar butyraat, een stof die kan zorgen voor een toename van BDNF in het brein (56, 57). Zeer recent onderzoek toont aan dat gunstige bacteriën, bijvoorbeeld via een probioticum, het BDNF-gehalte kunnen laten stijgen (58). Weer meer bewijs voor het krachtige effect van de darmen op het functioneren van ons brein.
Zorg voor een gezond gewicht – het hebben van overgewicht wordt bij zowel kinderen als volwassenen geassocieerd met lage BDNF-niveaus (59, 60). In het verlengde daarvan kan afvallen zorgen voor een verhoging (61).
Breng je hormonen in balans – volgens vele onderzoeken bij dieren is een juiste balans van de hormonen zeer belangrijk voor het handhaven van hoge BDNF-spiegels; dit geldt met name voor progesteron, oestrogeen, melatonine, serotonine en DHEA (62, 63, 64, 65, 66). Vooral geslachtshormonen kunnen een grote invloed uitoefenen op ons gemoed en mentale functioneren (67, 68).
Slotwoord Je kunt dus daadwerkelijk veel doen om je geheugen en mentale prestaties te behouden en verbeteren. Wellicht staat ons IQ toch niet vast en is ons brein helemaal niet gedoemd om seniel te worden. BDNF staat op het moment enorm bij wetenschappers in de belangstelling. Op Pubmed, de wetenschappelijke onderzoeksdatabase, staan meer dan 27.000 studies die BDNF vermelden. Opvallend is dat er sinds 2017 een flinke stijging is van het aantal BDNF-onderzoeken. Ik ben ervan overtuigd dat er in de toekomst een pilletje ontwikkeld gaat worden dat in staat is om het BDNF-niveau bij mensen in rap tempo te laten stijgen. Gelukkig hebben liefhebbers van gezondheid zo’n pilletje helemaal niet nodig, want de bovenstaande tips zijn niet alleen goed voor de hoeveelheid BDNF in het brein, ze werken allemaal gunstig op je gezondheid in het algemeen!
Om ervoor te zorgen dat onze site goed werkt, deze te kunnen analyseren en verbeteren, gebruiken wij cookies. Hierdoor kunt u informatie delen via social media en kunnen we de inhoud van de site en advertenties afstemmen op uw voorkeuren. Wilt u liever niet dat wij cookies plaatsen, pas dan uw instellingen aan of klik op weigeren. Lees ook ons privacystatement.