…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Posts Tagged ‘Lao Zi’

Over niet-weten

Niet-weten gaat vooraf aan weten, en weten is onbestendig, want veranderlijk.

Alle weten, kennis dus, moet ergens op berusten, maar zoals al in de Zhuang Zi wordt betoogd is datgene waar onze kennis op berust zeer onbestendig. Dat is logisch: kennis berust op ervaring, ervaring berust op de Stroom, de Stroom is per definitie veranderlijk, en kennis verandert dus mee.

Voor wie verlangt de Weg te gaan is het belangrijk om de voorlopigheid van alle kennis te beseffen. Te zeker weten doet de Dao direct uit het oog verliezen. Vandaar de uitspraak van Lao Zi in de Dao De Jing:

Weten dat je niet weet, dat is het hoogste.
Dit niet weten is een kwaal.

Keer op keer botsen met de werkelijkheid is een gevolg van deze kwaal, van dingen menen te weten, en dan merken dat ze zo niet zijn. Heel jonge peuters botsen niet met de werkelijkheid, maar ervaren die zoals die is: vol verrassingen, waarvan sommige prettig zijn en andere niet. Ze verwerven wel kennis, maar voor hen is die nog voorlopig. Het verdriet van niet uitgekomen verwachtingen maken ze al mee, maar erg lang duurt het niet.

De voorlopigheid van kennis beseffen is op zichzelf niet zo moeilijk. Maar wonderlijk genoeg kunnen we dat ook zomaar weer vergeten als er spanning ontstaat, bijvoorbeeld bij conflicten of wanneer er sprake is van druk. Als we de onzekerheid van ons weten zijn vergeten, staan verwachtingen, meningen en overtuigingen vaak zo zeer op de voorgrond dat van de openheid en benieuwdheid die bij het niet-weten horen, geen sprake meer kan zijn. Dan worden we bepaald door afkeer en begeerte, die samenhangen met bepaalde opvattingen over onszelf en de wereld, over wat onmisbaar is, wat wenselijk is, en wat niet. En als zaken dan niet naar wens verlopen, volgen hardnekkige emoties als teleurstelling, wrok en haat. Of verveling en uitgeblustheid, omdat we ‘alles al weten, alles al wel hebben meegemaakt’.

De moeilijkheid is dat we nogal wat overtuigingen en beelden hebben over onszelf en de wereld waar we ons totaal onbewust van zijn. En het is de ongeldigheid van juist dat onbewuste ‘weten’ dat spanningen veroorzaakt en ons doet botsen met de werkelijkheid. Het onbewuste weten is de kwaal die Lao Zi bedoelde. En er zijn maar heel weinig mensen die nooit meer last hebben van die kwaal……

Het genezen van deze kwaal is wat de veel latere volgelingen van Lao Zi, de innerlijke alchemisten, voor ogen stond bij het beschrijven van hun praktijk van ‘het stookproces’. En dat begint met neutraal worden: geen voorkeur, geen mening of beeld over wat iets zou moeten zijn of worden. Dat is de voorwaarde om zicht te krijgen op datgene wat van binnen niet neutraal is en het anders wenst dan het is, op de beelden en opvattingen die het niet-weten verduisteren.

Het resultaat van het alchemistische stookproces is het elixer. Wat dat is kan niet in woorden worden uitgedrukt, maar vanuit het standpunt van kennis vertoont het zich als ‘niet-weten’, dat onveranderlijk is en ons daarmee naar het gebied van onsterfelijkheid voert….

Wat weet jij?

Alles gaat vanzelf, en toch
is het lastig,
je struikelt
moet na het vallen
telkens weer gaan staan.

Omdat jij een peuter bent
ga je met je schrammen en je builen
als je klaar bent met het huilen
gauw weer verder om te spelen
en is vallen weer vergeten,

Van alles weet je niets:
noch van buiten, noch van binnen.
Wat komt of gaat, of blijven zal,
jij weet het niet:
de tijd moet nog beginnen

Wat valt er dan te weten
buiten ja en nee en au?
Dat iets weten eigenlijk spel is,
en niet weten eigenlijk echt is,
zou jij nooit hoeven vergeten.

Hoera, ik ben een peuter!
Ik hoef nog niet naar school,
zolang ik niet vergeten ben
dat iets weten niet echt waar is
en niet weten juist weer wel.

Waar wij niet weten

In het Rijk van het Niet-Weten
is alles open, alles kalm,
want de tijdstroom heeft vrij baan.
Of ze rustig kabbelend voort stroomt
of met donderend geraas:
nimmer treedt ze uit haar oevers
die daar immers niet bestaan.

Mist of regen, zonneschijn,
storm of hitte, strenge vorst,
zo verschillend van elkaar
zijn daar allemaal gelijk:
ontzagwekkend, schitterend,
overweldigend of roerloos, maar
onvoorspelbaar steeds op tijd.

 

 

 

Zelfcultivering

Liefhebbers van de Dao De Jing en andere daoistische geschriften zullen bekend zijn met het principe van ‘handelen door niet-handelen’. Het is de manier waarop de Wijze met de wereld omgaat op zijn ‘Weg van de Hogere Deugd’. Maar voor de meesten van ons geldt dat die weg niet direct bereikbaar is: aldoor leven in volkomen overgave, waarin alles ‘vanzelf’ gebeurt. Dat wordt nogal eens gehinderd door het mechanisme van afkeer en begeerte. Voor we het weten komt er streven in ons handelen, en is het gedaan met de overgave. Vandaar dat Lao Zi ons in hoofdstuk 28 van de Dao De Jing wijst op de mogelijkheid van zelfcultivering, waarmee we op den duur toegankelijk blijven voor de Hogere Deugd,  en we kunnen blijven handelen zonder enig streven. Die zelfcultivering, of zelfcorrectie, is niet gericht op het verbeteren van de persoonlijkheid, maar enkel op het vrijkomen van afkeer en begeerte.

De latere praktijk van de Chinese Innerlijke Alchemie is in wezen een uitwerking van dat hoofdstuk. Het oudste geschrift uit die traditie, de ‘Cantong Qi’ (te vertalen als ‘het Zegel van de Eenheid der Drie’), begint de sectie over zelfcultivering dan ook met een verwijzing naar Lao Zi:

Ken het wit, blijf bij het zwart,
en de Stralende Geest komt vanzelf.

Dit is op het eerste gezicht een duidelijke aanwijzing om vanuit het licht, vanuit het bewuste, te blijven letten op het donkere en verborgene. Maar de Cantong Qi boort een diepere laag aan, waarin wit staat voor de onderliggende eenheid van alles in de schepping, en zwart voor de stroom van ervaring zoals die is. Zo wordt de betekenis van deze aanwijzing voor zelfcultivering ‘weet van de eenheid in alles, maar blijf bij de ervaring zoals die is’.

Die stroom van ervaring nu is duister (vandaar zwart), omdat ze in wezen mysterie is: onverklaarbaar, en in essentie onbenoembaar, is ze er zo maar. En nu kunnen we wel weet hebben van de eenheid in alles, toch onttrekt zich dat vaak aan het zicht. Dat gebeurt, ook als het volle licht al gezien is, en dan wordt het belangrijk om je er niet van af te wenden. Want juist wanneer we weten van het licht is het verleidelijk iets wat in onszelf het zicht op eenheid of vrede verstoort over het hoofd te willen zien. Vandaar dat in de Qantong Qi indringend wordt betoogd dat wie verlangt duurzaam te verblijven in de Stralende Geest, zich niet moet afwenden van de ervaring of enig deel daarvan.

En ja, zelfs de meest onverteerbare zaken die we meemaken zijn uitdrukking van de allesomvattende eenheid en dragen die met zich mee, of we dat nu beseffen of niet. Dit is niet alleen maar een filosofisch principe, het is werkelijk zo. Ongelukkige lotgevallen, verschrikkelijke pech en afgrijselijk onrecht dat ons overkomt hangen samen met alles wat in de wereld bestaat. Dat is niet persoonlijk: de een treft een zwaarder lot dan de ander. Lao Zi schreef hierover in de Dao De Jing, hoofdstuk 5:

‘De hemel behandelt de mensen als honden van stro’.

Maar tegenover ieder slachtoffer staat een dader, tegenover pijn staat genot, tegenover een ramp staat voorspoed, enzovoort. Wanneer we rijkdom verwerven, ontstaat ergens anders armoede, als we machtig worden, worden anderen onmachtig, waar een winnaar is, moet een verliezer zijn. En dat geldt niet alleen voor ons allen individueel, maar precies zo voor collectieven. Wie dat werkelijk beseft wordt om te beginnen oplettend: iedere daad heeft direct consequenties. Het leven is kostbaar, pijn is onvermijdelijk, ongeluk bestaat, je kunt echt pech hebben, en oorlog is een zaak van leven of dood……

En daarom moeten we ons niet afwenden, maar op ons eigen persoonlijk niveau onderscheid maken tussen de verschillende verschijnselen en vormen in de ervaringsstroom. Dan zijn we ook in staat om onderscheid te maken tussen het zelf, het bewustzijn, en de stroom van vormen en verschijnselen daarin, inclusief de eigen persoon. Zo kunnen we iedere identificatie met het persoonlijke, hoe subtiel ook, doorzien en laten gaan. Want voor we het weten handelen we vanuit het persoonlijke, daarin gedreven door onze conditionering, terwijl we denken onpersoonlijk te zijn…..

Onderscheid en eenheid

Te midden van de turbulente stroom
van alles wat verschijnt,
hebben we weet van iets dat stil is,
onveranderlijk en direct afkomstig
van ruimteloze eeuwigheid.

Wie dat onderscheid niet kent
gaat mee met wat verschijnt,
en wordt ten goede of ten kwade
her en der gesleurd, tot hij tenslotte
met de stroom uit ‘t zicht verdwijnt.

Wie dat wel kent
doet er beter aan de wereld niet meteen
tot illusie te verklaren,
maar de aandacht vol te richten
op werkelijk alles wat verschijnt.

Want vereniging met eenheid, het oorspronkelijke licht,
gebeurt vanuit de wereld der verschijnselen,
omdat het wezen dat zich richt
zelf een verschijnsel is
dat pas oplost als ‘t volledig is doorlicht.

Maar wie zich afwendt van het zwart,
de wereld van ‘t zintuiglijke met het ingevangen licht,
ziet zichzelf niet meer als wezen,
terwijl hij in het afwenden
dat wel degelijk nog is.

Wat hij ziet is deel van waarheid,
wijds, subtiel en vredig, stil.
Wat hij niet ziet is het afwenden,
waarin hij zonder het te weten
dader is, en dat nu heet: Onwetendheid.

Rob Tans