Een donkere spiegel toont je gelaatstrekken die je liever niet onder ogen wilt zien. Je kijkt naar het weerzinwekkende gezicht voor je, een karikatuur van alles wat verachtelijk is, om vervolgens vol afschuw te beseffen dat het geen portret is maar je spiegelbeeld.
De politieke nederlaag van Donald Trump bij de verkiezingen van 2020 markeert een keerpunt voor de quasi-politieke beweging die losjes gegroepeerd is rond de samenzweringsmythe van QAnon en, meer in het algemeen, rond Trump zelf. En omdat Trump en QAnon een donkere spiegel waren voor de hele samenleving, is het ook een keerpunt voor ons allemaal.
Voor degenen die er niet bekend mee zijn: de QAnon beweging kwam op aan het begin van Trumps presidentschap, toen een mysterieus persoon, die zich Q noemde en beweerde een insider van de regering te zijn, cryptische berichten begon te posten op internetplatforms, met name 8Chan. Die berichten bevatten aanwijzingen en claims dat Donald Trump bezig was een briljant plan ten uitvoer te brengen om zijn vijanden te verslaan, de Deep State te ontmantelen en Amerika weer groots te maken. De mantra die de volgelingen (we noemen hen ‘QAnons’) moest sterken in hun geloof, luidde ‘Vertrouw op het plan’. Hoe slecht het er ook uitzag voor Trump, de overwinning was nabij.
Vertaler: zie voor QAnon in Nederland: deze link
Op dit moment (eind november 2020) zou je denken dat de QAnons geen andere keus hebben dan hun geloof op te geven. Maar dat gebeurt niet. Rechtse alternatieve media verspreiden nog steeds wanhopige theorieën over hoe Trumps schijnbare nederlaag een briljante truc zou zijn om alsnog zijn slag te slaan. Nadat hij is afgetreden, zelfs als hij in de gevangenis zou belanden, zal de mythe slechts een andere vorm aannemen, aangezien ze slechts een uitvloeisel is van een veel omvangrijker en oude mythologie, die wordt aangedreven door onderdrukte sociale en psychologische krachten.
Hetzelfde geldt voor het Trumpisme in het algemeen. Het is dus belangrijk om in deze donkere spiegel te kijken en te zien wat er verborgen wordt. Anders resten ons slechts twee akelige opties, de een nog vervelender dan de ander: (1) Binnen enkele jaren zal er een nieuwe en geduchte demagoog opstaan die deze onderdrukte krachten zal laten uitmonden in een fascistische coup. (2) Een neoliberale corporatocratie zal onder de mantel van progressieve waarden de bevoegdheden van toezicht, censuur en controle die ze inmiddels heeft verworven, consolideren om een techno-totalitaire staat te vestigen en daarmee die krachten voorgoed onderdrukken.
Vertaler: De Corporatocratie is een groep individuen die de grootste vennootschappen ter wereld bestuurt.
Volgens mij is er een andere optie, die mogelijk wordt als we bereid zijn in de spiegel kijken en hierboven genoemde onderdrukte krachten bij de bron aanpakken. Genezen in plaats van bestrijden is daarbij het devies. Ik noem het de mooiere wereld waarvan we in ons hart weten dat die mogelijk is.
Een troostrijke mythologie
Dat de nederlaag van Trump voor veel mensen aanleiding was om feest te vieren, is heel begrijpelijk: hij is immers de man die immigrantenkinderen liet weghalen bij hun ouders, die Rusland en China onnodig provoceerde, die racistische tendensen aanwakkerde, die groen licht gaf voor verdergaande aantasting van het milieu, die aanstuurde op machtsovername in Venezuela en Bolivia en ga zo maar door.
Aan de andere kant wemelt het in de aantredende regering Biden van Wall Street-insiders, neoconservatieve oorlogshaviken, ambtenaren van inlichtingendiensten, bestuurders van industriële gevangeniscomplexen en vertegenwoordigers van Big Pharma, Big Data en zowat Big Alles. Joe Biden noch de Democratische Partij zijn al heel lang uitgesproken en daadkrachtige voorvechters van raciale gelijkheid, milieubescherming, economische rechtvaardigheid en wereldvrede. Biden zelf sympathiseerde aan het begin van zijn carrière met uitgesproken racisten en was een belangrijke architect van het beleid dat ertoe leidde dat inmiddels meer dan twee miljoen Amerikanen in de gevangenis zitten. Ook is hij een consequente voorstander van de buitenlandse oorlogen die Amerika voerde en heeft hij Wall Street allerlei gunsten bewezen. Wie denkt dat er veel zal verbeteren nu de slechteriken weg zijn en de goeden aan de macht, staat een onaangename verrassing te wachten.
Het zou prettig zijn als er buiten Donald Trump, de slechte mensen die met hem samenwerkten en de onwetenden die hem steunden, niets mis was met Amerika. Als dat zo was, konden we opgelucht ademhalen omdat met deze verkiezing een overwinning op het kwaad zou zijn behaald.
De ironie wil dat de ideologie van QAnon een doorgeschoten versie van dezelfde gedachtegang is. Volgens die ideologie is een groep duivelse individuen verantwoordelijk voor het kwaad in de wereld en kan dat kwaad ongedaan worden gemaakt door die groep te verwijderen. Volgens de mythologie van QAnon is de aanstichter van het kwaad, de Deep State, een elitaire kliek die is geïnfiltreerd in de regering, bedrijven, banken en andere instituties. En de kampioen van het goede is Donald Trump, die met bovenmenselijke subtiliteit, vooruitziende blik en behendigheid bezig is een schaakspel in 4D te spelen.
Vertaler: ‘Trump speelt 4D Chess’ is een uitdrukking die werd gebruikt door aanhangers van de Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump in 2016, waarbij zij speculeerden dat zijn campagne geavanceerde politieke strategieën gebruikte om de nieuwsmedia te manipuleren.
De mythologie van QAnon biedt drie vormen van ‘troost’. Ten eerste verlicht ze in een tijd van maatschappelijke en economische rampspoed de pijn van de onzekerheid door de wereld begrijpelijk te maken. Ten tweede ontslaat ze haar aanhangers van medeverantwoordelijkheid aan het probleem (door niet schuld geven aan de heersende systemen, want dan zou vrijwel iedereen tot op zekere hoogte verantwoording dragen). Ten derde biedt ze een held, een redder, een goede vader, die de zaken recht zal zetten en op wie iedereen zijn eigen onvervulde droom van grootsheid kan projecteren.
Het is verleidelijk om goed of kwaad te personifiëren en toe te schrijven aan de persoon die het meest opvallend figureert in de drama’s die ons worden voorgeschoteld. De ene partij verbindt zich op precies dezelfde manier aan Donald Trump als de andere aan George Soros en Bill Gates. Door het kwaad te personifiëren weet je op z’n minst in theorie hoe de wereldproblemen kunnen worden opgelost. Er is immers iemand die vernietigd, verslagen of uitgeschakeld of het zwijgen opgelegd moet worden. Probleem opgelost. Dit standaard Hollywood-filmscript leent zich ook voor oorlogen en, zo lijkt het, voor een groot deel van het huidige politieke discours.
Ik ben gevraagd om me publiekelijk uit te spreken tegen QAnon. Mijn antwoord daarop is dat ik niet met de vinger wil wijzen. Door aan te geven wie vriend en wie vijand is, reduceer je de ander tot vijand. Ik ga geen partij kiezen in deze cultuuroorlog. Niet omdat ik denk dat beide kanten gelijk hebben of dat alle standpunten even waar zijn, maar omdat (1) ik geloof dat de blinde vlekken die beide partijen parten spelen, belangrijker en gevaarlijker zijn dan hun onderlinge meningsverschillen, en omdat (2) achter het conflict een verborgen eenheid schuil gaat die zich zal manifesteren als beide partijen vanuit nederigheid proberen de andere te begrijpen.
QAnon heeft in de context van het Trumpiaans neofascisme en systemisch racisme aanzienlijke schade toegebracht aan de levens van mensen en aan de natie. Maar door QAnon en haar volgelingen te reduceren tot niets meer dan dat, zouden we dezelfde fout maken – en daar op ongeveer dezelfde manier troost uit putten – als QAnon zelf, door een complexe situatie te simplificeren tot een drama van goed tegenover kwaad. Daarmee zouden we afzien van werkelijk begrip ten gunste van een verhaal dat de wereld verdeelt in goeden en slechteriken.
Daniel Schmactenberger verwoordt het uitstekend als hij zegt: ‘Als je wordt geplaagd door een combinatie van verontwaardiging, angst en emotie en je gesterkt voelt door een krachtig geformuleerde vijand-hypothese, dan ben je in de ban van iemand anders narratieve oorlogvoering terwijl je denkt dat het je het zelf heb bedacht.’ Zijn advies aan ons is om een bezoek aan het terrein van de vijand te brengen om te ontdekken hoe de wereld er van daar af uitziet.
Welke opponent van QAnon vraagt zich af: ‘Welke verborgen waarheid gaat er schuil achter het verschijnsel? Welke waarheid ligt aan de mythologie van QAnon ten grondslag?’ In een eerder essay heb ik enkele waarheden op een rijtje gezet die ten grondslag liggen aan de samenzweringsmythe van de Nieuwe Wereldorde (waarvan QAnon een variant is). Zo zou de wereld bestuurd worden door een niet-menselijke macht waarvan degenen die we leiders noemen, slechts marionetten zijn en hebben gevestigde autoriteiten ons vertrouwen beschaamd. Daarin schreef ik ook:
De samenzweringsmythe belichaamt het besef van een diepe kloof tussen de publieke standpunten van onze leiders en hun ware motivaties en plannen. Ze getuigt van een politieke cultuur die ondoorzichtig is voor de gewone burger, een wereld van geheimhouding, imago, PR, twist, onwaarheden, beïnvloeding, en informatieoorlogvoering.
Geen wonder dat mensen het gevoel hebben dat er zich achter de coulissen iets heel anders afspeelt. Dat QAnon bol staat van islamofobie, racisme en andere vormen van onverdraagzaamheid, doet niets af aan de geldigheid van deze fundamentele aannamen. Het illustreert echter de tragiek van het fenomeen QAnon, waardoor een authentieke populistische opstand wordt afgewend en vervangen door vage dromen en scherpe scheidslijnen. Dat is ook deels de tragedie van Donald Trump. Veel van wat ik over QAnon beweer, is van toepassing op het Trumpisme in het algemeen.
De simpele verklaring voor het feit dat zoveel mensen op Donald Trump hebben gestemd, is dat hij uiting geeft aan hun heimelijke racisme, haat en angst. Zeker is dat de VS veel verstokte racisten telt. Racisme heeft tot op de dag van vandaag een rampzalige invloed op de Amerikaanse samenleving. De karikatuur van de racistische Trumpkiezer die het gevoel heeft verdrongen te worden door gekleurde mensen en zijn dominantie en privilege hoopt te behouden in weerwil van progressieve maatschappelijke ontwikkelingen, laat echter veel buiten beschouwing. Op die manier valt niet te verklaren waarom miljoenen Obama-stemmers in 2016, en vermoedelijk ook in 2020, op Trump hebben gestemd en ook niet waarom Trump onder minderheden percentueel hoger scoorde dan enige andere Republikeinse kandidaat sinds 1960, terwijl zijn steun onder witte Amerikanen tussen 2016 en 2020 juist afnam. Door het fenomeen Trump af te doen als racisme sluiten we de ogen voor een sentiment van haat jegens het establishment dat zo intens is dat 74 miljoen mensen bereid waren te stemmen op een man die zich vooral manifesteert als grof, opschepperig, kortzichtig, onecht, ijdel, corrupt en incompetent.
Als we al die dingen buiten beschouwing laten, ben ik bang dat we vroeger of later geconfronteerd zullen worden met een fascist die jonger, gelikter, charismatischer en competenter is dan Donald Trump. Als we de wezenlijke oorzaak van het Trumpisme niet beter doorgronden en aanpakken, is dat precies wat er in 2024 zal gebeuren. Als Trump in 2020 bijna had kunnen winnen, stel je dan voor wat zo’n man of vrouw voor elkaar zou krijgen als de onderdrukte krachten die Trump in het zadel hielpen, sterker worden.
Verslavingen en sekten
Er is onmiskenbaar sprake van honger naar iets dat bevredigender is dan de verhalen van Q. Dat is de reden waarom QAnon en de mythologie waaruit het put zo verslavend zijn. (Alles wat de pijn van een onvervulde behoefte tijdelijk verlicht zonder die echt te bevredigen, is potentieel verslavend.)
Dus keken veel mensen reikhalzend uit naar elk volgend bericht van Q, braken met vrienden en kennissen, raakten vervreemd van hun familie, sliepen te weinig en verspilden talloze onproductieve uren in de zucht naar steeds weer een volgende ‘kick’ van verontwaardiging, superioriteitsgevoel en bevestiging van het eigen gelijk. Vrienden en familie spreken over het verlies van dierbaren aan QAnon op de manier waarop ze zeggen iemand kwijt te zijn geraakt aan een verslaving of een sekte.
QAnon vertoont inderdaad de nodige kenmerken van een sekte. Het verleidt mensen met een alternatieve werkelijkheid, vervreemdt hen van vrienden en familie en speelt in op hun behoefte ergens bij te horen. Het koppelt hen aan een kliek van gelovigen, waarvan het lidmaatschap uitsluitend afhangt van wat men zegt en gelooft (in plaats van elkaar te accepteren om wie men is). Maar door QAnon en sekten in algemene zin op te vatten als parasieten van de samenleving, lopen we het gevaar geen oog te hebben voor de omstandigheden waardoor die parasieten zijn ontstaan. Wat is er nodig om de samenleving op een dieper niveau te genezen?
Sekten jagen op kwetsbare mensen. Wat maakt iemand kwetsbaar? In de eerste plaats het falen van een geloofssysteem dat je vertelde wie je was, hoe de wereld in elkaar zat en wat de waarheid is. In de tweede plaats de onvervulde behoefte ergens bij te horen. De perfecte kandidaat voor rekrutering door een sekte is iemand wiens wereld op z’n kop staat en die zich daardoor eenzaam en verward voelt. Het zijn geen zwakke en domme mensen die in sekten terecht komen. Iedereen die zich verheven voelt boven QAnons en complotdenkers houdt zichzelf voor de gek.
Ik zeg dit om elk gevoel van arrogantie weg te nemen dat je zou kunnen ontlenen aan het lezen van mijn analyse van de QAnon-mythologie. Voelt het goed om de spirituele pathologieën van anderen te diagnosticeren? Als dat zo is, lijden we misschien aan dezelfde ‘honger’ die we in de donkere spiegel van QAnon zien. Zeg een eerlijk: wie van ons heeft niet ooit te maken gehad met gevoelens van zinloosheid of het onbevredigde verlangen ergens bij te horen?
Onze huidige samenleving bestaat voor een groot deel uit ideale kandidaten voor rekrutering door een sekte. De verhalen waaraan we als samenleving betekenis ontlenen, laten het afweten. Vijftig jaar geleden was er in de westerse wereld sprake van een breed gedeeld geloof in vooruitgang. Stap voor stap ging het steeds iets beter met de wereld. Binnen de kortste keren zouden technologische vooruitgang, liberale democratie, vrije markt en de sociale wetenschap een einde maken aan de eeuwenoude plagen van de mensheid: armoede, onderdrukking, ziekte, misdaad en honger. Dankzij dat verhaal wisten we wie we waren en konden we de wereld begrijpen. Het leven was logisch en volgde een lineair vooruitgangsverhaal dat ons vertelde waar we vandaan kwamen en waar we naar toe gingen.
De mythologie van vooruitgang, waarvan de Verenigde Staten van Amerika het toonbeeld was, vertelde ons dat elke volgende generatie een beter leven zou hebben. In plaats daarvan gebeurde het tegenovergestelde. De mythologie van vooruitgang beloofde ons een tijdperk van overvloed, maar vandaag de dag zien we in het Westen groeiende inkomensongelijkheid en steeds meer armoede. Bovendien zou iedere generatie gezonder zijn dan de vorige. Ook in dat opzicht is het tegenovergestelde gebeurd, want alleen al de hoeveelheid chronische aandoeningen neemt in alle leeftijdscategorieën schrikbarend toe. De mythologie beloofde ons dat de opmars van rede en rechtsstaat een einde zou maken aan oorlog, misdaad en tirannie, maar haat en geweld zijn in de 21ste eeuw niet afgenomen. Er was ons geluk beloofd, maar het aantal echtscheidingen, depressies, zelfmoord en verslaving jaar neemt jaar in jaar uit verder toe.
Bovendien is er overduidelijk sprake van een ecologische crisis, zodat het lastig is geworden om de mythologie van vooruitgang echt te omarmen als bron van betekenis en identiteit. Door alle voorspellingen die niet zijn uitgekomen is deze bron van betekenis voor de moderne samenleving volledig opgedroogd.
De crisis in zingeving, betekenis en identiteit die daar het gevolg van is, drijft mensen niet alleen naar sekten en in de richting van complottheorieën, maar zorgt er ook voor dat reguliere geloofssystemen een meer sekteachtig karakter krijgen. Tot op zekere hoogte hebben reguliere media en internetplatforms hetzelfde te bieden als de QAnon-verslaving (verontwaardiging, superioriteitsgevoel en bevestiging van het eigen gelijk…). Ook zij hebben de neiging om ‘mensen naar een alternatieve realiteit te lokken, ze te vervreemden van hun vrienden en familie en in te spelen op hun behoefte om erbij te horen’. Hoeveel familiebijeenkomsten zijn er niet door verpest? Hoeveel familieleden spreken niet meer met elkaar?
Sta mij toe een tikje te overdrijven om mijn punt te verduidelijken. In de Verenigde Staten bedienen twee dominante sekten zich van tactieken uit de informatieoorlogvoering in hun strijd om de loyaliteit van het publiek: (1) de Democratische Partij, de New York Times, MSNBC, NPR en CNN, en (2) de Republikeinse Partij, Fox News en Breitbart. Allemaal bieden ze hun volgers hetzelfde comfort als Q: ze brengen een verhaal dat pretendeert de wereld begrijpelijk te maken in tijden van verandering. Ze bieden een diagnose van maatschappelijke problemen waardoor zij zelf worden vrijgepleit en geven de mensen iets om voor te juichen. Bovendien bieden ze het gevoel ergens bij te horen. Heb je zelf niet ooit het gevoel gehad thuis te komen als je afstemt op je favoriete praatprogramma?
Sekten, legers en politiestaten zijn afhankelijk van de controle over informatie. Omdat de strijdende partijen feiten inzetten als wapens, hebben we geleerd alle informatiebronnen te wantrouwen. We vragen ons af welke agenda er achter een bepaald ‘feit’ schuilgaat. Omdat we weten dat de strijdende partijen met hun verhalen feiten selecteren, verdraaien of verzinnen, is de mediabewuste burger geneigd zich eerst af te vragen ‘Wie zei het?’ in plaats van ‘Wat zeiden ze?’ Om dat vervolgens niet te geloven als het uit de verkeerde hoek komt. Hoe is in dergelijke omstandigheden nog een gesprek mogelijk?
Het routinematige gelieg door politici in de afgelopen decennia heeft een einde gemaakt aan de civiele commons, ooit het domein van brede overeenstemming over wat echt, belangrijk en legitiem is. Maar we mogen niet alleen politici de schuld geven. Van pr-campagnes door bedrijven tot psychologische oorlogsvoering en van inlichtingendiensten en internetcensuur tot geheime overheidsprogramma’s – door dat alles worden we bestookt met leugens, bedrog, geheimen, halve waarheden, fraude en manipulatie. Geen wonder dat we zo geneigd zijn om in samenzweringen te geloven. De benodigde bouwstenen zijn overal ruim voorhanden.
Dit is de donkere spiegel. De opkomst van complottheorieën weerspiegelt een machtig establishment, gehuld in leugens en geheimen, dat iedereen die zoals Edward Snowden en Julian Assange die leugens en geheimen aan het licht brengt, genadeloos vervolgt.
Deze crisis in communicatie en zingeving heeft een lange geschiedenis. Door te proberen de waarheid te verdraaien, is de ziel van de taal aangetast, omdat de creatieve kracht van het woord is aangewend voor het in stand houden van illusies. Als gevolg daarvan is onze samenleving als geheel hulpeloos geworden als het erop aankomt de koers te verleggen. Dat vereist immers overeenstemming en de daarvoor benodigde bouwstenen zijn in los zand veranderd. Ik heb de afgelopen twintig jaar gezien hoe deze verlamming steeds verder om zich heen grijpt. Deze crisis van de taal ligt aan de basis van – en is een afspiegeling van – alle andere convergerende crises waarmee we op dit moment worden geconfronteerd.
Onze voornaamste vormen van kennisproductie – wetenschap, journalistiek en kunst – genoten ooit een robuuste, bijna universele maatschappelijke legitimiteit. Tegenwoordig struint elke sekte door het stoppelveld van de kenniscommons op zoek naar nog ongedeelde feiten die kunnen worden toegevoegd aan het arsenaal. Elk nieuwe vondst door onafhankelijke wetenschappers, journalisten of filosofen wordt door de strijdende partijen opgeëist. Als ze zich verzetten, wordt hun werk afgebrand. Daarom zijn de beste journalisten tegenwoordig allemaal onafhankelijk of schrijven ze voor onafhankelijke media. Kijk maar naar Matt Taibbi, Glenn Greenwald, Diana Johnstone, Seymour Hersch enzovoort. Zij leggen zich niet neer bij de narratieven van beide kampen (rechts en links) en stellen ons in staat donkere waarheden te zien door ons af te helpen van de karikatuur die over de spiegel is geplakt.
Als haat de woede kaapt
De betekeniscrisis is in hoge mate economisch bepaald. Het valt niet mee om in het maatschappelijk project te geloven als je financiële toekomst onzeker is, als je niet mag stemmen, ontdaan bent van je waardigheid en niet als volwaardig lid aan de samenleving kunt deelnemen. Voor Afro-Amerikanen en andere mensen van kleur is dat lange tijd zo geweest, net als voor vrouwen en voor individuen die niet voldeden aan de maatschappelijke norm. Dezelfde economische krachten die hun onderdrukking noodzakelijk maakten en ervan profiteerden, zijn zich vervolgens gaan richten op de witte middenklasse. De Machinerie die ooit afhankelijk was van wit racisme om een gekleurde onderklasse in bedwang te houden, verslindt nu zichzelf en doet zich tegoed aan grote delen van het middensegment van de Amerikaanse bevolking. De resten worden achteloos weggesmeten op de vuilnisbelt van de rechteloosheid.
Hoor ik iemand protesteren als ik een vergelijking trek tussen enerzijds onderdrukte minderheden die hun armoede en wanhoop uitsluitend te wijten hebben aan externe omstandigheden, en anderzijds de overwegend witte QAnons die zich ondanks al hun privileges wentelen in hun blanke kwetsbaarheid en de schuld voor hun uitzichtloosheid, hun onvrijwillige celibaat en hun verslaving aan videogames leggen bij iedereen behalve zichzelf? Dit soort hypocriete oordelen, zoals ze vaak te lezen zijn in linkse commentaren op sociale media, weerspiegelen exact de gebruikelijke, racistisch getinte valse beschuldigen over luie, onverantwoordelijke zwarte mensen die het systeem de schuld geven en weigeren zelf verantwoordelijkheid te nemen. Beide partijen weigeren te kijken naar de omstandigheden die hebben geleid tot de keuzes die ze zo grondig veroordelen.
De relevante vraag hier is niet wie er meer heeft geleden, wie het grootste slachtoffer is of wie het meest onderdrukt wordt en daarom het meeste medeleven verdient. De vraag is eerder: wat zijn de omstandigheden die hebben geleid tot het Trumpisme en hoe veranderen we die? Dat is de vraag die we zullen moeten stellen, tenzij het onze strategie is om een eindeloze oorlog te blijven voeren tegen al diegenen die volgens ons onverbeterlijk slecht zijn.
De vraag is eerder: wat zijn de omstandigheden die hebben geleid tot het Trumpisme en hoe veranderen we die?
Terwijl ik zat te kijken naar een interview met Frederick Brennan, de uiterst berouwvolle oprichter van 8Chan, (het hoofdpodium van QAnon), trof me zijn beschrijving van typische 8Chan-gebruikers, in het bijzonder de ‘incels’, en degenen die de ‘zwarte pil’ hebben geslikt. De eerste term verwijst naar mannen die onvrijwillig celibatair zijn, de andere naar het nihilisme. Zij maken zeker niet de hele QAnon-beweging uit, maar geven wel inzicht in enkele van de sociale trauma’s die er achter verborgen liggen.
Vertaler: een Incel, (van het Engels Involuntarily Celibate, onvrijwillig celibatair) is iemand die voor langere tijd (meestal hanteert men een termijn van langer dan zes maanden) geen seksuele handelingen met een ander heeft verricht, maar dat wel zou willen – dit in tegenstelling tot vrijwillig celibaat, ascese of seksuele onthouding.
Incels worden veelvuldig bekritiseerd vanwege de vrouwenhaat die ze in allerlei gradaties uitdragen. Ze worden veroordeeld vanwege hun overtuiging dat ze ‘recht hebben op seks’ en ze worden verguisd omdat ze vrouwen de schuld geven voor hun eigen tekortkomingen. We kunnen hen wel aan de schandpaal nagelen en online aanvallen, uitschelden en negeren, maar kunnen we hen ook als mensen zien? Hebben we oog voor hun gefrustreerde verlangen om van een vrouw te houden, een gezin te stichten en een zinvolle bijdrage te leveren? Gefrustreerd verlangen verandert maar al te gemakkelijk in geweld jegens anderen, zichzelf of allebei.
Opnieuw hoor ik kritiek: ‘Makkelijk voor jou als witte heteroman om op te roepen tot medeleven met deze daders en hun avatar, opperdader Donald Trump, maar zouden we niet vooral medeleven moeten hebben met hun slachtoffers? Die hebben er nog veel meer behoefte aan.’ Daarop zeg ik: het is eigenlijk heel praktisch, want compassie met de slachtoffers vereist juist compassie met de daders. Alleen compassie stelt ons in staat om geweld bij de bron aan te pakken.
Compassie is geen vrijbrief om anderen schade te blijven berokkenen. Compassie is begrip hebben voor iemands innerlijke toestand en voor de omstandigheden waarin hij verkeert. Alleen vanuit dat begrip kunnen we de omstandigheden die tot problemen leiden, effectief veranderen. Het is exact dezelfde logica die links hanteert als het over misdaad gaat. Laten we in plaats van eindeloos oorlog te voeren tegen criminelen, eens kijken naar de omstandigheden die misdaad in de hand werken. Wat maakt iemand een drugsdealer, een overvaller of een bendelid? Wat voor rol spelen trauma en armoede? Door langs die lijn vragen te stellen, kunnen we doordringen tot de achterliggende oorzaken.
Of we het nu hebben over de trauma’s en de kansenongelijkheid van de jeugd die opgroeit in binnensteden of over de witte incel die bij zijn ouders in de kelder woont met zijn wanhoop, zijn studieschuld en zijn videogames als enig gezelschap, we moeten ervoor waken dat we hen niet als hulpeloos slachtoffer van de omstandigheden beschouwen. Er is geen situatie die een mens niet te boven kan komen. Er is wel degelijk een plek voor aansporingen als ‘Wees niet langer slachtoffer. Neem je leven in eigen hand. Vraag niet steeds om liefdadigheid.’
Cruciaal daarbij is echter dat aansporingen zinloos zijn en zelfs contraproductief werken als ze worden gedaan vanuit een houding van superioriteit of afschuw. Het mag bijvoorbeeld niet een geprivilegieerde witte zijn die een gettobewoner voorhoudt dat hij zijn zaakjes beter op orde dient te krijgen. Zo’n aansporing moet zijn ingegeven door de onvoorwaardelijke erkenning van de angst en de ellendige toestand waarin de betrokkene verkeert én van diens grootsheid.
Jazeker, grootsheid. Het is hypocriet en zinloos om te appelleren aan iemands grootsheid als je er niet echt in gelooft. En daarbij moet het om meer gaan dan alleen een spirituele ideologie. Om die redenen zijn vaak alleen andere zwarte mensen in staat om Afro-Amerikanen met succes aan te sporen om zelf verantwoordelijkheid voor hun leven te nemen, en is het bij incels meestal een andere man. Ik ken heel wat mensen die zeggen dat dit soort ‘hardvochtige liefde’ hun leven heeft gered.
Beide woorden zijn daarbij even belangrijk: zowel liefde als hardvochtigheid. Als je degene die je met je hardvochtige liefde probeert te helpen eigenlijk veracht, zullen je inspanningen de oplossing juist in de weg staan. Er is moed voor nodig om je aan je omstandigheden te ontworstelen. En het is veel gemakkelijker om moedig te zijn als er iemand is die weet dat je moedig bent.
Dit wordt perfect geïllustreerd door een van mijn favoriete citaten, afkomstig van Viktor Frankl: ‘Wie in het concentratiekamp heeft gezeten, herinnert zich vast nog de mensen die zich om anderen bekommerden en hen hun laatste stuk brood gaven. Zij waren misschien gering in aantal, maar ze vormen het onomstotelijke bewijs dat je iemand alles kan afnemen behalve één ding: de uiteindelijke vrijheid die je als mens bezit om in elke situatie je eigen houding te bepalen, je eigen weg te kiezen.’
De waarheid die uit deze woorden spreekt, is onmiskenbaar. Maar dat betekent natuurlijk niet dat je zelf een concentratiekamp hoeft te bezoeken. Waar het om gaat, is dat je er in je eigen situatie iets mee doet. De woorden appelleren aan moed; de moed die jij aan de dag legt, zal anderen inspireren.
Voor alle duidelijkheid: compassie wil niet zeggen dat er geen boosheid mag zijn. Ik vraag van iemand die misbruikt of onderdrukt is niet om niet boos te zijn. Integendeel – woede is een heilige kracht. Boosheid komt op als reactie op opsluiting, geweld of bedreiging. Het is de sleutel tot maatschappijverandering omdat het de energie en moed verschaft om vertrouwde patronen te doorbreken.
Haat vloeit voort uit een narratief dat angst kaapt en die richt op een makkelijk te identificeren vijand. Haat houdt de status quo in stand. Dr. Martin Luther King zei ooit: ‘Ergens moet er iemand zijn die verstandig is. We moeten gaan inzien dat geweld geweld voortbrengt, dat haat tot haat leidt en wreedheid tot wreedheid. Het is een neerwaartse spiraal, die uiteindelijk eindigt in vernietiging van alles en iedereen. Zonder inzicht en moraliteit kunnen we de keten van haat en die van het kwaad in het universum niet doorbreken. En liefde is daarbij de sleutel.’ Zodra boosheid omslaat in haat, kun je niet echt meer zien waar het over gaat. Door te haten projecteren we eigenschappen op een tegenstander die hem zowel afschuwelijker als verachtelijker maken dan hij in werkelijkheid is.
Door te haten projecteren we eigenschappen op een tegenstander die hem zowel verschrikkelijker als verachtelijker maken dan hij in werkelijkheid is.
Daarom staat haat in een strijd de overwinning in de weg. Om te kunnen winnen, moet je de tegenstander echt volkomen begrijpen. Dankzij dat inzicht is de strijd misschien niet langer nodig – en kan zich een andere oplossing voordoen. Of niet. Soms is hardhandig ingrijpen nodig om schade te voorkomen. Soms moeten mensen die mishandeld, vervolgd of onderdrukt worden terugvechten, naar de rechter stappen of weglopen. Soms hebben ze daarbij medestanders nodig. Soms moeten daders fysiek worden tegengehouden, zodat ze niet nog meer ellende kunnen aanrichten. Maar als dat ingrijpen voortkomt uit haat in plaats van uit woede, vindt er een subtiele verschuiving plaats. Dan is geweld niet langer een instrument waarmee schade voorkomen wordt, maar waarmee juist schade wordt toegebracht – om iets te wreken, te bestraffen of te bedwingen.
Om Dr. King nogmaals te citeren: ‘Als een woekerend gezwel tast haat de persoonlijkheid aan. Haat ondermijnt ons gevoel voor normen en waarden en staat objectiviteit in de weg. Haat zorgt ervoor dat we iets moois lelijk noemen en iets lelijks mooi, en dat we de waarheid verwarren met de leugen en omgekeerd.’
Uiteindelijk moet ‘het redden van de wereld’ iets anders zijn dan victorie in een epische strijd tussen Goed en Kwaad (zoals QAnon in feite voorstaat). Aangezien de twee kanten zoals bij de laatste verkiezingen nek aan nek eindigen, moet – als het op strijd aan komt – het Goede, om het Kwade te kunnen overwinnen, op alle fronten beter zijn: in gewelddadigheid, manipulatie, propaganda en bedrog. Met andere woorden, het moet ophouden Goed te zijn. Hoe vaak hebben we dit scenario in de geschiedenis al niet gezien, als een bevrijdingsbeweging van het volk ontaardde in een nieuwe tirannie?
Het is al aan de gang. In mijn jeugd waren het de conservatieven die de belangrijkste pleitbezorgers van censuur waren, die platen van the Beatles verbrandden en de evolutieleer uit schoolboeken verwijderden. Zij waren het ook die de media manipuleerden om een toestand van constante oorlogvoering te handhaven. Tegenwoordig is het ‘links’ dat de wapens van de informatieoorlog het meest enthousiast ter hand neemt, met deplatforming campagnes, de afschafcultuur en het onderdrukken van afwijkende meningen.
Ik zet ‘links’ tussen aanhalingstekens omdat werkelijk linkse opvattingen het eerste slachtoffer waren van de nieuwe censuur, die ervoor zorgde dat socialistische en anti-oorlogswebsites via Google steeds slechter te vinden waren. Bij zowel Facebook als Google worden dergelijke websites nog steeds weggedrukt doordat hun algoritmen gewicht toekennen aan ‘gezaghebbende bronnen’. Dezelfde censuur treft tegenwoordig ook mensen die zich bezighouden met alternatieve geneeswijzen, vaccinatiesceptici, critici van 5G-technologie en tegenstanders van het volksgezondheidsbeleid met betrekking tot COVID-19.
Uiteraard zijn er onder degenen die gecensureerd worden, mensen die valse informatie verspreiden. Omgekeerd is zeker niet alles onwaar. Of ze nu waar zijn of niet, de onderdrukte standpunten hebben één ding gemeen: ze zijn in strijd met de narratieven en belangen van gevestigde zakelijke en politieke machten. Strikt genomen is verzet tegen die machten juist links en niet rechts. Het is alsof we een omkering van de politieke polariteit naderen. Net als wanneer de magnetische polen van de aarde van positie wisselen, gaat aan een dergelijke herschikking de nodige chaos vooraf.
Het is nog niet zo ver, maar het zou me niet verbazen als de Republikeinse Partij in de Verenigde Staten over een paar jaar de partij van de armen en arbeidersklasse wordt en de Democratische Partij de belangrijkste vertegenwoordiger van de elites en van Wall Street, de grote bedrijven en het militair-industriële complex. Te oordelen naar uitlatingen van Joe Biden is dat proces al gaande. Dat zou overigens een welkome verandering zijn ten opzichte van de situatie van de afgelopen dertig jaar, waarin beide partijen lippendienst bewezen aan het volk terwijl ze in feite de belangen dienden van het bedrijfsleven en de financiële en militaire elite.
De verlossing van de Zwarte Pil
Eerder gebruikte ik de term ‘Zwarte Pil’. Nihilisme is natuurlijk niet alleen een filosofisch standpunt, maar ook een misleidende intellectuele term voor een psychische toestand van wanhoop. In feite is deze wanhoop in de huidige samenleving altijd latent aanwezig, omdat (1) het dominante reductionisme het universum heeft veranderd in een betekenisloze verzameling atomen in een lege ruimte, (2) we hier volgens de heersende theorie over het leven slechts zijn om te overleven en ons voort te planten, (3) de economie onze creatieve energie stuurt in de richting van onbevredigend werk en slaafs consumeren en (4) we door de dominante sociale patronen zijn afgesneden van de natuur, van de gemeenschap, en van de plek waar we ons bevinden en van het gevoel ergens bij te horen.
Een tijd lang hielden snel toenemende welvaart en spectaculaire technische doorbraken de wanhoop op afstand. Maar het was er de hele tijd al: een knagende leegte in het hart van de ideologie van vooruitgang.
Het was er altijd al: een innerlijke armoede die een reflectie is van de ellende waarin onze vooruitgang andere culturen had gestort. Het was er altijd al: onze eigen schaduw die ons achtervolgde terwijl we ons haastten naar een Utopia dat altijd aan de horizon schemerde. Nu de glans van de vooruitgang is verdwenen, we steeds meer uitgeput raken en tot het ontnuchterende besef beginnen te komen dat die horizon niet dichterbij komt, hoe snel we ook rennen, worden we uiteindelijk overmand door wanhoop.
Nihilisme is een natuurlijke reactie op de sleetse pseudo-mythen die ons als bron van zin en betekenis worden aangereikt. Wie heeft er niet ooit ervaringen gehad die rechtstreeks in tegenspraak waren met wat onze belangrijkste epistemische autoriteit (de wetenschap) mogelijk acht?
Nihilisme is een natuurlijke reactie op de sleetse pseudo-mythen die ons als bron van zin en betekenis worden aangereikt.
Een van de redenen dat sekten en complottheorieën zo aantrekkelijk zijn, is dat ze uit afgescheurde verhaaldraden uit de officiële werkelijkheid een ander weefsel hebben gemaakt. Sommige van die draden zijn afgescheurd omdat ze gewoon niet waar zijn. Andere zijn misschien afgescheurd omdat ze vloeken met de kleuren van het belangrijkste weefsel. Met andere woorden: ze zijn verstorend voor heersende instituties en paradigma’s. Dat zijn de verhaaldraden die we zullen moeten gebruiken om een weefsel van betekenis te maken dat de op dit moment dominante politieke narratieven kan vervangen.
Ik ben van mening dat sommige van de beweringen die door het complotnarratief heen zijn geweven, onze aandacht verdienen. De misleidende aard van dat narratief maakt niet alle verhaaldraden onwaar. En we moeten niet alles wat complottheoretici beweren afwijzen, alleen maar omdat het van hen afkomstig is – zeker niet als onze informatiepoortwachters ook oprechte afwijkende meningen verdacht maken en afdoen als samenzweringstheorieën, desinformatie en Russische propaganda.
Sinds 2017 heeft de Amerikaanse regering een reeks onthullingen over UFO-waarnemingen door militairen vrijgegeven, soms compleet met video-opnamen. In feite werd daarmee iets bevestigd dat de reguliere media decennialang hadden geridiculiseerd als hersenspinsels van sukkels, halvegaren en complotdenkers.
Deze onthulling past in een hele rij andere publiekelijk erkende samenzweringen door overheid en bedrijfsleven: COINTELPRO, Operatie Paperclip, Iraakse massavernietigingswapens, Iran-Contra, de drugssmokkel van de CIA naar Amerikaanse binnensteden, de sabotage van burgerrechtenorganisaties door de FBI en nog veel meer.
Vertaler: zie Wikipedia over COINTELPRO
Desondanks doen de media en de regering net alsof dit alles tot het verleden behoort en ze het publiek inmiddels niet meer manipuleren om hun macht te vergroten. Kom op mensen! Een beetje scepsis kan echt geen kwaad als het gaat om de narratieven van de gevestigde macht.
Als het verhaal dat ons wordt voorgehouden feiten die overduidelijk zijn, eigen ervaringen en met het hart herkende waarheden uitsluit, is het geen wonder dat zo velen van ons vervallen tot nihilisme, in de veronderstelling dat het leven en het universum zelf zinloos zijn. Dat nihilisme en de latente wanhoop waardoor het wordt aangedreven, vormden de voedingsbodem voor QAnon. Het is ook de voedingsbodem voor slaafs consumentisme, technologie-fetisjisme, de hypnotiserende vooruitgangsmythe en de spectaculaire pseudo-drama’s van politiek, sport en amusement. Dat alles samen is wat Guy Debord De Spektakelmaatschappij noemde. Elk bouwsel van betekenis stort in rond de holle kern van zijn fundamentele non-authenticiteit.
De honger naar wat echt is, die aan de deelnemers van het spektakel knaagt, kan niet vanuit het spektakel zelf worden gestild. Online ervaringen kunnen het nihilisme en de wanhoop verdoven, maar ze kunnen geen werkelijke bevrediging schenken. Alleen een directe, zintuiglijke en veelzijdige relatie kan dat. Uiteindelijk is dat – en niet het intellect – de bron van betekenis.
De Zwarte Pil is het destillaat van de culturele wanhoop. Die verspreidt zich van de ene vervreemde persoon naar de andere en loost zijn gif in de natie. Het gefrustreerde verlangen van incels slaat gemakkelijk om in rassenhaat en seksueel geweld. Het nihilisme van de Zwarte Pil-slikkers leunt op grootse fascistische verhalen over een glorieus verleden en een grandioze toekomst.
Volgens Chris Hedges doet de situatie sterk denken aan het Duitsland van de jaren dertig, waarin net als vandaag, ‘…de spiritueel en politiek ontheemden, degenen die door de samenleving worden verstoten, de belangrijkste rekruten [waren] voor een politiek die gericht is op geweld, haat en persoonlijke wrok.’ Hun woede, zo merkt hij op, was zowel toen als nu met name gericht tegen liberale politieke intellectuelen die afstand hadden gedaan van hun traditionele rol binnen het kapitalisme, namelijk om de ruwe kantjes daarvan te verzachten, de uitwassen ervan te temperen en ervoor te zorgen dat een redelijk deel van de welvaart bij de arbeidersklasse terecht kwam.
Amerikaanse liberalen hebben zich vanaf de jaren dertig tot en met de jaren zestig en zelfs tot in de jaren tachtig van die taak gekweten, waarna ze zich – in de woorden van Hedges – ‘terugtrokken in de universiteiten om het morele absolutisme van identiteitspolitiek en multiculturalisme te prediken en zich afkeerden van de economische oorlog tegen de arbeidersklasse en de voortdurende aantasting van burgerlijke vrijheden.’ In de jaren negentig begon de Democratische Partij (net als Labour in het Verenigd Koninkrijk en allerlei sociaal-democratische partijen in Europa) een vrijage met Wall Street en de multinationals.
Tijdens het Obama-tijdperk werd het huwelijk voltrokken en werd er een kind gebaard: het totalitair corporatisme dat met zijn rivaal, het Trumpiaanse neofascisme, wedijvert om onze toekomst. De verkiezingsuitslag toont aan dat deze twee versies van de toekomst bijna perfect in evenwicht zijn. Is er een derde optie? Die is er inderdaad, maar daarvoor moeten er bruggen worden geslagen over de meest grimmige breuklijnen van ons versnipperde sociale landschap.
De incels, Zwarte Pil-slikkers en QAnons tonen ons in uitvergrote vorm de ontheemding van een groot deel van het middensegment van de Amerikaanse bevolking (verstoken van hoop, betekenis en het gevoel erbij te horen, en in toenemende mate ook economisch gemarginaliseerd). Zij voegen zich bij de van oudsher ontheemde raciale en etnische minderheden, maar tragisch genoeg niet als hun bondgenoten. In plaats daarvan richten beide groepen hun woede op elkaar, zodat er weinig energie overblijft om weerstand te bieden aan de voortgaande plundering van de commons. De twee belangrijkste sekten bieden hun volgers elk een zondebok – een karikatuur van de andere kant – om hun woede op te richten. Je vraagt je af of het niet twee armen van hetzelfde monster zijn.
Zo staan we er voor
Om hier verandering in te brengen, zullen we bereid moeten zijn om voorbij de karikaturen te kijken. Karikaturen zijn nooit helemaal onwaar, maar ze hebben de neiging om wat oppervlakkig en weinig flatteus is, aan te dikken en wat mooi en subtiel is, te negeren. Sociale media zijn, zoals blijkt uit de Netflix-documentaire The Social Dilemma, geneigd hetzelfde te doen door hun gebruikers in realiteitbestendige echokamers te drijven, ze stevig aan zich te binden en hun limbisch systeem te kapen. Ze maken deel uit van de machinerie die volkswoede – een kostbare grondstof – omzet in volkshaat. QAnons en Black Lives Matter-demonstranten hebben eigenlijk veel gemeen. Ze zijn allebei in hoge mate vervreemd van de reguliere politiek en hebben geen enkel vertrouwen meer in het systeem. Maar doordat ze in een valse oppositie zijn gemanoeuvreerd, heffen ze elkaar op. Daarom is compassie – achter de oordelen, categorieën en projecties de mens kunnen zien – de enige uitweg uit het maatschappelijke dilemma.
Daarom is compassie – achter de oordelen, categorieën en projecties de mens kunnen zien – de enige uitweg uit het maatschappelijke dilemma.
Als er iets is waardoor deze tijd wordt gekenmerkt, is het wel compassie. Misschien is dat de reden waarom de pogingen om haat te zaaien en daarmee de psychologische voorwaarden te scheppen die een op controle gebaseerde samenleving vereist, steeds krampachtiger worden. Er is steeds meer propaganda nodig om ons onderling verdeeld te houden. Een vrouw uit de online community die ik ‘host’, beschreef hoe het was geweest om als campagnemedewerker van Andrew Yang in Iowa van deur tot deur te gaan. De indruk die vooral bij haar achterbleef was hoezeer deze gewone mensen verlangden naar eenheid en verbondenheid. Misschien zijn we dichter bij maatschappelijk herstel dan het online-gebeuren met zijn vitriool en gif doet vermoeden. Haat is meestal luidruchtiger dan liefde – zowel in de samenleving als in onszelf. Wat zou er gebeuren er als we naar die stillere stemmen gaan luisteren?
Achter de verwrongen en misleide hoop van de QAnons schuilt een authentieke hoop die er al was om überhaupt misleid en gemanipuleerd te kunnen worden. Het is dezelfde hoop die opbloeide bij de verkiezing van Obama: verandering, een nieuw begin. Het is dezelfde hoop die Trump opriep: maak Amerika weer groots. En nu leeft dezelfde hoop weer op onder Bidens electoraat.
Hoe kan dezelfde hoop krachten losmaken die lijnrecht tegenover elkaar staan? Dat komt doordat de lens van het wij-zij denken de lichtbundel in tweeën splitst, waardoor we gaan denken dat verandering wordt bewerkstelligd door de aangewezen vijand te verslaan. Dehumaniseren is een van de belangrijkste middelen van oorlogvoering en ook het sjabloon van racisme, seksisme en de aantasting van alles wat heilig is. Het is exact het tegenovergestelde van wat we nodig hebben om ooit werkelijk samen te komen.
Om ervoor te kunnen zorgen dat de clichés over solidariteit, eenheid, samenhang en verzoening bewaarheid worden, moeten we bereid zijn in de donkere spiegel van al onze oordelen te kijken. We moeten leren betekenis te ontlenen aan een nieuw verhaal dat niet gaat over het verslaan van de Ander. We moeten de bril van oordeel en ideologie afzetten om met nieuwe ogen te kunnen kijken naar de mensen en de informatie die in onze verhalen waren verdonkeremaand. Op die manier kunnen we een onstuitbaar populisme tot stand brengen. Laat het afleren beginnen.
Vertaling: Ton Maas en Hansjelle Dijkstra