Ken Wilber denkt van wel……
“Een land waarin 50 procent van de bevolking ronduit een hekel heeft aan de andere 50 procent, is geen land dat vooruitgang kan boeken met enige vorm van gratie, waardigheid en integriteit. En dat is precies de situatie waar in de Verenigde Staten zich op dit moment in bevinden.”
Schrik en verrassing sloegen op hol toen het presidentschap werd gewonnen door een reality-tv-ster die ooit een rolletje speelde in Home Alone2. Sinds die noodlottige dag hebben theoretici een reeks van verklaringen aangevoerd over hoe het kon gebeuren.
Ongebreideld racisme en vrouwenhaat, ophitsen van de media, misstappen van Clinton, wijdverbreide economische stress, de e-mails, Rusland – het zijn slechts enkele van de hypothesen die zijn aangedragen. Maar één denker heeft een enigszins nieuw en gedetailleerd idee over hoe en waarom het allemaal ten onder ging. In ‘Trump and a Post-Truth World’ presenteert schrijver, filosoof en systeemtheoreticus Ken Wilber een uitgebreide opvatting over het bovenstaande. Het was niet alleen de schuld van racisme, noch was het Clintons rechteloos maken van de zwakkeren in de samenleving. Het waren beide en nog veel meer.
Volgens Wilber is het de schuld van het universum.
Dit zal wat uitleg vergen.
De Groeihiërarchie van de Evolutie
Ken Wilber is de leidende geest achter de Integral Theory-beweging, die ernaar streeft vrijwel alle kennis, ervaringen en manifestaties samen te brengen in één enkele, verenigde metatheorie. Hij geeft een uitgebreide uitleg van Integrale Theorie in zijn boeken Sex, Ecology, Spirituality, en het veel meer toegankelijke A Theory of Everything, en zijn meest recente opus The Religion of Tomorrow. Maar voor onze doeleinden hier zal ik proberen om een beperkt overzicht op te stellen. Zo kaal mogelijk.
Wilber plaatste het hele bestaan in een raster van vier kwadranten dat twee ervaringsassen in kaart brengt: interieur-exterieur en individueel-collectief. Zijn theorie stelt dat individuen, culturen, sociale systemen, en inderdaad al het andere, zich langs deze groeihiërarchieën ontwikkelen.
De All-Quadrants, All-Levels Map of Integral Theory
Als een mens volwassen wordt, ontwikkelt hij zich bijvoorbeeld door middel van een reeks interne stadia. Een baby kent alleen overlevingsimpulsen, en als peuter kent hij alleen zijn ego. Van daaruit leert het zijn kleine sociale groep waarderen. Hij overstijgt dit vervolgens om een individu te worden met een mondiaal perspectief buiten de sociale groep, alvorens de perspectieven van alle individuen op multiculturele schaal te leren herkennen. Om dit verder te vereenvoudigen: egocentrisch wordt etnocentrisch en wordt wereldcentrisch.
Samenlevingen werken ook op deze manier. Bijvoorbeeld, etnocentrische, religieuze en autoritaire rijken en monarchieën, (die burgers ondergeschikt maakten aan het ego van degenen die aan de macht waren), maakten bijvoorbeeld plaats voor democratieën die opkwamen voor individuele rechten. Denk maar aan de Franse en Amerikaanse revoluties die in de afgelopen 60 jaar leidden tot een radicaal relativisme dat de nadruk legt op unieke subjectieve, contextuele realiteiten. Denk ook aan hoe de burgerrechtenbeweging en de culturele revolutie van de jaren zestig de concepten van zelfbeschikking en individuele vrijheid van de Amerikaanse grondleggers verdiepten en uitbreidden.
Eikel werd jong boompje, werd eik. Of in ons geval werd traditioneel (religieus, autoritair, etnocentrisch) modern. Wetenschap, rationaliteit, mondiaal zakendoen, individualistisch werd postmodern, (context-gebaseerd multiculturalisme).
En volgens Wilber: “De welbekende strijd tussen deze drie waardensystemen wordt overal ‘de cultuuroorlogen’ genoemd.”
Nu moet erop worden gewezen dat Wilber benadrukt dat geen van deze stadia “beter” of “slechter” zijn dan de andere. Het zijn gewoon ontwikkelingsfasen die alle mensen kunnen ervaren. Als er een “waarde” is die boven elkaar kan worden geplaatst, is dat alleen het feit dat iemand met elk hoger niveau een meer inclusief perspectief krijgt. Een eik is niet “beter” dan de eikel waaruit hij groeide, maar je kunt zeker een weidser uitzicht krijgen vanaf zijn takken.
Het is ook belangrijk om te vermelden dat niet iedereen, en in feite maar heel weinig mensen, zich ontwikkelen tot de hogere regionen van dit spectrum. De meeste mensen nemen een vaste positie in en blijven daar in plaats van verder te gaan. Dit gebeurt om een aantal redenen. Er komen maar weinig zaden uit, slechts een handvol daarvan groeit verder, en nog minder daarvan dragen vrucht.
En de ontwikkeling van culturen kan worden beoordeeld aan de hand van de verhoudingen van de bevolking die aan deze stadia kunnen worden toegeschreven. Volgens ontwikkelingsonderzoekers is de overgrote meerderheid van de huidige wereldbevolking etnocentrisch.
De Amerikaanse Revolutie vond pas plaats toen er een groep van moderne-individualisten was ontstaan die groot genoeg was om een ’voorsprong’ in de ontwikkeling tot stand te brengen. Later kwam de burgerrechtenbeweging alleen tot stand toen er genoeg mensen postmodern werden en het voortouw namen.
Dit, zegt Wilber, is zoals het gaat bij onze individuele ontwikkeling en collectieve sociale evolutie. En we zijn allemaal klaar voor de volgende stap.
De huidige stand van zaken
Het is vrij duidelijk te zien waar de verschillende facties van de Amerikaanse samenleving in deze hiërarchie zich bevinden.
Trump en Co genieten van hun traditionele etnocentrisme: bescherm onze kleine groep ten koste van alles – zonodig met een muur. Wilber heeft ze met een kleur gecodeerd als: ‘rood/amber’.
De Clintons en de Bushes van de wereld zijn modernisten: de rechten van het individu prevaleren boven alle overwegingen – tenzij het het zakendoen in de weg staat, omdat de voordelen van het zakendoen bovenal kunnen worden gerationaliseerd. De Integral Theory noemt ze ‘oranje’.
En Bernie Sanders vertegenwoordigt de postmodernisten: niets is belangrijker dan de individuele en culturele context – er is geen waarheid dan mijn eigen waarheid. Dit zijn de “groenen”.
We kijken nu allemaal naar de strijd tussen deze drie kampen.
Ogenschijnlijk heeft, volgens Wilber, de evolutie ons allemaal vooruit gestuwd naar het postmodernisme, dat vervolgens plaats zal maken voor een meer harmonieus integratief niveau van de samenleving. Maar deze evolutie heeft een probleem: de postmodernisten hebben hun, (en als ik eerlijk moet zijn, ook mijn), kijk te ver doorgevoerd, en daarmee hebben ze iedereen kwaad gemaakt. Evolutie inbegrepen.
Als gevolg hiervan is de evolutie gedwongen een stap terug te doen voordat ze weer vooruitgang kan boeken. Maar ik loop mezelf voorbij.
Voordat we kunnen komen tot waar Trump in dit plaatje past, moeten we eerst begrijpen waar het postmodernistische groen de fout in is gegaan.
Perspectiefloze waanzin: narcisme en nihilisme
Volgens Wilber zijn de postmodernisten om tal van redenen op een dwaalspoor geraakt. Maar hij schetst als centrale probleem hun standpunt dat hij ‘perspectiefloze waanzin’ noemt.
De kern van het postmodernistische geloof – althans theoretisch gesproken – zijn de beweringen dat iemands eigen ‘waarheid’ alle andere externe oplegging overtroeft, en dat feiten volledig contextueel zijn. Tot het uiterste gedreven, verheffen deze opvattingen narcisme, (geen waarheid behalve de mijne), en nihilisme, (helemaal geen waarheid), boven alles: “een cultuur van post-waarheid”.
“Dat ‘geen waarheid-idee’ onderwijzen in een ivoren toren,” legt Wilber uit, ”gescheiden van elke praktische realiteit, aan nietsvermoedende studenten is één ding; het in het echt in actie zien is iets heel anders”
Is het in de echte wereld, waar de meeste mensen op een egocentrisch/etnocentrisch ontwikkelingsniveau leven, een verrassing dat de ‘post-waarheid’-theorieën van groen verkeerd zouden worden toegepast? Dat ze, in plaats van multiculturele toepassingen voor deze concepten te zoeken, zich achter de ‘koning’ van narcisme en nihilisme zouden scharen?
“… het enige dat geldt voor Donald Trump – meer dan enig ander kenmerk dat hem definieerde, (meer dan zijn seksisme, meer dan zijn racisme, meer dan zijn xenofobie) – is dat elk woord dat uit zijn mond kwam anti-groen was en post-waarheid .”
Aan de ene kant hadden de etnocentristen misschien postmodernistische idealen overgenomen en misbruikt, terwijl ze aan de andere kant de postmodernistische houding zeker beu waren.
“Overal word je verteld dat je volledig gelijk bent en onmiddellijke en volledige empowerment verdient, maar overal worden je de middelen ontzegd om dit daadwerkelijk te bereiken. Je stikt, je lijdt, en je wordt heel, heel boos. “
Superioriteitscomplex
Wilber beweert dat groene postmodernisten in een ongelukkige val van slechte logica zijn getrapt:
“Ze geloofden dat alle kennis interpretatief is, behalve die van hen, die zou betrouwbaar zijn en een nauwkeurig beeld schetsen van de omstandigheden. Ze geloofden dat hun mening volkomen superieur is in een wereld waarin ze eveneens geloofden dat absoluut niets superieur was. Oeps.”
Met andere woorden, groenen bazuinen rond dat er geen waarheid is, behalve dat er geen waarheid is. Geen mening is beter dan enige andere mening, behalve hun mening, die de juiste is. Als dat tegenstrijdig klinkt, is dat omdat het zo is. Groenen oordelen net zo snel als dat ze zeggen dat we elk oordeel moeten verafschuwen.
“… groen multiculturalisme heeft het intense en absolute oordeel dat wereldcentrische, allesomvattende opvattingen categorisch beter zijn dan etnocentrische – dat zijn immers door macht gedreven en onderdrukkende opvattingen – maar het heeft daarnaast ook de overtuiging dat oordelen zelf inherent onderdrukkend en slecht zijn …”
En hoewel de zoektocht om multiculturalisme te implementeren zeer zeker bewonderenswaardig is, doen zich problemen voor als groen de omstandigheden waarbinnen het zoekt verkeerd identificeert. Groen lijkt totaal in de war door het feit dat etnocentrisch rood het niet eens is met de pluralistische bedoelingen:
“… Groen kijkt gewoon naar hun verschijning, naar hun gedrag, en wil dat elke persoon vrij is van oordeel, rangorde, onderdrukking, overheersing, dwang of controle door anderen. Wat groen helaas niet doet, is rekening houden met de innerlijke realiteit van elk van die individuen, en kijken naar welke van die individuen eigenlijk voor dat doel van gelijkheid zijn. Helaas blijkt dat de meerderheid van de individuen geen voorstander is van dat wereldcentrische doel. “
De meeste mensen zijn gewoon nog niet zover ontwikkeld dat ze pluralisme zelfs maar kunnen begrijpen. De eikel kan niet begrijpen hoe de eik de wereld ervaart.
Als gevolg hiervan ontstond een “call-out-cultuur”, toen postmoderne multiculturalisten probeerden verbijsterde etnocentristen te schande te maakten teneinde hen een pluralistisch wereldbeeld te doen accepteren. Multiculturalisten die fundamenteel niet toegerust waren om de redenering achter deze schande te begrijpen.
“De culturele overtuiging was dat iedereen gelijk geschapen is, dat alle mensen een perfect en gelijk recht hebben op volledige persoonlijke macht, dat niemand intrinsiek superieur is aan iemand anders, (overtuigingen die opbloeiden met groen). Toch was de overweldigende realiteit er in toenemende mate een van een grimmige en snel groeiende ongelijkheid – in termen van inkomen en totale waarde, in eigendom van onroerend goed, werkgelegenheid, toegang tot gezondheidszorg, en in problemen met het ‘levenstevredenheid’ … Overal word je verteld dat je volledig gelijk bent en onmiddellijke en volledige zelfbeschikking hebt, maar overal worden de middelen je ontzegd om dit daadwerkelijk te bereiken. Je stikt, je lijdt en je wordt heel erg boos. ”
Gewapend met post-waarheidsideeën buiten hun bereik, aangevallen vanwege gedragingen die ze nooit in twijfel hadden getrokken, (en besef dat vanuit etnocentrisch standpunt blanke suprematie of een andere vorm van wij tegen de anderen vooroordelen te verwachten zijn – jouw groep is boven alles het belangrijkst tenslotte), en gehavend door een gebroken sociaal systeem, is het geen wonder dat deze etnocentrische massa zich tot iemand als Trump wendde.
De Evolutie Corrigeren
Wilber beweert niet dat dit een goede zaak is. Hij zegt wel dat dit een kans biedt. Volgens zijn denken doet de evolutie een stap terug en schept die in zekere zin de ruimte om postmoderne groenen ertoe te bewegen om op zichzelf te reflecteren en bied het de kans om echt leiderschap te op te pakken.
Zoals Wilber opmerkt, realiseerden de groenen zich binnen enkele dagen na de verkiezing van Trump de dwaasheid van ongeremde niet-waarheid. “De waarheid is nu belangrijker dan ooit”, verklaarde de New York Times.
Wilber beweert dat het nu de tijd is voor groen om “onwaarheid” achter zich te laten en het idee te poneren dat pluralisme in feite “beter” is dan etnocentrisme. En om dit effectief te doen, moeten ze leiderschap op zich nemen in plaats van zich ervoor te schamen. Om dit te bereiken, adviseert Wilber dat we een ‘bewuste ontwikkelingscultuur’ opzetten. Hij geeft een reeks specifieke aanwijzingen die dit doel zullen bevorderen. Hier zijn een paar van de belangrijkste:
- Oranje modernisten moeten een universeel basisinkomen omarmen op een manier die voorziet in de materiële en interne behoeften van iedereen. Fysieke, materiële en emotionele veiligheid ondersteunt de evolutie.
- Groene postmodernisten moeten meer aandacht besteden aan het oplossen van hun eigen problemen.
- Perspectiefloze waanzin moet worden opgegeven. De nadruk op on-waarheid moet wijken voor de waarde van pluraliteit.
- Groen moet zich bewust worden van de nadelen van overgevoeligheid. Wilber zegt dat we zullen weten dat dit is bereikt als grote komieken weer op universiteiten gaan optreden.
- Groen moet leren om enthnocentrisch oranje te omarmen en lief te hebben zonder hun negatieve gedrag te bestraffen. Ze zijn niet “betreurenswaardig” – het zijn mensen die onderwijs, groei en leiderschap nodig hebben.
Volgens Wilber hebben groene postmodernisten gelijk als ze de waarde van multiculturalisme benadrukken. Het probleem doet zich voor als ze proberen om het racistische, vrouwenhatende en over het algemeen etnocentrische externe gedrag van Trump-aanhangers te schande te maken of zelfs te criminaliseren zonder aandacht te besteden aan de overwegingen die hen motiveren.
“… de gezonde, correcte, rechtvaardige reactie op dergelijke realiteiten is een houding van hulpvaardigheid, omhelzing, mededogen en zorgzaamheid.”
__________________________
Recensie bol.com:
Een provocerend en evenwichtig onderzoek van onze huidige sociale en politieke situatie – door een vooruitstrevende filosoof van onze tijd.
De wereld is in rep en roer. Terwijl populistische golven door Europa, Turkije, Rusland, Azië trekken en door de VS sinds de verkiezing van Donald Trump – bedreigen nationalistische en extremistische politieke krachten de vooruitgang die de afgelopen decennia is geboekt. Democratieën worstelen met nihilisme en narcisme. Hoe zijn we hier gekomen? En hoe kunnen we, met zoveel antagonisme, cynisme en onenigheid, de breuken in onze samenlevingen herstellen?
In dit provocerende werk past filosoof Ken Wilber zijn integrale benadering toe om uit te leggen hoe we zijn aangekomen waar we zijn en waarom er reden voor hoop is. Hij legt een groot deel van de schuld bij een mislukking aan de progressieve, voorhoede van de samenleving. Deze voorsprong wordt gekenmerkt door de wens om zo rechtvaardig en inclusief mogelijk te zijn, en hieraan hebben we het streven naar gelijke vrouwenrechten, de burgerrechtenbeweging, de milieubeweging en de zorg voor onderdrukking in al zijn vormen te danken. Dit is allemaal evolutionair gezond; wat ongezond is, is een sluipend postmodernisme dat elitair is, ‘politiek correct’, dat aandringt op een egalitarisme dat zelf paradoxaal genoeg hiërarchisch is, en dat neerkijkt op de minder ontwikkelde midden- en lagere klassen. Combineer dit met de techno-economische teloorgang van veel traditionele manieren om de kost te verdienen, en je krijgt een explosieve mix. Zoals Wilber zegt, voor sommige Trump-kiezers: “Overal word je verteld dat je volledig gelijk bent en onmiddellijke en volledige empowerment verdient, maar overal worden je de middelen ontzegd om dit daadwerkelijk te bereiken. Je stikt, je lijdt, en je wordt heel, heel boos. ”
Alleen wanneer leden van de voorhoede van de samenleving tot inkeer kunnen komen, kan er een nieuwe, integrale evolutionaire kracht ontstaan die ons voorbij de sociale en politieke onrust van onze huidige tijd beweegt om echt leiderschap te bieden in de richting van grotere heelheid.
Vertaling Hansjelle Dijkstra