Elk bewust beleefde Paastijd brengt ons dichter bij waar onze huidige incarnatie werkelijk over gaat. Elk mens zal net zo lang in de duale, aardse sferen verblijven totdat alle persoonlijke lessen geleerd zijn of ‘zo lang als het het hogere plan dient’.
Dit is niet streng bedoeld, zo van ‘je moet het eerst allemaal kunnen’. Dit is ons vanuit de allerhoogste vorm van Liefde gegeven. Alle delen van ons die tijdens onze lange reis door de dualiteit gewond, verdwaald of zoek zijn geraakt, willen zich uiteindelijk weer bij ons Goddelijke Zelf aansluiten.
In onze meest gewonde delen zitten grote kwaliteiten verborgen. Waar het ego een deel in jou nog veroordeelt of verfoeit (en als je je er niet bewust van bent dat je het in jezelf afkeurt, dan komt het meestal tot uiting in waar jij je bij anderen aan ergert), ziet het hogere Zelf de diamant achter de wond.
Het ego draagt sowieso veel ongeziene schatten en kwaliteiten in zich.
Het is waar dat wij tot nu toe, sinds Lemurië, zelden levens hebben gehad die onze persoonlijkheid met een zucht van tevredenheid heeft afgesloten.
“Eind goed Al goed?” Oh nee, allesbehalve dat, als je het ego aan het woord laat. Hoe begrijpelijk is het dan nu, dat ons ego aan alle kanten roept ‘pas op, het gaat weer mis’. Of ‘let op dat je niet weer in mooie praatjes gaat geloven.’
Waar we onze verbinding met de Bron die ons leidde zijn verloren, is ons ego onze grootste beschermer geworden die alles op het spel zal zetten om ons een volgende teleurstelling te kunnen besparen.
Ons hogere Zelf kan het ego gerust stellen, daar waar de angst het over neemt. De lange cyclus, waarin we een lijdensweg op aarde moesten gaan om te kunnen ontwaken en ons het Goddelijke plan van Liefde en bewustzijn eigen te kunnen maken, zit er bijna op. Ons wacht een nieuwe tijd van Genade, onvoorwaardelijke Liefde en Overvloed.
Uit welke hoge hemelen je ook bent nedergedaald: elk mens die naar de aarde is afgedaald zal keer op keer de duisternis en onwetendheid betreden, om daar de herinnering aan het Licht in zichzelf te ontmoeten. Die herinnering maakt dat we bij de allerdiepste overgave aan het Goddelijke plan voor dat moment kunnen komen. Daarbij kunnen we het vertrouwen in het Goddelijke plan, zoals Moeder Maria dat droeg, als een Baken van Licht voor ons zien.
Moeder Maria heeft een leven op aarde gehad dat we, tijdens ons huidige leven in dit relatief veilige land, ons amper meer kunnen voorstellen. In andere (oorlogs-)gebieden zijn er nog altijd vele Moeders die door een soortgelijk diep lijden heen gaan, als zijnde hun grootste offer ooit aan een Goddelijk plan dat zal bijdragen aan een voorgoed ontwaken.
De kerken hebben de oorspronkelijk esoterische Inwijdingsweg van Moeder Maria wat naar hun eigen hand gezet. Het is de geschiedenisboeken ingegaan als ‘De Weg van de zeven Smarten en de zeven Vreugden’. Maar voor wie dieper door kan kijken ontvouwt zich hier een heilige weg die wij momenteel collectief bewandelen.
Moeder Maria ontving Yeshua, haar zoon, als de eerste stoffelijke mens op aarde die zijn Goddelijkheid volledig bewust in zijn fysieke verschijning heeft kunnen dragen. Door hem op aarde geboren te laten worden, kon hij het Christusbewustzijnsraster om de aarde activeren en initiëren. Daarmee heeft hij het aardse rad van karma kunnen doorbreken. Dankzij het volbrengen van zijn Missie kunnen wij onszelf nu uit de lagere velden van dualiteit verlossen en op weg gaan naar onze onsterfelijkheid.
Maria wist dat ze haar zoon uiteindelijk aan God Zelf zou moeten teruggeven, omdat deze éénwording binnen de aardse velden diende te geschieden. Het eeuwige Licht moest zichtbaar en voelbaar verbonden worden met de sterfelijke, doch bewust geworden mens.
Zij wist dat haar een weg wachtte die haar door het lijden heen naar Liefde zou brengen. Deze Missie werd door de voltallige Heilige Familie gedragen, want dit was alleen mogelijk in een groots, collectief krachtenveld dat verbonden was met het Christusbewustzijn.
Elk lid van de familie en elke apostel had daar een eigen rol en taak in. Net zoals wij ieder ons eigen unieke verschijningsvorm hebben met daarin onze eigen frequentie, vertegenwoordigden zij aspecten van de aardse persoonlijkheid. Delen van ons menselijke zijn, die gekend en getransformeerd dienen te worden om de volledige opstanding van het Lichtlichaam mogelijk te maken.
Ruim 2000 jaar later is dit een collectief proces geworden. Wij leven en bewandelen nu een soortgelijke weg, waarbij we het geluk hebben dat het gemiddelde bewustzijn veel hoger ligt dan destijds. Elk mens die nu innerlijk bereid is om deze weg met hart en ziel te gaan, treedt in de voetsporen van Yeshua. Hoe meer mensen deze weg zullen gaan, des te liefdevoller, bewuster en begaanbaarder de weg wordt voor hen die zullen volgen.
Mieke Vulink