Na een leven als moeder van drie opgroeiende kinderen sta ik stil bij wat er was. Wat er ontbrak. Twee jaar geleden bracht dat stilstaan me in een verwijtende verstikkende depressie. Beladen met schuld over mijn handelen. In mijn opvoeding kon ik niet de liefdevolle moeder zijn die ik voor ogen had toen ik de taak oppakte. Ondanks mijn jaren lange zoektocht naar anders, beter liever open, zag ik mezelf kritisch oordelend, verwijtend streng zijn. Dit zien was zo pijnlijk dat ik het steeds wegstopte en wegvluchtte in druk zijn, werk hobby’s. Nabijheid missend met alle mensen om me heen.
Archive for april, 2016
Het Leven gaat door
Toen hij zijn onderzoek naar bijnadoodervaringen aan The Lancet aanbood, kon Pim van Lommel niet vermoeden, dat hij later één van de meest besproken wetenschappers zou worden. Opeens wilde iedereen meer weten over die man die zijn onderzoek naar zo’n esoterisch onderwerp geplaatst wist te krijgen in zo’n toonaangevend medisch vakblad. Toch verbaast het hem niet dat zijn publicatie in 2001 zoveel stof heeft doen opwaaien. Niet eerder werd zo systematisch en uitgebreid onderzoek gedaan naar de ervaringen van mensen die klinisch dood waren verklaard en vervolgens weer terugkwamen in het leven. En niet eerder werd duidelijk hoe eenduidig hun ervaringen zijn en welke consequenties deze hebben voor ons denken over leven en dood. (meer…)
Voorjaarsmoeheid?
Deze week raasde de storm over het land. Nadat het weer opgeklaard was, hoorde ik veel mensen om mij heen klagen over moeheid. Toen ik nog in het duister tastte voor wat betreft gezondheid, werd ik ook regelmatig geplaagd door extreme moeheid. Tegenwoordig heb ik energie te over, daarom ga ik in deze nieuwsbrief met je delen hoe dat zo gekomen is.
Aan de vooravond van mijn zoektocht naar gezondheid, op mijn 18e, was ik aan het begin van de middag regelmatig in bed te vinden. Even bijkomen. Ik dacht hier laatst nog aan terug, wat een verschil het is met nu. In die tijd nam ik nog heel veel suiker. Vlak nadat je de suiker op hebt krijg je een enorme energieboost, maar als het is uitgewerkt volgt onherroepelijk de suikerdip. Het enige dat dan op korte termijn helpt is het nuttigen van een nieuwe suikerrijke snack. Dit mechanisme werkt diabetes en overgewicht in de hand en dat is waar ongelofelijk veel Nederlanders dan ook mee te kampen hebben. Het weglaten van bewerkte producten is een eerste stap naar meer energie.
Mijn energie is vooral vooruit gegaan toen ik brood liet staan. Het kunnen de gluten zijn, maar het kan ook de suiker in het brood zijn. Brood is eigenlijk niets anders dan zetmeel. Zetmeel is pure glucose, een supersnel opneembare suiker. Ik kan er met mijn pet niet bij dat het Voedingscentrum anno 2015 nog steeds met droge ogen kan beweren dat we niet zonder brood kunnen. Misschien zijn ze bang dat diëtisten dan zonder werk komen te zitten, want sinds ik brood laat staan ben ik 10 kilo lichter.
Een andere zaak is dat we aan het einde van de winter zonder twijfel door onze voorraad vitamine D heen zijn. Een tekort aan vitamine D kan het lichaam in de spaarstand zetten. Als je lichaam minder energie verbruikt kun je niet alleen dikker worden, maar ook vermoeider.
Onze cellen produceren ATP. ATP is een drager van energie, zodat we dit kunnen opslaan voor als we het nodig hebben. Als je spierweefsel kweekt door te bewegen, krijg je meer fabriekjes die ATP maken. Door energie te geven, ook al ben je vermoeid, krijg je dus op termijn meer energie ervoor terug. Als ik naar de sportschool ga kom ik er vaak energieker uit dan ik erin ging. Je zou het omgekeerde verwachten. In de winter gaan de meeste mensen passieve activiteiten opzoeken zoals puzzelen, een boek lezen, een film kijken etc. Dit zijn allemaal zaken waarbij weinig wordt bewogen, met aan het einde van de winter een verlaagde ATP-productie als gevolg. Meer bewegen kan dan helpen.
Volgens het boekje Vitamine B12-tekort van Hans Reijnen is een B12-tekort een grote veroorzaker van vermoeidheid. B12 is een vitamine die we lastig uit onze voeding kunnen halen. En als het al in onze voeding zit, dan kunnen we het vaak niet opnemen. Om vitamine B12 te kunnen opnemen hebben we maagzuur nodig. Veel mensen hebben een tekort aan maagzuur, met een tekort aan vitamine B12 als gevolg. Vitamine B12 is een cofactor bij talloze zaken in ons lichaam, waaronder de methylatie. Methylatie is een scheikundig proces, waarbij methylgroepen aan moleculen worden toegevoegd. Hierdoor worden vele processen opgestart, zodat ons lichaam naar behoren kan functioneren, zonder vermoeidheid. Hoe je een B12-tekort kunt herkennen heb ik in deze blog gezet. Onderaan deze blog vind je een B12-tekort zelftest.
De afgelopen week was Jan van Stiphout bij mij op bezoek. Hij heeft het fenomeen binnenshuis aarden naar Nederland gehaald. Doordat we op schoenen lopen en er tegelijkertijd steeds meer straling in de ether komt, kunnen we de spanning op het lichaam niet meer goed afvoeren. Dit heeft als gevolg dat het lichaam steeds meer antioxidanten tekort komt. Het lichaam heeft dan een teveel aan positieve ionen en een tekort aan negatieve. Negatieve ionen kunnen elektronen doneren en zijn daarmee antioxidanten. Een tekort aan antioxidanten kan je moe maken doordat er laaggradige ontstekingen kunnen optreden. Meestal zijn mensen in de zomer minder vaak ziek. We zijn dan meer buiten, wat als gevolg heeft dat we zelf vitamine D aanmaken door zonlicht. Een ander voordeel van meer buiten zijn is dat we dan natuurlijk geaard kunnen zijn. Door in het gras te liggen of in het water te zwemmen, zijn we in contact met de aarde. Ongemerkt heeft dit grote gevolgen voor het lichaam. Wat deze gevolgen precies zijn, laten Jan van Stiphout en ik zien in een fimpje op YouTube. Met behulp van een oscilloscoop en een multimeter demonsteren we de absurd hoge spanning van mijn ongeaarde lichaam, terwijl dit geaard een heel ander verhaal is. Als je wilt weten met hoeveel procent de spanning daalde kun je het filmpje hier op YouTube bekijken.
Juglen Zwaan
aHealthylife.nl
Fasen van meditatie
De belangrijkste fasen van de meditatieve praktijk, variërend van psychische absorptie, naar subtiele verlichting, naar causale transcendentie tot de ultieme non-duale omhelzing van Vorm en Leegte.
Meditatie zelf
V: Wij willen graag dat je de ervaringen van verschillende stadia van meditatie beschrijft. Maar vertel ons eerst over meditatie zelf – de verschillende soorten en hoe ze werken.
A: Het is onder de deskundigen gebruikelijk meditatie te verdelen in twee grote categorieën, de zogenaamde ‘concentratie’ en ‘gewaarzijn’ (of ‘inzicht’) meditatie. Of: ‘geopend’ en ‘gesloten’.
Laten we zeggen dat je kijkt naar een muur waar honderden puntjes op geschilderd zijn. In concentratie meditatie kijk je slechts naar één punt, en je kijkt er zo gefocust naar dat je de andere punten niet eens ziet. Dit ontwikkelt je concentratievermogen.
In gewaarzijn training, of inzicht-meditatie probeer je zo gewaar te zijn van alle punten als je kunt zijn. Dit verhoogt je gevoeligheid, gewaarzijn, en wijsheid in die zin.
In concentratie-meditatie, richt je je aandacht op een object – een rots, een kaarsvlam, je ademhaling, een mantra, het hart, een gebed, en ga zo maar door. Door intens te concentreren op een enkel object, word jij als subject langzamerhand ‘geïdentificeerd’ met dat object. Je begint het subject/object dualisme, dat de basis is van al het lijden en illusie, te ondermijnen.
Geleidelijk aan worden steeds hogere rijken van bestaan, die leiden naar de uiteindelijke of non-duale dimensie, allemaal vanzelfsprekend voor je gemaakt. Je overstijgt je gewone zelf of ego, en vindt de hogere en subtielere dimensies van bestaan – de spirituele en transcendentale.
Echter, je zou kunnen zeggen dat dit het bereiken is van de hogere dimensies door ‘brute kracht.’ En hoewel van concentratie-meditatie wordt gezegd dat het zeer belangrijk is, kan het op zich niet onze neigingen uitroeien die in de eerste plaats dualisme zelf creëren. In feite negeert het ze gewoon, probeert ze te omzeilen. Het richt zich op een punt en negeert alle andere.
Concentratie-meditatie kan ons zeker enkele van de hogere sferen tonen, maar het kan ons niet permanent installeren op die hogere gebieden. Daarvoor moet je naar alle puntjes kijken. Je moet alle ervaring onderzoeken, met onthechting, niet-oordelend, vanuit gelijkmoedigheid en kristalhelder gewaarzijn.
V: Dat is dus inzicht- of gewaarzijn-meditatie.
A: Ja, dat klopt. De boeddhisten noemen concentratie-meditatie shamatha en gewaarzijn-meditatie vipassana of dhyana en prajna. De eerste leidt tot samadhi, of een-puntige concentratie, de tweede tot satori, of transcendentaal gewaarzijn en wijsheid. Het punt van ieder van deze meditatiepraktijken – en er zijn andere, zoals visualisatie, koan, contemplatieve meditatie, enzovoorts – het punt is dat ze eigenlijk allemaal twee belangrijke dingen doen.
In de eerste plaats helpen ze om de discursieve, rationeel-existentiële geest tot rust te brengen, de geest die de hele tijd moet denken, de geest die de hele tijd moet kletsen tegen zichzelf en alles moet verbaliseren. Het helpt ons de ‘monkey mind’ tot rust te brengen. En zodra de monkey mind wat tot rust is gekomen, laat het de subtielere en hogere dimensies van bewustzijn te voorschijn komen – zoals het psychische, het subtiele, het causale, en de ultieme of non-duale. Dat is de essentie van echte meditatie. Het is gewoon een manier om te blijven evolueren, om onze groei en ontwikkeling voort te zetten.
HET PSYCHISCHE NIVEAU
V: Kun je een beschrijving geven van de niveaus van meditatie, en hoe ze worden ervaren? Wat gebeurt er eigenlijk in elke fase?
A: Als je meditatie beoefent is een van de eerste dingen die je beseft dat je geest – en je leven, wat dat betreft – wordt gedomineerd door grotendeels onbewust verbaal gebabbel. Je bent altijd tegen jezelf aan het praten. En dus zijn veel mensen, als ze beginnen te mediteren, verbaasd over hoeveel rommel er door hun gewaarzijn heen stroomt. Ze zien dat gedachten, beelden, fantasieën, opvattingen, ideeën, concepten hun gewaarzijn vrijwel domineren. Ze realiseren zich dat deze denkbeelden een veel grotere invloed op hun leven hebben dan ze ooit gedacht hadden.
In ieder geval zijn de eerste meditatie-ervaringen alsof je in de bioscoop zit. Je zit en kijkt naar al die fantasieën en concepten die langskomen voor je gewaarzijn. Maar het hele punt is dat je je uiteindelijk van hen gewaar wordt. Je kijkt onpartijdig naar ze en zonder oordeel. Je ziet ze alleen voorbijgaan, net zoals je kijkt naar de wolken die in de lucht drijven. Ze komen, ze gaan. Geen lof, geen veroordeling, geen oordeel – alleen beschouwen. Als je je gedachten beoordeelt, als je in ze verstrikt raakt, dan kun je ze niet overstijgen. Je kunt dan geen hogere of subtielere dimensies van je eigen wezen vinden. Dus je zit in meditatie, en je bent gewoon ‘getuige’ van wat er gaande is in je geest. Je laat de monkey mind doen wat het wil, en jij blijft eenvoudig kijken.
En wat er gebeurt, omdat je onpartijdig getuige bent van deze gedachten, fantasieën, begrippen en beelden, is dat je begint vrij te worden van hun onbewuste invloed. Je kijkt naar ze, dus je gebruikt ze niet om naar de wereld te kijken. Daarom word je, tot op zekere hoogte, vrij van ze. En word je vrij van de gescheiden-zelf notie die van hen afhankelijk was. Met andere woorden, je begint vrij van je ego te worden. Dit is de eerste spirituele dimensie, waar het conventionele ego ‘sterft’ en hogere structuren van het bewustzijn worden ‘opgewekt’. Je gevoel van identiteit begint zich natuurlijk uit te breiden en de kosmos te omarmen, of de hele natuur. Je stijgt uit boven je geïsoleerde geest en lichaam, wat eventueel het vinden van een grotere identiteit kan omvatten, zoals de natuur of de kosmos –‘kosmisch bewustzijn’, zoals R.M. Bucke het noemde. Het is een zeer concrete en onmiskenbare ervaring.
En, dat hoef ik je niet te vertellen, dit is een buitengewone opluchting! Dit is het begin van transcendentie, van het vinden van je weg terug naar huis. Je realiseert je dat je één bent met de structuur van het heelal, eeuwig. Je angst voor de dood begint af te nemen, en je begint het open en transparante karakter van je eigen wezen op een concrete en tastbare manier te voelen.
Gevoelens van dankbaarheid en toewijding ontstaan in je – toewijding aan de Geest, in de vorm van Christus of Boeddha, of Krishna; of toewijding aan je actuele spirituele meester; zelfs toewijding in het algemeen, en zeker toewijding aan alle andere levende wezens. De bodhisattva gelofte, in welke vorm dan ook, komt voort uit het diepst van je wezen, op een zeer krachtige manier. Je beseft dat je gewoon alles moet doen wat je kunt om alle levende wezens te helpen, en om de reden, zoals Schopenhauer zei, dat je je realiseert dat we allemaal hetzelfde non-duale Zelf of Geest of Absolute delen. Dit alles begint voor de hand te liggend – net zo vanzelfsprekend als regen op het dak. Het is echt en het is concreet.
HET SUBTIELE NIVEAU
V: Dus wat over de volgende algemene fase, het subtiele niveau?
A: Als je identiteit begint de geïsoleerde en individuele lichaam-geest te overstijgen, dan krijg je de intuïtie dat er een Zijnsgrond of echte Goddelijkheid is, voorbij het ego, en voorbij een beroep op mythische god-figuren of rationalistisch sciëntisme of existentiële moed. Deze Godheidvorm kan daadwerkelijk gevoeld worden. Hoe meer je je ontwikkelt voorbij de geïsoleerde en existentiële lichaam-geest, hoe meer je ontwikkelt in de richting van de Geest, die op het subtiele niveau vaak wordt ervaren als Godheid Vorm of archetypische Zelf. Daarmee bedoel ik, bijvoorbeeld, een zeer concrete helderheid en schittering van gewaarzijn.
Het punt is dat je iets vóórbij de natuur ziet, voorbij het existentiële, voorbij het psychische, zelfs voorbij kosmische identiteit. Je begint de verborgen of esoterische dimensie te zien, de dimensie buiten de gewone kosmos, de dimensie die de natuur overstijgt. Je ziet het Licht, en soms straalt dit Licht letterlijk als het licht van duizend zonnen. Het overweldigt je, bekrachtigt je, geeft je energie, herschept je, doordrenkt je.
Dit is wat wetenschappers de ‘numineuze’ aard van de subtiele geest hebben genoemd. Numineus en licht. Dit is, geloof ik, waarom heiligen universeel worden afgebeeld met halo van licht rond hun hoofd. Dat is eigenlijk wat ze zien. Goddelijk Licht.
Mijn favoriete lectuur van Dante:
Mijn blik fixerend op het eeuwige licht zag ik in haar diepte,
Gebonden met liefde samen in één volume,
De verspreide bladeren van het hele universum.
Binnen het lichtgevende diepgaande bestaan van dat Verheven Licht
Zag ik drie cirkels van drie kleuren, toch van één dimensie
En bij de tweede leek de eerste gereflecteerd,
Als regenboog is door regenboog, en de derde Leek vuur
dat gelijkelijk uit beide wordt uitgeademd.
Dat is niet louter poëzie. Dit is een bijna wiskundige beschrijving van een soort ervaring van het subtiele niveau. Hoe dan ook, je kunt dit niveau ook ervaren als een ontdekking van je eigen hogere zelf, je ziel, de Heilige Geest. ‘Hij die zichzelf kent, kent God,’ zei de heilige Clement.
V: En de werkelijke ervaring zelf?
A: De werkelijke ervaring varieert. Hier is een voorbeeld: Stel dat je wandelt in de binnenstad, kijkend in de etalages. Je kijkt naar een deel van de koopwaar, en ineens zie je een vage afbeelding dansen voor je ogen, het beeld van een persoon. Opeens realiseer je je dat het je eigen reflectie in de etalage is. Plotseling herken je jezelf. Je herkent je Zelf, je hogere Zelf. Ineens herken je wie je bent. En wie je bent is – een lichtgevende vonk van het goddelijke. Maar het heeft die schok van herkenning -‘O, dat! ”
Het is een zeer concrete realisatie, en brengt meestal veel gelach of veel tranen. De subtiele Godheidvorm of Licht of Hoger Zelf – dat zijn allemaal slechts archetypen van je eigen Wezen. Je maakt kennis, via meditatieve ontwikkeling, met het begin van een directe ontmoeting met de Geest, met je eigen essentie. Het verschijnt dus als licht, als een wezen van licht, als nada als shabd als helderheid, numinositeit, enzovoort.
En soms verschijnt het als een eenvoudig en helder gewaarzijn van wat is – heel eenvoudig, heel duidelijk. Het punt is dat het zich bewust is van alle punten op de muur. Het is duidelijk gewaar van wat er van moment tot moment gebeurt, daarmee het moment overstijgend. Het overstijgt deze wereld, en begint deel te nemen in het Goddelijke. Het heeft een heilig zicht, hoe het ook wordt uitgedrukt.
Dat is het subtiele – een persoonlijke ontmoeting met het Goddelijke. Je neemt echt deel aan Goddelijkheid, en in het gewaarzijn en de wijsheid van Goddelijkheid. Het is een beoefening. Het kan worden gedaan. Het is gedaan, vele malen!
HET CAUSALE NIVEAU
V: Dat is heel duidelijk. Dus hoe zit het met het volgende niveau, het causale?
A: Je zit daar, gewoon getuige zijnde van alles wat opkomt in de geest of in je actuele ervaring. Je probeert om gelijkelijk getuige te zijn van alle puntjes op de muur van je gewaarzijn. Als je er bedreven in bent geworden zullen uiteindelijk rationele en existentiële stippen afsterven, en psychische punten beginnen in beeld te komen. Dan, na een tijdje, word je beter in het getuige zijn, dus beginnen subtielere objecten of punten te verschijnen.
Deze omvatten licht en hoorbare illuminaties en subtiele Godheidvormen enzovoorts. Als je doorgaat met simpel waarnemen – wat je helpt te desidentificeren van lagere en grovere vormen, en je gewaar wordt van de hogere en subtielere vormen — dan zullen zelfs subtiele objecten of subtiele stippen niet meer opkomen. Je treedt een diepzinnige staat van non-manifestatie binnen, die wordt ervaren als, laten we zeggen, een herfstnacht met een volle maan.
Het heeft allemaal een vreemde en mooie numinositeit, maar het is een ‘stille’ of ‘zwarte’ numinositeit. Je kunt niet echt iets zien behalve een soort van zilverachtige volheid, die alle ruimte vult. Maar omdat je niet echt een bepaald object ziet, is het ook een soort van Radicale Leegte. Zoals Zen zegt: “stop het geluid van die beek.”
Dit staat op diverse manieren bekend als Shunyata, als de Wolk van Ontweten, Goddelijke Onwetendheid, Radicaal Mysterie, nirguna (‘niet-kwalificeerbaar’) Brahman, en ga zo maar door. Briljante vormloosheid, zonder objecten om er iets aan af te doen.
Het wordt duidelijk dat je absoluut een bent met deze Volheid, die alle werelden en alle niveaus en alle tijd en alle geschiedenis overstijgt. Je bent perfect vol, en daarom ben je volkomen leeg. “Het is alle dingen en het is geen dingen,” zei de christelijke mysticus Boethius. Ontzag maakt plaats voor zekerheid. Dat is wie je bent, voorafgaand aan alle manifestatie, voorafgaand aan alle werelden. Met andere woorden, het is zien wie of wat je tijdloos, vormloos bent.
Dat is een voorbeeld van het causale niveau; dat is jnana samadhi, nirvikalpa samadhi, en ga zo maar door. De ziel, of het gevoel van afgescheiden-zelf verdwijnt, en God of afgescheiden
Godheid vorm verdwijnt, omdat beide — de ziel en God —ineenstorten in vormloze Godheid.
Zowel de ziel als God verdwijnen in de Allerhoogste Identiteit.
HET NON-DUALE NIVEAU
V: Dus dan rest nog het non-duale niveau .
A: In het vorige causale niveau, ben je zo opgenomen in de ongemanifesteerde dimensie dat je misschien de manifeste wereld niet eens opmerkt. Je bent de Leegte aan het ontdekken, en dus negeer je Vorm.. Maar op het ultieme of non-duale niveau integreer je beiden. Je ziet dat Leegte lijkt op, of zichzelf manifesteert als, Vorm, en dat de essentie van Vorm Leegte is. Meer concreet, jij bent alle dingen die zich voordoen. Alle manifestatie komt op, van moment tot moment, als een spel van Leegte. Als het causale was als een stralende maanverlichte nacht, dan is dit als een stralende herfstdag.
Wat verschijnt als harde of solide objecten ‘daar buiten’ zijn feitelijk transparante en doorschijnende manifestaties van je eigen Wezen of Is-heid. Ze zijn geen belemmeringen voor God, alleen uitingen van God. Zij zijn dus leeg in de zin dat ze geen obstructie of belemmering. zijn. Ze zijn een vrije uiting van het Goddelijke. Zoals de Mahamudra traditie het beknopt stelt: ‘Alles is geest. Geest is leeg. Leegte is vrijelijk-manifesteren. Vrijelijk-manifesteren is zelfbevrijdend.’
De vrijheid die je op het causale niveau vond — de vrijheid van Volheid en Leegte — die vrijheid is gevonden om uit te breiden naar alle dingen, zelfs naar deze “gevallen” wereld van zonde en samsara. Daarom worden alle dingen zelf-bevrijd. En deze buitengewone vrijheid, of afwezigheid van beperking, of totale verlossing — deze heldere stralende herfstdag — dit is wat je daadwerkelijk ervaart op dit punt. Maar ‘ervaring’ is hier helemaal het verkeerde woord. Dit is de realisatie van de niet-ervaarbare natuur van Geest. Ervaringen komen en gaan. Ze hebben allemaal een begin in de tijd, en een eind in de tijd. Zelfs subtiele ervaringen komen en gaan. Ze zijn allemaal prachtig, heerlijk, buitengewoon. En ze komen en ze gaan.
Maar deze non-duale ‘staat’ is niet zelf gewoon een andere ervaring. Het is eenvoudig de opening of open plek waarin alle ervaringen opkomen en gaan. Het is de heldere herfsthemel waardoor de wolken komen en gaan — het is zelf niet een andere wolk, een andere ervaring, een ander object, een andere manifestatie. Deze realisatie is die van de volslagen vruchteloosheid van ervaring, de volslagen futiliteit van het proberen om verlossing of de bevrijding te ervaren. Alle ervaringen verliezen volledig hun smaak — deze passerende wolken.
Jij bent niet degene die bevrijding ervaart; jij bent de open plek, de opening, de leegte, waarin elke ervaring komt en gaat, zoals reflecties in de spiegel. En jij bent de spiegel, de spiegel geest, maar geen enkele ervaren reflectie. Toch ben je niet apart van de reflecties, achterover leunend en toekijkend. Jij bent alles wat van moment tot moment opkomt. Je kunt de hele kosmos in een slok doorslikken, het is zo klein, en je kunt de hele hemel proeven zonder een vin te verroeren.
Dit is de reden waarom, in Zen, wordt gezegd dat je de Grote Samadhi niet kunt binnengaan, het is feitelijk de opening of open plek die altijd aanwezig is en waarin alle ervaring — en alle manifestatie — van moment tot moment opkomt. Het lijkt alsof je deze staat “binnen gaat”, behalve dat eenmaal daar je je realiseert dat er nooit een tijd was dat deze toestand niet volledig aanwezig en volledig herkend was — ‘de poortloze poort.’ En dus begrijp je diepgaand dat jij nooit deze staat bent binnengegaan; noch zijn de Boeddha’s, verleden of toekomst, ooit deze toestand binnengaan.
In Dzogchen is dit de herkenning van de ware natuur van de geest. Alle dingen, in alle werelden, zijn zelf-bevrijd op het moment dat ze zich voordoen.
Alle dingen zijn als zonlicht op het water van een vijver. Alles glinstert. Het is allemaal leeg.
Het is allemaal licht. Het is allemaal vol, en het is allemaal voldaan. En de wereld gaat zijn gewone gang, en niemand merkt er iets van.
Essay uit The Collected Works of Ken Wilber: Volume IV
Vertaling Ramo de Boer © 2014 www.mindconsult.nu
Vragen en opmerkingen:
Ramo de Boer
030-6704409
Verscheurd van liefdesverdriet
Ha Felix
Heb je een advies voor mij.
Ik ben verscheurd van liefdesverdriet
Hoe kan ik hier verder mee.
Ik hoor graag van je, vriendelijke groet, Els van Noord
Maar misschien zal het verlangen nooit zijn vervulling kennen zoals wij ons dat voorstellen. Als we ons alleen op die wens tot vervulling richten dan proeven we de liefde niet en zal er waarschijnlijk verbittering opkomen.Wonderlijk, dat liefdesverdriet altijd zo op het scherp van de snede ligt. Het kan ons doen opbloeien – met liefde is niks verkeerds en met verdriet al evenmin – en ons breken. In dat laatste geval willen we bijna altijd iets of iemand in de concreetheid hebben of we willen de pijn, het verdriet niet dragen. Dan kan er dus niet zijn wat er is: de liefde en het verlangen die ons hart vullen en tegelijkertijd de pijn van de afgescheidenheid.
Zo kan de extatische mysticus lijden als hij het contact met de Ene niet meer ervaart, maar dat lijden is hem honderd keer liever dan te leven zonder de momenten van afgescheidenheid – en ook die van eenheid.
Wens je van harte alle goeds toe, Felix
Ik ga mijn best doen.
Vriendelijke groet, Els
Dus het verdriet mag er gewoon zijn, maar als je de beelden loslaat en ‘het pakken’ dan komen weer nieuwe zaken en mensen op je pad.
Een vraag over macht en liefde
Beste Hanneke, Ik heb een vraag. Ik ben 37. De afgelopen jaren ben ik vrijer geworden in fantaseren over macht hebben en ondergaan. Het wekt geweldige lust in me op. Tot een paar maanden geleden. Ik fantaseerde over een paar mannen die mij verwenden, en langzaam ging in mijn fantasie de behoefte om liefgehad te worden een rol spelen. De mannen begonnen mijn lichaam zacht te verwennen en één vroeg mij op een gegeven moment, wat ik het allerliefste zou willen. Toen (leek het of mijn geweten zich erin drong en) besefte ik ineens dat ik niets liever wilde dan met mijn eigen man (vriend) vrijen en hem liefhebben. De mannen in mijn fantasie vroegen wat ik dan nog bij hen deed en stimuleerden mij liefdevol om naar mijn vriend te gaan. Daar hield de fantasie op. Het was een zachte schok, omdat ik tot dan toe nooit onvoorwaardelijk van mijn vriend heb gehouden. Het was ook frustrerend om de lustbeleving met deze mannen op te geven, maar mijn relatie voelde belangrijker. De grote schok is, dat onze relatie dit niet heeft overleefd. Mijn vriend kan mijn emotionele behoeftes niet volgen, waardoor echte intimiteit niet mogelijk is. Daarbij kon ik zijn seksuele wensen, die veel verder gaan dan de mijne, niet bijhouden noch hem vrij laten. Nu heb ik ons beiden bevrijd door het uit te maken. Mijn vriend is nu uitgebreid zijn lusten aan het leven, ik blijf in ontreddering, depressief en met verlies van mijn schaamteloze lustfantasieën achter. Lust is voor mij nu het monster dat ons uit elkaar gedreven heeft. Terwijl er ook weinig ruimte was voor liefde. Intussen zijn we allebei ook nog vreselijk verdrietig maar komen we niet over de kloof heen. Kun jij een licht werpen op wat er met mij is gebeurd in die ene fantasie en hoe ik nu verder kan?
***
Mijn antwoord hierop is:
Beste Paradijsje,
Je vraagt me licht te werpen op wat er is gebeurd in die ene fantasie en hoe je nu verder kunt.
Dit is mijn antwoord.
Je hebt jezelf dus eigenlijk de das omgedaan door voor de liefde te kiezen. De vraag in je fantasie was: ‘wat wil jij het allerliefste?’ En toen ‘leek het of je geweten zich erin drong’ en besefte je: ‘wat ik het allerliefste wil is met mijn eigen man vrijen en hem liefhebben’.
Ik vind dat eigenlijk heel mooi. Het gaat je niet meer om de macht, het gaat je om de liefde.
Alleen, dit blijkt niet de wens van je man, en nu zijn jullie uit elkaar gegaan.
Dat is droevig en moeilijk, maar ik raad je aan om je af te blijven stemmen op de wens om lief te hebben. Die ontspringt in jezelf, die is levend en creatief.
Afscheid is pijnlijk, maar het hoeft de wens niet te doven. Houd moed ook al ben je verdrietig, en heb lief wat er nu in je leven is. Dat is de beste remedie tegen depressie. En begrijp ook dat het wel even wennen zal zijn, dat je zult moeten afkicken van het lustvolle bestaan, waarin je als het ware macht had over het leven.
Liefde en macht gaan niet samen. Bij liefde hoort bijvoorbeeld ook dat je verlegen wordt als het erom gaat voor je wensen uit te komen, en in lustfantasieën ben je niet verlegen.
Treur niet langer, blijkbaar ben je overgestapt naar de werkelijkheid.
En niet te vergeten – anders zou dit iets te plechtig kunnen worden: liefde en lust gaan heel goed samen. Als je de gehechtheid aan de machtsfantasie loslaat, zul je merken dat de lust zich voegt bij de liefde. En dat vraagt tijd.
Liefde is niet heilig, liefde is instaan voor wat je het liefste wilt en het lekkerste vindt. Heel spannend en heel intiem.
Ik wens je veel geluk.
Hanneke
Overspel – onderspel (II)
Er bestaan veel sprookjes waarin ‘Hans’ (de vrijmoedige, open, hulpvaardige geest) leert hoe hij moet omgaan met de dualiteit. In het sprookje de Wondernachtegaal geeft een duif die door Hans is gered hem als dank de aanwijzing dat hij de wondernachtegaal zal vinden in een hof.
Hij moet de hof betreden door een poort met twee deuren waarvan er een open staat en de ander dicht. Hij moet de open deur dicht doen en de dichte open en dan naar binnen gaan. Vervolgens is er in het hof een bron met bedorven water waarvan hij moet drinken en uitroepen hoe lekker dat water wel is. Dan zal hij een wonderschone vrouw zien liggen die slaapt. Hij moet haar wakker kussen en haar toevoegen dat ze oerlelijk is (ook een manier om wakker te worden voor een vrouw). Hans krijgt in dit sprookje duidelijk het inzicht aangereikt dat de dingen niet altijd zijn wat ze lijken en dat hij moet leren doorzien dat de dualiteit ook een illusie is.
Op een subtieler niveau zal Hans door deze ervaringen gaan aanvoelen dat er evenwicht is in het leven op aarde en dat het leven altijd weer streeft naar harmonie. Het zijn precies die zaken die in ons relatieleven zo buitengewoon zinvol zijn om te onderkennen. Op heel veel manieren speelt dit natuurlijke spel van polariteiten en ons bewuste of onbewuste streven naar harmonie daarin een belangrijke rol. Zo kunnen we vallen op onze geliefde omdat die een nog niet geactiveerd of onbewust deel van onze eigen psyche juist wel heeft ontwikkeld. Wij herkennen dan in de ander iets van onszelf. Maar het kan in de loop van onze relatie zomaar zijn dat we ons juist daaraan gaan ergeren – tenminste als we niet zo wijs zijn geweest om dat minder bewuste of onderontwikkelde deel in onszelf te activeren. In plaats daarvan gaan we polariseren met onze geliefde.
We kunnen bijvoorbeeld onszelf aangeleerd hebben om ons niet volledig uit te spreken en niet op de voorgrond te treden, maar ten diepste kunnen we die wens wel hebben. Onze partner is juist daarin vaardig en ‘vanzelfsprekend’. We kunnen dan als we niet oplettend zijn de ander gaan verwijten dat die zich telkens in gezelschap zo op de voorgrond plaatst en onze eigen ‘bescheidenheid’ gaan promoten als het enig juiste gedrag.
Het spel der evenwichten en balans kan ook werkzaam zijn bij het aangaan van relaties buiten onze eigen relatie. Dat thema van ‘de affaire’ duikt elke maand wel een keer op in een damesblad. Het wordt daar vaak omgeven met de flinterdunne mores dat het iedereen wel een keer overkomt en dus verexcuseerbaar is. Wat ik bij mij tijdens relatiesessies zie als er ontrouw heeft plaats gevonden is diep verdriet, een geschonden vertrouwensband (zeker als het al een tijd gaande is), wantrouwen en een kwetsing die maar moeilijk weer te herstellen lijkt.
Overspel is over het algemeen een symptoom van de ‘ongezondheid’ van de relatie en in die zin kan het bevrijdend zijn dat de ziekte manifest wordt. Er kan ook een relatiecrisis ontstaan die achteraf een hele heilzame blijkt te zijn geweest.
De overspelige krijgt vaak het nodige over zich heen van vrienden en familie (als er open kaart wordt gespeeld) en die wordt over het algemeen ook als een schuldige van de relatiecrisis aangemerkt. Maar ook in deze situatie kun je de ‘polaire’ vraag stellen aan de niet-overspelige partner of die misschien onderspelig is geweest. Of er sprake is geweest van langdurige terugtrekking uit de relatie of het bewust of onbewust ‘vergeten’ van intimiteit. Ik heb gelukkig regelmatig meegemaakt dat na een eerste verbazing over deze vraag naar onderspeligheid er een bevrijdend en inzicht scheppend gesprek ontstond. Het wel en wee binnen de relatie werd weer een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en niet de zoektocht naar de schuldige.
Bisschop Desmond Tutu ziet 4 stappen die kunnen leiden tot herstel van een relatie waar schending heeft plaats gevonden. De eerste is dat er volledige erkenning is van het aangedane. Ik voeg daaraan toe, een erkenning zonder daaraan een verklaring te koppelen (ja, ik deed het, maar het komt omdat jij…). De fout wordt ten diepste erkend en toegegeven en er is oprecht berouw. Dan volgt als tweede dat er echt ruimte moet zijn voor ‘het verhaal’ van de geschondene en de emoties die zijn opgewekt. Iemand die een trauma heeft doorgemaakt moet soms vele malen zijn verhaal kwijt. De derde stap is die van vergiffenis vragen en vergeving schenken. Dit is een bijzonder belangrijke stap die ieder zal beamen die de bevrijdende werking kent van deze stap na grote en kleine schendingen. En de laatste stap is die van herstel van de relatie en dat vraagt dan ook het werkelijk voorbij gaan aan het achterliggende en weer in vertrouwen samen zijn. Dat laatste blijkt in de praktijk vaak een lastige opgave.
Onderspel doet zich op heel veel manieren voor en vraagt wat meer uitleg. Met name vrouwen kunnen geneigd zijn om seks te ‘vergeten’. De seksuele impuls of behoefte kan makkelijker ‘ondergronds’ gaan. Het is niet voor niks dat in sprookjes de ridder zich vaak eerst door een dicht braambos moet hakken om bij de ‘slapende’ vrouw terecht te komen, waarna hij haar pas door een kus weer kan wekken. Seks wordt ook vaak als machtsmiddel ingezet en dat is echt spelen met vuur. Mannen kunnen als reactie daarop met hun opspelende verlangens andere ontladende wegen gaan zoeken. Afsluiten of afweren kan het begin zijn van veel gedoe en een negatieve spiraal van verwijdering inzetten.
Mannen kunnen op hun beurt onderspelig worden in hun preoccupatie met hun werk of hun zorgen. Sowieso zijn het af en toe van die trekpaarden met oogbeschermers op. Blik vooruit en blijven gaan. Volle agenda’s, ook nog sporten en met vrienden op stap. Allemaal mogelijk onderspel in een liefdesrelatie.
Een meer mystieke benadering van de dualiteit in ons relatieleven en een mooie meditatietekst om mee te eindigen staat in Tot Zover, inspiraties van Hans Korteweg: ‘De tegenstelling van man en vrouw komt aan de orde in iedere wordingsgeschiedenis van de individuele mens. De grote strijd is de noodzakelijke voorbode van het heilig huwelijk. Ieder mens, of deze nu man of vrouw is, ontmoet de ander, het andere geslacht, als de ongewenste tegenstander. Slechts indien de mens de Ongewenste en het ongewenste leert te ervaren als de realiteit waarvan hij, tezamen met het totaal andere, deel uitmaakt, kan hij toetreden tot de grote broederschap van het leven. (…)’
Hartelijke groet, Felix Erkelens
tekening Albert Hennipman (De Ruimte ontwerpers: http://bit.ly/WaIGXL)
Gehechtheid
Gehechtheid en verslaving
In mijn ervaring is het begin van de verslaving de wens om bevrijd te worden van de levensspanning. Je kent het volgende moment nooit, altijd weer opnieuw is het nu, en dat ís spannend. Nu is het gekke dat het lijkt alsof dat naar is en we het niet kunnen uithouden. En we hebben blijkbaar dit bestaan om te leren dat dat niet zo is. We leren om te leven in die spanning van het nu en te gaan houden van het niet weten wat er straks komt.
De Grote Traditie en het doorklieven van alle traditie
** Master of Self-Realization. An Ultimate Understanding. Door Siddharameshwar Maharaj. Voornamelijk op basis van notities van Nisargadatta Maharaj. Mumbai: Sadguru Trust, 2006.
Dit artikel verscheen eerder in het decembernummer 2010 van het tijdschrift InZicht