…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Archive for the ‘Artikel’ Category

Het coronavirus

Het coronavirus grijpt wereldwijd steeds meer om zich heen. Het virus is bijna overal het gesprek van de dag. De gevolgen zijn overal merkbaar. Voorraden raken op, de financiële sector is onderuitgegaan en vele events worden afgelast. In deze nieuwsbrief bespreken we het coronavirus uitgebreid. Vooral hoe we ons met voeding, supplementen en praktische maatregelen tegen dit virus kunnen wapenen.

Over de naam
Er bestaat niet zoiets als één coronavirus. Het is een groep van virussen, waar ook SARS en MERS onder vallen (1). Het virus dat ons nu in de greep heeft, heet niet COVID-19. COVID-19 is de infectieziekte die het veroorzaakt. COVID is de afkorting van COronaVIrus Disease en de 19 staat voor het jaartal waarin dit virus is ontdekt: 2019. De officiële naam van het virus zelf is SARS-CoV-2, dat staat voor Severe Acute Respiratory Syndrome Coronavirus 2. In totaal bestaan er zeven coronavirussen die ziekten bij mensen kunnen veroorzaken (2).

Meerdere typen
Inmiddels wordt duidelijk dat er twee typen van het virus rondgaan: een agressieve en een milde variant (3). Onderzoekers vermoeden dat het bij ongeveer 70% van de infecties om de agressieve vorm gaat. De overige 30% is de milde variant, die lijkt op een hele korte verkoudheid.

Wat is het probleem?
De normale griep is van het virustype Influenza. Veel mensen hebben hier al enige weerstand tegen opgebouwd. Het sterftecijfer ligt bij dit virus rond de 0,1% (4). Bij COVID-19 ligt het sterftecijfer een stuk hoger. In Nederland is het sterftecijfer 1% en in Italië 6% (5). Hoewel niet alle gevallen van het virus worden geregistreerd, schatten onderzoekers dat het gemiddelde sterftecijfer rond de 2% ligt. Het virus is vooral dodelijk voor ouderen en zieken.

Virale lading
De incubatietijd voor het virus is vrij lang, waardoor je gemakkelijk anderen kunt besmetten. De incubatietijd varieert van 2 – 14 dagen, maar in de meeste gevallen betreft het een dag of vier (6). Opvallend is dat het virus een voorkeur lijkt te hebben voor mannen (7). Wetenschappers gebruiken de term “virale lading” voor de hoeveelheid van een virus dat in lichaamsvloeistoffen circuleert. Dit piekt bij COVID-19 rond de 5 – 6 dagen (8). Bij een hoge virale lading is de kans op het besmetten van anderen het hoogst. Sommige mensen hebben een hoge virale lading, zonder dat er klachten zijn. Hierdoor kunnen onbewust veel mensen worden besmet (9). Op dit moment gaan we ervanuit dat een geïnfecteerde minstens twee anderen besmet (10).

Welke supplementen?
Dit coronavirus is vrij nieuw, waardoor betrouwbare studies over de relatie tussen supplementen en het coronavirus niet voorhanden zijn. Toch zijn er wel wat tips te geven. Zo is het slim om de volgende supplementen in huis te halen:

Zink zuigtabletten kunnen de ernst van virale infecties in de keel tegengaan (11, 12). Het gaat hierbij expliciet om zuigtabletten! Tabletten die je moet doorslikken zijn minder effectief en neussprays kunnen zorgen voor permanent verlies van de reukzin (13). Meer is overigens niet altijd beter, het heeft geen zin om meer dan 100 mg zink per dag te nemen (14).

Vitamine D is in staat om infecties van de bovenste luchtwegen tegen te gaan. Deze vitamine maken we uit zonlicht, maar in de winter schijnt de zon niet krachtig genoeg en zitten de meeste mensen binnen (15). Wist je trouwens dat de UV-stralen in zonlicht dodelijk zijn voor virussen? Daardoor kan een virus zich in de zomer minder makkelijk verspreiden (16).

Vitamine C kan de duur van verkoudheid verkorten. Je moet het dan wel nemen voordat je ziek wordt (17). Bovendien werkt het beter bij sporters en ouderen (18). Dit laatste is vooral interessant bij COVID-19, omdat het vooral ouderen hard raakt (19). Preventief raden onderzoekers 100 – 200 mg vitamine C aan om het bloedplasma te verzadigen, maar bij acute infecties moeten we eerder denken aan grammen (20, 21).

Nepnieuws
Opvallend is dat men in China inmiddels vitamine C inzet tegen COVID-19 (22). Let wel: het gaat hier om vitamine C die direct in de aderen (intraveneus) wordt toegediend. Er loopt op dit moment een gerandomiseerd onderzoek naar de effectiviteit van vitamine C tegen het coronavirus (23). Tegelijkertijd zijn er vele sites die stellen dat vitamine C tegen dit coronavirus louter is gebaseerd op lariekoek en dat dit puur nepnieuws is (24, 25). De waarheid is dat er geen langetermijnonderzoeken beschikbaar zijn. De behandeling met vitamine C is experimenteel. Zowel voor- als tegenstanders moeten nog even geduld hebben totdat er definitieve cijfers zijn (26).

Meer niet altijd beter
Veel influencers raden op dit moment aan om extreme hoeveelheden supplementen tot je te nemen in de strijd tegen het coronavirus (27, 28). De oude orthomoleculaire gedachte was in het verleden dat meer beter was. Inmiddels weten we dat we van de meeste vitamines en mineralen ook een teveel kunnen nemen (29). Om deze reden is het beter om niet te overdrijven.

Blijf weg bij junkfood
Geraffineerd voedsel kan ons immuunsysteem ernstig verzwakken, waardoor we kwetsbaarder worden voor infecties (30). Sterker nog, pieken in de bloedsuikerspiegel kunnen tijdelijk het immuunsysteem verzwakken (31). Kies daarom voor onbewerkt voedsel, dat rijk is aan vitamine C, vitamine D en zink.

Praktische tips
Cruciaal is het om regelmatig goed je handen te wassen om verspreiding tegen te gaan (32). Was je handen minimaal 20 seconden en ook tussen je vingers (33, 34). Raak tussentijds je mond, neus en ogen zo min mogelijk aan. Verder is goed slapen belangrijk om je immuunsysteem op pijl te houden (35, 36). Omdat de voorraden overal teruglopen, is het aan te raden om een voorraadje voedsel aan te leggen. Denk hierbij aan houdbare zaken zoals rijst en diepvriesgroenten (37).

Gelukkig is er ook goed nieuws: China meldt dat het de goede kant op gaat en dat de piek van de epidemie achter de rug is (38, 39). Hopelijk geldt dit spoedig ook voor ons land!

Een gezonde week,
Juglen Zwaan
aHealthylife.nl

Humor in zen. Het is erger dan je denkt

Teisho uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi voor de Zen Cirkel Lelystad op 2 november 2019. Deel 3.

Een van de allerbeste zen grappen die ik ken, komt uit het boekje van Jan Willem van de Wetering, de Lege Spiegel. Van de Wetering was een van de eerste die over zen schreef. Hij is in de jaren ’50 een succesvol zakenman met een fijn gezin en een mooi huis. Maar in een jaar tijd verliest hij alles. Hij blijft achter met schulden en levensvragen. Hij hoort van zen en reist naar Japan. Hij trekt langs kloosters maar nergens spreken ze Engels. Totdat hij belandt in een kleine tempel nabij Kyoto. Daar kan hij terecht bij Harada Roshi. Hij komt bij de leraar op dokusan, de formele individuele begeleiding en doet in een half uur uitgebreid zijn beklag over zijn trieste lot. Roshi luistert geduldig en vervolgens valt er een pijnlijke stilte. Minuten lang. Van de Wetering vraagt zich af of deze Japanse Roshi wel een woord heeft verstaan van wat hij in het Engels zojuist heeft gezegd. Dan zegt Harada Roshi plotsklaps: ‘Weet je, het is veel erger dan je denkt!’

Dit briljante, bevrijdende antwoord heeft Van de Wetering ertoe gebracht een tijd bij Harada Roshi te blijven. Trungpa noemt dit ‘een genadeloze compassie’. En wat een humor ook.

Een ander mooi voorbeeld en dit is een klassieker. Het komt uit een toespraak van meester Kyogen. “Ons leven is als een mens die in een boom hangt. De voeten vinden nergens steun. De handen kunnen niets vastgrijpen. Maar met de kaken heeft deze mens zich stevig vastgebeten en daar hangt hij dan. Hij kan geen kant meer op. Onder de boom staat een zenleraar en die roept: ‘He jij daar! Kan jij me nu eindelijk eens zeggen waar het in jouw leven nu echt over gaat?’”

Het is een treffend zinnebeeld van onszelf. We vinden nergens steun, we hebben geen grond om op te staan, we kunnen niets vastgrijpen, want alles glipt tussen onze vingers door. Maar onze de kaken hebben we ons stevig vastgegrepen in een tak. Die tak, waarvoor staat ie? Voor onze geloofssystemen, onze concepten, neigingen, oordelen, patronen, overtuigingen, enzovoort. Het is de illusie dat we het leven op deze wijze kunnen vasthouden.

Herken je het beeld? Dan is er nog die zenleraar die de prangende vraag stelt. Wat staat de figuur die daar met zijn kaken vastgebeten aan de tak hangt te doen? Het geniale in dit beeld is dat, wil je die vraag kunnen beantwoorden, je vrij van al je vooronderstellingen een antwoord moet geven. Je zult alles waaraan je je vasthoudt moeten loslaten, al je voorwaarden, je overtuigingen, je concepten. Dit is niet wat uit het eigen aan den lijve ervaren voortkomt. Je zult moeten vallen en zo voelt het ook als we onze mentale handvaten loslaten. Dit beeld is een haarscherpe spiegel voor onszelf, vol humor en vol tragiek, het toont de ultieme condition humaine. Zo zitten we allemaal te rommelen. Dit gaat over jou, dit gaat over mij.

Er is nog een derde voorbeeld, van de grote Ch’an meester Mazu, een van de geniale zen geesten uit de zevende eeuw na Chr. Het verhaal gaat als volgt. Mazu zit op een warme zomerdag met de benen uitgestrekt te ontspannen op een dijkje tussen de rijstvelden. Over dat smalle dijkje komt leken-leerling Feng hijgend aangelopen met een kruiwagen vol houtblokken, op weg naar het klooster. Feng ziet in de verte zijn leraar zitten en dichterbij gekomen, vraagt hij: ‘Zou de eerwaarde meester zijn benen willen intrekken?’

Waarop Mazu zegt: ‘Wat eenmaal is uitgestoken, wordt niet meer ingetrokken.’

Feng zegt dan: ’Wat eenmaal in beweging is gezet, wordt niet meer tot stilstand gebracht.’

En hij rijdt pardoes over de benen zijn leraar. Mazu kreunt van de pijn: ’Au, au!’ Feng rijdt door. De volgende dag komt Mazu in de dharmahal, strompelend en met een bijl in zijn hand. Hij neemt plaats op de verhoogde leraarszetel en zegt: ‘Zou degene die de benen van deze  arme monnik heeft verwond, naar voren willen komen?’

Uit het gevolg van monniken komt Feng naar voren en loopt naar Mazu. ‘Hier ben ik’, zegt hij. Mazu zegt: ‘Leg je hoofd maar op dit houtblok’. En Feng doet dat. Mazu heft de bijl, houdt die boven het hoofd van Feng en loopt vervolgens weg, de dharmahal uit.

Hilarisch, prikkelend, schurend. Waar verwijst dit verhaal naar? Om te beginnen is er de dialoog in het eerste deel. Zo’n uitspraak als ‘Wat eenmaal is uitgestrekt, wordt niet meer ingetrokken’, waar gaat dat over? Dit gaat over karma en onze diep ingesleten patronen waaraan we op onze levensweg, dat smalle sawadijkje tussen de rijstvelden waarop ieder van ons zich beweegt, niet kunnen ontsnappen. Wat in dit verhaal zo schuurt, is de herkenning: we zijn allemaal Feng en we rijden allemaal over de benen van ander heen. We volgen onze diep ingesleten sporen en rijden, al dan niet daarvan bewust, over de benen van anderen heen.

De gebeurtenis in het verhaal schuurt omdat het ons iets wezenlijks over onszelf toont. Dat is waarom we dit een upaya noemen, een pedagogisch middel. Karma gaat niet over schuld, maar over oorzaak en gevolg, waarbij we ons karma uitleven, ook ten koste van de ander, zoals Feng dat doet.

In het tweede deel van het verhaal gaat het om: sta je voor je eigen leven, neem je je verantwoordelijkheid? Het proces van aannemen, het buigen voor jouw patronen, leidt ertoe dat ik mijn leven ga leiden zoals het is. Dit is de enige concrete vrijheid die ik ken. Mezelf helemaal doorslikken en verteren, onvoorwaardelijk erkennen en belichamen: dit ben ik.

Er is nog een verhaal, van een monnik die na twintig jaar meditatie tot een groot inzicht ontwaakte en drie dagen lang zo hard moest lachen dat iedereen in zijn omgeving tijdelijk doof was. Wat is hier de grap? Je hebt twintig jaar lang je ziel en zaligheid gegeven, je bezittingen, je tijd, je energie, je hele hebben en houden en ineens valt het kwartje, en dan blijkt dat wat je met zoveel inzet hebt nagestreefd, al die tijd op het kussen heeft gezeten. Dat kan een grote grap zijn. Tegelijkertijd kan het ook heel pijnlijk zijn. Dat die hele spirituele weg, met die immense berg vol rituelen en symbolen, uitsluitend gaat om de bekrachtiging van jou als persoon, kan zeker leiden tot een totale verbijstering. Hoe kan ik dit gemist hebben?

Dit is het verhaal van de mens dat in tal van culturen en religies is bezongen. Neem het heldenepos Gilgamesj uit ca. 2100 v.Chr, een de oudste verhalen uit de geschiedenis van de mens, waarin Gilgamesh wordt geconfronteerd met existentiële vragen en met name met het besef van zijn sterfelijkheid. Na een lange, lange zoektocht, vol gevaren, beproevingen en strijd, staat hij weer voor de muren van Uruk, de stad waarvandaan hij ooit vertrok. Zijn reis laat hem achter met twee lege handen. Maar als hij kijkt naar de muren van Uruk, dan ziet voor het eerst van zijn leven hoe fraai uitgevoerd het voegwerk is. Dat is alles. En dat is groots! En dat is óns verhaal.

Slot. Een nieuwe Zen Cirkel onder leiding van Maurice Genko Knegtel Roshi begint op maandagavond 9 maart 2020. Voor meer informatie en opgave, klik hier: https://izen.nl/zen-meditatie/ Maurice Knegtels nieuwste boek ‘Het afdalen van de berg’ verschijnt in maart 2020 bij Uitgeverij Juwelenschip.

Opgeven

Je kunt alleen de waarheid zijn, je kunt de waarheid nooit kennen. Dat kennen wordt gehoord in de afwezigheid van jezelf, als nergens een voorstelling van gemaakt wordt; dan is er zekerheid. De waarheid brengt haar eigen zekerheid met zich mee; ze heeft geen bewijs nodig, ze is haar eigen bewijs. Alles wat om je heen verschijnt, kan worden betwijfeld, maar wat het meest dichtbij is – dat wil zeggen bewustzijn – kan nooit betwijfeld worden. Alles waarnaar je denkt te kunnen zoeken behoort tot wat je al kent. Maar vrede, geluk, liefde en vreugde kunnen nooit in de mal van het bekende – dat wil zeggen tijd en ruimte – geperst worden. Je eerste vredeservaring kan plaatsvinden in de vorm van de diepe slaap. De diepe slaap roept het verlangen op om die vrede ook in de waaktoestand te kennen. Als het lichaam ’s morgens wakker wordt, is er nog wat over van de ervaring die je in de diepe slaap had. Je verlangt dan dus naar iets wat je al heel goed kent.

Er zijn momenten in het dagelijks leven dat er op natuurlijke wijze dingen opgegeven worden. Je doet geen enkele moeite om iets op te geven, maar dingen hebben dan gewoon geen reden meer om er nog te zijn. Als je van dat soort momenten proeft, loop er dan niet voor weg, maar stem jezelf er volledig op af. Zie ze niet aan voor een afwezigheid; in die afwezigheid zit jouw aanwezigheid.

Je moet echt goed begrijpen wat het betekent om volledig in niet-weten te leven. In dat ‘Ik weet het niet’ voel je je onmetelijkheid, een soort ruimte zonder grenzen, zonder middelpunt. Je bent nergens. Als je ‘Ik weet het niet’ zegt, zie je dat de zoeker datgene is waar hij naar zoekt. Als je naar het ‘ik ben’ zoekt aan de hand van technieken en systemen, dan objectiveer je het. Je moet je er in je dagelijks leven echt bewust van worden dat je er verder van verwijderd raakt als je ernaar op zoek gaat. Als je dat ziet, wordt alles opgegeven.

Uit: Jean Klein – The Transmission of the Flame
Third Millennium Publications, 1990.

Met toestemming overgenomen van het tijdschrift Inzicht

Voedsel voor je brein

Beste lezer,

De afgelopen week meldde Medisch Contact dat 50 tot 80% van de ouderen boven de 70 jaar te kampen heeft met merkbare mentale achteruitgang. Vooral het geheugen laat te wensen over, maar ook de concentratie kan achteruitgaan. Hoe kun je je brein scherp en vitaal houden? Daarover gaat deze nieuwsbrief!

Eet hier meer van
Onderzoekers raden aan om vooral veel vette wilde vis te eten, zoals haring, makreel, zalm en sardientjes (1). Dit vanwege de omega 3-vetzuren die mentale achteruitgang kunnen remmen (2, 3, 4). Interessant is dat de anthocyanines in bijvoorbeeld blauwe bessen hun weg naar het brein kunnen vinden en daar kunnen beschermen tegen schadelijke invloeden, waardoor het brein jong blijft (5, 6, 7). De specerij kurkuma kan het brein beschermen tegen Alzheimer en cognitieve achteruitgang (8, 9, 10). Liefhebbers van pure chocolade kunnen ook opgelucht ademhalen, want hierin zitten antioxidanten die volgens onderzoekers verband houden met een verbeterd mentaal functioneren (11, 12, 13). Hetzelfde geldt voor koffie, ook hierin zitten antioxidanten die het brein kunnen ondersteunen (14, 15, 16). Mocht je niet zo dol zijn op koffie, dan is groene thee ook een prima bron van antioxidanten voor de hersencellen (17). Het toevoegen van noten aan je voeding zoals walnoten, cashewnoten, paranoten en amandelen is ook goed voor de hersenen (18, 19). Tevens zouden eieren vanwege de choline en luteïne gunstig zijn voor het brein (20). Kies dan wel voor biologische eieren, want die bevatten minder ontstekingsbevorderend arachidonzuur en meer ontstekingsremmend omega 3 (21).

Eet hier minder van
Er is ook voedsel dat je beter kunt laten staan, als je brein je lief is. Zo worden suikerrijke dranken in verband gebracht met het ontstaan van alzheimer (22). Veel suiker in je voedingspatroon kun je beter vermijden, want dit is volgens onderzoekers gerelateerd aan verhoogde ontstekingswaarden in de hippocampus (23). Schade aan de hippocampus wordt in verband gebracht met geheugenproblemen, vooral het kortetermijngeheugen. Ook transvetten kun je beter vermijden. Producten die ‘gedeeltelijk gehard plantaardig vet’ bevatten, zijn vaak rijk aan transvetten (24, 25). Het mag voor zich spreken dat alcohol uit den boze is voor het brein: alcohol laat het brein op termijn verschrompelen (26, 27). Hierdoor gaan het geheugen, het logische denken en het zicht achteruit. Vanwege de kwik kun je tonijn, zwaardvis en haai beter niet te vaak op het menu zetten, want dat is een neurotoxisch zwaar metaal (28, 29). Als laatste: zorg dat je goed gehydrateerd bent. Een tekort aan vocht wordt in verband gebracht met een (tijdelijke) achteruitgang van de mentale vermogens (30, 31).

Slik deze supplementen
Volgens wetenschappers is het voor het brein heel belangrijk om over voldoende vitamine B12 en omega 3-vetzuren te beschikken (32). Suppletie met blauwebessenpoeder kan ook een steentje bijdragen (33). Ginkgo biloba is een andere krachtige antioxidant die volgens onderzoekers tegen mentale achteruitgang kan beschermen (34, 35, 36). Ook het supplement acetyl-L-carnitine is een aanrader (37, 38). Carnitine maken we voor 25% zelf aan, maar 75% dient uit de voeding te komen (39). Het zit in dierlijke producten, dus vooral mensen die veganistisch eten kunnen mentaal baat hebben bij het slikken van carnitine. Hetzelfde geldt voor creatine: dit komt ook veel in vlees voor en kan vooral bij veganisten (en in mindere mate bij vleeseters) het functioneren van het brein verbeteren (40, 41). Overige breinboosters zijn Bacopa monnieri (42, 43), vinpocetine (44, 45), glutathion (46, 47) en vitamine E (48). Vitamine E zorgt voor een goed breinfunctie doordat het vetzuren beschermt tegen oxidatie (schadelijke inwerking van zuurstof). De reden hiervoor is dat de droge massa van het brein voor 60% uit vet bestaat (49). Een groot gedeelte hiervan bestaat uit cholesterol: hoewel het brein slechts 2% van het totale lichaamsgewicht uitmaakt, bevat het 20% van de totale hoeveelheid cholesterol in ons lichaam (50).

Use it or lose it
Het is heel belangrijk om het brein te gebruiken. Puzzelen of spelletjes doen kan het brein beschermen tegen achteruitgang (51, 52). Breinspelletjes doen op de iPad is volgens onderzoekers dan ook een zeer gunstige gewoonte om te hebben (53). Ook het uitbreiden van je woordenschat of het leren van een nieuwe taal is goed voor de grijze massa (54, 55). Motorische oefeningen zoals dansen of thai chi kunnen de neuroplasticiteit van de hersenen enorm doen toenemen (56, 57, 58). Lichaamsbeweging in het algemeen kan zeer gunstig inwerken op de mentale gezondheid van het brein (59, 60). Onderzoekers raden aan om regelmatig te sporten om zo het brein jong te houden (61). Het leren van nieuwe vaardigheden is in het algemeen goed om de hersenen fit te houden (62). Luisteren naar nieuwe opbeurende muziek kan ook gunstig zijn voor het brein (63). Nog beter is om zelf een muziekinstrument te leren bespelen, want ouderen die kunnen notenlezen en pianospelen zijn mentaal scherper dan zij die deze vaardigheden niet bezitten (64). Ook het oefenen in aandacht via meditatie of mindfulness kan het functioneren van het brein sterk verbeteren (65, 66).

Slaap je slim
Mensen die goed slapen, presteren volgens onderzoekers 20% beter op cognitieve testen (67). Het wordt aangeraden om zo’n 8 uur slaap per nacht te halen (68). Dat geeft te denken, want bijna 25% van Nederland heeft een ernstig chronisch slaaptekort (69). Het draaien van ploegendiensten kan desastreuze gevolgen hebben op de werking van de hersenen.

Om te onthouden
Er is genoeg dat je kunt doen om je hersenen vitaal en krachtig te houden. Het gaat er vooral om dat je gewoontes over de jaren zo gezond mogelijk zijn. Door een combinatie van de juiste voeding, supplementen en leefstijl kun je mentaal sterk blijven. Daarnaast is het heel belangrijk om schadelijke invloeden zoveel mogelijk te vermijden.

Een gezonde week,
Juglen Zwaan
aHealthylife.nl

Humor in zen. Brandende Boeddha’s

Teisho uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi voor de Zen Cirkel Lelystad op 2 november 2019. Deel 2.

Deze groteske figuren zetten de toon binnen Ch’an. Je krijgt in de bloeitijd van Ch’an, in Tangdynastie (7 en 8e eeuw na Christus), de anekdotes van meesters die met bizarre gebaren en woorden onderricht gaven. Een exemplarisch verhaal gaat over de leraar die in een barre winter het houten beeld van de Boeddha van het altaar haalt en in brand steekt. Een andere leraar komt net de zendo binnen, ziet het tafereel en brult ontstelt: ‘Wat doe je nou?’

De meester buigt zich over de as en begint met zijn staf te zoeken. Zijn collega vraagt: ‘Wat zoek je nu eigenlijk?’ De meester antwoordt: ‘Ik zoek de heilige relikwieën van dit beeld’.

Zoals in de de monstrans van de Christenen, vindt men in de beelden en stupa’s van Boeddhisten heilige relikwieën. In stupa’s doorheen heel Azië bevinden zich relikwieën van de historische Boeddha. De bezoekende leraar roept uit: ‘Maar die vind je toch niet in de verbrande resten van dit beeld!’

Waarop de meester zegt: ‘In dat geval kan ik ook wel die twee andere beelden gebruiken, het is zo koud!’ en zo gaan ook de andere beelden in vlammen op.

Het zijn veel geciteerde verhalen met humor en spot ten aanzien van de eigen traditie. Er zit ook een mate van blasfemie in, wat eigenlijk niet kan. Dat rebelse in Ch’an sprak de jongere generatie in de jaren ’60 van de vorige eeuw in Amerika, de ‘beat generation’, enorm aan. Boeddhabeelden verbranden, dat voelde pas bevrijdend!

In een syllabus die ik in 1994 voor het Zen Centrum Amsterdam schreef rond het thema Upaya, ‘behendige middelen’,  heb ik enkele dialogen uit die bloeitijd van Ch’an in China verzameld. Een ervan gaat als volgt:

Meester Yün-men sprak tot zijn studenten: ‘In zen is er absolute vrijheid. Soms negeert of ontkent het, soms affirmeert of bevestigt het’. Een monnik vroeg daarop aan Yün-men: ‘Maar hoe negeert het dan?’ Yün-men zei: ‘Met het voorbij gaan van de winter, komt de lente.’

Waarop de monnik vroeg: ‘Wat gebeurt er als de lente komt?’

Yün-men antwoordt: ‘Een stok dragend over de schouders, laat hem zwerven over de velden.’

Dit is een antwoord dat niemand verwacht. Het zet je op het verkeerde been. Of liever, het andere been: het werkt bevrijdend. Een andere anekdote.

Meester Fa-yen vroeg een leerling: ‘Wat versta je hieronder? Laat het verschil slechts een tiende van een millimeter zijn en het groeit zo wijd als hemel en aarde.’

De leerling dacht slim te zijn en herhaalde de vraag: ‘ Wat versta je hieronder: laat het verschil slechts een tiende van een minimeter zijn en het groeit zo wijd als hemel en aarde.’

Fa-yen was niet onder de indruk en sprak: ’Dit antwoord is ontoereikend’.

De leerling erkende dat hij geen ander antwoord wist en vroeg: ‘Maar wat versta jij hier dan onder?’

Fayen zegt: ‘Laat het verschil slechts een tiende van een minimeter zijn en het groeit zo wijd als hemel en aarde.’

Nog een. Een leerling vroeg aan meester Pao-fu: ‘Wat is de bron van het ongeschapene?’

Pao-fu zweeg enige tijd en zei toen: ‘Wat vroeg de monnik ook al weer?’

De in verwarring gebrachte monnik herhaalde zijn vraag en de meester schreeuwde: ‘Ik ben niet doof!’

De leraar laat de leerling in een fuik lopen, de fuik sluit en dan kan het zijn er iets zichtbaar wordt. Of niet.

Meester Ling-yün werd gevraagd hoe de dingen waren voor het verschijnen van de Boeddha in de wereld. Hij hief zijn stok. Toen hij vervolgens werd gevraagd hoe de dingen na het verschijnen van de Boeddha in de wereld waren, hief hij andermaal zijn stok.

Fa-yen had als leraar een leerling genaamd Hsüan-tse, die hoofdambtenaar was van het klooster. Hij bezocht zijn meester nooit en op een dag bezocht Fa-yen hem en vroeg Hsüan-tse: ’Waarom ben jij nou nooit op gesprek gekomen?’ Hsüan-tse antwoordt daarop: ‘Toen ik studeerde onder mijn vorige leraar, meester Ch’ing-feng, kreeg ik een inzicht in de waarheid van zen.’

‘O’, zei Fa-yen, ‘wat zag je dan?’

Hsüan-tse sprak: “Toen ik de meester vroeg wat de Boeddha was, zei hij: ‘De vuurgod komt vuur halen.’”

‘Mooi antwoord’, zei Fa-yen. ‘Maar misschien zie je het verkeerd. Hoe zou jij het uitleggen?’

Hsüan-tse zei: ‘Als de vuurgod zelf vuur komt halen, is hij net als ik die, een Boeddha van het begin af aan, wil weten wie de Boeddha is. Geen vraag is dan nodig, want ik bén de Boeddha al.’

‘Juist’, concludeerde de meester. ‘Precies wat ik dacht. Je zit er compleet naast.’

Hevig beledigd verliet Hsüan-tse het klooster. Maar na een tijd kwam hij toch terug en vroeg zijn leraar voor het eerst om onderricht. Hij was nu niet meer zo zeker van zijn zaak. Fa-yen zei: ‘Jij vraagt, ik antwoord.’

Hsüan-tse vroeg: ’Wat is de Boeddha?’ En Fa-yen antwoordde: ‘De vuurgod komt vuur halen.’ Pas nu zag Hsüan-tse waar het om ging.

Het gaat hier om humorvolle woorden en handelingen die openend kunnen werken en de traditie zelf wordt er soms bij op de hak genomen. Maar er zijn ook verhalen waarin de hofnar om de hoek komt kijken, waarbij leerlingen en daarmee ook de lezer, op een genadeloze manier een spiegel wordt voorgehouden. Ik noem hiervan drie voorbeelden.

Wordt vervolgd. Een nieuwe Zen Cirkel onder leiding van Maurice Genko Knegtel Roshi begint op maandagavond 9 maart 2020. Voor meer informatie en opgave, klik hier: https://izen.nl/zen-meditatie/ Maurice Knegtels nieuwste boek ‘Het afdalen van de berg’ verschijnt in maart 2020 bij Uitgeverij Juwelenschip.

Humor in zen. Een barbaar in China

Teisho uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi voor de Zen Cirkel Lelystad op 2 november 2019. Deel 1.

Wanneer we spreken over humor in zen, hebben we het in eerste instantie over humor als upaya, een behendig middel dat wordt ingezet om mensen iets te laten realiseren. Maar feitelijk wordt alles in zen en boeddhisme gebruikt als upaya. Zitten in meditatie (zazen) bijvoorbeeld, is een manier om het lichaam stil te zetten en daarin iets te laten oplichten. De leraar zelf is een pedagogisch middel dat als een spiegel voor de leerling te fungeert. De teksten, zelfs alle sutra teksten, de heilige teksten, zijn pedagogische middelen. Een Boeddhabeeld is een pedagogisch middel, ook de hele hiërarchie binnen de traditie en de bloedlijn; je kunt zeggen dat het allemaal delen zijn van een groot vlot waarop je kunt varen om de zaak eens van andere oever te bekijken. De Boeddha zei: ‘Waar is wat werkt’. Zolang het iets doet wat bevrijding en realisatie bewerkstelligt, is het bruikbaar en waar. Als we praten over humor in zen kun je zeggen dat dit een bewust ingezet werktuig is.

Maar laten we eerst kijken naar deze vraag: wat doet humor met ons als mens?

Cursist: het werkt bevrijdend. Bijvoorbeeld wanneer je in de penarie zit.

Roshi: Absoluut! Als je boeddhisme beschouwt als een oefening en een traditie die gaan over bevrijding, dan is humor een wezenlijk onderdeel daarvan. Wat nog meer?

Cursist: Het verbindt, het relativeert.

Roshi: Zeker. Je kunt zelfs zeggen, als je zelf niet enigszins onthecht bent van je werkgebied, dan ben je niet in staat om daarover grappen te maken. En ook de ontvanger kan daardoor onthecht raken. Nog iets?

Cursist: Het is een vorm van zelfspot. Het toont dat je jezelf niet al te serieus moet nemen.

Roshi: Het houdt ons een spiegel voor, hetgeen een heel belangrijke functie is van humor. Het laat je iets zien wat je misschien niet wilt zien. Maar het kan op zo’n manier aan je worden gepresenteerd dat je er om kunt lachen, misschien als een boer met kiespijn. Het is de humor van de hofnar, de enige die in de middeleeuwen zonder consequenties de waarheid kon zeggen aan de machthebbers. Wat humor toont, kan heel pijnlijk zijn.

Als je kijkt naar de werkzaamheid van humor naar de ontvanger toe, dan kent humor een functioneren op drie verschillende niveaus: mentaal, energetisch en existentieel. Mentaal doordat het openend en onthechtend werkt, het komt immers van een plek van onthechting. Het werkt relativerend, het maakt je los van een preoccupatie. Boeddhistisch gesproken werkt het in op de hardheid van patronen en concepten. Energetisch, het bevrijdt vastgezette energie, laat die energie opnieuw stromen, het werkt vitaliserend. En existentieel kan het je een pijnlijke spiegel voorhouden: zo is het.

Als je in de breedte kijkt, vinden we niet zo veel humorvolle tradities in de wereldreligies. In de mystieke traditie van de Chassidim vinden we tal van voorbeelden waarin humor op een bevrijdende manier wordt gebruikt. De Soefi’s kennen dit ook. In het christendom zien we het minder. Een uitzondering vormen misschien de woestijnmonniken.

Cursist: Dat is droge humor!

Roshi: Het hindoeïsme kent enkele tradities die spaarzaam humor bevatten. Het Boeddhisme is niet echt een bron van humor. De Boeddha staat niet bekend als een man met veel humor. Indiase boeddhisten zoals Nagarjuni en Vasubandhu waren weliswaar goede psychologen, maar geen grappenmakers. Japanse zen is niet humoristisch, een enkele uitzondering daargelaten. Therevada Boeddhisme is vooral gericht op ethiek, niet op humor. Tibetanen zijn schaars met humor. De Dalai Lama lacht wel veel, maar een goede grap heb ik hem nog nooit horen vertellen. In de Chinese taoïstische traditie is Chuang-tzu een bron van verhalen met veel humor. Alle figuren die in zijn verhalen voorkomen zijn min of meer grotesk. Zijn humor heeft een grote invloed gehad op Ch’an, waarin we humor vinden als een pedagogisch middel.

Hoe gebruikt Ch’an die humor? Allereerst door het introduceren van figuren, ‘volgers van de Weg’, die veelal grotesk zijn. We komen er opvallend vaak situaties in tegen waarin een zenmeester of geleerde iemand ontmoet die hem de les leest, bij voorkeur in de persoon van een oud theevrouwtje. Er is een verhaal over zen meester Tokusan, als geleerde de autoriteit op het gebied van het Diamant Sutra. Op het toppunt van zijn roem reisde hij naar het Zuiden van China, waar Ch’an zich op nogal rebelse wijze ontwikkelde. Hij wilde daar zijn kennis laten gelden om de orde te herstellen. De man reisde naar het Zuiden en kwam langs een theekraampje. Hij bestelde thee en kreeg er cake bij. Het theevrouwtje zei: ‘Wacht u even met eten en drinken. U bent toch degene die gespecialiseerd is in het Diamant Sutra?’

Tokusan voelde zich gevleid en knikte. ‘Ik ben de autoriteit, inderdaad.’

Het theevrouwtje zei: ‘Als dat zo is, wil ik u een vraag stellen over iets wat in het soetra staat. Als u die vraag kunt beantwoorden, krijgt u de cake gratis.’

Tokusan zei: ‘Natuurlijk. Ik weet er alles van’.

Het theevrouwtje sprak: ‘Er staat ergens een regel in het Diamant Sutra: de geest van het verleden is ongrijpbaar, de geest van het heden is ongrijpbaar en de geest van de toekomst is ongrijpbaar. Die regel kent u wel.’

Tokusan knikte en het vrouwtje ging verder: ‘Dan wil ik u graag vragen: in welke geest gaat u nu deze cake eten?’

De geleerde Tokusan stond met zijn mond vol tanden. Hij had geen antwoord. Dit type personages komen in veel anekdotes van de eerste generaties zen meesters van Ch’an voor.

Een ander voorbeeld is de eerste Patriarch van zen in China, Bodhidharma. Hij kwam volgens de legende uit India aangelopen en bracht zen naar China. Ken je Bodhidharma? Een man met een grote baard, enorme oorbellen en rollende, uitpuilende ogen. Het verhaal gaat dat hij tijdens de meditatie niet in slaap wilde vallen. Daarom knipte hij zijn oogwimpers af. En zo wordt hij afgebeeld, zonder oogwimpers. Die oogwimpers zouden bovendien de zaden zijn geweest voor de eerste theeplantjes in China. Is dat niet hilarisch!

In het Noorden ontmoette Bodhidharma keizer Wu, een devoot boeddhist en stichter van zo’n 30.000 kloosters en tempels. De informatie over de groei van het boeddhisme in die tijd klopt historisch aardig. De eerste vraag van de keizer aan Bodhidharma is: ‘Wel Eerbiedwaardige, ik heb 30.000 kloosters en tempels gesticht. Wat is nu mijn verdienste’.

Bodhidharma antwoordde stoicijns: ‘Geen enkele verdienste.’

De keizer was ronduit ontsteld. Hij vroeg: ‘Maar waar gaat die leer, die Dharma, dan over?’

Bodhidharma antwoordde met de legendarische woorden: ‘Wijdse leegte, niets heiligs.’

De keizer was onthutst en vroeg: ‘Maar wie staat hier dan voor me?’

‘Ik weet het niet’, antwoordde Bodhidharma droog.

Bodhidharma werd daarop het keizerrijk uitgezet. Een raadgever van de keizer greep in en legde de keizer uit dat hij zojuist een groot boeddhist en vooraanstaand heilige het land uit had gestuurd. Keizer Wu bedacht zich alsnog en zond soldaten op pad om Bodhidharma terug te halen. En wat vonden ze uiteindelijk? Een sandaal! Deze werd overhandigd aan keizer Wu.

In het Zuiden aangekomen nam Bodhidharma zijn intrek in het Shaolin klooster, waar hij negen jaar voor een muur zat. Hij kreeg op een zeker moment gezelschap van Huike, een oud generaal, die zijn leerling wilde worden, maar Bodhidharma negeerde hem. De winter viel in en Huike wilde een daad stellen om zijn intentie te tonen aan de grote meester. Hij hakte een arm af en overhandigde deze aan Bodhidharma. Die daad overtuigde Bodhidharma van Huike’s inzet. Hij vroeg Huike: ‘Wat kan ik voor je doen?’

Huike vroeg in grote wanhoop: ‘Kunt u mijn geest tot rust brengen?’

Bodhidharma antwoordde: ‘Breng je geest maar hier.’

Huiko raakte in nu in hevige verwarring. Hij dacht: ‘Maar hoe dan?’ Hij vertrok, ging op zoek naar zijn geest en kwam een week later bij Bodhidharma terug. Hij moest erkennen: ‘Ik kan mijn geest nergens vinden.’

Waarop Bodhidharma zei: ‘Mooi, dan heb ik je geest tot rust gebracht.’

Huike wordt de opvolger van Bodhidharma en de tweede Chinese Patriarch. Bodhidharma vertrekt op een gegeven moment en gaat de grens van China naar India over. En wat ziet men als laatste van hem? Dat hij onderweg is met een sandaal op zijn hoofd! Daar zijn in zen meerdere anekdotes op gebaseerd. Een sandaal op het hoofd staat in China symbool voor het overlijden van een persoon.

Bodhidharma’s verhaal zet de toon voor een rij uitzonderlijke leraren binnen Ch’an, die groteske figuren waren en wonderlijke dingen deden. Een bekende figuur als Te-shan liep altijd met een stok door het klooster, greep de eerste de beste monnik bij diens pij, hief dan zijn stok en riep: ‘Als jij dit een stok noemt, krijg je dertig stokslagen, als je het geen stok noemt, krijg je ook dertig stokslagen. Hoe noem je het? Spreek, spreek!!’

En dit was zijn onderricht, zijn hele leven lang. Hier zijn ook meerdere ‘stokgrappen’ uit voortgekomen. Zoals die van zen meester Chao-chou, die zei: ‘Als iemand bij me komt met een stok, dan ontneem ik hem die en als iemand bij me komt zonder stok, dan geef ik hem er een.’

Wordt vervolgd. Een nieuwe Zen Cirkel onder leiding van Maurice Genko Knegtel Roshi begint op maandagavond 9 maart 2020. Voor meer informatie en opgave, klik hier: https://izen.nl/zen-meditatie/ Maurice Knegtels nieuwste boek ‘Het afdalen van de berg’ verschijnt in maart 2020 bij Uitgeverij Juwelenschip.

De vleesjas en de camerawacht

Teisho’s uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi tijdens de Izen intensive 2019 in Eerbeek. Deel 7 (slot).

Maar dat is niet het enige dat we ons herinneren. We herinneren ons ook iets anders, namelijk dat die peilloze, oneindige aanwezigheid zich bevindt in een min of meer strakke vleesjas, strak in de zin dat die aanwezigheid is beperkt tot bepaalde afmetingen. Die aanwezigheid is niet te scheiden van deze vleesjas, die benen, voeten, armen en handen heeft. Die jas heeft andere eigenaardige eigenschappen, namelijk het vermogen visuele beelden te laten verschijnen, auditieve ervaringen te laten weerklinken, om koude en warmte te voelen, om de soep in de keuken te ruiken en te proeven en nog veel meer vermogens.  De jas werpt vensters open op de wereld in bepaalde emoties, woede opent een venster  naar de wereld, net als angst, verdriet, vreugde. Al naar gelang de situatie, of niet. Je kunt zeggen: we kunnen ons herinneren dat het eindeloze Licht dat we op het kussen ervaren tegelijkertijd in een vleesjas is verstopt, een vleesjas met wonderbaarlijke vermogens, waardoor die aanwezigheid zichzelf in talloze kwaliteiten tot uitdrukking brengt. Wat zie ik? Wat hoor ik? Wat ruik ik?

Die vleesjas heeft het vermogen zaken te overdenken en door de geest te laten trekken, hij heeft verbeeldingskracht. En die vleesjas heeft specifieke eigenschappen omdat hij mede is geweven uit diepe, diepe patronen van handelen. Patronen als taaie draden, diep ingesleten sporen die veel verder teruggaan dan de tijd waarin die vleesjas zelf is gemaakt. Ze gaan terug naar de makers, vader en moeder en diens vader en moeder enzovoort. Ze komen allemaal in deze vleesjas samen, als in een netwerk. Die vleesjas is precies wat hij is, bij sommigen is ie wat klein, bij anderen wat groter en met een bepaalde kleur, maar hij is precies goed zoals hij is. Die aanwezigheid zit in niets anders dan juist deze vleesjas. Daar is niets mis mee. Soms kraakt ie of piept ie, maar er is niets mis mee.

Er is iets dat grenzeloos en peilloos is, licht, in rust en niet stuk te krijgen. Aan de andere kant herinneren we ons deze krappe verpakking. Hoe noemen we deze paradox in het boeddhisme? De bodhisattva. Aanwezigheid, grenzeloos, grondeloos, Licht: Bodhi. Sattva is de vleesjas met een netwerk van patronen en sporen. Een levende paradox. Als je niets uit deze dagen hebt gehaald, neem dan dit mee naar huis: Ik ben een paradoxaal dubbelwezen en het functioneert ook nog allemaal. Maar er is nog iets, iets heel eigenaardigs. Uit die vleesjas steekt een hand met een mobiele telefoon en deze neemt voortdurend selfies. Wij als bodhisattva richten het mobiel op onszelf, de vleesjas en de daarin verpakte aanwezigheid. En er is meer. Er zit ook nog iets in m’n oor, een oortje, een apparaatje met een draadje. Het draadje gaat naar een camerawacht die huist in dit lichaam. Heeft iemand die wacht ooit gezien? Nee. En toch praat ie voortdurend in dat oortje. Die stem praat veel en fluistert ons voortdurend in wat we te doen hebben, niet zelden heel dwingend. Die stem geeft geregeld waardevolle tips en adviezen, maar hij zegt ook dingen die we vaak niet willen horen of weten. Het heeft volop oordelen over van alles en nog wat. Hij weerhoudt ons om stappen te ondernemen en wekt onzekerheid, of hij zet ons juist aan tot handelen en wekt overmoed. Het is deze stem die zich afvraagt, wat we hier in deze zendo op dit kussen deze dagen zitten te doen. Waarom we met aandacht een zendo binnenkomen en bepaalde regels in acht houden. Waarom we niet gewoon de zaal kunnen binnenlopen en langs de kortste weg naar ons kussen gaan. Die camerawacht vindt dat gedoe. En waarom zitten we eigenlijk op een kussen? Wat levert het op? Moeten we niet aan het werk? Of thuis de kinderen opvoeden? Of hij wekt hooggespannen verwachtingen over deze dagen. Enzovoort, enzovoort.

Wellicht herinneren we ons op enig moment zoiets als een camerawacht en dat we in ons leven onszelf en de wereld vooral via de waarnemingen en oordelen van de camerawacht hebben bekeken, maar dat dit niet de werkelijkheid zelf is. Die camerawacht noemen we ‘ego’. We kunnen ons op het kussen herinneren dat we eigenlijk lange tijd, soms ons leven lang, in een beeldscherm hebben zitten kijken en naar die stem van de camerawacht hebben geluisterd. En dat we zelf zijn gaan geloven in zijn rare verhalen, naast het goede advies dat nu en dan wordt gegeven. Die stem doet teveel, hij heeft de overhand genomen. Wij zijn over-beveiligd!

Wat is nu een goed advies aan iemand die zich dit herinnert? Je kunt zeggen: keer geregeld terug naar je jas en realiseer je wat er in die jas gebeurt en wat daar aanwezig is, met andere woorden wat ruikt met de neus, hoort met de oren, voelt met de handen, loopt met de voeten, praat met de mond enzovoort. Zit regelmatig op het kussen om je de situatie te herinneren zoals ze is. Het is in feite heel simpel. Keer terug naar je adem, terug naar je vleesjas. We hoeven in feite niet veel meer te doen dan de zaak op het kussen neer te zetten, en alle aspecten van onze situatie lichten in de loop van de tijd op. Je kunt zelf bepalen even niet te kijken naar het camerabeeld van jezelf en het oortje het oortje laten. Waarbij we de camerawacht niet in de ban doen, dat is niet de bedoeling. Hij beschermt ons. Maar als je de stem weer hoort, kun je gewoon zeggen: ‘Nu even niet!’ Wie is degene die praat met de camerawacht? De meester, degene die de vleesjas bewoont, degene die deze woorden hoort, de ongeborene. Het herinneren van die camerawacht, dit ego, is een belangrijke realisatie. Die realisatie kan ons helpen het functioneren van deze beveiliger weer in het juiste perspectief te zien.

Een belangrijk vraagstuk is tenslotte hoe we de paradox die we zijn de wereld in te brengen, waarbij we dienen om te gaan met onze sterfelijke, beperkte jas en onze aanwezigheid, de Eeuwige, het onbeperkte. Waar we ook gaan of wat we ook doen, alles zit hier, in deze vleesjas, de manifestatie van de oneindige aanwezigheid. Zodra we die ervaring hebben, begint een taai proces, het voorleven van deze paradox die we zijn. We kunnen prettig zitten op de top van de berg maar uiteindelijk staan we op en voelen we de effecten en kenmerken van die vleesjas, zoals pijn in onze benen. We botsen tegen iemand op en de camerawacht meldt zich weer: ‘Verdorie, kijk toch ui!’. En als we thuis zitten, worden we geroepen: ‘Het eten is klaar!’ Of, ‘Doe de vuilniszak even in de container.’ Alledaagse handelingen, we ontkomen er niet aan. We proberen waakzaam te zijn om niet in een van de polen van de paradox te blijven hangen. Dat kost veel tijd en energie, waarbij we steeds weer teruggaan naar de vleesjas, steeds weer de paradox herkennen en teruggaan naar wat is en geregeld het oortje het oortje laten. We leven een spanningsveld. We zitten compleet in vrijheid, in Licht en staan op, gaan de begrensde, versluierde wereld in. Dit is ons dagelijks leven, dit spanningsveld. Een spanningsveld dat we telkens weer tegenkomen in een intensive als deze.

 

Wil je zelf een intensive bijwonen? Op woensdag 22 januari 2020 start in Eerbeek een nieuwe Izen intensive. Kijk voor meer informatie op: https://izen.nl/izen-intensive/ en schrijf je in!

Hoe eet je meer groenten en fruit?

Beste lezer,

De afgelopen week heeft de Hoge Gezondheidsraad van België nieuwe aanbevelingen voor een gezond voedingspatroon bekend gemaakt. Onze zuiderburen adviseren nu om dagelijks minimaal 300 gram groente en 250 gram fruit te eten. Het advies is om veel te variëren en je hierin te laten leiden door het seizoen. Het advies om dagelijks 300 gram groenten te eten is een stuk meer dan de 250 gram die het Voedingscentrum adviseert. Tot voor kort was de norm in Nederland nog 200 gram groente per dag. Waarom is het eten van groenten zo belangrijk? Hoe kunnen we meer groenten eten? In deze nieuwsbrief bespreken we het!

Onderzoekers zagen dat mensen die dagelijks minstens 500 gram groenten en fruit eten, een lagere kans hebben om vroegtijdig te overlijden (1 ,2). Het blijkt dat 800 gram optimaal is, als het gaat om bescherming tegen cardiovasculaire ziekten en een overlijden in het algemeen (3). Het eten van veel groenten en fruit wordt geassocieerd met een lagere kans op (dikkedarm)kanker (4 ,5). Het eten van meer groenten en fruit is niet alleen goed voor de fysieke gezondheid, maar blijkt daarnaast ook goed te zijn voor je mentale gezondheid. Mensen die veel groenten en fruit eten zijn gelukkiger, tevredener en voelen zich over het algemeen prettiger (6 ,7). Dagelijks meer dan vijf porties groenten en fruit eten kan bescherming bieden tegen depressie (8). Onderzoekers zeggen dat verse en rauwe groenten en fruit nog krachtiger werken dan de bewerkte of verhitte varianten (9). De heilzame werking komt deels door de gunstige stoffen in groente en fruit, maar sinds kort weten we ook dat de positieve werking op de darmflora bijdraagt aan de versterking van onze gezondheid (10).

Groenten bevatten weinig calorieën en tegelijkertijd veel micronutriënten zoals vitaminen, mineralen en bioflavonoïden. Hierdoor kunnen ze op een voedzamere manier bijdragen aan het afvallen (11 ,12). Zowel groenten als fruit zijn zeer rijk aan vezels, waardoor klachten als obstipatie kunnen verminderen (13).

18 tips om meer groenten en fruit te eten:

  1. Eet niet alleen groente bij het diner, maar ook bij het ontbijt en/of middageten. Ontbijten kan bijvoorbeeld met een groenteomelet. De lunch kan prima met een salade en een soepje. Vooral wanneer je weinig tijd hebt is een soep zo opgewarmd.
  2. Veel mensen zeggen dat ze geen konijn zijn en laten groenten en fruit liggen. Dan is het beter om wat groentesap uit de slowjuicer te drinken. Deze draait heel langzaam waardoor de vitamines intact blijven.
  3. Kies voor een groentespread. Deze zijn steeds vaker kant-en-klaar te koop, of maak het zelf. Deze spread kun je op een (glutenvrije) cracker of boterham doen.
  4. Maak patat in de oven van aardappel, bataat, pastinaak of pompoen. Lekker met een knoflook-dipsaus, olijfolie en Keltisch zeezout.
  5. Maak een pizza met veel groenten. Er zijn steeds meer glutenvrije bodems te vinden. Je kunt ook zelf een bodem maken van ei en bloemkool (klinkt niet lekker, maar is heerlijk!).
  6. Neem een abonnement op een groentepakket. Een Odinpakket kun je afhalen bij de lokale biologische winkel, maar de Ekoplaza groentetas wordt in bijna heel Nederland aan huis gebracht.
  7. Koop een blender. Zelf heb ik een hoge snelheidsblender en dat geeft een smooth resultaat. Zo kun je heel veel groenten en fruit gemakkelijk binnenkrijgen. Het beste is wel om het resultaat met een lepeltje te eten, zodat de enzymen uit speeksel hun werk kunnen doen.
  8. Eet minder vlees. Als je minder vlees eet, heb je meer plek over voor groenten. Paddenstoelen of linzen kunnen prima als vervanger dienen van vlees.
  9. Koop een spiralisator. Zelf gebruik ik de Spirelli veel en maak van courgettes lekkere groentepasta. Deze sliertjes vervangen dan de pasta van tarwe. Veel voedzamer en erg smaakvol. Je kunt het ook rauw eten.
  10. Probeer ook af en toe nieuwe groenten uit. Er zijn steeds meer vergeten groenten in de normale supermarkt. Bijvoorbeeld: pastinaak, aardpeer, rammenas, koolrabi en snijbiet. Pas nog heb ik een cherimoya (fruitsoort) gekocht in de biologisch winkel, wat was deze lekker!
  11. Eet meer groenteburgers. Deze zijn tegenwoordig kant-en-klaar goed verkrijgbaar. Kijk wel op de ingrediëntenlijst voor verdachte toevoegingen. Helemaal gezond is het wanneer je zelf een groenteburger maakt, zoals deze vegetarische bietenburger.
  12. Eet meer zeewier. Zelf maak ik regelmatig heerlijke zeewierpasta. Een ideale manier om meer vezels binnen te krijgen. Zeewierpasta bevat daarnaast heel veel omega 3 en jodium. Dus ook geschikt als broodvervanger.
  13. Combineer vele groenten, zodat het een kleurig geheel wordt. Door de variatie eet je automatisch meer groenten, omdat het minder snel saai wordt.
  14. Eet af en toe rauwe groenten als tussendoortje. Voedzaam en lekker. Je kunt ook voor enkele dagen een dip maken, om het geheel nog smakelijker te maken. Een beetje Keltisch zeezout op tomaten doet het ook goed.
  15. Koop receptenboeken voor inspiratie, zoals 50x lunchen zonder brood, De receptenwijzer of Superdiners.
  16. Koop ook diepvriesgroenten. Deze kun je langer bewaren dan verse varianten en gebruiken wanneer het je uitkomt. Als je even een keer weinig tijd hebt, zijn voorgesneden verse groenten ook beter dan helemaal niks.
  17. Neem minder rijst, aardappelen, pasta of brood en schep hiervoor in de plaats meer groenten op. Groenten bevatten vele malen meer voedingsstoffen en minder suiker.
  18. Ga meer wokken. Met wokken zijn de groentes snel klaar. Je kunt de groenten ook altijd nog even kort stomen voor het wokken. Met stomen behoud je de nutriënten vele malen beter dan met koken in water.
  19. Door fruit in het zicht te leggen, ben je eerdere geneigd om dit te eten. Voor de tanden is het beter om fruit vlak voor de maaltijd te eten.
  20. Een goed idee voor een lekkere avondsnack is het roosteren van groenten in de oven. Dat kost niet veel tijd, want de oven doet het werk. Vervolgens kun je de groente eten met een hummusdip.
  21. Voor mensen die echt niet van groenten houden: verstop ze in de saus. Zo kun je de groenten in de tomatensaus zo fijn malen, dat de tafelgenoten geen idee hebben dat ze eigenlijk heel veel groente eten. Deze truc werkt helemaal goed bij kinderen en moeilijke eters 😉
  22. Bezoek je een grote stad? Dan is er vrijwel altijd een saladebar in de buurt. Niet duur, wel lekker! Een grotere keten is SLA, maar er zijn ook kleinere initiatieven zoals SEM in Amersfoort. Bij die laatste kom ik zelf vaak eten!

De meeste mensen denken dat ze de norm voor de hoeveelheid groenten met gemak halen, terwijl dat toch niet het geval blijkt (14). Onderzoek van het CBS toont aan dat bijna niemand de norm voor de aanbevolen hoeveelheid groenten en fruit haalt (15). Volgens sommige bronnen haalt slechts 2% van Nederland de norm (16). Ik hoop dat het door bovenstaande tips makkelijker voor je wordt om meer groenten en fruit te eten, zodat je gezondheid op de lange termijn een flinke boost zal krijgen!

Gezonde groet,
Juglen Zwaan
aHealthylife.nl

Echt scheiden bestaat niet…

“Doe mij maar het verdriet”

– Maaike Oubouter

Hij vroeg mij: “maar is er dan nog hoop?” Ik antwoordde hem dat ik dat niet wist. “Er is misschien nog hoop voor een nieuwe jou en een nieuwe mij, maar die ken ik nog niet. Die twee bestaan nog niet.”

We besloten dat wat er ook zou gebeuren, we de lat voor onszelf hoog zouden leggen en ons niet zouden laten leiden door de vanzelfsprekendheden die we kenden rondom echtscheiding. De drama’s, de gescheiden families op verjaardagen, het gesleep met spullen, de afgunst, de pijn van elkaar uit je script schrijven. We zouden onze eigen regels bedenken en zoeken naar onze eigen oplossingen. Oplossingen die eren wie we samen waren en wat we gedeeld hadden in twaalf jaar tijd. En ja, we realiseerden ons op dat moment in 2014 nog niet wat dat van ons zou vragen maar we wisten wel dat we hoe dan ook verbonden zouden blijven. Echt scheiden bestaat namelijk niet…

Zoals ik het ‘wist’ toen ik hem voor het eerst zag, zo ‘wist’ ik het ook toen het einde van ‘ons’ naderde. Soms ‘moet’ je je losmaken van een persoon die tot dan toe als jouw grote liefde één van de meest belangrijke en vormende rollen in je leven speelde. ‘Moet’ tussen aanhalingstekens omdat het als een innerlijk moeten voelt. Vaak lijnrecht tegenover verstandig, logisch of prijzenswaardig. Lijnrecht tegenover ‘goed voor de kinderen’. Lijnrecht tegenover ‘wat zullen anderen denken’. Lijnrecht tegenover ‘alles wat we nog samen zouden doen’. Lijnrecht tegenover ‘onze ouders hielden het toch ook vol? En dat was heus niet altijd makkelijk…’.

Er zijn natuurlijk omwegen te bedenken, zoals apart wonen, in het buitenland werken of buitenechtelijke relaties aangaan, maar die doen vaak geen recht aan dit ‘innerlijk verder moeten op je eigen pad’.

Dit innerlijk moeten bleek sterker dan al mijn rationele kracht en angst bij elkaar. Ik weet nog dat één van mijn vriendinnen zich vol medeleven hardop afvroeg: “… en dat mooie klimrek naast jullie huis dan, dat is toch vreselijk als je dat moet missen?” Die opmerking maakte grote indruk.

Nu we in Nederland ook Scandinavisch ‘scoren’ op het gebied van echtscheidingen (50% van de huwelijken wordt ontbonden), moet je daar met elkaar over praten. Als van elke twee duurzame relaties er één eindigt, dan veranderen individuele en culturele waarden en moet je daar met elkaar over in gesprek. Over hoe je dat op een respectvolle manier kunt doen. Over de diversiteit aan oorzaken. Over schadebeperking. En zeker ook over de wens naar persoonlijke groei, emotionele verdieping, veerkracht en ziel-integriteit die we kennelijk massaal ambiëren. Zonder deze ingrediënten zou niemand het in zijn hoofd halen om zo’n stabiele situatie in te ruilen voor de chaos die een scheiding met zich meebrengt. Onze uitgangspositie was gewoon dertien in een dozijn en onze scheiding was een oersaaie; niet juicy, geen soap, geen rechtszaken of straatverboden. Maar de uitkomst is bovenverwachting. Het echte werk zat van binnen, dwars door de rouw en de tranen heen.

Ik kan me nog levendig herinneren dat we samen gingen eten want de relatietherapeut had gezegd dat je als jonge vader, de jonge moeder het huis uit moet slepen. Thuis kan ze niet uit haar rol. “Je moet haar vertellen dat ze een mooie jurk en hakken aantrekt en dat jij de rest regelt. Dus ook een goede oppas.”

Daar zaten we. Linea recta naar het Okura, of all places. Wat een stom idee! Saté met friet was beter geweest. Ik kon alleen maar huilen. Alle schaamte voorbij want mijn relatie was ten dode opgeschreven. De ooit zo magnetische aantrekking had zijn polen gekeerd. Ik had me al een paar weken verdiept in de historie van het huwelijk en voelde me misleidt. Hoe prop je de magie van levenslust en hartenwensen in de krappe werkelijkheid van het huwelijk? Mezelf afdoen als naïef of veeleisend was geen optie meer…

Ik stond om 5u ’s ochtends op om een rondje te lopen en terwijl de zon opkwam boven het IJsselmeer, sloeg een bliksem in… “Je mag het ook anders willen voor jezelf.”

Wanneer je innerlijk tot de conclusie komt dat je relatie ‘klaar’ is, breekt bij de meeste mensen eerst paniek uit. Dan volgen drie fases; (1) loslaten van de oude vorm – en je reptielenbrein de mond snoeren, (2) accepteren van de tussenfase – het oude niet meer en het nieuwe nog niet en (3) het opbouwen en invullen van een nieuwe vorm. Nota bene: in veel ex-relaties is het helemaal niet nodig om de ander uit het script van je leven te schrijven.

Door mijn eigen ervaring en de talloze mensen die ik energetisch heb mogen bekijken, zag ik dat echt scheiden niet bestaat. Het is eerder een vorm-verandering die beter weerspiegelt wat er nu is (of zelfs altijd ook al was).

Zoals alle mensen verbonden zijn met al het leven op aarde, zo blijf je ook als ex-partners energetisch verbonden met elkaar. Meer verbonden dan logisch lijkt. Ex-partners blijven verbonden via hun ziel. De ziel is eeuwig, tijd & plaats onafhankelijk, en neemt elke ervaring volledig in zich op. Een deel van jou wordt als het ware óók de ander. De ziel is derhalve niet in staat om definitief te ‘scheiden’. Vanuit je ziel herkende je in de ander een soort template; wie de ander vanuit zijn of haar potentie zou kunnen worden. En daar werd je verliefd op. Als die potentie tijdens jullie relatie door jezelf (*) of de ander niet gerealiseerd wordt, of ten koste gaat van je eigen ontwikkeling, dan blijft dat template toch bestaan.

(*) Je wordt verliefd op een deel in de ander dat je in jezelf tot ontwikkeling wilt brengen.

Het was angstig en onoverzichtelijk om te spelen met de gedachte dat ons gezin in z’n huidige vorm zou ophouden te bestaan. De jongste was pas één. Ik kan me nog herinneren dat we de bruiloft van mijn broer vierden, in Spanje, en ik op het allerlaatste moment mijn tekst met liefdevolle woorden kwijt was. Wat een symboliek! Tijdens onze verder prachtige reis vertelde ik dat ik onze relatie zoals die was niet meer zag zitten maar het gezin wel wilde voortzetten. Het lukte ons niet meer om ons hart te openen voor elkaar en ik voelde me daar heel schuldig over. Ik gunde onszelf méér van alles; meer liefde, meer genegenheid, meer nieuwsgierigheid, meer verwondering, meer co-creatie, meer enthousiasme, meer seks, meer kwetsbaarheid, meer nieuwigheid. Kortom meer levenslust.

Mijn vertrouwen in een toekomst samen was verzwakt en mijn wijze lerares vroeg me of ik met de huidige situatie nog eens 10 jaar genoegen kon nemen. De benauwdheid van die vraag liet me niet meer los.

Ik streepte mogelijke oorzaken voor ons gedoe weg. Communicatie? Best goed, zeker als we er tijd voor maakten. Gedrag? Heel acceptabel. Ik was nog steeds trots om naast hem te lopen. Ik vond de weekenden samen heel fijn en ik had ruim voldoende tijd voor mijn eigen interesses, zelfs met de kleintjes thuis. Gezamenlijk toekomstbeeld? Nooit gebrek aan inspiratie. Dat was het allemaal niet…

Het was eerder een diep weten dat je pad verder gaat; ieder zijns weegs. Het weten van waaruit je je angsten en de risico’s die erbij komen, hebt te accepteren. Volgens de meeste standaarden was er niets mis met onze relatie. Behalve dat ik voelde hoe we binnen de relatie niet verder konden groeien, we stagneerden elkaar.

Scheiden roept vaak extra verdriet en schuldgevoel op wanneer je ook samen kinderen hebt. We zijn nu ruim vijf jaar verder sinds we voor het eerst de mogelijkheid van uit elkaar gaan, bespraken. Het werd mijn grote spirituele inwijding, mijn emotionele vaardigheidstest en persoonlijke hero’s journey.

Het belangrijkste was dat ik altijd heb gevoeld dat we onze eigen ‘functieprofielen’ mochten bedenken… Building the plain while flying. Een aantal van de spelregels waaraan ik mezelf wilde houden, beschrijf ik hieronder.

  • Neem je voor dat je de nieuwe fase hanteert als fase van groei (en gun elkaar oefentijd en fouten). Je relatie is niet mislukt omdat je uit elkaar gaat. Het is een ode aan de complexiteit van het leven en de groei die je mede dankzij de ander hebt kunnen doormaken.
  • Wees net zo ambitieus voor het resultaat van je scheiding als voor elk ander levensgebied dat je aan het hart gaat. Leg de lat hoog en zorg dat je keuzes maakt waar je langdurig trots op kunt zijn.
  • Onderhandel alleen over echt belangrijke onderwerpen en probeer over zoveel mogelijk dingen heen te stappen. En dan niet bijhouden of balanceren hoe vaak je dat doet of hoe weinig de ander dat doet. Dat breekt je op.
  • In het begin waren er geen nieuwe partners in het spel. Daardoor konden we onszelf een onmisbare traagheid permitteren en hadden we niet het gevoel dat we de belangen van nog een derde (of vierde) persoon moesten meewegen.
  • Mijn ex-man had meer tijd nodig om zich te realiseren dat een scheiding ook voor hem beter was. Die tijd hebben we elkaar kunnen geven, zodat we beiden achter het besluit en proces konden staan.

Nadat het voor ons beiden duidelijk werd dat we een andere vorm voor onze relatie wilden vinden, konden we pas echt vooruit kijken. We hebben toen nog een heel liefdevol en eerlijk jaar gehad waarin we nog samen woonden (achteraf bleek dat een groot geschenk aan onszelf). De druk was van de ketel; de relatie hoefde niet méér te zijn dan het was. We werden weer de twee mensen die van elkaar konden houden als mens, zonder verwachtingen als partners. Ineens kreeg ik weer een heel leuk iemand te zien die door alle ergernissen en afstand uit mijn beeld verdwenen was.

  • Ik heb moeten leren om me te houden aan een strikte scheiding tussen gevoelens en verhalen. Het uiten van mijn pure gevoelens zónder het verhaal dat de legitimiteit van mijn gevoel moest aantonen… Zonder het ‘verhaal’ kon hij gemakkelijker in contact blijven met mij en met alle emoties die tijdens een scheiding langskomen.
  • Deel je emoties in eerste instantie met elkaar i.p.v. in een dramatisch verhaal met vriend(inn)en. Ik vroeg hem wel eens of hij een update wilde van waar ik stond en welke angsten of herinneringen ik aan het verwerken was… Het updaten van elkaar maakte het ook tot een iets minder eenzaam proces (want dat is het).
  • We probeerden vanaf het begin onze partnerrelatie los te zien van de gezinsrelatie waardoor we ruimte creëerden om ondanks de scheiding, toch nog invulling aan het gezinsleven te geven. We eten bijvoorbeeld nog steeds elke week samen.

    Ik: “Wat was het ergste moment van de afgelopen jaren dat jij je kunt herinneren?”Hij: “Ik geloof toen we trots op onszelf en op elkaar, twee jaar na de scheiding, op weg waren naar Friesland. Om samen een week vakantie op een boot te gaan vieren (misschien qua ruimte ook niet de slimste keuze…). Ik heb je toen na een half uur al bijna uit de auto gezet van woede, en de vakantie moest nog beginnen! Dat was wel een memorabel dieptepunt, ja.”

  • Op de momenten dat ik even een vreselijke hekel aan hem had, hielp het mij om een ‘template’ voor ogen te houden van de meest respectvolle, toeschietelijke, meedenkende, liefdevolle, behulpzame en vrijgevige persoon die hij ooit voor me was. Soms had dat niets met de realiteit van het moment te maken maar het fungeerde als een energetisch ‘mal’. En geloof me, het werkte! Al was het maar omdat ik dan niet vanuit woede, pijn of teleurstelling reageerde maar vanuit mijn vertrouwen. Vertrouwen in onze wens om ondanks alles altijd het goede te willen zien in de ander. Ik weet zeker dat hij dat andersom ook zo heeft ervaren.Vrij snel nadat ik was verhuisd, werd ik ziek. Uiteindelijk heb ik twee maanden met een zware longontsteking in bed gelegen. Alles stoerheid verdween en ik rolde keihard de helling af. De diepte in van rouw, verlies en angst voor de toekomst. En toch was er altijd die stem die me vol vertrouwen bleef toespreken dat alles een fase is en verandering nooit ver weg…

 

  • Ons jongste kind was twee jaar toen ik verhuisde. Het huis dat ik kon huren was veel te groot en veel te duur maar het was i.i.g. heel dichtbij ons gezamenlijke huis. Het was een veel te groot financieel risico, maar ik wilde zoveel mogelijk aspecten van het leven van de kinderen onveranderd laten, zoals de afstand naar school en vrienden, hun thuisplek en de onderlinge afstand tussen de huizen. Ik kon het bedrag voor de kinderopvang, zo redeneerde ik, beter in een huis en in de kosten voor een au-pair stoppen. Daar zouden we alle vier profijt van hebben.
  • Uiteindelijk is financiële onzekerheid een motor geweest achter mijn ontwikkeling. Toen ik merkte dat ik die angst kon verdragen en toch creatief kon blijven, durfde ik nog veel meer risico’s aan te gaan. Het heeft me nu en dan wel stress opgeleverd maar het heeft me ook geleerd dat de meeste angsten illusies zijn.

    “Ik weet nog dat ik je nariep dat je die godvergeten Tinder-radius niet op 150 km moest zetten omdat je dan nooit meer op zaterdag ochtend op tijd op het hockey-veld zou kunnen staan!”

  • Een rustgevende tip die ik van een vriendin kreeg, was dat je als gescheiden ouder de ander niet een betere ouder hoeft te laten lijken in de ogen van je kinderen. (M.a.w. bemoei je met jezelf en niet met het ouderschap van de ander.) Binnen een relatie zullen veel ouders elkaars gebreken compenseren en dat kan niet altijd als je uit elkaar bent. Kinderen krijgen na een scheiding meer variatie te zien tussen hun ouders en daardoor een eerlijker mensbeeld van hun vader en moeder.
  • Van dezelfde vriendin kwam de suggestie dat je de ander juist moet prijzen in zijn of haar rol als vader of moeder. Er is maar één persoon in de wereld die dat geloofwaardig kan doen en dat is je ex. Het doet pijn als je voelt dat de ander je geen goede vader of moeder vindt terwijl je je best doet. Vanuit die pijn kan alleen maar verdere verwijdering groeien. Wanneer je elkaars ouderschap complimenteert, kan over die lijn de verbinding steeds opnieuw weer tot stand komen.
    Hij: “Wat was dan jouw mooiste herinnering aan het laatste jaar samen?”

    Ik: “Ik denk bijvoorbeeld die keer dat ik bijna twee uur huilend op de bank zat en niet meer kon praten of stoppen. Dat je toen bleef zitten… al kon je verder niet veel voor me doen. Je hield me vast en gooide de tissues weg. Je zei alleen maar ‘ik ga niet weg’. Dat is een moment dat ik nooit vergeet.”

  • Wacht met het definitief maken van de ‘aardse zaken’ tot er weer een betere emotionele balans is ontstaan. Emoties zijn sterker dan materie en zolang ze nog aan het ‘regeren’ zijn, voel je niet wat je materieel kunt weggeven. Dan blijft er altijd een emotionele claim rusten op de punten waarover je hebt moeten onderhandelen. En een emotionele claim moet je linksom of rechtsom altijd nog inlossen… ;).
  • We maakten een (co-)ouderschapsverdeling op basis van praktische behoeften en evalueerden vaak. Praktische ongemakken hebben nl. dagelijks een negatieve invloed op je leven. Wij willen bijvoorbeeld op een afstand wonen die de kinderen gemakkelijk zelfstandig kunnen overbruggen zodat we nooit echt ver weg voelen. Dit zorgt er o.a. voor dat we regelmatig in elkaars huis komen en daardoor niet van elkaar vervreemden.
  • Als je elkaar regelmatig uitgebreid ‘moet’ zien, kunnen spanningen niet langdurig broeien. Dit heeft ons zeker de eerste twee jaar soms moeite gekost omdat er dan wat speelde. Tegelijkertijd heeft het ons verplicht om conflicten snel te bespreken of eroverheen te stappen. Het gaf ook het nodige zelfvertrouwen dat onze ‘nieuwe’ relatie niet een schijnvertoning was.Het heeft mij tijd gekost om te herkennen dat ik ondanks mijn angst en verdriet, in essentie uit liefde voor mezelf en voor hem, deze moeilijke beslissing heb ‘uitgenodigd’. Dat ik het voor mezelf over had om zoveel pijn en verdriet te doorstaan omdat ik diep van binnen wist dat het voor ons allebei een noodzakelijke vormverandering zou zijn.

Er lijkt nu zelfs meer liefde, authenticiteit en openheid te zijn dan tijdens onze relatie als partners. Onze ontwikkeling zonder elkaar komt onze huidige relatie ten goede en daar profiteren de kinderen van. Die dat hele scheiden heus geen goed idee vinden maar af en toe zeker de voordelen erkennen.

Het leek belangrijk om de kinderen niet enkel zielig te vinden maar ook creatief en veerkrachtig. Niet dat ze het zouden moeten begrijpen, nee! Maar hen vreselijk zielig vinden, werkte mijns inziens contraproductief op hun persoonlijke kracht om ook eigen oplossingen in te brengen en te leren omgaan met de nieuwe situatie. Op dit vlak miste ik positieve suggesties van andere gescheiden ouders. Veel begeleiding is gericht op het voorkomen van conflict verergering maar niet op ‘van goed naar beter’.

Mij is opgevallen dat ik mezelf een betere moeder ben gaan voelen omdat ik gelukkiger ben. Ik heb ze daardoor meer te bieden. Na de scheiding heb ik ervaren op welke innerlijke kracht ik altijd kan rekenen en dat heeft me vleugels gegeven. Het is me daarnaast opgevallen dat mijn ex-man nu met veel meer eigenheid en vertrouwen in zijn vaderrol staat. Hij is daardoor zichtbaarder en kleurrijker als vader en voelt veel meer ruimte om ook andere kanten van zichzelf te leren kennen en te ontwikkelen.

Dit stuk is bedoeld als ervaringsverhaal en is nauwelijks van toepassing op situaties waarin heel andere criteria gelden, zoals onveiligheid, ongeduld, verslaving, ziekte of een ex-partner die besluit te emigreren.

Esther Perel heeft de afgelopen jaren gesprekken met zo’n 30 stellen gevoerd over hun relatieproblemen. Haar sessies zijn online te beluisteren en via podcast. Zo luister je mee bij de uitdagingen waarmee stellen te maken krijgen en de manier waarop je het gesprek met je partner weer kunt openen en naar een hoger niveau kunt tillen. Leerzaam, ontroerend en essentieel om eerlijker (en vollediger) in relatie met jezelf en de ander te staan.

Mocht je naar aanleiding van dit verhaal je eigen verhaal willen delen, dan kun je reageren op dit stuk Als je benieuwd bent naar de energetische verbindingen en bewustzijnsontwikkeling in jouw relatie met je partner, dan kunnen jullie een afspraak maken voor een relatie reading. Het helpt altijd als je samen weet waarover je het moet hebben!

Karakterkracht

Er is regelmatig onduidelijkheid over de scheiding tussen persoonlijke ontwikkeling enerzijds en spiritueel bewustzijn anderzijds. Boven alles is het integreren van deze twee delen een traag proces, tergend traag, en met meer wilskracht gaat het nóg langzamer. Maar zeer de moeite waard om te leren begrijpen zodat je jezelf kunt begeleiden.

Dit wordt een artikel in drie delen waarin ik de wederzijdse relatie tussen persoonlijkheid (karakter) en spiritualiteit bespreek.
Deel 1 In dit eerste deel bespreek ik de noodzaak van persoonlijke ontwikkeling om spirituele wijsheid te kunnen manifesteren. De term ‘containment’ en het leren hanteren van onze vaak chaotische en onbegrijpelijke werkelijkheid is een sleutel naar innerlijke en uiterlijke harmonie.
Deel 2 Zal gaan over de energetische structuur van emoties en hoe deze zich verhoudt tot je spirituele verbinding en sturing vanuit je totaliteit.
Deel 3 Besluit met een vergelijking tussen je innerlijke leven en hetgeen je in je buitenwereld aantreft als reflecties van je groei.

Alle mensen zijn gevoelig voor de energie van anderen.
We reageren op energie uitstraling en ervaren het in ons lichaam als liefde, ontspanning, hartelijkheid, verbinding, vertrouwen, ruggensteun maar ook als terugtrekking, afwijzing, verwarring, verwijten, manipulatie, enz.
Mentale energie komt binnen als inspiratie, inzicht, humor of bijvoorbeeld informatie overload.
Spirituele energie kan ervaren worden als uitwisseling met een zgn. overkoepelende ‘ordening’; een bewegend en levend systeem met eigen principes en mogelijkheden. Je kunt je verbonden weten met dit levende systeem in ‘spirit’, dus zonder dat je dagelijkse omstandigheden het bestaan ervan bewijzen.

Persoonlijke ontwikkeling is in deze context het zgn. individuatie proces.
Het proces dat Carl Jung omschreef als rijping van de persoonlijkheid gedurende het leven. Door persoonlijke en collectieve ongeleefde delen terug te halen, bekwamen we onszelf om met de werkelijkheid om te gaan zoals die in z’n volledigheid is. Vrij van illusie of valse vangnetten. De mytholoog Joseph Campbell beschrijft dit proces in The Hero’s Journey, waarin hij de verschillende groeifasen beschrijft.
Individuatie leidt uiteindelijk tot een stabiele, volwassen en onafhankelijke ‘held’ die in staat is om fysieke en psychische ontberingen te doorstaan. Iemand die keuzes maakt volgens zijn of haar hoogste waarheid, voorbij de ‘culturele codes’ van familie of sociale omgeving.
Zo iemand voelt een innerlijke heelheid en creatiekracht. Hij of zij verloochent zichzelf niet en onderwerpt zich niet aan belangen van anderen die tegen zijn of haar principes ingaan. Zo iemand laat niet toe dat waardering door anderen belangrijker wordt dan waardering voor zichzelf en houdt consequent de integriteit ten opzichte van zichzelf in stand.
Alleen door Zelf-respect, Zelf-redzaamheid, Zelf-beschikking en correcte waardering van ons Zelf, kunnen we de noodzakelijke keuzes maken die ons hoogste potentieel in ons échte, dagelijkse leven uitnodigen. Dat maakt je meestal niet tot de volgende Beyoncé of winnaar van een Nobelprijs, maar het brengt je in contact met dat unieke deel in jezelf dat van werkelijke waarde is voor anderen, gezien of ongezien!

Individueren gaat over het bevrijden van dat unieke deel door jezelf te verlossen van onbewuste manipulatie, behoeftigheid, machtsstrijd en te stoppen met het maskeren van je zwaktes.
En dit is het deel waar mensen soms verward raken tussen het persoonlijke en het spirituele. Ze willen dan wel de spirituele verbondenheid met het bestaan voelen maar niet ten koste van de voordelen van comfort en frivoliteit. Zodra je grote verbondenheid ervaart, krijg je immers ook verantwoordelijkheid voor je positieve bijdrage daaraan. Het is véél makkelijker om een afslag eerder te pakken naar een ‘spiritueel fantasieland’ dan om je persoonlijkheid te versterken en je oordelen, onbetrouwbaarheid, machtsmisbruik, slachtofferschap, controledrang en je zelfbedrog onder ogen te komen en als deel van jezelf te erkennen. Daar komt bij dat je in onze samenleving ALTIJD een mogelijkheid tot ontsnappen hebt, zodat je deze delen niet hoeft te zien. Er is altijd een verslaving, een andere schuldige, een sociale gebeurtenis, een deadline of een plicht die je kan afleiden van het voelen van het conflict dat deze delen oproepen in jezelf. Je kunt altijd zeggen “Ik kon niet anders want ik had…”.

De meesten van ons zijn inmiddels bekend met de intelligentie van het leven dat ons met eindeloos geduld perfecte uitdagingen serveert. Ervaringen die je keer op keer in hetzelfde innerlijke conflict brengen en die je dwingen je persoonlijkheid steeds opnieuw te onderzoeken. Nooit gemakkelijk of voor de hand liggend, maar precies goed voor jou om je bewust te worden van zowel je capaciteiten als je zwaktes. Ervaringen die je uitnodigen om wederom in je eigen valkuilen te stappen en steeds je creativiteit te gebruiken om tot nieuwe conclusies te komen. Ervaringen die je leren om te gaan met onzekerheden, verlangens, gebrek aan eigenwaarde en angst voor falen en vernedering. En alleen door dit proces van ervaren en doorleven kun je robuust genoeg worden om de verantwoordelijkheid te dragen voor een werkelijk bezield ‘doel’ in je leven. Een doel dat je bereid bent door weer en wind naar de finish te brengen.

In de lichaamsgerichte therapie wordt verwezen naar het woord ‘containment’; de innerlijke ruimte waarbinnen je bewust ervaart. Volwassen worden, of groeien naar meer heelheid, betekent dat je steeds meer in staat bent om tegengestelde gevoelens gelijktijdig te ervaren zonder de spanning die dit veroorzaakt, te ontvluchten. Zowel in je lichaam (de sensaties van verwarrende gevoelens) als in je denken (tegengestelde meningen en perspectieven). Door bewust paradoxen; tegenstrijdige belangen, belachelijke wensen, pijnlijke situaties etc. in je bewustzijn toe te staan, laat je de spanning toe die ze innerlijk opwekken in plaats van deze naar buiten te projecteren en anderen te beschuldigen van afwijkend gedrag, denkbeelden of gevoelens.

Alchemisten noemen dit staying in the fire. De hitte van het innerlijke conflict verdragen totdat de druk oplost en er nieuwe antwoorden ontstaan.
Deze menselijke vaardigheid van het verdragen van het conflict, opent de innerlijke ruimte voor je ziel om zich ten volle te manifesteren. Juist het verdragen van tegengestelde delen helpt je om jezelf dóór schaamte, angst en pijn te duwen en oervertrouwen in jezelf op te bouwen.
Geluk komt uiteindelijk niet voort uit een comfortabel leven of uit vermijding of bescherming. Geluk wortelt in de overwinning van het tolereren en zelfs waarderen van moeilijkheden. Dat soort geluk kan immers niemand je ontnemen.

Oude tradities weten dat hoe meer pijnlijke aspecten van het leven je kunt verdragen, hoe groter de risico’s die je durft te nemen en dus hoe groter de kans dat je erin slaagt om bij te dragen aan gunstige vooruitgang en welzijn. In traditionele culturen wordt dit lijden nagebootst of zelfs opgelegd via inwijdingen. Deze culturen simuleren de verscheidenheid aan pijn die het leven onvermijdelijk met zich meebrengt, om de jongeren te laten voelen hoeveel pijn, angst, vernedering en lijden ze kunnen volhouden. Ze hoeven hun kracht daarna niet te smoren uit angst voor lijden.

Als mens ken je je capaciteiten niet totdat je gedwongen wordt om ze te gebruiken. Ondanks je angst voor lijden iets tòch doen, vergroot je zelfvertrouwen. Na het doorstaan van lijden, weet je hoeveel fysieke, emotionele en mentale veerkracht je al hebt. Dit vermindert je behoefte aan comfort, geruststelling en veiligheid waardoor je vrijer kunt leven; vanuit je eigen wijsheid en volgens je eigen normen.

Bewustwording vindt plaats door fysieke, emotionele en mentale ervaringen; niet buiten het lichaam als concept maar ín jezelf, ín de werkelijkheid van jouw leven.
Iedereen doorloopt dit proces van individuatie maar niemand volgt hetzelfde pad. Niemand ontwikkelt dezelfde kwaliteiten. Niemand gaat met dezelfde snelheid vooruit. Het is een zeer individueel en intiem proces. Vaak eenzaam, soms diep ontroerend, meestal confronterend en nooit gladgestreken. Alleen door het ervaren van tegenstrijdigheid, kun je leren dat manipuleren en jezelf laten manipuleren, beide in jezelf zitten. Misleiden en misleid worden zijn kanten van dezelfde medaille. Door het verkennen van je innerlijke wereld zul je je opportunisme en verleidingen tegenkomen. Je zult begrijpen hoe jouw gesloten hart anderen zal dwingen hetzelfde te doen en andersom, hoe jouw vertrouwen in de kracht van je liefde anderen kan helpen hun eigen liefde weer te vertrouwen.

De twijfelachtige beloning van deze reis van bewustwording, is dat je helderheid krijgt over het leven en steeds meer in staat bent om door illusies heen te kijken.
Hoewel het ‘wordingsproces’ van oudsher een proces is dat beschreven en beoefend wordt door mystici, hoeft het in principe niet wollig, spiritueel of geheimzinnig te zijn. Echter, door online beschikbaarheid van mystieke kennis, de vele plant ceremonies en de uit context gehaalde ‘leefregels’, lopen meer en meer mensen deze weg in tegengestelde richting. Ze beginnen met verbinden met de grootsheid van het bestaan en zoeken vervolgens uit hoe ze deze inzichten en inspiratie in hun dagelijks leven kunnen brengen.
Een groot nadeel van deze omgekeerde volgorde is dat je kunt gaan ‘zweven’, wiebelen of in de verleiding komt om met je nieuwe ‘wijsheid’ te pronken. Je persoonlijkheid mist nog het vermogen, de ‘containment’, om tegenstrijdigheden te weven tot een complexe harmonie en onvermijdelijke verandering toe te laten.

Dit leidt tot een reeks nieuwe uitdagingen:
Het niet kunnen verdragen van de lelijke delen van de realiteit en dan alleen concentreren op licht & liefde.
Of andersom, je verantwoordelijk voelen voor groot leed maar geen handelingsvermogen hebben om bij te dragen aan oplossingen.
Het niet kunnen waarmaken van je nieuwe weten kan depressief en moedeloos maken; je hebt grootsheid ervaren, maar je herkent het bestaan ervan niet in je leven, noch in de wereld om je heen. Het kan je euforisch maken en je de indruk geven dat je meer toegang hebt tot dé overkoepelende waarheid. Dit gebeurde vaak binnen structuren zoals religies: “Alléén wij hebben toegang tot de enige echte waarheid”.
En natuurlijk kunnen dergelijke openbaringen je ook waanideeën en maniakale gedachten geven over wie je werkelijk bent: “Er is mij verteld dat ik uitverkoren ben om…”.
Dat zou natuurlijk zo kunnen zijn, maar vaak niet meer of minder dan andere dappere zielen hier op aarde … 😉

Mijn grote wens is dat we opnieuw de taal in gebruik nemen waarmee we de multidimensionale aspecten van onszelf kunnen verwoorden. Zonder woorden kunnen we ons niet genuanceerd uitdrukken noch ons bewustzijn aansturen. Zonder taal kunnen we niet de totaliteit van een ander zien. Zonder taal verdwijnen deze kwaliteiten van onszelf steeds meer in het onderbewuste, als buitengesloten delen van het leven. Taal is de noodzakelijke brug tussen ééndimensionaal en multidimensionaal leven. Zonder een rijke vocabulaire wordt de innerlijke ervaring platgeperst en verliest haar bestaansrecht in ons collectieve denken.
Het kost tijd om een woordenschat voor je bewustzijn te ontwikkelen (en moed), maar de bonus is een diepe en betrouwbare relatie met jezelf. Het leren waarnemen en vertalen van energie helpt je om al deze rijkdom onder woorden te brengen. Je zou dit je energetische anatomie kunnen noemen. Deze kennis is nooit bedoeld om meer macht te krijgen over anderen. Het is bedoeld om jou en anderen te helpen het proces te herkennen van opgroeien, ontwaken en het opbouwen van karakterkracht. En om je weerstand tegen de emoties die het oproept te verzachten.

De energetische dimensie bevat al deze informatie over jezelf en anderen. Het leren waarnemen van je energetische anatomie met je innerlijke oog, is een manier om deze onzichtbare kant van je werkelijkheid te eren.
Letterlijk, hoe meer talen je spreekt, hoe meer variaties van het leven je kunt ervaren. Dit geldt ook voor de taal van energie!