‘Denk niet dat tijd alleen maar vervliegt’, schrijft Dogen Zenji. ‘Zie het vervliegen niet als de enige functie van tijd. Als tijd alleen maar vervliegt, dan zou je gescheiden zijn van tijd. De reden waarom je tijdelijkheid zijn niet helder ziet, ligt in jouw vooronderstelling dat tijd alleen maar voorbij vliegt.’
De tijd vliegt. Tijd verstrijkt. Tijd gaat voorbij. Maar is het verstrijken van tijd niet ons idee over tijd? Alleen als we onszelf losmaken van tijd en als het ware op een afstand naar tijd kijken, dan zien we tijd voorbij vliegen. In dat geval scheiden we ons van tijd en precies dit, zo herhaalt Dogen keer op keer, is onze grote onwetendheid met betrekking tot tijd. Ik kan mijn leven niet scheiden van tijd. Deze, mijn aanwezigheid, is tijd en mijn aanwezigheid is altijd hier en nu. Ik roep je naam en je antwoordt. Hier. Nu. Altijd nu.
Als je terugkeert naar wat je hier en nu aan den lijve ervaart, simpelweg naar wat je hoort en gewoonweg naar wat je ziet, hier en nu, dan kun je niet ontkennen dat tijd niet voorbij gaat. ‘De drie hoofden en acht armen van de vechtende geest zouden verleden tijd kunnen zijn. Het lichaam van de ontwaakte zou tegenwoordige tijd kunnen zijn. Toch zijn verleden en heden beide in het moment waarop je de bergen betreedt en de duizenden toppen ziet. Verleden tijd en tegenwoordige tijd verdwijnen niet’, schrijft Dogen.
Een van de wonderlijke implicaties van nikon (Japans), ‘het alles omvattende, eeuwige nu’, is niet alleen dat het nergens begint en nergens eindigt, maar dat er geen tijd verloren gaat. Het weldadige samenzijn met vrienden dat jaren geleden op de Wadden plaatsvond, is alleen maar nu, in dit moment van jouw aanwezigheid. Mijn een jaar geleden overleden moeder bezoek ik nu, op dit moment, in haar desolate kamer in het verpleegtehuis. Ik neem haar mee naar beneden, naar het restaurant en bestel een appeltaartje voor haar, nu, in dit moment. Ik vraag haar hoe haar week was, nu, in dit moment. Zij antwoordt, altijd nu. Niet alleen omvat dit mystieke moment alles wat ik zie en alles wat ik hoor, het omvat ook wat ik heb gezien en wat ik vermag te gaan horen. Tijd gaat niet voorbij. Er verstrijkt geen tijd. Mensen en dingen verdwijnen niet. Ze zijn nooit weg geweest. Altijd zijn ze hier, nu, in jouw stromende, passerende, vlietende tijdelijkheid zijn.