Weten waar je commitment ligt
In mijn eerste les als leerling-non kondigde een forse Litouwse priester-jezuïet met een zwaar accent ons het volgende aan:
“ Je geloof bestaat uit een geheel van overtuigingen die je door de kerk zijn aangereikt. Je spiritualiteit en je geloof zijn aangelegenheden die je zelf creëert, gebaseerd op je verbondenheden en je ultieme belangstelling. Je moet weten waar je aan bent toegewijd, als je geloof echt iets voor je wil gaan betekenen.
Er waren 30 postulanten in de zaal, allemaal nog geen twintig, en ik vermoed dat niemand begreep waar hij het over had. We hadden allemaal de Baltimore Catechismus uit ons hoofd geleerd, en we hadden overal onze uit ons hoofd geleerde antwoorden op. Maar deze opvatting over een spiritualiteit die los stond van religie was nogal verwarrend. We hadden geleerd wat we moesten denken, niet hoe we moesten denken. Hoe verwachtte hij dat we zouden kunnen weten waar onze ultieme belangstelling lag?
Zelf nadenken
Het kostte pater Grabys een heel semester om ons te leren hoe we zelf konden nadenken, hoe we in onze eigen diepten moesten afdalen, en hoe we konden vaststellen waar we voor wilden leven, en zelfs waarvoor we zouden willen sterven. Het was slopend. Ik wilde dat religie religie bleef, zoals ik die kende. Ik wilde niet iets voor mezelf creëren. Ik hield niet van zijn ideeën. Maar week in week uit betraden we onbekende diepten, doorzochten we onze eigen geschiedenis, groeven we naar onze hoop, en tenslotte, tegen het eind van de opleiding, vonden we allemaal onze diepste belangstelling.
Ik herinner me meer niet de levensdoelen van anderen, maar ik richtte mij op sociale rechtvaardigheid en vredestichting. “Ik zal mijn broeders en zusters hoeder zijn”, zei ik tegen mijn klasgenotes. Ik zal me uitspreken tegen onrecht, en ik zal waar dan ook vrede stichten.”
Vijftig jaar later kijk ik terug, en constateer dat die vastberadenheid er nog steeds is. Alles wat ik doe komt voort uit die bron. Wat ik ook creëer, het is altijd verbonden met wie ik spiritueel ben. En wie ik spiritueel ben is degene die handelt vanuit rechtvaardigheid en vrede. Dit is mijn levende geloof. Het heeft niets te maken met religie, en ik heb daar ook geen kerk voor nodig. Het is een actieve spirituele kracht, waar ik ook ben.
Hoe je de bedenker kunt zijn van je eigen spirituele overtuigingen
Als iemand me vroeg hoe ik een levend geloof heb gecreëerd, dan zou ik twee stappen suggereren. Laat eerst de overtuigingen los die je hebt geërfd, en die niet langer bij je passen. Kijk wat er in je opkomt als je nadenkt over het Goddelijke, het Oneindige, of de Kosmos. Schrijf je eigen geloofsbelijdenis. Ervaar hoe het voelt om de auteur te zijn van je eigen spirituele overtuigingen. Die hoeven niet te kloppen. Er valt niets te verdedigen. Je bent uniek en je spiritualiteit komt voort uit jouw unieke zijn.
Je geloof is je persoonlijke schepping. Het is je persoonlijke verbond met de Bron van het Leven, met Degene Die Jou Ademt. Gebaseerd op alle levenservaringen waarvan je weet dat die waar zijn, beslis je waar je volkomen aan bent toegewijd.
Het is als een huwelijksgelofte die je aflegt aan de Grote Geliefde, de Geest, God, of aan wie of wat je maar wilt volgen. Het maakt niet uit wat je maatschappelijke status is, in welke religie je bent opgegroeid, waar je woont, welke vreselijke dingen je zijn overkomen, onderliggend is er het geloof dat je steunt, gebaseerd op de pijlers van je ultieme betrokkenheid.
Je hoeft niets meer te weten, geen nieuwe boeken te lezen, of met welke priester, rabbijn, of predikant ook te praten; je moet uitsluitend voor jezelf vaststellen waar je je aan toewijdt. Als je daarvanuit leeft, dan zal dat je Levende Geloof zijn. Als de Dalai Lama zegt: “Mijn religie is vriendelijkheid”, leren we iets over zijn ultieme toewijding. En we zien aan zijn optredens dat hij dit geloof dagelijks in de praktijk brengt.
De tweede stap, nadat je je oude overtuigingen hebt losgelaten en je je toewijding hebt bevestigd, is te beginnen met een mindfulness oefening. Dit kan vijf minuten per dag zijn. Het gaat niet om hoe lang dit duurt, maar om meditatie-trouw. Dit is de tijd die je doorbrengt met jouw ‘God’. Stel je voor dat je van iemand houdt, maar dat je voortdurend je afspraken moet afzeggen omdat je ‘geen tijd had’ om elkaar te ontmoeten. Als mensen tegen me zeggen: “ik heb geen tijd om te mediteren”, doet dat me denken aan een moeder die zegt: “ik had geen tijd om mijn baby te voeden.”
Oefenen, oefenen, oefenen
Je kunt een levend geloof creëren zonder beoefening, maar dan ondersteun je het niet. Net zoals je lichaam voeding nodig heeft, heeft je geest stilte en afzondering nodig. Je geest heeft gemeenschapstijd nodig met het ons overstijgende.
Je beoefening bestaat uit het ademen van leven naar je ziel. Het vergt tijd van je en liefdevolle aandacht om echt te laten te gedijen.
Ik begon mijn beoefening in 1990, met twintig minuten per dag. Ik had een kaars aangestoken, en keek daarnaar tot de tijd verstreken was. Geen telefoons, papieren, computers. Alleen de kaars en ik. Als mijn gedachten afdreven, keerde ik terug naar mijn ademhaling, en besteedde daar mijn aandacht aan. Ik had geen ander doel dan beginnen met de meditatie, omdat mijn leven onevenwichtig was, en een spiritueel leraar tegen me gezegd had dat ik zonder meditatie nooit evenwicht zou vinden.
Sindsdien zijn tijdens mijn meditaties de meest ongelooflijke gedachten, creaties en ervaringen opgetreden, maar ik kan er geen genoeg van krijgen. Ik breng nu elke dag een uur in stilte en eenzaamheid door.
Dat lijkt misschien veel, maar het is niets vergeleken met de Dalai Lama’s zes uur per dag. We kunnen allemaal onderzoeken wat voor ons het beste werkt, maar het begint met een nieuwe gewoonte. En daarom zeg ik: begin met vijf minuten. Je bent de baas over je tijd. Als je niet vijf minuten kunt besteden aan je eigen welzijn, moet je je echt afvragen: ‘hoe toegewijd ben je om je goed te voelen?’
Dit is dus mijn blauwdruk voor het creëren van een levend geloof. Niets om te zoeken. Je hoeft nergens heen. Het leeft nu in je, wachtend om gezien, erkend en beoefend te worden. Je bent een heilig vat dat een helder en heilig licht in zich draagt. Het is nu tijd om het te laten stralen.
Door Jan Phillips
Vertaling: Hansjelle Dijkstra