…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Posts Tagged ‘Maurice Genko Knegtel Roshi’

Wat je je herinnert

Wat je je herinnert

Teisho’s uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi tijdens de Izen intensive 2019 in Eerbeek. Deel 6.

We beginnen met een vraag van Koún Yamada, een leerling van Yasutani Haku’un Roshi, die een tekst schreef in het boek van Maezumi Roshi en Bernie Glasmann Roshi, een tekst met als titel ‘Is zazen een religie?’ Daarop zijn vier antwoorden mogelijk. 1. Ja, zazen is een religie. 2 Nee, zazen is geen religie. 3. Ja en nee, zazen is wel en geen religie. 4. Weet niet, geen mening. Doe maar een gooi.
Gisteren werd gezegd: alles hier zoals we het hebben opgebouwd en ingericht, is een hulpmiddel ter herinnering. Zazen is een hulpmiddel ter herinnering. Koun Yamada zegt: het is een hulpmiddel tot zelfrealisatie. Wat herinneren we ons precies? Onze boeddhanatuur, ja. Wat nog meer? Sommigen van ons hebben zich herinnerd dat we benen hebben. En dat er iets boven de benen bestaat. Anderen hebben zich herinnerd dat ze een zitvlak hebben. Wat herinneren we ons nog meer. Openheid. Ruimte. Dingen waar geen woorden voor zijn. Wat er fysiek door je heen gaat. Zijn, ja. Wat is dat, zijn? Pijn. Verbondenheid. Gedragen worden.

Laten we preciezer gaan bekijken, wat we ons herinneren. Als je naar de houding kijkt op het kussen, het lichaam in zazen, dan kun je zeggen, dat is een houding van waakzaamheid, aanwezigheid. Wat je je herinnert is dat er ‘iets’ aanwezig is. Je kan je ook herinneren dat in die aanwezigheid alle mensen en alle dingen zijn en dat ze heel dichtbij zijn. Als je verder in die aanwezigheid zakt, kun je je herinneren dat die aanwezigheid, oneindig is. Want waar houdt ze op? ‘Zijn’ eindigt niet. Zittend in die aanwezigheid heb ik geen idee waar die aanwezigheid begint of eindigt. Gisteren werd gevraagd: is er ook maar iets uitgesloten van jouw aanwezigheid in dit moment? Hoe groot is die aanwezigheid? Waar is de grens? Bij het raam? Bij het eind van dit bos, de hekken? Bij Eerbeek? Bij de provincie Utrecht? Tot hoever reikt die aanwezigheid? Dat kun je je herinneren en dat is best opmerkelijk. Wat je ook kunt herinneren is dat alles wat zich in deze aanwezigheid voordoet, zich op een volkomen vrije wijze voordoet. Volkomen vrij, er zit niets gebondens in, niets geconditioneerd. Elke bel plopt vrijelijk op. Elke vogel zingt vrijelijk. Alles vindt en heeft er een vrije plek, zonder iets anders te hinderen. Je kunt zeggen dat deze aanwezigheid ongeboren is. In deze aanwezigheid is niet zoiets als een geboorte te vinden. Het einde in de tijd van deze aanwezigheid is niet vast te stellen. Boeddha sprak van het doodloze. En er is nog iets anders dat je je kunt herinneren, namelijk dat deze aanwezigheid volledig in rust is. Zelfs in de snelle kinhin-stijl is deze aanwezigheid volledig in rust. Iedereen kan er doorheen rennen, en toch is deze aanwezigheid in rust. Een gladde spiegelende oceaan. Je kunt je herinneren dat deze aanwezigheid de enige basis is die er is, terwijl er niet zoiets als een grond is te vinden . Er is niets solide, maar het is compleet in rust, het is een basis van waaruit alles oprijst en waar alles weer in verdwijnt. Sterker, je kunt je wellicht herinneren dat deze aanwezigheid niet stuk kan. Deze aanwezigheid breekt niet, ze ‘is’.

We begonnen met de vraag: is zen een religie? Wel, als dit wordt herinnerd, namelijk er is iets in mij wat onpeilbaar diep, grenzeloos, niet geboren, doodloos is, dan zou je dat een religieuze ervaring kunnen noemen. Het is iets totaal anders dan wat ik me altijd voorstelde bij wie of wat ik ben. De Joden noemen het de Eeuwige. Christenen noemen het God. Sommigen noemen het Licht, anderen noemen het Duisternis. Sommigen noemen het Bodhi of Boeddhanatuur. Anderen weer een Oceaan waaruit alles oprijst en waar alles naar terugkeert. Allah. Als dit wordt herinnerd, dan is dat een ervaring van een totaal andere orde dan de wetenschappelijke, psychologische, zelfs dan onze levenservaring. Alles in die ervaring, zoals Maezumi Roshi stelt, is in intieme verbondenheid met elkaar. Religiare betekent ook ‘verbinden met’. Per definitie is deze herinnering een religieuze ervaring, het betekent een zeer intiem verbonden zijn als basis van je bestaan. Niet als een gedachte of een geloof, maar als een levende herinnering van dit eigenaardige fenomeen, als je werkelijk aanwezig bent. Je vindt een grond die geen grond is. Een bron met onuitputtelijke mogelijkheden en energie. Je vindt een thuis, zonder muren, het is eindeloos groot, zonder deur en dak en fundament. Het is een plek waar je altijd in rust kunt terugkeren. Zazen kan als hulpmiddel kan dit in herinnering brengen, deze religieuze ervaring. Boeddhisten noemen het ontwaken, Japanners noemen het satori. Zelfrealisatie. Ik herinner me iets dat veel en veel groter is dan ik me ooit kan voorstellen en het kan niet stuk.

Wordt vervolgd. Wil je zelf een intensive bijwonen? Op woensdag 22 januari 2020 start in Eerbeek een nieuwe Izen intensive. Kijk voor meer informatie op: https://izen.nl/izen-intensive/ en schrijf je in!

Wat het ritueel bewaart

Teisho’s uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi tijdens de Izen intensive 2019 in Eerbeek. Deel 5.

Maezumi schrijft over samu, het werken tijdens een sesshin. Bijvoorbeeld in de keuken. Als de tenzo vraagt om de wortels op een bepaalde manier te snijden, dan kun je denken: zo snijd ik ze nooit. Je kunt ook jezelf afstemmen en doen wat er gevraagd wordt. Het mooie van een retraitemodel is dat we de mogelijkheid bieden om te ervaren dat één lichaam de maaltijd bereidt, dat al die verschillende mensen in de keuken samenkomen in jouw wijze van snijden van de prei. Elke handeling is een gewijde, verlichte activiteit, die niet van mij komt maar van alles en iedereen. Ze is niet beperkt door mijn eigen patronen, ze komt van een intiem verbonden zijn met de hele groep in die keuken. Werken is dan ook een prachtige uitdrukking van dit mysterie in de wereld.

Maezumi over de sesshin: ‘The most important thing, the fundamental principle of sesshin is the realization and actualization of harmony.’ De realisatie, het jezelf herinneren, en het actualiseren, het incarneren van de harmonie, letterlijk handen en voeten geven.

Maezumi over rituelen: ‘There are two ways of looking at rituals. On the one hand rituals are an external expression of our inner state. And on the other hand we strenghten and reinforce our inner state by these external actions.’

De functie van een ritueel is om tot expressie te brengen wat we in woorden en op andere wijze niet tot expressie kunnen brengen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van teksten, rituele handelingen, symbolen. Als rituelen verdwijnen, dan is dat een teken dat het mysterie, het sacrale, geen plaats meer heeft. Het ritueel bewaart onze meest eigen essentie.

De volle buiging is een hele mooie uitdrukking van het ‘ik’, La Ligna, neerleggen. Onze aanwezigheid, datgene wat alles met alles verbindt boven onszelf uit tillen. Er is iets meer dan ‘ik’. Dat drukken we uit door de buiging. Als je 500 buigingen zou doen, dan begint in die fysieke activiteit het zelf op te lossen. De hele ruimte, alles en iedereen buigt door jou heen op jouw unieke wijze. Je opent jezelf. Bij de transmissie, de priester en leraarsoverdracht worden 8100 buigingen gemaakt. Je bent niet alleen je knieën kwijt, je verliest ook je regie, je bent compleet geopend. Alle religieuze tradities kennen de beoefening van buigen. Shuke Tokudo, de monnikswijding met het voornemen om je leven onvoorwaardelijk te leiden, gaat met het een heleboel buigingen gepaard, om de persoon ontvankelijk te maken. Zodat de persoon ook daadwerkelijk kan ontvangen wat hem of haar wordt gegeven. Het is tegelijk de uitdrukking van de essentie.

Maezumi over chanting: ‘Chanting is an effective means of harmonizing body and mind. Chant is with your ears, not with your mouth. When chanting, be aware of of the others who are also chanting. Blend your voice with their voices. Make one voice, altogether.’

.. others who are also chanting – dat woordje also, dat is zo belangrijk. Er zijn anderen die reciteren, niet alleen ik!

‘Always adjust yourself to the others, rather to expecting the to adjust to you.’ Dit is cruciaal, hang deze zin boven je bed! Hoe vaak zegt dat La Ligna poppetje in ons het tegenovergestelde?! We willen toch vasthouden aan ons eigen ding. Er is een voortdurende klaagzang over anderen en over de omstandigheden en een behoefte aan aandacht voor onszelf. Er zijn genoeg redenen voor ‘ja maar’. En dan toch doen wat er wordt gevraagd. Het gaat erom afgestemd te zijn, op de situatie, de personen en de voorwerpen in de ruimte.

Tot besluit. Over oryoki, het Japanse ritueel van eten. Oryoki betekent ‘precies de juiste hoeveelheid’. Maezumi stelt: We zijn zélf oryoki. ‘Not only us but everything we see in de zendo – Buddha’s image, candleholders, vase, bowing mat, floor ceiling – each contains everything completely. It is all oryoki. The whole universe itself is the container of the Buddha Tathagatha.’
Het is allemaal precies de juiste maat en hoeveelheid.

Wordt vervolgd. Wil je zelf een intensive bijwonen? Op woensdag 22 januari 2020 start in Eerbeek een nieuwe Izen intensive. Kijk voor meer informatie op: https://izen.nl/izen-intensive/ en schrijf je in!

Alles heeft met alles te maken

Teisho’s uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi tijdens de Izen intensive 2019 in Eerbeek. Deel 4.

Alles heeft met alles te maken. Neem de service, de boeddhistische dienst. De service biedt een prachtige herinnering aan de oorspronkelijke harmonie, de eenheid, als iedereen in elke positie aanwezig is, vol overgave. Dan ervaart iedereen in de groep, de totaliteit van de groep, die zich weer uit in jouw handelen en recitatie. Vorig jaar behandelden we tijdens de Izen intensive het leven, werk en de teksten van zenleraar Bankei, en we spraken over de aandacht voor het Japanse ritueel, de ceremonie en de service. Op de derde ochtend van onze retraite toen, tijdens de service met het buigen en wierook offeren, werd ik volledig bewogen door de groep. Dat is een heel bijzonder ervaring. De groep stond daar te offeren, ikzelf deed niets. Datzelfde kun je ervaren met de bellen slaan, het voorzingen door de ino enzovoort. In je positie ben je dan zo compleet aanwezig, dat alles samenkomt in die ene positie. Niet de ino zingt, maar de hele groep reciteert bij monde van de ino. Het brengt in herinnering het spanningsveld tussen individu en eenheid. De ino is de ino als individu en tegelijkertijd drukt de hele groep zich in en door de ino uit. Hoe bijzonder! Dit uitzonderlijke fenomeen kun je op deze manier ervaren, in de service, aanwezig en afgestemd. Er is enige oefening voor nodig maar het is vooral wezenlijk dat mensen hun positie innemen, daadwerkelijk belichamen.

Als alles samenvalt, weet je ook wat service betekent, waar de boeddhistische dienst voor staat. Het is geen poppenkast met Boeddhabeelden. Service is de uitdrukking van wat je werkelijk bent, de diepe verbondenheid met alles op jouw plek, in jouw mind, jouw shin. Daarnaast is de service in elk ritueel een expressie van datgene wat ten diepste van binnen wordt gevoeld, maar niet onder woorden kan worden overgebracht. In de rituele handelingen kan dat tot expressie komen, in het buigen, in het reciteren, in de eenheid die in het individu tot uitdrukking komt. Je kunt daarin ineens worden getroffen door een detail, een beweging, het buigen, de wijze waarop we de boekjes vasthouden, het reciteren , en je ineens realiseren: dit gaat over mij!

In de service kun je ook de stuurman, het ‘ik’ tegen komen, die zegt:’ Raar gedoe, Japanse toestanden. Dat is niet van onze cultuur. Buigen voor een beeld, die tijd hebben we toch wel gehad!’ Ken je het La Ligna-poppetje van de Italiaanse cartoonist Osvaldo Cavandoli ? Die heeft dat stemmetje dat voortdurend van alles bij ons influistert, bijvoorbeeld:’ Ik ga niet op zo’n rare manier die zendo binnen. Ik ga op mijn eigen manier lopen.’ De oefening daarin is om dat stemmetje in ons hoofd op te merken en te zeggen: ‘We parkeren jou even.’ En vervolgens ga je door met de dienst, met het buigen en reciteren. Je leert zien wat opkomt en ontdekt het patroon daarin. De oefening is om het niet leidend te laten zijn. Wat leidend is, is wat hier en nu, precies hier en precies nu, herinnerd dient te worden. Hetzelfde geldt voor de wijze waarop je de zendo binnenkomt. Je komt binnen, het stemmetje komt op en je zegt: ‘Ik hoor je maar het is nu even niet relevant.’ En je loopt in aanwezigheid de zendo in.

De opbouw hier is kunstmatig. Elk onderdeel van deze kunstmatige setting heeft een functie. We nemen de moeite om dit op te bouwen, de afhangende doeken, het Boeddhabeeld, de kussentjes en mensen gaan hier vrijwillig afzien, vijf dagen lang. Alles is bedoeld om je iets anders dan je eigen voorkeur en je eigen oordeel in herinnering te brengen. Er is zoiets als: mijn weg. Mijn eigen ding doen. En er is het fenomeen dat de groep als totaliteit zich tot uitdrukking brengt, bijvoorbeeld in de stem van de ino, in zijn unieke stem. Dat is totaal iets anders dan ‘mijn eigen ding doen’. De harmonie drukt zich uit in het instrument dat de ino is, op diens specifieke, unieke manier. Als ik in de service mijn eigen ding doe, ben ik een dissonant. Maezumi zegt: ‘The secret, the key to this harmony – de eenheid die zich op unieke wijze in ieder van ons uitdrukt – is simply to be selfless.’ Ieder van ons is een spiegel waarin de Boeddha zich weerspiegelt en in ieder van ons, in elke individuele spiegel, spiegelt ook weer ieder ander zich. Dat is hier feitelijk aan de gang. Ieder van ons bevindt zich in ieder ander, in een totaliteit en als een individu en tezamen brengen we dat in elk van ons tot expressie. Zo dragen we elkaar. Mijn individuele meditatie wordt door de groep en door ieder ander gedragen. Alles bevat alles in een perfecte harmonie. Alles heeft zijn juiste plek. De narigheid begint als ik er iets anders van maak dan wat het is. ‘To be selfless’, zegt Maezumi. ‘It always comes back to this point: if you are selfcentered you spoil everything. But if you are selfless, everything goes smooth.’

Ziehier de vier Edele Waarheden van de Boeddha in twee zinnen neergezet. Als Maezumi spreekt over de betekenis van sesshin, de vijf dagen hier in Eerbeek, dan draait het om de volledige ondersteuning om jezelf te ontdekken en te ervaren hoe je kunt loskomen van het zelf. Het zelf wordt niet uitgewist of zo, maar naast het zelf bestaat ook nog de ander en de anderen, in harmonie met elkaar. Je hebt een oordeel of vooroordeel over hoe je de zendo binnenkomt of hoe je aan de service begint. Je ziet de gedachte opkomen en je maakt een keuze: ik volg die gedachte en doe mijn eigen ding. Of ik laat de gedachte voor wat ze is en ik stem me weer af, ik ga terug naar mijn lichaam en ik geef me over aan wat deze sesshin werkelijk vraagt. Je kunt oefenen in het gewoon laten zijn van het stemmetje van het La Ligna poppetje. Als je het ongehinderd zijn gang laat gaan, komt het vanuit een hoek en wordt het beeldvullend. Het enige wat we hier doen, is dat poppetje niet bepalend te laten zijn, maar het te laten en zelf aanwezig te zijn. Er is geen reden bang te zijn dat we onszelf kwijtraken als we ons overgeven en alles en iedereen toelaten. Dat kan niet. Je kunt jezelf niet kwijtraken. Misschien krijgt je stemmetje, het La Ligna poppetje het wat benauwd, maar dat is wat anders. Over het ego, dat poppetje, hoeft niemand zich druk te maken. Dat komt namelijk altijd weer terug. Je zelf kun je niet verliezen.
Alle mensen die hier zitten, zijn niet buiten, ze zitten binnen, hier. Als je mensen uitsluit, buitensluit, dan snijdt je een stuk van jezelf uit. Je amputeert een stuk van jezelf. Een van de belangrijkste aspecten die we in herinnering brengen op een plek als deze is de intimiteit en verbondenheid, de inter-connectie. Dat is niet iets wat we organiseren, wat we tot stand brengen of ontwikkelen, dat zit hiér! Op jouw plek. Een mooie zin van Maezumi: ‘In studying ourselves we find the harmony, that is our total existence. We do not make harmony, we do not achieve or gain it. Harmony is there all the time.’

In het onszelf bestuderen, het herinneren van onszelf, vinden we de harmonie die ons bestaan is. Die harmonie is er altijd en is er al die tijd ook geweest. De enige die er wanorde in aanbrengt, is ons stemmetje, het La Ligna poppetje. Die vindt bijvoorbeeld dat de ene er wel bij hoort en die ander niet. Niet alleen stelt een sesshin ons in staat tot herinneren dat we van nature in harmonie zijn, maar ook helpt ons deze setting die realisatie te incarneren, te leren belichamen, handen en voeten te geven.

Dit is wat de beoefening is: je realiseren, jezelf herinneren dat jouw eigen ding doen niet de allergrootste halszaak is, maar dat je je energie dient te wijden aan het afgestemd zijn en het onderhoud daarvan. De Boeddha is het symbool van wakker zijn, jouw aanwezigheid. Als we buigen, buigen we niet voor het houten beeld maar voor onze innerlijke staat, onze eigen aanwezigheid. De dharma is alles wat je hoort, ziet, voelt, wat oplicht in die aanwezigheid, alles! Elk sneeuwvlokje dat valt, elk geluid, elk papier dat wordt omgeslagen, elke geur die we ruiken, is de dharma. De sangha is de harmonie, de juiste orde waarin alles samenkomt. Zoals iedereen hier in exact de juiste orde bij jou binnen zit.

Wordt vervolgd.

Over commitment tussen leraar en leerling

Teisho uitgesproken op 1 december 2018 voor de Zen Cirkel Lelystad door Maurice Genko Knegtel Roshi. Deel 2.

Roshi: Wat zoek je in een leraar? Is het verlangen, de vraag sterk genoeg om weerstanden te overwinnen? Ik kwam als academisch geschoold filosoof en voormalig lid van de kraakbeweging als student bij Genpo Roshi. Ik ben altijd zeer kritisch geweest naar mijn leraar en toch hebben we een intieme band met elkaar. Genpo was geen wetenschapper, hij was een sportman, een waterpolospeler op Olympisch niveau. Ik had een passie: ik wilde zien wat dit leven is, wie ik ben. Ik zocht een leraar in wie ik vertrouwen kon hebben, die mij kon helpen mijn blinde vlekken te ontdekken. Advaita vedanta, de Tibetanen noch de filosofie konden mij de antwoorden geven waarnaar ik zocht. Genpo is zo ongeveer het tegenovergestelde van mij, maar voor mijn zenweg was hij de ideale match. Hij was direct, werkte zonder omwegen, kon spiritueel bij mij binnenkomen, mij uitdagen.

Het is aan anderen nauwelijks uit te leggen wat je in zen nou precies doet, wat je hier vanmiddag hebt zitten doen. Het kan zeer ondersteunend zijn met mensen samen te komen die hetzelfde doen, zodat je niet alleen met deze diamant rondloopt. Dat vraagt een commitment aan de groep. Als we kijken naar gradaties, dan is de mate van commitment aan een leer of een groep nog wat anders dan het commitment aan een leraar. Een leraar kan je confronteren, dingen vragen, spiegelen. Een leraar kan bepaalde knoppen indrukken die niet prettig zijn. Het is de meest lastige vorm van commitment.

Student: Je moet ook durven leerling te zijn.

Roshi: Precies. Het betekent dat je je committeert aan elke kant van jezelf, kanten die je zelf liever niet ziet. Het echte committeren aan jezelf is onwijs moeilijk. Dat is waarom deze tradities zijn ontstaan, met deze leer, deze vormen van beoefening, met een leraar en beoefening in een groep. Daarin heb je bepaalde gradaties die je teruggeven wat je niet kunt of wilt onder ogen komen. Het echte committeren is het committeren aan jezelf. En daar hoort ook bij het inzicht krijgen in het sjoemelen dat je voortdurend doet. Sommigen zeggen: ik heb het leven als leraar. Dat is mooi, totdat het echt spannend wordt, en je iets tegenkomt wat je  toch liever niet onder ogen wilt komen. Dan wordt het sjoemelen. Een leraar houdt je strak.

Student: Het is ook een jezelf herinneren.

Roshi: Dat is de kern van dit pad, jezelf herinneren wie je bent. We zijn als mens een meester om onszelf een rad voor ogen te draaien. Wat mij op mijn weg zette, was het sterven van mijn  vader toen ik 15 was. Ik had het leven uit hem zien wegtrekken en vroeg me af: wat is dit? Die vraag heeft me niet meer losgelaten. En uiteindelijk wist ik ook, ik kom daar zelf, met al mijn intellectuele capaciteiten en hartstocht, niet uit. Ik heb iemand anders nodig die me begeleidt.

Er zijn gradaties van commitment. Je kan een commitment voor jezelf houden. Je kan er ook voor uitkomen. Sprekend over kwetsbaarheid. Het commitment zelf is op zich al kwetsbaar. Je hebt geen idee waar je in stapt. En om vervolgens dat ook nog publiekelijk te erkennen, is de kwetsbaarheid in het kwadraat. Aan jukai, het uitspreken van de zestien voornemens tot boeddhist, gaat een andere kleine ceremonie vooraf, shoken. Iemand vraagt een ander om diens leraar te worden. De leerling committeert zich in de shoken ceremonie tot de leraar en de leraar tot de leerling.

Student: Het is spiritueel uit de kast komen. Ik word binnenkort tot boeddhist gewijd. Ik ben er al een jaar mee bezig en ik voel heel goed wat er straks gaat gebeuren. Het is voor mij een oefening in overgave, vertrouwen hebben en dat vertrouwen uitspreken. Ik kan mezelf gek maken met duizend redenen om het niet te doen en aan mijn angst toe te geven. Naarmate de datum nadert, word ik er steeds weer aan herinnerd en uitgenodigd tot overgave.

Roshi: Aan shoken en aan jukai gaat het nodige geworstel vooraf. Maar vanaf het moment dat je er echt voor gaat staan, is er altijd een herinnering in de tijd. Je hebt de ceremonie, en bij jukai concreet, de rakusu, die het commitment gaan ondersteunen. In het alledaagse leven kun je er telkens naar terug, als herinnering aan het feit: Ik ben er voor gaan staan. Elke bekrachtiging is een markeringspunt om het commitment verder te dragen en te verdiepen.

De zentraditie kent daarbij een interessant aspect: de leerling kan op ieder moment afhaken. De leraar niet. In andere tradities kunnen leraren afstand nemen van hun leerling. Niet in deze zentraditie. De leraar staat altijd achter de leerling, ook als die vertrokken is. Je kunt je commitment ombuigen en je kunt ook weer terugkeren. En het gaat bij een bekrachtiging ook niet zozeer om boeddhisme, het gaat erom te staan voor wie je  bent. Het heeft niks esoterisch, het is een upaya, een pedagogisch middel. En je krijg er een grote vraag bij: wat nu? Hoe ga ik het doen? Hoe kan ik een goede leerling zijn? Tijdens jukai spreekt de student zich uit: Mijn leven is het leven van de Boeddha. Prachtig. En de dag daarop stapt hij of zij in de auto en staat vast in de file en herinnert zich: Mijn leven is het leven van de Boeddha! Verdorie, wat nu?

Deze workshop stond in het teken van de herdenking van Kees Bastiaanse. Kees overleed op 31 juli 2018. Hij was sinds 2007 cursist bij Zen Cirkel Lelystad.

Maurice Genko Knegtel Roshi leidt op zondag 16 juni 2019 een studie zen zondag in het Graalhuis te Utrecht met als thema het onwaarschijnlijke ontstaan van zen in China. Voor meer informatie en opgave, zie: https://izen.nl/zen-meditatie/

En… Alle voordrachten over de Hsin Hsin Ming, het beroemdste gedicht van zen in China, zijn nu via de Podcast te beluisteren Klik op: https://izengenko.podbean.com/

Over commitment

Teisho uitgesproken op 1 december 2018 voor de Zen Cirkel Lelystad door Maurice Genko Knegtel Roshi. Deel 1.

Roshi: Goedemiddag. We willen in deze workshop enig inzicht verkrijgen in het fenomeen commitment in het kader van ons spirituele pad. Wat kleeft er voor jullie aan vast? We kunnen dit in enkele vragen articuleren.

Wat roept commitment op? Waarom zouden we ons committeren? Waaraan committeren we ons? Wat zijn de verschillende gradaties of verdiepingen als het gaat om jezelf committeren?

Commitment is niet zo gemakkelijk te vertalen. Er zit een zekere verplichting aan commitment. We gaan het vanmiddag onderzoeken. Als we kijken naar de eerste vraag. Wat roept het op? Verzet en ergernis of juist niet?

Student: Vertrouwen, het geeft richting aan je beoefening.

Student: Het is belangrijk. Het toont je blinde vlekken.

Student: Het wekt angst.

Roshi: Wat gebeurt er wanneer je je committeert? Je geeft iets uit handen. Het maakt jezelf kwetsbaar. Wat hierbij opvallend is: wij mensen voelen ergens wel aan wat ons te doen staat. Maar als we het hebben over het geestelijk pad, dan kost het ons soms jaren om  een bepaalde stap te zetten. Dat heeft alles met angsten te maken, met verzet, weerstand, onzekerheden. We zitten zo vanwege de werking van ons bewustzijn in elkaar. Wat we weten, diep in ons hart, plaatsen we vaak buiten onszelf, op een afstand van onszelf. Die afstand kan tijd kosten, soms tientallen jaren, terwijl die afstand er in feite nooit is geweest. Iets zegt ons waar ons pad is en toch… iemand noemde zojuist blinde vlekken. Dat was voor mij de enige reden met een leraar in zee te gaan. Ik moest het doen omdat ik het zelf niet kon zien.

Student: Juist in de angst, het verzet, daar lag voor mij de vrijheid. Door boeddhist te willen worden ging ik iets doen wat in eerste instantie veel weerstand op riep. Daar wilde ik doorheen. Iets zette me daartoe aan. Je doet iets terwijl je eigenlijk op de rem wilt staan.

Roshi: Vrijheid, inderdaad. Als je datgeen waartegen je zoveel weerstand voelt kunt pacificeren voor jezelf kun je op dat gebied vrij zijn. Als je angst of weerstand hebt tegen iets dan is het juist zaak het aan te gaan. Vrijheid ontstaat door dat te doen waartegen je hele systeem ‘nee’ zegt.

Wat ik geregeld tegenkom, is de vraag: is het noodzakelijk een leraar te hebben? Het is niet altijd nodig, het is niet verplicht, het is afhankelijk van je diepste wens. Stel dat je voor jezelf dieper wilt gaan en verder wilt komen. In dat geval is de kans groot dat je blinde vlekken tegenkomt en dient te onderzoeken. Juist wanneer je patronen liever niet onder ogen wilt komen, heb je iemand anders nodig om jezelf te kunnen spiegelen. De verbinding met een leraar helpt je over drempels, reserves en grenzen heen die in je systeem liggen. Je committeert je als je iets heel graag wilt, als het verlangen groter is dan wat je eigen beperking je kan geven.

Student: Ik ben mijn zenweg gegaan vanuit verlangen. Dat leidde tot een keuze. Ik ontkwam er niet aan. Ik kon mijn weerstand loslaten en daardoor heel veel lucht, ruimte ervaren. Ik moest echt door een aantal fasen heen.

Student: Ik heb me altijd aan mijn ouders gecommitteerd, mijn broer en zussen hebben datzelfde. Ik denk wel eens, zou ik niet een zenleraar of -lerares moeten hebben maar bij ons thuis waren onze ouders altijd al onze leraren.

Roshi: In Zuidoost Azië bestaat een heel natuurlijke verering en groot respect voor de ouders,  die hebben een centrale plaats in de samenleving. Dat is in het westen vaak anders. Hier praten we niet zelden over de noodzaak juist een afstand naar onze ouders te creëren om onszelf te kunnen zijn.

Student: Ik voel me gecommitteerd aan mijn begeleider op de zenweg. Maar ik voel tegelijk ook een grote weerstand naar commitment aan de traditie, de lineage. Leraren hebben in mijn ogen een voorbeeldfunctie wat ze in mijn ogen lang niet altijd waarmaken.

Wordt vervolgd. Maurice Genko Knegtel Roshi leidt op zondag 16 juni 2019 een studie zen zondag in het Graalhuis te Utrecht met als thema het onwaarschijnlijke ontstaan van zen in China. Voor meer informatie en opgave, zie: https://izen.nl/zen-meditatie/

 

En… Alle voordrachten over de Hsin Hsin Ming, het beroemdste gedicht van zen in China, zijn nu via de Podcast te beluisteren Klik op: https://izengenko.podbean.com/

Oog in oog met het Ongeborene

Teisho’s uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi tijdens de Izen Intensive 2018 in Eerbeek. Laatste deel (deel 7)

Om de zaak in deze teisho af te hechten, enkele dialogen van Bankei:

A party of monks came to stay at the temple. After meeting with Bankei each of them gave his understanding of the dharma. There was one who offered no opinion. Je hebt een groep mensen die uitdrukken waar ze mee bezig zijn en een persoon doet dat niet. Je denkt: arrogant!

What about you, asked Bankei. The monk answered: When I am cold, I put on some more cloth. When I am hungry I eat. When I get thirsty I have something to drink, that is all there is.

Well, then, Bankei said. Can you look at the others here and tell the depth of their understanding?

I can, the monk said.

Then tell me about the people next to you there. How do you size them up?

The monk said: Why don’t you say something about me personally?

Bankei: every word I have been speaking has been about you.

En waar spreekt Bankei over: het Ongeborene. Je kunt alleen een werkelijke connectie met iemand hebben in het Ongeborene, waar die ander intiem verbonden aanwezig is. Waar Bankei in veel dialogen aan refereert is zijn uitdrukking van de dharma, het heel precies kunnen duiden, schouwen waar iemand staat in het proces. Dat kan alleen op basis van het Ongeborene, het zit in je, onder je huid. Dat is intiemer dan ‘ík’. Op basis van het Ongeborene dragen we elkaar.

Er is tussen intieme vrienden, partners, leraar en leerling, op bepaalde momenten, als we uit onze groeven zijn gestapt en er ruimte ontstaat, dan is er dat ‘zeker weten’ waar die ander staat en hoe die ander is. Je weet dan ook wat je te doen hebt en moet zeggen. Je bent moeiteloos afgestemd.

I have been reciting the Lotus sutra for many years, says Shingetsu.

Who recites the sutra, asks Bankei. The one who pronounces the words, says Singetsu.

Who pronounces the words? Singetsu: eyes horizontal, nose vertical.

Wat is dit? Wat gebeurt hier? Dit is geleend. Dit is wat Dogen zei toen hij na drie jaar terugkwam uit China op Japanse grond.

Bankei says: Don’t give me that, swindler, ‘mafkees’. Now tell me, who pronounces the words?

Shingetsu hesitates.

Bakei says: If the teachers of our school do not posses the all discerning dharma eye, they can never become the teachers of man. Do have a share of that eye?

Singetsu: Well, I believe I have my share of it now.

Bankei says: Can you give me an assassment of each person at this galery?

Shingetsu: There is no one here. Each and every person sitting here is distinguished by certain qualities.

Niemand hier is ook de Ongeborene, alles is precies zoals het is. Als je daarin blijf hangen is er niemand hier. Maar dan zien we niet dat het Ongeborene is geïncarneerd in een vleesjas. Shingetsu zit vast in dat Ongeborene.

Aren’t you able to assess that? Bankei asks. Zie je die ander niet? Kijk nou!

Dan zegt Shingetsu: Can you?

Bankei zegt dan: If I couldn’t I might not even blunder into someone like you.

Als ik dat niet zou kunnen, dan zou ik niet eens kunnen zien waar jij vast zit. Dan zou ik niet kunnen zien of de pruim rijp is. Dat is precies voelen, op het juiste ogenblik. Dat is afstemmen, intunen, vanuit intimiteit de ander aannemen, de ander zijn voor wie hij of zij is. De ander dragen, invoelen, bij je houden, echt zien.

Het Ongeborene handen en voeten geven, laten incarneren in jouw vleesjas. Dat is ‘van de berg afdalen’. We kunnen ons realiseren dat we Boeddha zijn, maar pas als we dat werkelijk kunnen manifesteren in ons dagelijks handelen, als al onze handelingen werkelijk de handelingen van de Boeddha zijn, pas dan vallen we samen. Breng het Ongeborene terug naar de keukenvloer, breng het naar huis. Dit is de boodschap van Zen Meester Bankei.

Ik dank jullie!

Stromen en stokken

Teisho’s uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi tijdens de Izen Intensive 2018 in Eerbeek. Deel 6

‘In the Unborn, all things are prefectly resolved. I can give you a proof that they are. While you’re facing me listening to me speak like this, if a crow cawed or a sparrow chirped, or some other sound occurred somewhere behind you, you would have no difficulty knowing it was a crow or a sparrow; or whatever, even without giving a thought to listening to it, because you were listening by means of the Unborn. (…)’ The Ryumon-ji sermons, The Unborn, Zen Master Bankei, p. 40.

Het doel van spirituele pad is eenvoudigweg genieten. Eigenlijk is het vreemd dat we het doel van onze geestelijke beoefening zelden zo verwoord zien. En tegelijkertijd is het zo vanzelfsprekend. Als we stoppen met het vastzetten van onze energie op een object in de toekomst en stoppen met voorbij aan onszelf leven, dan keren we terug naar een ongehinderd functioneren vanuit het Ongeborene, waarin we worden gedragen en waardoor we worden bewogen. We leven niet meer in een kramp, maar als een ‘soepel lopend wiel’, de etymologische betekenis van sukha, ‘vreugde’. Deze vreugde wordt niet door objecten van buiten ons leven geconditioneerd, maar zit in ons leven zelf, in ons ongehinderde functioneren. Wanneer we weer werkelijk met onszelf samenvallen, genieten we onszelf, ons leven en alles wat zich daarin aandient.

Niet alleen genieten we ons leven, maar we zien de dingen ook zoals ze zijn. We zijn niet meer gefixeerd op onze eigen harde oordelen en hermetische denkbeelden, maar bewegen ons flexibel van situatie naar situatie, van denkbeeld naar denkbeeld, van gedachte naar gedachte. Levend vanuit het Ongeborene, zien we alles wat zich daarin aandient, precies zoals het is: zo, open, onbepaald, sunyata, ‘zonder substantie’. Anderen en situaties komen niet van buiten, ze verschijnen in het Ongeborene. Ze zijn niet gescheiden van mijn aanwezigheid op dit moment en ze zijn dus intiem met mijn leven verbonden. Als ik terugkeer naar mezelf, keer ik terug naar de werkelijkheid, precies zoals ze is. Vanuit die werkelijkheid beweeg ik mee op wat zich aandient, afgestemd in gevoel en gedachten op wat er is en wat ik heb te doen. Dit terugkeren naar mezelf, ondanks alles wat ik me onophoudelijk in mijn hoofd haal, tja, dat noem ik de ware levenskunst.

Zo levend, niet in een kramp, gescheiden van mezelf en gestrand in mijn eigen harde denkbeelden, maar vrij functionerend vanuit de eeuwigheid en openheid van het Ongeborene, word ik bewogen in vreugde en ontvang ik de schittering van alles wat is. Ik ben vrij om flexibel te bewegen van perspectief naar perspectief en geniet mijn intiem en aan den lijve ervaren. Ook als het allemaal niet meezit, is er voldoende innerlijke ruimte om mezelf nergens aan vast te pinnen. Totdat…

Totdat een oud patroon zichzelf weer uitrolt, ik vastloop in de oude, diepe sporen van bepaalde denkwijzen, ik mezelf andermaal afscheid van wie ik werkelijk ben en mijn energie vastzet in solide objecten buiten mijn leven in deze eeuwigheid. Nee, het doel is nooit voorgoed bereikt, maar het ligt hier, om telkens weer naar terug te keren.

Bankei spreekt (The Unborn, p. 56) op een ongekend heldere wijze over ons bevangen raken in onze concepten, oordelen, denkbeelden en verhalen. Het creëren van onwetendheid en illusie is de epistemologische oorzaak van duhkha, ‘lijden’, ze heeft te maken met wat we kennen en weten en in het bijzonder met onze onvermurwbare kennis en ons hard geworden weten.

Bankei analyseert ons creëren van illusie als volgt. Allereerst is er de ervaring zoals ze is, de ontmoeting met de ander, het zich voordoen van een situatie. Beide rijzen op uit het Ongeborene, zoals Bankei het noemt, ze ontstaan niet, ze komen niet, ze zijn er eenvoudigweg, ‘binnen’, niet onderscheiden van ons bestaan op dat moment en ze zijn zo, precies wat ze zijn, onbepaald, pre-reflectief, voorwoordelijk.

Dan treedt de natuurlijke beweging van ons bewustzijn op. We realiseren ons iets, de ander, de situatie die zich in onze aanwezigheid voordoet en dit is altijd dualistisch. Daarmee plaatsen we de ander of de situatie buiten onszelf. We zijn er nu van gescheiden. Vervolgens projecteren we een concept, oordeel, denkbeeld of verhaal op de ander of de situatie. Datgene dat van ‘buiten’ af op ons toekomt, doet ons denken aan iets soortgelijks, dat we in ons verleden hebben meegemaakt, of waarover we kennis menen te hebben. Bij de ander denken we: ‘Ah, dat is er zo een’, en plakken een oordeel op de ander zoals die is. Bij de situatie die zich aandient, denken we, ‘dit heb ik eerder meegemaakt, dit zal zich zus of zo voltrekken.’ Dit projecteren gebeurt vrijwel altijd volgens de strenge en diep ingesleten sporen van onze denkpatronen, onze gewoonte mensen en situaties nu eenmaal zo te zien en niet anders (onze ‘wijze van zien’, Sanskriet: drsti).

Wanneer we dit oordeel over de ander, of ons verhaal van de situatie fixeren, vastpinnen en vastleggen, en denken ‘zo is het’, dan identificeren we de onbepaalde en intieme oorspronkelijke ervaring met een bepaald en beperkt oordeel, denkbeeld of verhaal. Vervolgens maken we dit oordeel of verhaal tot realiteit en solidificeren daarmee onze eigen gedachteconstructie. Vanaf dit moment bevinden we ons in een illusoire werkelijkheid. We zijn bevangen en onwetend.

Als we vervolgens onze energie richten op en vastzetten in zo’n hermetische gedachteconstructie die we zelf tot werkelijkheid hebben gemaakt, verliezen we onze openheid en functioneert onze energie niet meer vrijelijk. We hebben geen contact meer met het Ongeborene, de bron, ons thuis, ons zelf en niet meer met de werkelijkheid zoals ze is. Ons leven verkrampt in hard geworden oordelen en denkbeelden, solide bakens die we ofwel najagen, ofwel uit de weg gaan. We zijn niet meer in staat om ons leven en wat zich daarin op intieme wijze aandient te genieten en waarderen.

 

(Wordt vervolgd)