…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Posts Tagged ‘opstellingen’

Opstellingen – ga er maar aan staan!

Ga er maar aan staan!

Mensen die nieuw aan het opstellingenwerk beginnen, willen nog wel eens vragen wat ze moeten verwachten en hoe het allemaal werkt. Ik vertel ze dat het met woorden lastig uit te leggen valt. “Kom het maar gewoon meemaken” zeg ik dan, “ je zult merken dat het allemaal gewoon om je gezonde verstand gaat”. En inderdaad. Bezoekers bevestigen het keer op keer. Dit meemaken is overtuigend.
Toch is de vraag ook wel terecht. Waarom zou dit vage gedoe leiden tot gegronde uitkomsten? De belofte wordt waargemaakt als je er eenmaal bij bent. Maar hóe neem je iemand mee die er vooraf toch echt eerst wat meer van wil begrijpen? Dan moet je het wel een beetje kunnen uitleggen, toch? Hier een poging

Werken met uitbeeldingen

In het opstellingenwerk wordt er niet zo veel gepraat. We beelden relaties uit, voelen ze fysiek en zien dan allerlei dwarsverbanden.
Je laat daarbij je vraagstuk als het ware in je aandacht rusten. Je ontspant de doelgerichte houding waarmee we ons normaalgesproken op vraagstukken focussen. Je brengt jezelf in een veel kalmere kwaliteit van aandacht, waarin je zintuigen alle kanten op kunnen gaan. Er hoeft niets. Je bent er alleen maar mee.
Je beseft je aanwezigheid in een ruimte waarin alle onderlinge verhoudingen betekenisvol zijn. Je richt je niet op iets specifieks maar laat het geheel op je inwerken. Zodra je beweegt, verschuiven ook alle onderlinge verhoudingen. Je ziet dan ook niet zozeer losse objecten of mensen, maar je neemt de sfeer waar. Je ziet de dynamiek in het geheel.
Je bent ook in wisselwerking met wat je ziet. Met de mensen en met al het andere.

Praten versus uitbeelden

Die ervaring heb je pratend niet, ook al heb je nog zo’n goed gesprek. Als je je tot het gesproken woord beperkt, is het best moeilijk om de meervoudige samenhangen van een context te benoemen. In de taal maken we juist – haast per woord – één ding los uit de context en denken het dan van alle kanten te kunnen begrijpen.
Er lijkt een groot gemak te schuilen in deze vrijheid. Alsof het op een eenduidige manier duidelijk is (of zou moeten zijn) wat je wel en niet bedoelt. De betekenis zelf hangt nergens van af. Die staat gewoon in de Dikke Van Dale. Hoe anders is het, wanneer je in een beleving bent, in plaats van er over te praten.
Ik heb meer dan eens gemerkt dat wanneer ik probeer om een opstelling uit te leggen of uit te schrijven, ik dáár juist eindeloos mee bezig ben: hoe beschrijf je een complete beleving? Dan lukt me dus vaak niet. Ik probeer ook wel eens verslagen te lezen van andermans opstellingen, maar meestal kan ik me er niks bij voorstellen wanneer ik die niet zelf heb meegemaakt.
Woorden maken je los van wat je ziet en maken ook dingen los van elkaar. Ze snijden begrijpelijke stukjes uit een complexe werkelijkheid. Alleen al de uitbeelding van jouw vraagstuk te zien, in een opstelling, is al zo anders als een gesprek. Zien maakt niets los maar verbindt de dingen juist aan elkaar. En wel onmiddellijk. We zien eigenlijk nooit maar één ding, niet twee of meerdere, maar we zien een samenhang zoals wanneer je een landschap op je in laat werken. Een type samenhang dat je niet hoeft te begrijpen. Die herken je in één keer. Elk zicht is een algemeen zicht. Als je dat in taal probeert te vangen, moet je elk detail benoemen en de hele ervaring beschrijven. Ga er maar aan staan….

Het wonder van de onderlinge samenhang

Tot dusverre niks nieuws, zul je denken. Een beeld zegt meer dan duizend woorden. Toch is het iets om bij stil te staan, want er gebeurt iets opmerkelijks, waar je niet zomaar op bedacht bent. Wanneer we overschakelen van praten naar kijken, ontstaat er een relatie tussen de waarnemer en hetgeen waargenomen wordt. En dat is precies het tegenovergesteld effect van wat de vrije en losgesneden betekenis van het woord doet.
Woorden schakelen de relatie met de waarnemer juist uit. Het lijkt sowieso alsof je met woorden alle draden van verbindingen en relaties kunt ontkennen. Die doen er als het ware niet meer toe. Een woord – zo denken we – verandert immers niet van betekenis door wie het gebruikt. Een gebruiker van een woord is a priori anoniem en vervangbaar. Dat is de vrijheid van de abstractie: die is algemeen geldend.
In het zien blijkt er juist wél een bepaalde betrekking: je doet zelf mee als kijker door een bepaald perspectief in te nemen. Het gaat over jou. Dat geeft je als kijker een oriëntatie: jij staat ergens, ten opzichte van het geheel van wat je ziet. Hoe de kijker zich ertoe verhoudt en wat die daarbij voelt, speelt mee in de betekenis. Dan is er géén sprake meer van een algemene abstracties, zoals je met woorden aanduidt, maar van een unieke ervaring.
Zien is daardoor zowel de wereld kennen als jezelf kennen. Wie iets ziet heeft een standpunt van waaruit iets wordt gezien. Het oriënteert.
Het woord daarentegen, overschrijdt elke grens en zelfs de grenzeloosheid van het geheel: het grijpt de dingen vanuit een richting van waaruit je ze nooit fysiek kan waarnemen, van waaruit je zelf ook niet wordt gezien en nooit zal worden gezien. Het woord breekt met oriëntatie, het desoriënteert.

Je hoeft niks te zeggen om veelzeggend te zijn.

Ga er maar aan… eh .. in staan

Naar een opstelling kijken, trekt je in de ervaring, én er komt ook vrijwel altijd een moment dat – als jij een vraag hebt ingebracht – je uitgenodigd wordt om daadwerkelijk je plek in te nemen in de context die voor jou is uitgebeeld. Een van de meest werkzame effecten van het opstellingenwerk is de onontkoombare impact door je eigen deelname aan de werkelijkheid van je leven, inclusief de waarneming van al je lichaamssensaties. Je stapt er in.
Dan voel je jezelf niet alleen, je boort ook een wijsheid aan die in de grond van onze lichamelijke aanwezigheid geworteld is: de intuïtie. Je kunt je niet langer als toeschouwer afzonderen van je eigen leven. Je voelt je plek in de grotere ordening en alles wat daarin te beleven is.
Dat is grondend. Alsof je geplant en geworteld wordt in de aarde. Je vormt een schakel tussen de onbeweeglijke grens van je persoonlijke fysieke bestaan en de ogenschijnlijk grenzeloze horizon om je heen – een stevig pact waaruit vrede voortkomt: je weet waar je bent. En je weet wat waarheid is!

Hoe abstracter iets is geformuleerd, hoe meer ‘waarheid’ we eraan toeschrijven, én hoe minder we er persoonlijk aan hebben, omdat we er dan zelf niet meer toe doen. Pas in de deelname aan de werkelijkheid komen we los van het denken in abstracties en blijkt alles betekenisvol te zijn. Dan blijken we haarscherp waar van onwaar te kunnen onderscheiden. 

‘Weten’ is gemeenschappelijk

Door deelname opent het zich: intuïtieve kennis over dat wat er is. En dat wéét je dan ook. Intuïtie is in onze samenleving lang afgedaan als onbetrouwbaar en vaag. We komen er langzaam maar zeker achter dat we echter uiterst trefzeker zijn met wat we kunnen weten via ons lichaamsgevoel. Het is op zo’n manier weten dat je iets weet, terwijl je dat niet kán weten, omdat het je nooit verteld of getoond is. Intuïtie is kortom rechtstreeks weten dat je weet. Je herkent de waarheid omdat je die ervaart. Dat is wat we bedoelen met ‘gezond verstand’. Daarop te kunnen vertrouwen geeft een weldadige rust, omdat je dan op jezelf vertrouwt.
De mooiste term waarmee we dit gezonde verstand aanduiden vind ik het Engelse ‘common sense’. Dat begrip zegt me dat het gaat om iets heel gewoons én iets gemeenschappelijks. In uitwisseling met woorden komen we makkelijk in een discussie over meningen, of in een misverstand, maar wat we intuïtief weten, weten we in de grond altijd samen én tegelijkertijd, omdat waarheid eenduidig én gemeenschappelijk is. En daar is het dan ook om te doen in het opstellingenwerk.

Ken Uzelve

Juist de herwaardering van onze fysieke presentie en lichaamsgevoelens – met name ook als instrument van kennis – is een formidabele opdracht voor onze cultuur. Eeuwen achtereen zijn we met elkaar overeengekomen dat ‘gevoel’ geen enkele rol zou spelen in zaken die er toe doen. Zo hebben we ons meest betrouwbare instrument tot het verwerven van ware kennis in ernstige mate veronachtzaamd. Het lichamelijke aanvoelen en invoelen is echter onze meest objectieve en ook fijnbesnaarde sensor om te kunnen registreren wat er gaande is. Het is ons navigatie-instrument voor echtheid, waarheid en een duurzame omgang met de geschenken van het leven.
En het systemisch werk is er een uitermate behulpzame tool bij, om dat navigatie-instrument te leren gebruiken.

Ieder lot z’n eigen complot

“Het is alsof ik zojuist mijn voet uit een visnet gehaald heb”, zegt hij

Hij is niet de enige die een geweldige bevrijding voelt, vlak na een confrontatie met zichzelf. En het is nog niet klaar. Hij heeft net – zo zou je kunnen zeggen – zijn eigen complottheorie onder ogen gezien en weet nu wat hem te doen staat. Het visnet staat voor een heel verhaal. Het verhaal van verstrikt geraakte opvattingen over zichzelf en over zijn leven. Een verhaal dat hij heeft gemaakt om de verwarrende dingen die hij meemaakte te kunnen interpreteren en betekenis te geven. Een verklarend verhaal dus, om de logica van allerlei pijnlijke gebeurtenissen rond te krijgen. Hij ontdekte dat dat iets is waar je zelf actief aan mee doet. Daar mag hij de komende tijd afscheid van gaan nemen.

Vraagstelling
Als ik door mijn notitieboekje blader, kom ik de meest uiteenlopende vraagstukken tegen van mensen die komen voor een sessie. Ik raak dan altijd weer ontroerd over hoe kwetsbaar we zijn als mens: waarom kan ik er niet helemaal zijn? Ik zit in een slangenkuil, waarom kan ik mij niet bevrijden? Ik voel me niet gerespecteerd, gezien, bemind; waarom duwt er iets dat lijkt te willen dat ik niet besta? Enzovoort.

Opluchting
Een systemische coaching levert geen ‘quick fix’ maar brengt wel bijna altijd een geweldige opluchting teweeg. Die opluchting komt wanneer je aanvaardt hoe iets feitelijk is. Dat gaat over het accepteren van de realiteit; voorbij aan je eigen theorie. Hoe pijnlijk of indringend dat ook is. Maar het zit altijd anders dan je denkt.
Het blijkt telkens weer dat we tot rust komen in waarheid die steunt in de feitelijke realiteit die je deelt met anderen. Dat geeft een bevrijding van de angst en ontspanning van de wil. Veel leed ontstaat namelijk niet doordat we naar een andere toekomst verlangen maar doordat we niet willen dat het verleden echt gebeurd is. We leggen ons er niet zomaar bij neer. We geven onszelf of een ander bijvoorbeeld de schuld dat het niet anders is gegaan. Maar als je je verzet tegen de feiten ontspan je nooit en moet je er tegelijkertijd altijd wel ergens bang voor zijn dat de onbewuste waarheid doorbreekt.
Wanneer je dat verzet opgeeft, heb je je energie weer beschikbaar voor wat er werkelijk voor je ligt. Wanneer je kunt aanvaarden wat je nou eigenlijk echt voelt, dan is de moeilijkheid daardoor niet weg, maar je bent in een toestand gekomen waarin je een moeilijke situatie tot een goed einde kunt brengen.

Waarheid
Onwaarheid is ook onbetrouwbaarheid. Daarin ligt een belangrijke reden waarom we zo overstuur kunnen raken wanneer we het gevoel hebben dat er door anderen met de waarheid wordt gesjoemeld. Met ‘leugentjes om bestwil’ maskeren we onze ware motieven en wordt de gemeenschappelijke werkelijkheid onduidelijk of zelfs ondoorgrondelijk. Er is zeker een gradueel verschil, toch wordt een relatie door een beetje gesjoemel eigenlijk net zo onbetrouwbaar, als door een volle leugen. En een grotere sociale context wordt van onwaarheden in alle ernst onveilig. Het haalt de bodem overal onder vandaan. Het houdt bovendien de emotionele energie als het ware gevangen.
Ongeacht de gradatie van bewust daderschap hierin. Of het nu gaat om een onbewuste verdediging door een zo gunstig mogelijk maskering van iets, of een doelbewust verbergen van feiten of, nog extremer, een opzettelijk manipulatief verdraaien van de werkelijkheid. In alle gevallen gaat het om een samenhangend geheel van dingen die wel met elkáár kloppen maar niet met de feitelijke realiteit. We spreken dan van een web aan leugens. Een visnet waarin je verstrikt kan raken.

Inhouden of je verzetten?
Het net hoeft dus niet persé opzettelijk van leugens te zijn gemaakt. Ook pogingen om de dingen mooier te laten lijken dan ze zijn of de neiging om pijnlijke waarheden te verzwijgen, werken verwarring in de hand. Zoiets kan je gevoelswereld enorm dempen want ergens klopt er steeds iets niet. Je moet voortdurend ergens aan twijfelen. Je voelt je nooit veilig om vrijuit te zijn wie je bent.
Het kan je er aan de andere kant ook juist toe aanzetten om uit de maskerade los te willen breken, om de leugenachtigheid aan te willen vallen en om ten strijde te trekken voor eerlijke en heldere ‘common ground’. Wat je in beide gevallen nodig hebt is een confrontatie omwille van de werkelijk eerlijke geschiedenis.

Complottheorieën
Maar soms halen mensen juist dán nog meer verwarring uit de kast, om er vermeende leugenachtigheid mee te bestrijden en dat maakt het allemaal alleen nog maar lastiger.
Het enige verschil tussen een persoonlijk argwanend verwijt en een maatschappelijke complottheorie is de schaal waarop het wordt uitgeoefend en beleefd. Voorbeelden van argwanende verwijten kennen we allemaal wanneer we de ander slechte intenties toeschrijven zonder dat we willen weten of kunnen verdragen hoe het wérkelijk zit. De belangrijkste overeenkomst tussen een argwanend verwijt en een complottheorie is dat we een verhaal zelf kloppend maken en vervolgens dat verhaal koesteren bóven de werkelijkheid. Het verhaal heeft interne samenhang maar het is niet op realiteitsgehalte te controleren. Dat het wel met zichzelf klopt, dat geeft je de illusie van een bodem. Dat het je vasthoudt, geeft de illusie van een houvast. Een complottheorie is dan ook precies als een argwanend verwijt: behulpzaam – of misschien zelfs wel noodzakelijk – om een angstig en gedesoriënteerd deel in ons gerust te kunnen stellen. “Zó zit het. Ik weet het zeker!”
Alfred Adler schreef ooit dat de neuroticus de gijzelaar is van zijn eigen fictie. Het is de plek waar iemand zichzelf bewaart om niet aan de wereld stuk te gaan.

Twijfel is een teken van kracht
Dat je ergens verstrikt inzit, is meestal geen bewuste ervaring. En omdat iets misschien alleen een theorie is, en het verhaal nergens aan de werkelijkheid getoetst wordt – of misschien niet eens kán worden – dan móét je eigenlijk de samenhang van jouw visnet wel steeds blijven verzorgen en moet je aan je theorie overtuigingskracht blijven toevoegen. Zo investeer je in je eigen probleem. Het dwingt je ertoe om jezelf schrap te zetten en over te komen als iemand die zeker is van zijn zaak. Dit werkt escalatie in de hand. In feite kom je dan niet voor je verhaal op, maar voor je onderliggende kwetsbare gevoel van onbehagen en weerloosheid die je probeert af te weren. Iemand die ontspannen is en in werkelijke ervaringen steunt, kan zich veel meer twijfel veroorloven.

Escalatie
Aan de andere kant zit een reality check er voor de complotdenker niet in omdat de theorie zich voor diegene juist in elkaar weeft rondom zaken die aan het zicht zijn onttrokken. Behálve de ervaring van het vage gevoel dat er iets niet klopt. De ervaring dat er bijvoorbeeld door zogenaamde ‘betrouwbare’ mensen tegen je gelogen wordt. Het is juist het vage gevoel van wantrouwen en het ontbreken van de mogelijkheid tot een reality check, dat in eerste instantie de argwaan heeft gewekt. En omdat je menselijkerwijs gehoor wilt geven aan die emotie, houd je dan misschien vast aan een semi-assertieve oplossing: “Als de wereld niet klopt zal ik hem kloppend máken.”

Verliezen door je te verdedigen
Er zijn veel mensen die in dit tijdgewricht vóelen dat er iets onveilig is, dat er iets niet klopt, dat de wereld zó sterk aan het veranderen is door krachten die ze niet kunnen thuisbrengen, dat het logisch is dat het vertrouwen gaat wankelen. Zo sterk dat we soms niet meer weten op welke wereld we zijn aangesloten. Of sterker, dat we voelen dat we een wereld moeten aannemen die eigenlijk niet kan bestaan. Wie neigt er dan niét toe om op basis van vermoedens met invullingen, meningen en interpretaties het verhaal kloppend te máken. Al is het maar omdat het eventjes oplucht.
Vervolgens kan het verhaal jou inslikken en kan het verhaal op zijn beurt jou vasthouden. Als dat gebeurt, dan kan dat haast nergens anders in eindigen dan in getouwtrek tussen voor’s en tegens en dus in een escalatie. En je ziet dat gebeuren in individuen, in families, in gemeenschappen, in naties en tussen volkeren en naties onderling.

Realiteit brengt vrede
Over realiteit valt echter niet te twisten. Realiteit is misschien uniek in hoe je die beleeft. Maar het is nog steeds wel dezelfde realiteit als die anderen op hún manier beleven.
Realiteit is wat ons bindt. De betrouwbare plek om te kunnen aanhechten. Onze geschiedenis is altijd gedeelde feitelijkheid want wat gebeurd is, heeft zich immers aan iedereen voltrokken. Het is in het verhaal eróver, waar de onwaarheden zitten.
En zoals het in het klein is, zo is het in het grote. Via de realiteit vinden de mensen die een sessie komen halen de oplossing van het eigen visnet, het eigen verstrikte verhaal rondom de waarheid. Je ontdekt hoe dat ontstaan is. En je ontdekt hoe je de weg terug kan vinden naar zelfvertrouwen en vertrouwen in de ander. En zo kunnen we als samenleving én als wereldbevolking ook de weg terugvinden naar een waarachtig en gezond onderling vertrouwen. In waarheid komt de kracht vrij om indringende uitdagingen met elkaar aan te gaan en om iets op te bouwen dat in stevig onderling verband staat.

Tips voor de moderne mens
Om elkaar te helpen om de weg terug te vinden naar een meer veilige leefwereld raad ik je daarom aan om zo min mogelijk te spreken óver mensen en je te richten op spreken mét mensen, om je eigen observaties heel serieus te nemen, om je te uiten over zaken die je zelf aan den lijve hebt ervaren en doorvoeld en om je met name te bemoeien met zaken waar je vanuit eigen ervaring zelf mee te maken hebt.

…en natuurlijk opstellingen doen! 😊
Opstellingenwerk is fenomenologisch werk: het gaat uit van de directe fysieke ervaring. Hierin gaan we voorbij aan mentale fictie en subjectieve meningen en voelen we de essentie van hoe het leven zich in werkelijkheid voltrekt. Maatschappelijke opstellingen doen hetzelfde maar dan op een andere schaal. Het put informatie uit onze gezamenlijke geschiedenis en verschaft daarmee ‘common ground’ om ons als collectief op te kunnen baseren en om in waarheid te kunnen samenleven.

Met toestemming overgenomen. zie https://www.ikenjijopstellingen.nl/