…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Posts Tagged ‘skandha’s’

Karma, patronen en bevrijding. Wederzijdse afhankelijkheid

Teisho’s gegeven tijdens de Izen intensive 2020 door Maurice Genko Knegtel Roshi

Als je teruggaat naar je lichaam, is dit wat je ervaart: pratityasamutpada, ‘optreden in afhankelijkheid van condities’. Interessant is, het begrip waarheid bij Hindoes is satya. Letterlijk vertaald: ‘wat is.’ Waarheid ‘is’, dit is een absoluut gegeven. Maar als je denkt aan dat beeld in de spiegel, is er dan iets dat ‘is’? Dat lijkt me niet het geval. Er is niets solide en niets blijvend. Het boeddhistische begrip voor waarheid is bhuta, ‘wat is geworden’. Zelfs in het boeddhistische waarheidsbegrip, zit een proceselement. Als je dit alles toepast op je leven, wat ervaar je dan aan den lijve? Wat je aan den lijve ervaart, is de geestelijke en fysieke activiteit en de invloed daarvan. Dit heeft in het Sanskriet een naam: karma. Letterlijk betekent het: ‘invloed van handelen’. Alles wat je zegt, denkt of doet, heeft vroeg of laat een invloed op je eigen leven en dat van anderen, en die invloed ervarend, handel je opnieuw en bepaal je daarmee je handelen, denken en spreken in de toekomst. Met andere woorden, elke handeling, elke uitspraak, elke gedachte doet er toe.

Als je pratityasamutpada in de betekenis van invloed van fysieke en geestelijke activiteit in relatie tot anderen gaat brengen, krijg je een lsd-achtige situatie. In het Avamtasaka Soetra wordt het aldus verwoord: ‘En binnen deze toren bevinden zich ontelbare torens. Waarvan elke toren net zo schitterend is versierd als die waarin Sudhana (de hoofdpersoon in het verhaal) is binnengetreden en net zo ruimtelijk is als de hemel. En deze torens hinderen elkaar geenszins. Elk van de torens behoudt zijn eigenstandigheid in volmaakte harmonie met de rest. Er is niets wat de eigenheid van een toren beperkt in relatie tot elke andere toren en het geheel aan torens. Er is hier een toestand van een volmaakte wederzijdse doordringing en natuurlijke orde. De jonge pelgrim Sudhana ziet zichzelf in alle torens en in elke toren afzonderlijk, waarin alle torens zijn bevat en elke afzonderlijke toren weer alle torens bevat.’

Als je een hallucinerende paddenstoel hebt gegeten, krijg je ongeveer deze ervaring. Maar toch, als je teruggaat naar je lichaam, naar je onderbuik en simpelweg ervaart, is het niet zo moeilijk om te zien dat dit klopt als een bus. Dit gaat over invloed van fysieke en geestelijke activiteiten, optredend in afhankelijkheid van condities, maar dan in interactie tussen jou en mij. Tussen jou en de rest van de groep. Als ik om me heen kijk en ik kijk alleen maar, of ik luister alleen maar, dan is mijn ervaring dat ieder van jullie in deze, mijn aanwezigheid zit, hoe zou ik je anders kunnen zien, hoe zou ik je anders kunnen horen? Maar ik zit ook in jullie aanwezigheid, want hoe zou je mij anders kunnen zien en horen? Jullie zitten allemaal hier. En ik zit in ieder van jullie. En jullie zitten in ieder ander en ieder ander weer in jullie.

De toren van Maitreya, die ene toren die alle andere torens bevat, maar die zelf ook weer wordt bevat in elke andere toren, dat zie je als je om je heen kijkt. Wat ik zie, is dat iedereen hier zit, in mijn fysieke aanwezigheid. Als je praat hoor ik je hier. En omgekeerd. Je kunt ook zeggen, als je teruggaat naar je onderbuik, naar wat je echt ervaart, dan is elke ander al binnen voordat ik ‘ik’ kan zeggen. Als ik jou zie, ben jij al hier en pas daarna zeg ik ‘ík’ of heb ik mijn oordeel of conclusie gevormd. Het ‘ik’ zeggen, gebeurt in een reflectie op wat ik aan den lijve ervaar.

Het mooie van meditatie is dat je het werken van je geest praktisch kunt onderzoeken, het is geen vaag of theoretisch gezweef. Als je zit en er snottert iemand in de zendo, dan zit dat hier, in mijn lichaam. Vervolgens denk je: ‘Zou die figuur niet wat zachter kunnen snotteren?’ Daarna komt er een verantwoording over waarom ik dat vind: ‘Snotteren stoort mijn meditatie’. Nu ben ik al drie stappen verder. Het aan den lijve ervaren, is dat de snotterende ander al binnen is nog voordat er ook maar een gedachte is opgekomen.

Met andere woorden, nirvana is de bevrijding van mijn patronen.

Als we niet zien hoe de geest werkt, verkeren we in een grote blur, een mistige situatie. We herkennen niet wat wat is, noch hoe het werkt. Als je op het kussen zit, kun je voor jezelf een onderscheid leren maken tussen de fysieke ervaring, de reflectie van het bewustzijn en wat je daar verder mee doet. Dat onderscheid heet prajna, ‘wijsheid’.

De basis van ons bestaan is, dat we door en door afhankelijk zijn, we dragen elkaar. Dit heeft implicaties voor mijn verantwoordelijkheid. Ik ben meer verantwoordelijk dan ieder ander, immers jullie zitten hier. Ik draag jullie. Als ik bijvoorbeeld vanuit mijn raam een oude man buiten van zijn fiets zie vallen, maakt mij dat verantwoordelijk. En dat kan ik alleen voor mezelf zeggen en niet voor mijn buurvrouw die de oude man wellicht ook van zijn fiets ziet vallen.

Karma kan ook telkens weer worden herhaald in situaties, omdat deze geestelijke en fysieke activiteit mij laat overleven of omdat dat wenselijk voor anderen is. Dat karma, die invloed van mijn activiteit, kan inslijpen tot een steeds dieper spoor, het graaft zich steeds verder in. Als je door ervaring leert dat iets werkt of niet werkt, dan herhaal je dat. Wiebe Veenbaas (de oprichter van Phoenix) noemt dat ‘magische bewegingen’. Het kan zelfs generaties teruggaan en overgeleverd worden. Dit heet in het boeddhisme samskara, ‘onze diep ingesleten patronen’, ofwel ons karma dat zich keer op keer herhaalt, dat bij het ontstaan functioneel is, maar op den duur beperkend werkt. Het is een van de vijf skandha’s, de vijf componenten van ons mens zijn, en het is de belangrijkste. Samskara is datgeen waaruit we geweven zijn, wat ons letterlijk maakt tot wie we zijn. Het is een cruciaal begrip: de traditionele omschrijving van nirvana is sarvasamskarasamatha. Dit betekent ‘het tot rust brengen van al mijn patronen.’ Met andere woorden, nirvana is de bevrijding van mijn patronen.

 

Wordt vervolgd. Vanaf 8 maart 2021 starten we onder leiding van Maurice Genko Knegtel Roshi een nieuwe Zen Cirkel, die je deels fysiek in het Graalhuis in Utrecht en deels digitaal via Zoom kunt bijwonen. Klik voor meer informatie en opgave op: https://izen.nl/zen-meditatie/

Zen in het westen (deel 3): rituele en symbolische overdracht

Dit is het derde deel van een teisho uitgesproken door Maurice Knegtel Sensei tijdens een zen workshop in Lelystad op 4 november 2017. Eerwaarde Ben Claessens maakte de transcriptie.

We hebben het eerste veld, de leraar-leerling verhouding, besproken. Wat betreft het tweede veld, de rituele en symbolische overdracht, kunnen we bij het boeddhistische jargon beginnen, de taal, met begrippen zoals onwetendheid, verlichting, nirvana, leegte, vorm, skandha’s, karma, boeddha-natuur et cetera. Is een dergelijk jargon noodzakelijk of niet?

Als schrijver is het van meet af aan mijn ambitie om het jargon te kunnen omzetten naar onze taal. In een van mijn boeken over de levens en woorden van grote zen leraren, heb ik slechts een woord niet omgezet: dao. Maar de rest is in Nederlandse begrippen vertaald. Woorden kunnen voor verwarring zorgen. Ze komen uit diverse taalgebieden in Azië en ontstaan in verschillende perioden en hebben verandering van betekenis ondergaan. Als je het hebt over sunyata, ‘leegte’, dan is het de vraag, of het wel goed is vertaald en of we het over hetzelfde hebben?

Dan zijn er de rituelen, zoals buigen, zazen, daisan (formeel persoonlijk onderhoud), de boeddhistische dienst. Zijn rituelen noodzakelijk of niet?

Met de handeling druk je een intentie uit. Als je een ritueel ‘zomaar’ doet, zonder intentie of omdat het moet, kan het ‘leeg’ worden. Zen in Japan is mede daardoor uitgehold. Zeker anderhalve eeuw is dat proces aan de gang. Tegenwoordig komen zen monniken uit Japan naar het Groningse Uithuizen, om in het klooster van Tenkei Roshi te onderzoeken hoe zen ritueel beoefend wordt.

De hele superstructuur is in wezen her-innering. De leraar helpt je voortdurend je te herinneren aan een voornemen, zoals de Sangha, de gemeenschap, dat ook doet. De rakusu, de symbolische en verkleinde uitgave van de kesa van de Boeddha, is een herinnering aan wat ik hier (in deze zendo in Lelystad) doe, waarvoor ik hier zit en aan wie of wat ik werkelijk ben. Ik herinner me mezelf niet als een individu, maar als een open, grenzeloze plek, waarin alles samenkomt.

Je buigt, je doet de staande of de volle buiging (met het voorhoofd tegen de buig mat), er zijn recitaties zoals het Hart Soetra, dat is allemaal deel van een overlevering en het is heel erg Japans. Een belangrijke vraag als het gaat om integratie is, moet er iets aan die rituelen veranderen? Wat ik nog wel eens hoor, is dat mensen de rituelen ‘raar’ vinden, of ‘niet leuk’.  Ik heb zelf voor een lange tijd een schurende relatie gehad met het rituele corpus. Mijn leraar Genpo Roshi zei altijd, je kunt er pas afstand van nemen, als je het ritueel door en door kent. Dat is ook zo, dan weet je waartegen je ageert. Ik heb het hele ritueel tandenknarsend tot me genomen en verteerd en er vervolgens tien jaar afstand van genomen. En nu begin ik het te herontdekken en werkelijk te waarderen.

Voor mij, als 21e eeuwse Europese zen leraar, is het de vraag: wat is behulpzaam in de uitvoering en het onderhoud van ons proces van herinnering. En elke beoefenaar en elke Sangha dient zich die vraag te stellen. In onze Izen retraites heb ik herontdekt, dat het uitvoeren van de boeddhistische dienst volgens het boekje, geen kwestie is van ‘leuk vinden’. Als iedereen zijn of haar verzet en weerstand heeft opgegeven, ervaar je dat er één lichaam is dat het ritueel tot expressie brengt, via elk individueel Sangha-lid. Het is die ervaring waarover het in de zen beoefening gaat, de diepe en fundamentele verbondenheid van alle leven met jouw bestaan. Het reciteren gebeurt niet door de gemeenschap, maar door de gemeenschap in jouw persoon. Het lijkt of je innerlijk wordt opgerekt en in één moeiteloze beweging buigt en zingt. Rituelen openen je voor alles en iedereen, mits met de juiste intentie uitgevoerd.

Ik verzorgde jarenlang het slagwerk in een band die geïmproviseerde jazz speelde. Mijn nirvana-momenten bij het musiceren, waren dat de gehele band in mijn slagwerk zat, dat de gehele band speelde door mij heen en me leidde; het was absoluut een samenvallen met, een eenheidservaring, alles bewoog door me heen en gebruikte me als instrument, letterlijk.

Laten we in ons onderzoek ook de symbolen meenemen, zoals een Boeddhabeeld, het wierook, een mala of rozenkrans. Symbolen kunnen een katalysator van je proces zijn. Een Boeddhabeeld staat ergens voor. Het staat voor je intentie, voor een specifieke ervaring die belangrijk is in je proces. Het kan je motiveren, je richt je passie erop. Zen technisch gesproken bén je dit beeld. Als dat besef tot je door dringt, valt er een ander licht op het beeld. Zolang je het nog buiten jezelf plaatst, blijft het dat beeld op die tafel.

 

Ben je geïnteresseerd geraakt? De Zen Cirkel Utrecht start op maandagavond 12 maart op onze nieuwe locatie, in het Graalhuis te Utrecht. Voor meer info en opgave, zie: https://izen.nl/zen-meditatie/