…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Posts Tagged ‘zazan’

Zen in onze westerse samenleving (deel 1)

Dit is het eerste deel van een teisho uitgesproken door Maurice Knegtel Sensei tijdens een zen workshop in Lelystad op 4 november 2017. Eerwaarde Ben Claessens maakte de transcriptie.

Bij het thema zen in onze westerse samenleving komen twee vragen op. Moet dat? En als het moet, welke vorm krijgt het dan? De zen traditie biedt zazen aan, zitmeditatie. Als je meditatie aanbiedt buiten de context ervan, heb je meditatie om te ontstressen, dichter bij jezelf komen, succes te hebben. Mindfullness is uit de traditie van het Theravada Boeddhisme gelicht, dat is een enorm lichaam van teksten, beoefeningen en ethische disciplines. Mindfullness is uit dat corpus gelicht om mensen meer gefocust te krijgen. Maar ga je zen in de traditionele context beoefenen, dan is het een proces van zelfherinnering en zelfverdieping. Dan heb je niet alleen met zitmeditatie te maken, maar ook met de bedding waarin zazen al eeuwenlang wordt aangeboden: rituele vormen, initiatie processen, hermetische teksten. Denk alleen al aan de woorden voor ervaringen in het proces, zoals ontwaken, belichamen, Boeddha, Dharma enz. Het is aan ieder zelf te bepalen wat men zoekt, wil en kiest. In zen echter hebben we te maken met een traditie met een eeuwenoude bedding die in drie velden uiteenvalt: de verhouding tussen leraar en leerling, de rituele en symbolische overdracht en initiaties en transformatie.

Leraar-leerling verhouding

Dit is een belangrijk veld als je het proces van zen beoefening in gaat. Voor veel ambachten in de samenleving is deze verhouding een vanzelfsprekend gegeven. In de zen traditie is ze vrij autoritair. Hoe nemen we deze verhouding over? Kun je haar in onze culturele setting zomaar een op een overnemen? En als je dat niet doet, ontbreekt er dan iets uit de oorspronkelijke traditie?

De rituele en symbolische overdracht

Dit betreft de superstructuur van de beoefening, het veld van woorden en symbolen om ervaringen mee aan te duiden, rituelen, heilige teksten, verhalen, een Boeddhabeeld, een kesa (monnikskleed). Neem je dat zomaar over? En als je dat niet doet, wat laat je dan los?

Initiaties en transformaties

Als je in het proceswerk van de ene fase naar de andere gaat, heb je rituele vormen die deze rites-des-passages begeleiden en bekrachtigen. De monnikswijdingsceremonie Shuke Tokudo is zo’n fase in het proceswerk, met haar rituele vormen en uitgesproken intenties waarin de transformatie wordt uitgedrukt. Ook dit veld roept vragen op. Wat betekent het in onze joods-christelijke cultuur om boeddhist te worden en te zijn? Wat verstaan we in onze samenleving onder boeddhistisch monnikschap? Is het belangrijk voor de beoefening van zazen dat we boeddhist worden?

Bij zen in onze westerse samenleving gaat het dus niet om de ‘uitgeklede’ seculiere beoefening van meditatie, maar om de assimilatie van het grote complex van rituelen, symbolen, initiaties, intermenselijke verhoudingen en gemeenschapsvormen, die vanuit een Japanse traditie in onze cultuur wordt aangeboden.

Vanzelfsprekend roept dit complex in onze cultuur en in onze tijd het een en ander op: weerstand, nieuwsgierigheid, verlangen, enz. Zelf heb ik altijd een haat-liefde verhouding gehad met de rituelen. Mijn leraar Genpo Roshi genoot zijn training onder leiding van de Japanner Taizan Maezumi Roshi. De eerste tien jaar van mijn training waren voor mij klassiek Japans: de precieze vorm van meditatie, de streng gecultiveerde vorm van de diensten, de hiërarchische verhouding leraar-leerling. Dat bracht bij mij het nodige verzet teweeg. In Amsterdam, bij zen leraar Nico Tydeman Sensei, zat ik in de organisatie van de zendo. We deden daar ook rituelen, zoals wekelijks een boeddhistische dienst. Mijn kijk daarop veranderde na een reis met mijn vrouw eind jaren ’90 naar Vietnam, het land met het grootste percentage beoefenaars van Thiền, een aan het Chinese ch’an gerelateerde traditie. Van alle bewoners praktiseert 98% Thiền. In Japan is nog maar 6% van de bevolking zenboeddhist. Ik herinner me een bezoek aan een landschap met rijstvelden en een kleine tempel. Stipt om 12 uur begon de enige priester die  de tempel rijk was de recitatie van het Hart Soetra. Hij reciteerde het soetra en sloeg zelf de magukyo, de houten vissenkop. Ik heb er ademloos naar zitten kijken en luisteren. Het paste naadloos in die omgeving: de historie, de cultuur, het landschap, de geluiden. Ik realiseerde me toen dat we de dienst in Amsterdam in feite imiteerde. Dat trok bij mij een diep spoor aangaande mijn omgang met rituelen. Ik nam er afstand van, dat kon mede omdat Genpo de rituelen ook minder prioriteit gaf in die tijd.

In de ontwikkeling van onze eigen Zen Cirkel in Utrecht, begonnen we indertijd dan ook met een minimum aan ritueel. Het was vooral zazen en het persoonlijk onderhoud, daisan. En nu en dan een hele korte dienst op de zen zondagen. Dat was het. Daar is de laatste 2-3 jaar verandering in gekomen. We hebben tijdens de jaarlijkse Izen Intensive in de maand januari de kracht van de rituelen herontdekt. Die ontwikkeling kreeg een impuls door de duiding van teksten van de Japanse zen leraar Dogen in de teisho’s, dat was tijdens de Intensive 2017. Die Intensive hebben we van het begin tot het einde van elke dag een meer formeel karakter gegeven, met de volle aandacht voor zazen, kinhin (loopmeditatie), de stilte, samu (ritueel samenwerken), de boeddhistische dienst, enz. Tot mijn grote verbazing droeg dit bij aan de beleving en de verdieping van de Intensive. De focus van de deelnemers groeide. In daisan, het persoonlijk onderhoud, was men veel meer geconcentreerd. De deelnemers voelden zich geholpen door de strakkere structuur. Met die beweging van strakke naar losse vormen en weer terug, hebben we te maken als het gaat om de drie velden van zen in onze westerse samenleving.

Ben je geïnteresseerd geraakt? De Zen Cirkel Utrecht start op maandagavond 12 maart op onze nieuwe locatie, in het Graalhuis te Utrecht. Voor meer info en opgave, zie: https://izen.nl/zen-meditatie/

‘Onoverwinnelijk’, de beoefening van meditatie

 

Zazen, in het Nederlands vertaald met ‘meditatie’ betekent letterlijk: zitten (Jap.: za) in een specifieke gesteldheid van geest (Jap.: zen, Sanskriet: dhyana). Zazen is dhyanaparamita, de uitoefening van een specifieke geestesgesteldheid, namelijk die van een Boeddha, een ‘Ontwaakte’. De geestesgesteldheid van een Boeddha is derhalve een wakkere en dus zouden we zazen kunnen vertalen met ‘zitten in wakkere aanwezigheid’.

Aldus zittend herinnert de bodhisattva zich zijn ware natuur. Hij neemt hiervoor een speciale houding aan, een houding van aanwezigheid, met gekruiste benen, kracht in de onderbuik en een rechte rug. En hij neemt zich voor niets te doen, louter aanwezig te zijn. Dit laatste hoeft hij niet te doen, want dat is hij al. Als de bodhisattva de greep op zichzelf nu loslaat, herinnert hij spontaan zichzelf zoals hij waarachtig is, een ongeboren, alles omvattende, alles dragende aanwezigheid. Hij is het licht waarin alles verschijnt.

In zazen valt sattva, deze beperkte en door en door geconditioneerde vorm van onze incarnatie precies samen met bodhi, de grenzeloze aanwezigheid waarin alles verschijnt. Niets is uitgesloten van deze aanwezigheid, elke verschijning is de bodhisattva zelf. Zelfs als Mara verschijnt, schrijft de Indiase filosoof Candrakirti, dan kunnen de krachten van deze demon, deze bezetenheid, je niet verleiden. (Madhyamakavatara 5 (1)) Waarom niet? Alles wat zich voordoet is je het meest intiem, het bestaat niet buiten je aanwezigheid en is bovendien volkomen open, onbepaald. Hier betreedt de bodhisattva het veld genaamd ‘onoverwinnelijk’ (sudurjaya), omdat er niets meer buiten hem is dat hem kan hinderen. Sterker nog, door te zitten in grenzeloze aanwezigheid beseft de bodhisattva zich dat hij niet stuk kan. Deze aanwezigheid is doodloos, er komt niets en er gaat niets, ze kent geen ontstaan en geen vergaan. Aldus ziet de bodhisattva in dhyanaparamita de essentie van de Vier Edele Waarheden van de Boeddha, schrijft Candrakirti. (ibidem 5 (1))

Zittend in ongeboren aanwezigheid is de bodhisattva de werkelijkheid precies zoals ze is. Dit is de enige realiteit die is, ofschoon grondeloos, de enige grond om op te staan; de rest is concept, idee, illusie. Langzaam maar zeker groeit zijn vertrouwen in deze zoheid. En langzaam maar zeker neemt hij deze grenzeloze en volstrekt onbepaalde realiteit mee in zijn dagelijkse handelen als hij weer opstaat van zijn meditatiekussen en als sattva, deze sterfelijke, bevangen, uit karma geweven vleesjas, de wereld in stapt.