Liefhebbers van de Dao De Jing en andere daoistische geschriften zullen bekend zijn met het principe van ‘handelen door niet-handelen’. Het is de manier waarop de Wijze met de wereld omgaat op zijn ‘Weg van de Hogere Deugd’. Maar voor de meesten van ons geldt dat die weg niet direct bereikbaar is: aldoor leven in volkomen overgave, waarin alles ‘vanzelf’ gebeurt. Dat wordt nogal eens gehinderd door het mechanisme van afkeer en begeerte. Voor we het weten komt er streven in ons handelen, en is het gedaan met de overgave. Vandaar dat Lao Zi ons in hoofdstuk 28 van de Dao De Jing wijst op de mogelijkheid van zelfcultivering, waarmee we op den duur toegankelijk blijven voor de Hogere Deugd, en we kunnen blijven handelen zonder enig streven. Die zelfcultivering, of zelfcorrectie, is niet gericht op het verbeteren van de persoonlijkheid, maar enkel op het vrijkomen van afkeer en begeerte.
De latere praktijk van de Chinese Innerlijke Alchemie is in wezen een uitwerking van dat hoofdstuk. Het oudste geschrift uit die traditie, de ‘Cantong Qi’ (te vertalen als ‘het Zegel van de Eenheid der Drie’), begint de sectie over zelfcultivering dan ook met een verwijzing naar Lao Zi:
Ken het wit, blijf bij het zwart,
en de Stralende Geest komt vanzelf.
Dit is op het eerste gezicht een duidelijke aanwijzing om vanuit het licht, vanuit het bewuste, te blijven letten op het donkere en verborgene. Maar de Cantong Qi boort een diepere laag aan, waarin wit staat voor de onderliggende eenheid van alles in de schepping, en zwart voor de stroom van ervaring zoals die is. Zo wordt de betekenis van deze aanwijzing voor zelfcultivering ‘weet van de eenheid in alles, maar blijf bij de ervaring zoals die is’.
Die stroom van ervaring nu is duister (vandaar zwart), omdat ze in wezen mysterie is: onverklaarbaar, en in essentie onbenoembaar, is ze er zo maar. En nu kunnen we wel weet hebben van de eenheid in alles, toch onttrekt zich dat vaak aan het zicht. Dat gebeurt, ook als het volle licht al gezien is, en dan wordt het belangrijk om je er niet van af te wenden. Want juist wanneer we weten van het licht is het verleidelijk iets wat in onszelf het zicht op eenheid of vrede verstoort over het hoofd te willen zien. Vandaar dat in de Qantong Qi indringend wordt betoogd dat wie verlangt duurzaam te verblijven in de Stralende Geest, zich niet moet afwenden van de ervaring of enig deel daarvan.
En ja, zelfs de meest onverteerbare zaken die we meemaken zijn uitdrukking van de allesomvattende eenheid en dragen die met zich mee, of we dat nu beseffen of niet. Dit is niet alleen maar een filosofisch principe, het is werkelijk zo. Ongelukkige lotgevallen, verschrikkelijke pech en afgrijselijk onrecht dat ons overkomt hangen samen met alles wat in de wereld bestaat. Dat is niet persoonlijk: de een treft een zwaarder lot dan de ander. Lao Zi schreef hierover in de Dao De Jing, hoofdstuk 5:
‘De hemel behandelt de mensen als honden van stro’.
Maar tegenover ieder slachtoffer staat een dader, tegenover pijn staat genot, tegenover een ramp staat voorspoed, enzovoort. Wanneer we rijkdom verwerven, ontstaat ergens anders armoede, als we machtig worden, worden anderen onmachtig, waar een winnaar is, moet een verliezer zijn. En dat geldt niet alleen voor ons allen individueel, maar precies zo voor collectieven. Wie dat werkelijk beseft wordt om te beginnen oplettend: iedere daad heeft direct consequenties. Het leven is kostbaar, pijn is onvermijdelijk, ongeluk bestaat, je kunt echt pech hebben, en oorlog is een zaak van leven of dood……
En daarom moeten we ons niet afwenden, maar op ons eigen persoonlijk niveau onderscheid maken tussen de verschillende verschijnselen en vormen in de ervaringsstroom. Dan zijn we ook in staat om onderscheid te maken tussen het zelf, het bewustzijn, en de stroom van vormen en verschijnselen daarin, inclusief de eigen persoon. Zo kunnen we iedere identificatie met het persoonlijke, hoe subtiel ook, doorzien en laten gaan. Want voor we het weten handelen we vanuit het persoonlijke, daarin gedreven door onze conditionering, terwijl we denken onpersoonlijk te zijn…..
Onderscheid en eenheid
Te midden van de turbulente stroom
van alles wat verschijnt,
hebben we weet van iets dat stil is,
onveranderlijk en direct afkomstig
van ruimteloze eeuwigheid.
Wie dat onderscheid niet kent
gaat mee met wat verschijnt,
en wordt ten goede of ten kwade
her en der gesleurd, tot hij tenslotte
met de stroom uit ‘t zicht verdwijnt.
Wie dat wel kent
doet er beter aan de wereld niet meteen
tot illusie te verklaren,
maar de aandacht vol te richten
op werkelijk alles wat verschijnt.
Want vereniging met eenheid, het oorspronkelijke licht,
gebeurt vanuit de wereld der verschijnselen,
omdat het wezen dat zich richt
zelf een verschijnsel is
dat pas oplost als ‘t volledig is doorlicht.
Maar wie zich afwendt van het zwart,
de wereld van ‘t zintuiglijke met het ingevangen licht,
ziet zichzelf niet meer als wezen,
terwijl hij in het afwenden
dat wel degelijk nog is.
Wat hij ziet is deel van waarheid,
wijds, subtiel en vredig, stil.
Wat hij niet ziet is het afwenden,
waarin hij zonder het te weten
dader is, en dat nu heet: Onwetendheid.
Rob Tans