Ik wil me eens richten tot de mensen die in commentaren op een eerdere post over narcistisch gedrag schrijven dat ‘alles liefde is’. Ik heb dat ook geloofd. Tot ik leerde over het fenomeen van de ‘spirituele bypass’.
De term ‘spirituele bypass’ komt van John Welwood, een boeddhistische leraar en therapeut. Hij definieert de spirituele bypass als ‘de tendens om spirituele ideeën te gebruiken om onverwerkte emotionele pijn, psychologische verwondingen en onafgewerkte ontwikkelingstaken uit de weg te gaan’. In bredere zin is het de ontkenning van de schaduw in onszelf, in anderen en in de wereld. De spirituele bypass is een vorm van dissociatie en wijst altijd op verdrongen pijn. Alle vormen van dissociatie – van de milde tot de traumatische – impliceren een afscheiding van de fysieke en emotionele realiteit.
Door dissociatie ga je in je hoofd leven en verlies je contact met je lijf en de fysieke realiteit. Het is in het lijf dat we de pijn voelen en het is ook daar dat we kunnen helen (heel worden). Je kan niet heel worden door te denken. Het denken deelt op. Het kan niet omgaan met heelheid. … De hele gedachte (!) dat er alleen maar licht en liefde bestaat is een abstractie van het hoofd, een dissociatie van de rauwe realiteit van het menselijke bestaan. Er is niet alleen licht en liefde; er is ook duister en haat.
Een andere typische uitspraak van mensen die in abstracties denken is dat er niets te vergeven valt. Is dat echt zo? Die dingen zijn alleen waar in de wereld van het absolute. Ze zijn ‘bovenmenselijk’ en zorgen voor aberraties zoals perfectionisme en toxische schaamte (ik ben niet goed genoeg). De feiten zijn dat wij mensen leven in de relatieve wereld, de dualistische wereld van goed en kwaad, van plezier maar ook pijn. Er bestaat wel degelijk misbruik, wreedheid, haat, misbruik, verraad, jaloersheid, bedrog en al de rest. De hele neiging tot spirituele idealisering is geworteld in de masculiene, joods-christelijke traditie die het licht verheerlijkt en de schaduw afwijst. Daarom werd bijvoorbeeld kindermisbruik in de katholieke kerk ook zolang weggemoffeld. Het is het onvermogen om het kwaad te zien. Dat heet ook cognitieve dissonantie: het past niet in mijn geloofssysteem dus bestaat het niet (of ik praat het goed).
Wanneer spiritualiteit gebruikt wordt om de gremlins van het bestaan af te weren, wordt ze juist onze grootste hindernis om tot authenticiteit en heelheid te komen. Om tot heelheid te komen is moed nodig. De moed om in jezelf te kijken en de pijn te voelen in plaats van die te verdoven of te ontkennen. De moed om je eigen schaduw te zien en er verantwoordelijkheid voor te nemen. Al het masculiene spirituele zweven komt van een gebrek aan wortels in de materie, de mater, de moeder, het vrouwelijke principe.
De Hindoes kennen de zwarte godin Kali die vaak wordt afgebeeld als staand bovenop Shiva, haar mannelijke tegenpool. In sommige kerken en kathedralen in Europa staat het beeld van een zwarte madonna. Alleen weet ongeveer niemand nog wat dat betekent. De diepe betekenis kan alleen worden gezien als je ophoudt het licht te verheerlijken (het spirituele, het masculiene) en de schaduw (het aardse, het feminiene) te ontkennen.
Het woord materie komt van het Latijn ‘mater’ wat betekent ‘moeder’. Materie is de vrouwelijke kant van het goddelijke. Materie is even heilig als de geest. Het is uit de materie dat de goddelijke mens kan evolueren. De nieuwe mens zal ontstaan door de evolutie van de materie tot een medium voor hoger bewustzijn, niet door de ontkenning ervan. En ja, daar is een hoop geboortepijn bij.
Het is uit de nacht dat de dag wordt geboren. Het is in de donkere aarde dat het zaad ontkiemt vooraleer het kan opstijgen naar het licht. Het is in het donker van de moederschoot dat het nieuwe leven groeit. Kortom: het is altijd uit het vrouwelijke dat het nieuwe wordt geboren.
We beleven nu het einde van het mannelijk gedomineerde tijdperk en dat impliceert ook het einde van de scheefgetrokken illusionaire spiritualiteit. Het doel is, zoals Jung zegt, niet om goed te zijn maar om heel te zijn. En dat betekent dat je het menselijke zelf dient te accepteren met al zijn beperkingen en kronkelingen. Het is alleen door de onvoorwaardelijke acceptatie van de menselijke beperkingen dat je ze kunt overstijgen, niet door ze te veroordelen of ze te ontkennen. Het is door onze onvolmaakte, vaak gekwetste menselijkheid te accepteren dat we compassie ontwikkelen, eerst voor onszelf en dan voor anderen. Het is door onszelf eerst te beminnen zoals we zijn dat we onze naaste kunnen beminnen zoals onszelf. Mijn leraar Barry Long zei het zo: ‘De Waarheid kan niet in de relatieve wereld komen want de Waarheid is absoluut. Wat wel in de wereld kan komen is de Liefde.
Dat is wat bedoeld wordt met ‘God stuurde zijn zoon’. Alleen in de relatieve wereld bestaat relatie en het is in relatie dat de liefde geboren wordt. In de wereld van het absolute is dat onmogelijk. De ultieme zin van het relatieve bestaan (de wereld van relatie) is het mogelijk maken van de liefde.’ Het eindresultaat van de bewustzijnsevolutie is ‘de hemel op aarde’ (‘alles is liefde’) maar ondertussen is er nog veel pijn en onbewustheid… Alles wat je doet om pijn te helen helpt de hemel op aarde brengen. Voor meer over de spirituele bypass, lees hier.
Jan Bommerez