…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Archive for the ‘Artikel’ Category

De vruchten van het niet-doen

De woestijngang, of een soortgelijke metafoor, komen we tegen in veel mystieke en non-duale tradities. Dit zinnebeeld slaat op een fase op jouw weg als proces waarin alles dor en droog is, er is geen schaduw en geen zuchtje wind, slechts een brandende zon en een verzengende hitte. Je kunt niet voor- of achteruit, er is geen doorkomen aan in dit mulle, hete zand. Werkt twijfel op een mentaal niveau op onze voorwaarden in en een radicaal falen op een conatief niveau, deze totale verzanding in stilstand werkt op een energetisch niveau op wat ik tussen mij en mezelf inzet.

Totale stilstand kent vele verschijningsvormen. Toen Genpo zijn retraite op Ameland tot een louter stilte retraite maakte, zonder begeleidingsgesprekken en zonder onderricht, maar dertig dagen uitsluitend mediteren in stilte, begon ik de eerste drie avondsessies van die retraite breeduit zittend met grote kracht in mijn onderbuik, zoals ik dat gewend was. ‘s Avonds bij de soep in Genpo’s huisje onder de vuurtoren, zei hij volkomen onverwacht tegen me: ‘Je doet te veel.’ Ik was volkomen verrast. ‘Ik doe te veel?’, mompelde ik. ‘Ja’, zei Genpo, ‘Je doet te veel. Je zou minder moeten doen.’ Ik was verbijsterd en ook ontzettend geïrriteerd. Ik dacht: oké, als jij vindt dat ik te veel doe, dan kun je het krijgen ook! Dan doe ik helemaal niets meer! Dan zit ik niet meer vanuit mijn boek en die rechte rug zal me ook worst zijn, dan ga ik lekker zitten slapen tot ik erbij omval.

De eerste zitperiode op de volgende ochtend om vijf uur, deed ik helemaal niets meer en vanaf dat moment begon een alles verzengende verveling. Dertig dagen lang verveelde ik me helemaal te pletter. Ik ging dood van verveling. De meditatiesessies waren eindeloos en niet om doorheen te komen, ik ging helemaal stuk. Toen ik een week later, terug uit Ameland, weer met mijn maandagavond groep in het zen centrum van Amsterdam zat, wist ik plotsklaps wat het is: shikan taza. Alleen maar zitten. Het is precies wat het is. Eenvoudig weg aanwezig zijn, zonder ook maar iets te doen of iets te laten, precies zo. Het was een hoogst wonderlijke realisatie.

Wat werkte er in die dertig dagen op Ameland, toen ik letterlijk niets meer deed en stuk ging van verveling? Wat bracht me tot deze beoefening van alleen-maar zitten? Wat was dat? ‘Ik heb de Heilige Waarheden nog geenszins geprobeerd’, zei leerling Qingyuan Xingsi in de vijfendertigste casus van de Denkoroku. Wie is die ‘ik’? Wat beweegt zich van fase tot fase?

Een ander verhaal van totale stilstand heb ik met enkele studenten van me meegemaakt. Zij kwamen op een gegeven moment helemaal vast te zitten. Ze hadden al het een en ander gezien, ze hadden al heel wat op hun weg gedaan, maar het had ze niet verder gebracht dan waar ze waren en er kwam niets meer op hen toe. Ze wisten niet waarom ze nog voortgingen op hun weg en ze wisten niet waarom ze ermee zouden stoppen. Ze wilden niets meer, verwachtten niets meer, ze konden niet meer voor- of achteruit. Ik heb met ze op een terras in het zonnetje gezeten op de eerste lentedagen, met een glaasje koud bier en warme bitterballen, maar het maakte niets uit, ze werden er niet warm of koud van. En toch ging iets in die stilstand zijn gang, er werd op miraculeuze wijze iets vlot getrokken en de leerlingen bevonden zich een periode later in een volstrekt andere, vrijere en rijpere situatie. Wat was daar aan het werk? Wat werkte door hen heen, terwijl ogenschijnlijk alles tot stilstand leek te zijn gekomen?

Als we het Grote Mysterie ergens op het spoor kunnen komen, dan is het wel in deze fasen van stilstand, wanneer ik niets meer doe en er iets ontegenzeggelijk zijn gang gaat. Hier volgt de ster de ster en hier zoekt het zelf het zelf door zichzelf. Boeddha zoekt Boeddha. Boeddha ziet Boeddha.

(Wordt vervolgd)

Maurice Genko Knegtel Roshi leidt een zen stilte weekend op 11 en 12 december 2021 in Utrecht en een stilte retraite van 19 tot en met 23 januari 2022 in Eerbeek. Zie voor meer informatie de Integrale Zen website: www.izen.nl

De kunst van het falen

Ik kan me niet realiseren wie ik werkelijk ben, zolang het ego nog zaken tussen mij en mezelf in plaatst. Dit kunnen mentale hindernissen zijn, zoals ideeën, waarden, geloofsovertuigingen, oordelen en voorwaarden. Dit kunnen ook conatieve obstakels zijn, in feite elk project dat ik op mijn weg tracht te verwezenlijken en elke onderneming die ik van de grond probeer te krijgen. Ik zal alles waarop ik inzet los moeten laten om dichter bij mezelf te komen en mijn leven daadwerkelijk aan te nemen zoals het is.

Een zen meester zei eens: ‘Mijn weg gaat van mislukking tot mislukking.’ Gelukkig zijn er momenten op mijn weg als proces waarop het totale failliet van mijn onderneming zich aftekent en mijn inzet radicaal faalt. Voor ons geestelijk pad zouden we ons de woorden van de grote Ierse toneelschrijver Samuel Beckett voor ogen kunnen houden: ‘Fail. Fail again. Fail better.’ Want ons geestelijk pad gaat geenszins over slagen in welke zin dan ook. We worden er niet rustiger van, we worden niet meester over onze eigen geest opdat we kunnen denken wat we willen denken, we raken niet minder gestrest, worden geen beter mens en bereiken ook geen verlichting in de zin van een alomvattend weten. Sterker nog, het hoogste stadium van verlichting volgens de zen traditie zelf, is de Daikensho, de ‘Grote Verlichting’ en deze wordt doorgaans gedefinieerd als de ‘Grote Teleurstelling’.

Fases die noodzakelijk zijn om mijn eigen onderneming en inzet te laten mislukken zijn in drie categorieën te onderscheiden, namelijk mentaal, conatief en spiritueel.

Op mentaal niveau kennen we de Grote Twijfel, die op spirituele wegen ook wel de ‘Donkere Nacht’ genoemd wordt. Mij viel deze fase me toe toen ik voor een half jaar lang in het klooster van mijn leraar Genpo Roshi in Bar Harbor in de staat Maine (VS) verbleef. Ik ging daarheen met het voornemen niet weg te gaan voordat ik een antwoord had gekregen op mijn vraag ‘Wat is dit leven?’ Ik schreef mijn inzichten die tijdens de lange meditatiesessies opkwamen op in een schrift en nam deze inzichten vervolgens als uitgangspunt voor een verdere verdieping mee tijdens mijn uren zazen. Na vijf maanden lang van 5.00 tot 21.30 uur daags mediteren, hield ik slechts een woord in mijn schrift over als antwoord op mijn prangende kwestie: ‘Activiteit’.

Ik ging zitten met dat woord. Ik vroeg mezelf af: ‘Activiteit. Wat is dat eigenlijk? Wat is dat nu concreet?’ Op deze vraag kwam geen antwoord en ik begon langzaam te twijfelen aan mijn eigen capaciteit om te weten wat dit leven werkelijk is. Met deze twijfel ging ik naar mijn leraar Genpo Roshi en hij vroeg: ‘Wat denk je dat Shakyamuni Boeddha heeft gezien?’ Ik zei dat de Boeddha een diepgaand inzicht had verkregen in wat dit leven werkelijk is. Mijn leraar vroeg daarop: ‘Was jij daarbij?’ Ik ontkende vanzelfsprekend. ‘Hoe weet je dat dan zo zeker?’, besloot mijn leraar ons gesprek. Hierdoor ging ik meer twijfelen aan mijn eigen capaciteiten om mijn vraag tot een helder antwoord te brengen. In een volgend gesprek vroeg Roshi wat mijn grote voorbeeld Zen Meester Dogen nu eigenlijk had gezien. Ik moest hakkelend erkennen dat ik dit ook niet wist. Toen hij bij een derde gesprek vroeg: ‘Denk je dat ik iets heb gezien op basis waarvan ik weet wat dit leven is?’ ging bij mij de twijfel over in Grote Twijfel. Alles werd donker om me heen. Datgene dat zin gaf aan mijn leven, de verwachting ooit te weten wat dit leven ten diepste is, deze inzet die me vanaf mijn vijftiende dreef, viel volkomen uitelkaar. Wat een lichte, hoopvolle wereld was met een schittering aan de einder, werd een donkere, kille, sterloze nacht. Ik wist niets meer. Ik wist niet wat dit leven, mijn leven is en ik wist niet of ik daar wel ooit achter zou kunnen komen. Ik wist niet of dit tot mijn menselijke vermogen behoort, noch of het boeddhistische pad tot een inzicht leidt in mijn ware natuur. Ik had volkomen gefaald. Alles waarop ik jarenlang had ingezet, de reden van mijn studie filosofie en de reden waarom ik überhaupt op het spirituele pad was geraakt, was volledig ondermijnd. Er was geen kader meer, geen lichtpunt, geen weg, geen bereiken en geen niet bereiken.

Op een conatief niveau vond mijn volkomen teloorgang zo’n vijftien jaar later plaats, op een vrije dag tussen twee retraites op Ameland in. Ik had inmiddels een positie binnen de internationale gemeenschap opgebouwd als pleitbezorger en voorganger van de leken beoefening. Genpo had speciaal voor mij een verdiepende initiatie gelijkwaardig aan de monnikswijding gecreëerd, de zogenaamde ‘Life vows’. Ik was de eerste die ze ontving en er zouden na mij nog velen volgen. Ik weigerde mijn hechting aan maatschappij en gezin op te geven omdat ik daarvoor STOND. Ik wist me als filosoof verantwoordelijk voor de samenleving en als prille vader en echtgenoot verantwoordelijk voor mijn gezin. Als Genpo mij zou vragen alles onvoorwaardelijk los te laten, zou er voor mij een voorwaarde overeind blijven staan: mijn bewuste keuze voor een beoefening binnen de samenleving en mijn gezin. Ik had die keuze gemaakt in het klooster in Bar Harbor en had mijn gehele beoefening hierop serieus afgestemd, sterker nog, ik had er drie boeken over geschreven!

Op de vrije dag vond er in Genpo’s huisje onder de vuurtoren van Ameland een levendige discussie plaats over de vraag of leken boeddhisten ook priester konden zijn. Genpo’s eerste opvolger, de Française Genno Roshi werkte in Parijs met leken priesters. Volgens Genpo kan dat niet: je moet jezelf onvoorwaardelijk met de traditie verbinden om de traditie te vertegenwoordigen in de gedaante van een priester. En onvoorwaardelijke verbinding betekent monnikswijding. De discussie duurde de gehele dag en toen ik ‘s avonds met de soep binnenkwam, vroeg Genpo Roshi me: ‘En hoe zit het me jou?’ Ik zei: ‘Ik ben het helemaal met je eens, Roshi.’ Hij vroeg me: ‘Waarom neem je dan niet de volgende stap?’ Ik aarzelde en zei: ‘Maar je weet toch waar ik sta, Roshi? Ik kan een onvoorwaardelijke overgave wel veinzen, maar het zou nooit een volwaardige overgave zijn.’ Toen vroeg Roshi me: ‘Vertrouw je me?’

Hier legde hij de bijl aan de stam van mijn voorwaarde. Ik was vijftien jaar lang zijn vaste assistent, we deelden alles met elkaar, hoe kon ik hem NIET vertrouwen? ‘Natuurlijk vertrouw ik je’, antwoordde ik. ‘Wat is dan je probleem?’, vroeg Genpo. En daarmee was mijn gehele project van lekenbeoefening ter zielen gegaan. Ik had geen poot meer om op te staan. De bodem viel onder mijn voeten weg en ik geraakte in een vrije val. Ik had het gevoel alsof ik dood ging. Dit was het einde van mijn inzet op conatief niveau. Het jaar daarop werd ik tot monnik gewijd, tot ontsteltenis van een groot deel van de leken gemeenschap.

Het is vanzelfsprekend dat hetgeen ik tussen mij en mezelf plaats moet wijken als ik mezelf wil realiseren voor wie ik ben. De ster volgt de ster in en door me heen en dit betekent dat de tekens die ik zelf aan het firmament heb toegeschreven een voor een dienen te worden uitgewist. Als ik me niet tegen van alles en nog wat had verzet en me geen voorwaarden in het hoofd had gehaald die op zijn zachts gezegd voorbarig waren, dan was ik stante pede samengevallen met mezelf en had ik mijn leven aangenomen zoals het is.

Mijn laatste voorwaarde had te maken met de hoedanigheid van de zen meester. Ik stelde me bij een meester toch iets anders voor dan een doodgewoon mens met zijn eigenaardigheden. Immers, hij is een ‘meester’. Hij staat boven het gedoe. Hij is volmaakt vrij. Hij is glashelder. Hij is volledig in controle. Toen Genpo mij een paar jaar geleden het laatste zegel van verlichting, Inka, gaf, en ik me daardoor ‘zen meester’ (Roshi) mocht noemen, voelde ik een dag later toch een grote teleurstelling. Want, wat was er nu veranderd?

(Wordt vervolgd)

Maurice Genko Knegtel Roshi leidt een zen stilte weekend op 11 en 12 december 2021 in Utrecht en een stilte retraite van 19 tot en met 23 januari 2022 in Eerbeek. Zie voor meer informatie de Integrale Zen website: www.izen.nl

Qigong en de Weg van Tao door Ingrid van Leeuwen

Vind rust in beweging

Inleiding

In iedere boekwinkel vind je tegenwoordig het populaire boek van Francesc Miralles en Héctor García over Ikigai, het Japanse geheim voor een gelukkig leven.1

Inmiddels zijn de meeste wetenschappers het erover eens: mensen floreren als zij een doel hebben in het leven, als zij zich in hun dagelijks leven bezig houden met iets waarvoor zij passie voelen en dat hen gelukkig maakt.

Een andere schrijver en wetenschapper die onderzoek heeft gedaan naar gelukservaringen, is Mihaly Csikszentmihalyi, die de term Flow gebruikt voor de ervaring die we hebben als we door iets zijn geboeid of werken aan iets dat onze belangstelling heeft, waardoor ons gevoel voor tijd lijkt te zijn verdwenen.2

Natuurlijk hoeft onze belangstelling niet bij uitstek uit te gaan naar een spiritueel doel. Het gaat er in de eerste plaats om dat het ons geluk en tevredenheid schenkt.

In dit essay wil ik een lans breken voor de beoefening van Qigong en De Weg van Tao, een pad van Transformatie.

Door het beoefenen van Qigong kun je een toestand van Flow bereiken en je kunt deze oefeningen tot op hoge leeftijd doen.

De Weg van Tao, een pad van Transformatie, brengt je in contact met je ware essentie, waardoor je eenheid met alle dingen kunt gaan ervaren.

Allereerst een korte uitleg over de twee onderwerpen die in deze essay aan bod komen, namelijk Qigong en de Weg van Tao.

Qigong is een holistisch systeem van meditatie en oefeningen die gericht zijn op zelfheling. Het is een oude, steeds verder uitgewerkte praktische benadering die helende houdingen, bewegingen, zelfmassage, ademhalingstechnieken en meditatie omvat. Qigong betekent letterlijk ‘werken met de levensenergie’ en is een geneeskundige traditie die haar oorsprong vindt in China.3

De Weg van Tao verwijst naar het proces van innerlijke alchemie, waarin de duale energie die laag van vibratie is, wordt verhoogd tot de oorspronkelijke éne energie en waarin het mannelijke yang en het vrouwelijke yin in ons tot een eenheid worden. Het is een weg waarop wij leren dat innerlijke rust en stilte ons tot grotere hoogten kan voeren dan het voortdurend najagen van verlangens.

Over dit proces zegt de Tao Teh King in vers 48 het volgende:4

Studeren behelst dagelijks iets bijleren.

Tao behelst dagelijks iets afleren.

Steeds minder doen,

Tot niet-doen is bereikt.

Waar handelend optreden ontbreekt,

Wordt niets ongedaan gelaten.

De wereld wordt geregeerd door de dingen op hun beloop te laten.

Zij kan niet worden geregeerd door tussenbeide te komen.

In de beschouwing die hieronder volgt, zal ik zowel de beoefening van Qigong en de Weg van Tao uitgebreider toelichten en beschrijven hoe de beoefening van Qigong kan leiden tot, of behulpzaam kan zijn bij, het gaan van een spirituele weg.

Als we onze eerste schreden zetten op het pad van bewustwording, gaan we ervaren dat twee dingen uitermate belangrijk blijken: het verkrijgen van zelfkennis en innerlijke rust.

In het dagelijks leven ervaren we misschien dat onze manier van reageren en ons functioneren ons regelmatig uit evenwicht brengt en dat dit zorgt voor stress. Door zelfonderzoek krijgen we inzicht in onze manier van handelen en kunnen we ervoor kiezen om in positieve zin te veranderen. We realiseren ons dat we negatieve, schadelijke emoties kunnen vermijden en daarmee stress in ons leven kunnen reduceren. De innerlijke rust die daardoor ontstaat, zorgt ervoor dat we de fluistering van de ziel kunnen vernemen. Ik gebruik hiervoor graag de metafoor van een meer. De turbulentie en onrust in ons leven veroorzaken golven en rimpelingen op het meer, waardoor we niet in staat zijn onszelf waar te nemen in de spiegeling van het wateroppervlak. Als onze geest vrij is van beroering, wordt deze als het oppervlak van een stil meer, een spiegel die de dingen weerkaatst zoals ze werkelijk zijn. Pas als we innerlijk tot rust komen, kunnen we schouwen wat in ons leeft, wat ons steunt of belemmert.

Voor het verkrijgen van zelfinzicht en innerlijke rust is Qigong bij uitstek geschikt.

Welke voordelen kunnen we ondervinden door de beoefening van Qigong?

  • We leren in het Hier en Nu te zijn
  • We komen tijdens de beoefening in een Flow
  • Onze concentratie neemt toe en onze focus verdiept zich
  • We komen in contact met ons lichaam en dit brengt ons bij ons gevoel
  • We leren te aarden en stevig op onze benen te staan.
  • We gaan ervaren waar onze grens ligt
  • Door de confrontatie met onze grens kunnen we leren accepteren
  • We verbinden ons tijdens het oefenen met de hemel en de aarde
  • We worden ons bewust van dat wat in ons leeft en dit leidt tot zelfkennis
  • We leren onze gedachten los te laten
  • We keren ons naar binnen en dit kan ons in contact brengen met onze ware essentie

De grondslag van Qigong is song, ontspanning en rust. We gaan inzien dat het wellicht gezonder is om minder te doen, of niet te doen (Wu Wei). Door een geregelde beoefening van Qigong leren we een ontspannen, rustig middelpunt te vinden. Het wordt steeds gemakkelijker om naar die gewaarwording terug te keren als je overweldigd lijkt te worden door emoties of overspoeld door de veelheid van indrukken en/of eisen van het dagelijks leven. We hoeven alleen maar even bij onszelf na te gaan of we onze ademhaling nog in onze buik kunnen voelen en of we nog met onze beide voeten op de grond staan. Taoïsten noemen deze toestand Taiji. Taiji is het evenwichtspunt tussen yin en yang, het punt van stilte te midden van de veranderingen. Thoreau duidde deze toestand aan als ‘het observerende zelf’. Het aspect van het zelf dat niet wordt geraakt door de beroering van het leven en dat in moeilijke momenten toegankelijk is.

Ontspanning blijkt niet altijd even eenvoudig. Het vraagt om een lichamelijke en mentale transformatie. Spanning kan namelijk onbewust en chronisch zijn en eist dan voortdurend vitaliteit en Qi (levensenergie). Spierspanning kan ook van invloed zijn op het functioneren van onze inwendige organen, bijvoorbeeld de lever. Deze neemt een centrale plaats in, omdat zij de spanning en de spieren controleert en op deze wijze bijdraagt aan de verspreiding van Qi door het lichaam. Als het lichaam gespannen is, kan de lever niet optimaal functioneren en daardoor raakt het lichaam dan weer gespannen. De enige manier om uit die vicieuze cirkel te stappen is concentratie van de aandacht. Door ons bewust te worden van ons lichaam gaan we voelen wat er mis is. Als we dan onze aandacht bewust richten en onze beoefening voortzetten in overgave aan dat wat is, zonder weerstand, kan ontspanning plaats vinden. Het helpt niet om beter ons best te doen of harder en meer te oefenen. De enige manier waarop we ontspanning kunnen bereiken, is gewaarwording door aandacht en concentratie, en acceptatie van dat wat we op dat moment voelen en ervaren. Ontspannen betekent dat we loslaten en ons overgeven aan een wijsheid die de bewuste controle van de mens te boven gaat. 

Flow ervaren in de beweging en ‘excercising the soul’

David Dorian Ross beschrijft in zijn boek Exercising the Soul5 hoe hij tijdens de zachte vloeiende Qigong-bewegingen, die hij in zijn eerste Tai Chi les uitvoerde,  een toestand van Flow ervaart: ‘Occasionally, if we are lucky, we experience magical moments when we leap ahead of our personal evolutions and see ourselves as we could be. Csikzentmihalyi calls them ‘Flow States’. Something remarkable happens in these moments; growth, insight, or spiritual bliss. In my first Tai Chi class, I was dropped unexpectedly into one of these moments, catapulted by the simple movements of the routine and that experience changed my life forever’. Tijdens een dergelijke ervaring kun je een gevoel van eenheid en verbondenheid met het universum ervaren. Thomas Moore noemt dit ‘Ziel’, dat wat diepte en betekenis geeft aan ons leven. In principe zijn wij altijd verbonden met alles wat leeft. Door de hectiek en de eisen die het leven stelt, ervaren wij vaak een gevoel van afscheiding, van eenzaamheid en verlies van contact met onszelf en de wereld om ons heen.

Voor David Dorian Ross zijn de vloeiende bewegingen een manier om weer volledig in contact te komen met je authentieke zelf: ‘an excercise of the Soul even more than an excercise of the Body’. Volgens hem kunnen we in ons dagelijks leven steeds opnieuw het Universele principe ervaren dat we ofwel een stap richting ons evenwicht zetten, ofwel een stap daarvandaan bewegen. Hij beschrijft ook hoe we onszelf in de weg staan om heelheid te bereiken: ‘The main reason we all aren’t basking in the enlightened bliss of our Soul is that we get in our own way. We put on a legions of physical, emotional or intellectual blinders against the appreciation of our own perfect BodyMind. The simple movements nurture the BodyMind by creating conditions in which our internal blindfolds can slip, slide and fall off, and the Soul can be revealed.’

Religious Qigong for Enlightenment or Buddhahood

Religie en Qigong zijn van oudsher nauw met elkaar verbonden. In het boek The Root of Chinese Qigong6 wordt door Dr. Yang, Jwing-Ming beschreven hoe in China in het Taoïsme en Boeddhisme Qigong training werd gebruikt om verlichting of de Boeddhastaat te bereiken. Hij schrijft dat verschillende religies verschillende Qigong stijlen beoefenden, die ofwel moesten leiden tot levensverlening of tot verlichting. Het uitgangspunt is vergelijkbaar, maar de beoefening verschilt.

In de meeste religieuze tradities wordt de nadruk gelegd op het belang van meditatie en gebed (dat een vorm is van meditatie), omdat de mens voortdurend strijd voert tussen positieve en negatieve emoties en daden. Meditatie brengt onze gedachten tot rust en zorgt ervoor dat de Qi weer in balans wordt gebracht. We voelen ons daardoor evenwichtiger en zekerder van onszelf. Wanneer we innerlijke vrede ervaren, kan in ons de behoefte ontstaan om het lijden in deze wereld teniet te doen. De Chinese Boeddhisten en Taoïsten onderzochten het effect van Qigong in hun spirituele beoefening. Door de beoefening van Qigong kunnen zij een staat van verlichting bereiken.

De religieuze Qigong die voert naar deze Boeddhastaat of verlichting, is lange tijd geheim gehouden. In deze training wordt gezocht naar een weg die ons verlost van het menselijk lijden en het wiel van reïncarnatie (het steeds opnieuw op aarde worden geboren). De beoefenaars gaan ervan uit dat al het menselijk lijden wordt veroorzaakt door onze begeerten, emoties en onwetendheid. Als je daarin gevangen blijft, is het resultaat dat je steeds weer opnieuw na je dood terug keert naar de aarde om vervolgens weer opnieuw in lijden verstrikt te raken. Om uit deze cirkelgang te geraken, is het noodzakelijk je geest (mind) dusdanig te trainen dat je je emoties en begeerten kunt onderkennen en loslaten. Dan kun je na je dood het Hemels Koninkrijk binnengaan in een staat van Eeuwige Vrede.

Het valt niet mee om in ons hectische leven voldoende tijd vrij te maken voor deze training en daarom trokken deze beoefenaars van Qigong de bergen in of zochten elders de rust en stilte. Op dat niveau is het onderzoek naar de menselijke energie een spirituele wetenschap, die los staat van iedere vorm van religie.

Religieuze Qigong beoefenaars trainen dus hun interne Qi om hun geest (Shen) te voeden en te versterken, zodat hun geest in staat is de dood van het fysieke lichaam te overwinnen. Zij leiden de Qi naar het voorhoofd waar de geest zetelt, en verheffen deze tot een hogere staat van bewustzijn. Deze vorm van Qigong, waarbij het beenmerg rein wordt gehouden en het brein wordt gevoed om spirituele verlichting te bereiken, wordt beschouwd als de hoogste en moeilijkste vorm van Qigong.

Over de staat van zijn waarnaar David Dorian Ross en Dr. Yang, Jwing-Ming verwijzen, lezen wij het volgende in de onderstaande tekst van Wang Chong Yang, een taoïstisch leraar uit de 12e eeuw.7

De oorspronkelijke natuur was er voordat wij werden geboren. Zij zal er zijn na ons sterven.

De oorspronkelijke natuur wordt ook wel de wetende geest genoemd. Zij wordt niet geboren en zal nooit sterven.

Iedereen bezit de oorspronkelijke natuur.

Wij zien haar niet, omdat zij dikwijls is verduisterd door hunkering, begeerte en slechte gedachten. Als wij dat wat onze oorspronkelijke natuur verbergt niet opzij vegen, verliezen we de verbinding met Vroegere Hemel en zijn we gedoemd tot ontelbare levens vol lijden.

Hoe sluit je je weer aan bij Vroegere Hemel? Vroegere Hemel moet je ervaren in de geest van de Tao. Als je probeert om Vroegere Hemel met je ego te begrijpen, vind je hem nooit.

Vroegere Hemel en de oorspronkelijke natuur liggen vlak voor ons. We kunnen ze niet zien omdat het ego een barrière heeft opgericht. Als we het ego kunnen opheffen, zal de oorspronkelijke natuur, of het hart van de Tao, verschijnen.

Als het hart van de Tao verschijnt, verschijnt Vroegere Hemel.

Naarmate we meer inzicht verkrijgen in onszelf en in onze emoties, kan er steeds meer innerlijke rust ontstaan en kunnen we een bepaalde openheid gaan ervaren. We kunnen een verlangen gaan voelen naar meer verdieping. Dat verlangen kan uitmonden in de keuze voor het loslaten van ons ego, onze toewijding aan iets dat groter is dan onszelf, aan iets universeels. Het kan ons op het pad brengen van eenwording, dat ook wel de Weg van Tao wordt genoemd. 

De Weg van Tao, innerlijke alchemie

Innerlijke alchemie is het oplossen van iedere vorm van afgescheiden zijn. De beoefenaar wordt hierdoor als een kleine vonk van een immens groot vuur. Hij straalt het licht en de warmte hiervan spontaan weer uit. Dat verandert niet alleen zijn eigen leven, maar werkt ook uit in de gehele tijdelijke wereld. Deze wordt erdoor verwarmd, verlicht en transformeert in zekere mate mee. De innerlijke alchemist gaat zijn weg dan ook nooit voor zichzelf alleen. 

Tao en Teh

De mens is van oorsprong zowel vrouwelijk als mannelijk, zowel yin als yang. Als we de weg van transformatie, van innerlijke alchemie willen gaan, is het onze opdracht om het vrouwelijke en het mannelijke in onszelf te verenigen. Dit doen wij door ons leven te richten op het Ene, dat Lao Tse ‘Tao’ noemt. Tao leer je niet kennen door veel te weten of te lezen. Tao kan alleen worden gekend door een weg te gaan van niet-ik, van ego-loos handelen, van wu wei. Tao kunnen wij niet waarnemen, maar de kracht, de werking die van Tao uitgaat, de Teh is te ervaren. De Teh is de openbaring van Tao. Tao en Teh zijn nauw met elkaar verbonden. Beide maken geen deel uit van onze wereld. Om toch een beeld hiervan te krijgen, zouden we kunnen zeggen dat Tao en Teh te zien zijn als de zon en haar straling. Beide zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: zonder zon geen straling, maar de straling is alleen mogelijk zolang de zon bestaat.

Tao en Teh waren er al voor dit universum ontstond en zullen er nog altijd zijn als dit universum ophoudt te bestaan. Tao en Teh nemen geen deel aan enige vorm van tijd of ruimte. Hoewel Tao niet de schepper van het universum is, blijft het er wel mee verbonden. De Teh is de werking van Tao in al het bestaande, zij biedt aan alles de mogelijkheid om zich op eigen wijze te kunnen ontplooien. Tao is als onsterfelijke kern ‘in het midden’ van al het geschapene aanwezig, maar is tegelijkertijd alom- en altijd tegenwoordig. De stroom van Teh heeft twee richtingen. In haar werking als uitgaande energie helpt de Teh de mens om zich te ontplooien gedurende het tijdelijke leven dat hem of haar is toebedeeld. In haar werking als ingaande energie ‘roept’ de Teh de mens op om zijn leven in dienst te stellen aan ‘het midden’, aan Tao.

Terugkeren tot de simpele staat van een kind is een metafoor voor een volwassen taoïstische levenshouding van eenvoud en oprechtheid; het leven zonder bijbedoelingen leven. De ‘altijddurende deugd’ van de Teh zal de zoeker naar Tao dan blijvend steunen en begeleiden. De zoeker naar Tao wordt een leerling van Tao als hij zich niet langer op eigenbelang richt, maar zich in dienst stelt van Tao. Het wordt ‘de Gouden Weg’ genoemd, omdat de liefdekracht in het hart het werk verricht. De weg van Tao gaan betekent alles opgeven, zelfs het willen gaan van deze weg! Een volgeling van Tao blijft een gewoon mens, die niet volmaakt is en dat ook nooit zal worden. Hij blijft echter op het pad van overgave en deugd en bewandelt de weg van het midden. Daarop leert hij voortdurend in evenwicht te staan.

Conclusie

Als je dus op zoek bent naar een levensvervulling die jou geluk schenkt, is Qigong een goede keuze. Je kunt dit op ieder niveau beoefenen. Misschien spreken jou de vloeiende bewegingen aan, waarmee je jouw lichaam soepel houdt en je spieren en pezen traint. Of wil je de flow ervaren die spontaan kan ontstaan tijdens het aandachtig uitvoeren van de bewegingen. En wellicht ervaar je geestelijk en lichamelijk meer stabiliteit, waardoor je je in het dagelijks leven steviger en rustiger voelt. Meer verdieping nog kun je vinden als je besluit je leven te wijden aan de Weg van Tao, de Weg van Transformatie. Wat je ook kiest: met Qigong zet je een stap naar meer vervulling in je leven! Welke weg kies jij?

Ingrid van Leeuwen

Literatuurlijst: 

  1. Francesc Miralles, Héctor García, Ikigai, Het Japanse geheim voor een lang en gelukkig leven, Meulenhoff Boekerij bv. Amsterdam, 2017
  2. Mihaly Csikszentmihalyi, Flow: psychologie van de optimale ervaring, Boom Uitgevers, Amsterdam, 2008
  3. Kenneth S. Cohen, Handboek Qigong, Servire Uitgevers bv. Utrecht, 1998
  4. Tau-te tjing, Lau Tse, Servire, Katwijk, 1994
  5. David-Dorian Ross, Exercising the Soul, Title Books, 1957
  6. Yang, Jwing-Ming, The Root of Chinese Qigong, YMAA Publication Center, Wolfeboro, 1997
  7. Eva Wong, Zeven zoekers naar de Tao, pg.62, Ankh-Hermes, Utrecht, 1993
  8. De wijsheid van het grondeloze TAO, leven wat niet gezegd kan worden. Symposion Reeks, Rozekruis Pers, Haarlem, 2013
  9. Elly Nooyen, Hart voor Tao, Rozekruis Pers, Haarlem, 2013
  • Elly Nooyen, Weg in Tao, Rozekruis Pers, Haarlem, 2019
  • Erich & Leo Kaniok, Het geluk van TAO, verhalen en parabels uit China, Asoka bv, Rotterdam, 2008
  • Kristofer Schipper, Zhuang Zi, de volledige geschriften, Augustus, Amsterdam-Antwerpen, 2014

 

Noot van de schrijfster: ik heb voor de leesbaarheid van dit essay de vrijheid genomen één vorm aan te houden voor de spelling van de vertaling van de Chinese begrippen. In de literatuur die ik voor dit essay heb geraadpleegd, werden deze begrippen op diverse manieren gespeld.

Via de leraar

Als het zelf in en door mij heen zichzelf zoekt, heb ik dan een leraar of lerares nodig of heb ik voldoende aan mijn eigen innerlijke leiding?

Voor mij was het evident dat ik een leraar nodig had. Ik had een leraar nodig om me om mijn eigen hoek te laten kijken; dat is iets dat ik niet zelf kan. Mijn leraar Genpo Roshi en ik deelden ogenschijnlijk weinig met elkaar. Ik ben een intellectueel, breed belezen, met een levendige belangstelling voor de beeldende kunsten en een voorliefde voor filmhuis films. Genpo is een sportman, die ooit als waterpolospeler van het Amerikaanse team goud op de Olympische Spelen in Mexico had gewonnen. Een zeer fysieke man, die The Karate Kid tot zijn favoriete films rekent. Waren we elkaar in de kroeg tegengekomen, dan hadden we elkaar niet opgemerkt, zo zeer verschillen onze interesses, maar op het geestelijke pad vonden we elkaar alsof het zo had moeten zijn. Een ster volgt een ster in en door mij heen. Ik had al van verschillende leraren begeleiding gehad, maar bij Genpo had ik onmiddellijk het gevoel dat precies hij de juiste persoon is om mijn sterke geesteskracht om te buigen en mijn welbespraakte lippen tot zwijgen te brengen.

In relatie tot mijn leraar Genpo Roshi, maar ook in relatie tot mijn eigen leerlingen, kan ik vijf punten formuleren die voor mij een bevestigend antwoord zijn op de hierboven gestelde vraag.

Ten eerste, de leraar of lerares leeft jouw weg als proces voor. Hij herkent de fases waarin je belandt, staat naast je en ziet je in jouw proces, worstelend, peinzend, wanhopig, euforisch, twijfelend, totaal verloren. Mijn leraar Genpo had voor alle begeleiders die hij opleidde een klaar en duidelijk advies: ‘Je kunt niet geven of delen wat je niet hebt ontvangen.’ Een leraar of lerares kan je niet bijstaan in een fase die hij of zij nooit heeft doorgemaakt. Dit voel je als leerling: wat je terugkrijgt is niet doorleefd, het is bedacht. Dit is een van de redenen waarom de weg samen met een leraar of lerares plotsklaps kan ophouden. De leraar of lerares reikt niet tot waar jij reikt. Het plafond is bereikt, je moet gaan zoeken naar een andere leraar of lerares om jezelf verder te kunnen verdiepen. Dat de leraar je voorgaat op jouw weg als proces, door al die verschillende fasen heen, geeft je vertrouwen. Het is OK om hier te verblijven, ook al is het geenszins prettig. Het is OK om hier binnen te gaan, ook al is het vreeswekkend. Het is OK om los te laten, al zegt alles in je om dit niet te doen. Dit vertrouwen leeft de leraar voor.

Ten tweede, de leraar resoneert met jou. Hij of zij is de pijp waardoorheen jouw leven stroomt. Jouw situatie is de situatie waarin de leraar zich beweegt, zeer intiem; hij verkent de ruimte waarin jij je bevindt, hij houdt de verschillende objecten in zijn handen, ruikt eraan, kijkt ernaar en geeft je terug wat hij ziet, hoort, voelt en denkt. Zo is hij op de meest nabije wijze met je en geeft je jezelf in deze situatie aan jezelf terug. Je begint je door wat de leraar je teruggeeft vragen stellen en zaken te realiseren over jezelf. Je herinnert je jezelf in wat je in deze levenssituatie doet en bent. Je kijkt jezelf in de spiegel die de leraar of lerares is in de ogen en je ziet jezelf in elke situatie weer op een andere manier. Zo ontstaat het caleidoscopische beeld van het zelf, de reflectie en herinnering van jezelf.

Ten derde, de leraar bekrachtigt je. Hij ziet je voor wie en wat je bent en geeft dit aan je terug: zo is het. Het wonderlijke is, dat wij onszelf niet kunnen aannemen voor wie we zijn. Hier hebben we een ander voor nodig. Iemand die tegen ons zegt: ‘Kijk, dit ben jij. Dit is van jou. Dit is behoort wezenlijk tot jou. Neem het aan, jij bent het zelf.’ Zo leren we stukje bij beetje onszelf te belichamen voor wie we werkelijk zijn en wordt uiteindelijk, via de leraar, ons leven bekrachtigt zoals het is. Pas dan zijn we werkelijk vrij om ons leven te leven. Zo is het. Niet anders.

Ten vierde, de relatie tussen leraar en leerling is het proces van de leerling zelf, jouw weg als proces, waarin je weerstanden, angsten, patronen, voorwaarden, waarden, zienswijzen, twijfels en blinde vlekken in het licht komen en meer en meer worden gerealiseerd en aangenomen. In het proces tussen leraar en leerling wordt dat wat de leerling tussen hem en zichzelf inzet helderder en minder weerbarstig, en kan langzaam maar zeker een intimiteit groeien, die leraar en leerling meer en meer laat samenvallen tot een levende aanwezigheid. Iets gaat zijn gang. Iets dat niet in welke fase dan ook kan belanden en zich in elke fase manifesteert. Zo wordt het zelf in al zijn aspecten, in heel zijn conditionering, maar ook in zijn intimiteit, zijn onbepaaldheid en onbeperktheid meer en meer zichtbaar, herinnerd en belichaamd. Via de leraar volgt de leerling het proces van weerstand en verzet naar intimiteit en resoneren tot hij tenslotte tezamen met de leraar meebeweegt op de Ene die alles in zich draagt en draagt, van de ene kant naar de andere en van voren naar achteren.

Tenslotte en misschien wel het aller belangrijkste, de leraar of lerares ziet je. Hij is je getuige, in alle fasen die je doormaakt. Hij is misschien wel de enige die je ooit ziet voor wie je bent, in al je aspecten en facetten, ook die, welke je liever in de schaduw laat. ‘Bearing witness’, het motto van mijn spirituele oom Bernie Glassman Roshi, is misschien wel het meest wezenlijke in de leraar leerling verhouding. Via de leraar, keer je terug bij jezelf, om jezelf helemaal aan te nemen voor wie je bent. Het zelf zoekt zichzelf in en door mij, maar via de leraar. Hij is de spiegel waarin ik mezelf zie. Hij is de getuige die mij mezelf laat aannemen. Zonder een ander mens gaat dat niet. Of zoals Christopher Supertramp, die zwervend op zoek ging naar vrijheid en geluk en eenzaam kwam vast te zitten in zijn Magic Bus op de ijsvlakten van Alaska, voordat hij overleed in zijn dagboek als zijn laatste woorden noteerde: ‘Happiness is only possible when it is shared’. (Zie ook de film Into the Wild van Sean Penn, een monumentale film over jouw weg als proces met genoemde zin als slotakkoord.)

(Wordt vervolgd)

Maurice Genko Knegtel Roshi leidt een zen stilte weekend op 11 en 12 december 2021 in Utrecht en een stilte retraite van 19 tot en met 23 januari 2022 in Eerbeek. Zie voor meer informatie de Integrale Zen website: www.izen.nl

Jouw weg als proces

Inleiding

Weg is een werkwoord. Jouw weg is een proces, het is proceswerk. En dat terwijl jij maar heel weinig doet in dat proceswerk. Jouw weg is onbegrijpelijk en onbeheersbaar en hij is tegelijkertijd gekenmerkt door een natuurlijke orde, waarin elke fase een vast plek heeft binnen het proces en gedeeld wordt met de fasen van de wegen van anderen. Het gaat me in deze bespiegeling van ons geestelijke pad niet om het lineair weergeven en duiden van de opvolging van de verschillende fasen zoals dat bijvoorbeeld in ‘De Tien Plaatjes van de Os’ gebeurt. Het gaat me om het beschrijven van jouw weg, van mijn weg als proces op zo’n wijze dat het evident is dat onze weg volstrekt ondoorgrondelijk en volkomen oncontroleerbaar is. Weg is een werkwoord, maar bovenal een wonder, een groot wonder, in al zijn unieke faseringen.

Er is een koan uit de Denkoroku, ‘De Transmissie van het Licht’, een voor ons verstand onoplosbare kwestie, die voorafgaat aan al onze bespiegelingen van onze weg als proces. Enerzijds drukt de koan de onvermijdelijkheid uit van elke fase waarin mijn proces belandt en de onwrikbaarheid van de opeenvolging van fases. Anderzijds drukt de koan uit dat iets in dit proces zijn gang gaat en zich in elke fase vrijelijk manifesteert – en ik ben het niet!

Hierbij ter inleiding van alle reflecties op onze weg de koan: ‘De vierendertigste Patriarch was Grote Meester Qingyuan Xingsi. Hij oefende in de gemeenschap van Caoxi (van de Zesde Patriarch Huineng). Hij vroeg de Patriach: ‘Wat kan ik doen om niet in een fase te belanden?’ De Patriarch vroeg: ‘Wat heb je tot dusverre gedaan?’ De Meester antwoordde: ‘Ik heb nog geeneens de Heilige Waarheden geprobeerd.’ De Patriarch vroeg: ‘In welke fase zul je eindigen?’ De Meester zei: ‘Als ik nog geeneens de Heilige Waarheden heb geprobeerd, welke fase kan er dan zijn?’ De Partiarch was zeer onder de indruk van zijn vermogen.’ (Keizan Zenji, Denkoroku, kwestie 35 Qingyuan Xingsi (660 – 740))

Bodhicitta, het begin dat geen begin is

Er is een fantastische metafoor voor jouw weg als proces en ook voor het begin van jouw weg, dat in boeddhistische termen bodhicitta wordt genoemd, ‘het verlangen om te ontwaken’. Bodhicitta is een belangrijk begrip binnen het boeddhisme, zelfs belangrijker dan het begrip sambodhi, ‘ontwaken’. Bodhicitta is immers hetgeen waar het allemaal mee begint en zonder bodhicitta is er geen weg. Mijn weg, jouw weg begint met dit verlangen, deze urgentie, juist dat wordt prachtig uitgedrukt in de metafoor van de drie wijzen uit het Oosten die de ster volgen in de woorden van de grote twintigste eeuwse dichter T.S. Eliot:

Journey of the Magi (begin)

Een barre tocht was het wel

Net de slechtste tijd van het jaar

Voor een reis, en zo’n verre reis:

De wegen zompig, het weer gemeen,

Het hartje van de winter.

En de kamelen, ontveld, met zere hoeven, weerspannig,

Gingen liggen in de smeltende sneeuw.

Spijt bekroop ons soms als we dachten

Aan de zomerpaleizen op de hoogten, de terrassen,

En de zijden meisjes die sorbets brachten.

Dan had je het vloeken en morren van de drijvers,

Die de benen namen, hun drank en vrouwen eisten,

En de nachtvuren die uitgingen, het gebrek aan dekking,

En de steden vijandig en de stadjes onvriendelijk

En de dorpen smerig en veel te duur:

Een barre tijd was het wel.

Ten slotte reden we liever de hele nacht door,

Slapend bij rukken,

Met de zingende stemmen in onze oren die zeiden:

Dit is allemaal dwaasheid.

(Vertaling uit het Engels van Bert Voeten)

De drie koningen volgen een intuïtie. Ze volgen een ster. Maar hoe weten ze dat deze, van al die sterren, de ster is die ze moeten volgen? En waarom volgen ze deze ster? Waar leidt deze ster ze heen? Ze hebben er ideeën over, maar niemand kan ze verzekeren dat daar ook maar iets van uitkomt. En dan gaan ze een reis aan, de reis van hun leven, die lang duurt, taai is en vol ongemak. Waarom toch? Wat bezielt ze? Waarvoor zouden ze dit allemaal doen? En toch doen ze het. En toch doe ik het. Ik weet niet waarom, ik weet niet waarvoor, maar ik volg die ster omdat iets in me zegt dat dit het allerbelangrijkste is om te doen in mijn leven. Garanties heb ik niet, antwoorden evenmin, het wordt er ook niet veel gemakkelijker op, maar het volgen van die ster, zonder te weten waar hij mij toe leidt en of het wel de juiste ster is, is het enige dat me te doen staat in dit leven. En dat is het enige dat ik weet.

Er moet een herkenning zijn opdat jij juist deze ster volgt en niet die andere, die een ander volgt. Alleen een boeddha zoekt een boeddha, omdat alleen een boeddha een boeddha herkent. Zo volgt de ster de ster door en in jou. En dit is eigenlijk al begonnen nog voordat jij je realiseerde dat je juist deze ster te volgen had. We beginnen niet met de weg als een proces. De weg begint met ons. Elke stap die we zetten, is een stap die de weg op de weg zet. Het zelf zoekt zichzelf in en door mij, Weg is een werkwoord, maar ik doe niet zoveel, behalve faciliteren en tegenwerken. De weg werkt.

(Wordt vervolgd)

Maurice Genko Knegtel Roshi leidt een zen stilte weekend op 11 en 12 december 2021 in Utrecht en een stilte retraite van 19 tot en met 23 januari 2022 in Eerbeek. Zie voor meer informatie de Integrale Zen website: www.izen.nl

De praktijk die niemand ziet: de verwezenlijking van het bodhisattva-ideaal

Het ideaal van de bodhisattva kwam vanaf de tweede eeuw voor Christus tot stand in de grote kloosteruniversiteiten van Centraal en Zuid-Oost Azië, waar men leefde volgens de strikte gedragsregels van het orthodoxe Theravadin boeddhisme. Tussen die beschermende muren en onder deze de geestelijke praktijk ondersteunende leefregels, richtten de monniken en nonnen van de nieuwe revolutionaire stroming van het Grote Voertuig (Mahayana) boeddhisme zich op degene die zijn of haar beoefening binnen de samenleving in praktijk brengt ten behoeve van anderen. Waar de ideale beoefenaar van het Theravadin boeddhisme, het zogenaamde ‘Kleine Voertuig’ is gericht op zijn eigen bevrijding van met name zijn fysieke aandriften, zijn ‘bestaansdorst’ (Sanskriet: trsna), om daarmee een ‘volkomen uitblussing’ van zijn levensvuur te realiseren en nooit meer te worden gereïncarneerd, daar is de bodhisattva als het ideaal van het Mahayana boeddhisme gericht op de terugkeer naar dit ondermaanse bestaan, om daar anderen bij te staan op hun pad naar ontwaken en bevrijding. Tegenover de ‘volkomen uitblussing’ staat in het Grote Voertuig boeddhisme dienstbaarheid; de bodhisattva verkiest de modder van dit aardse bestaan om daarin de ander bij te staan en te dienen.

Nu werkten de bodhisattva’s in de eerste eeuwen van het Mahayana in Centraal en Zuid-Oost Azië de realisatie van dit ideaal binnen de veilige en gecontroleerde oefensituatie van de kloosters uit. Alles was daarin op beoefening gericht. Later in China, bij de Ch’an boeddhisten, werkten de bodhisattva’s als herenboeren op het land en ook hier in gesloten en gecontroleerde gemeenschappen. In Japan mochten de bodhisattva’s trouwen en kinderen krijgen, maar ook hier in de gecontroleerde en op beoefening gerichte situatie van het zen klooster. Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw gebeurde er iets waarlijk revolutionairs binnen de vijfentwintighonderd jaar oude boeddhistische tradities: de mensen die de meditatie beoefenen en de heilige teksten lezen wonen niet meer uitsluitend in gesloten, gecontroleerde geestelijke gemeenschappen, maar in gezinssituaties middenin de samenleving, met banen, hypotheken, sociale verplichtingen, maatschappelijke verantwoordelijkheden en zonder ondersteuning van hun praktijk anders dan een wekelijks avondje zen meditatie in de lokale zitgroep, een jaarlijkse retraite en een Boeddhabeeldje op de schouw. Voor die tijd offerden de huisvaders en huismoeders wierook in de familietempel. Meditatie was toen louter en alleen weggelegd voor de spirituele professional, de non en de monnik. Dit veranderde ingrijpend toen de boeddhistische tradities wortel schoten in Westerse grond.

Feitelijk pas sinds 1960 is in Europa en de Verenigde Staten het ideaal van de bodhisattva een realiteit geworden. De bodhisattva in de eenentwintigste eeuw zit thuis daags een half uur op zijn kussen, bankje of stoel, maar brengt het grootste deel van de dag door op zijn werkplek en te midden van de hectiek van de pompende grootstad, waar zijn dagelijkse leven zijn beoefening is. Deze beoefening is erop gericht om telkens weer te ontwaken uit zijn afdwalen in bevangenheid en terug te keren naar zijn lichaam, waar de situatie precies zoals ze is tot uitdrukking komt. Zo keert hij steeds terug naar wat is: deze concrete situatie, dit gelaat van de ander. Die ander is immer eerst. Pas daarna kom ik. De beoefening van de bodhisattva in de samenleving is fundamenteel een oefening in dienstbaarheid. Eerst jij, dan ik. Eerst afstemmen op de situatie zoals ze is en vervolgens tot handelen bewogen worden.

De beoefening in de wereld is een onophoudelijk oefenen in het terugkeren voordat de gedachten optreden en voor de dualistische beweging van ons intentionele bewustzijn naar de situatie zoals ze concreet is, om vervolgens de bewegingen van ons bewustzijn te volgen in zijn bewerken van de realiteit. Aldus kan de bodhisattva werkelijkheid van schijn onderscheiden, hetgeen in het boeddhisme prajna, ‘wijsheid’ wordt genoemd. Zolang ik het onderscheid kan zien tussen wat is en wat ik daarvan maak, kan ik terugkeren naar de ander en de situatie zoals ze is en in dienstbaarheid handelen. Zo praktiseert de bodhisattva midden in de samenleving, in de kantoortuin, de supermarkt, de file of op het perron en groeit hij of zij als een lotus in de modder. Meer dan ooit tevoren zijn we nu in staat het ideaal van de bodhisattva te leven, ten bate van de ander en staande met beide benen in de drek.

De moderne bodhisattva gaat zijn of haar weg in de wereld in stilte en onopgemerkt, anoniem. Niemand herkent hem of haar als zodanig; hij of zij kan een accountant zijn, of een receptionist, een beveiliger, verpleger, schoonmaker, hovenier of een onderwijzer. De moderne bodhisattva maakt zichzelf geenszins kenbaar als meditatie beoefenaar, religieus, spiritueel, lichtwezen, heldervoelende of boeddhist. Hij gaat niet prat op zijn dienstbaarheid en afstemming op de situatie. Hij komt en gaat in stilte en kan elke vorm in het dagelijkse verkeer aannemen.

Met regelmaat komen de moderne bodhisattva’s samen in groepen gelijkgestemden, op gehuurde locaties in pop-up zendo’s, om daar hun ervaringen te delen. Dit is de enige ondersteuning in hun beoefening. Zo zijn ze niet volkomen alleen op hun geestelijk pad en kunnen ze spreken over onzegbare en onvoorstelbare zaken die je eigenlijk alleen in psychiatrische inrichtingen hoort. Na hun samenzijn laten ze de ruimte weer achter zoals ze hem hebben aangetroffen en is het alsof er niets is gebeurd. De bodhisattva’s keren in hun anonimiteit terug en volgen in stilte hun eenzame weg naar huis, naar de plek waar alles samenkomt en waar ze worden bewogen, op en neer, en van de ene kant naar de andere, om vervolgens weer af te dwalen in de landschappen van de geest die ze rond hun ego’s hebben opgetrokken. Ongemerkt zijn ze instrumenten in de handen van alle levende wezens en ongezien dienen ze het belang van anderen moeiteloos. Je zult de bodhisattva niet als zodanig herkennen, maar hij ziet jou, zoals nog niemand je ooit heeft gezien.

Er komt weer een groep met moderne bodhisattva’s samen in het Graalhuis in Utrecht: een nieuwe Zen Cirkel start op maandagavond 20 september, onder leiding van Maurice Genko Knegtel Roshi. Kijk hier voor meer informatie: https://izen.nl/zen-meditatie/.

De gemedicaliseerde samenleving

Er is de laatste halve eeuw iets merkwaardigs aan de hand; zonder dat we er erg in hebben zijn we veranderd in het kijken naar onze gezondheid. We hebben een enorme focus op onze gezondheid terwijl we steeds ouder worden en relatief gezonder zijn. Maar zoals bij alles wat beter wordt, welke prijs betalen we daarvoor? Dat we gezonder worden komt onder meer omdat we beter kunnen categoriseren; denk hierbij aan onder meer het DSM dat ons een beschrijving geeft van soorten psychisch problemen waardoor we ze eerder afgekaderd worden. Maar ook op het fysieke gebied kunnen we veel meer diagnosticeren.

Een prijs die we daarvoor betalen is, dat we angstig zijn om iets over het hoofd te zien en veel meer dan voorheen ons overal op laten onderzoeken. Ongemerkt leveren we daardoor onze vrijheid in en angst gaat als het ware ondergronds.
Kosmisch gezien heeft dit te maken met het verlaten van het zogenaamde vissentijdperk. Dit tijdperk heeft ongeveer 2100 jaar geduurd. Wanneer je teruggaat in de tijd dan weet je dat de tijd die achter ons ligt in teken stond van opoffering en slachtofferschap, een van de eigenschappen van het teken vissen. Het verhaal van Jezus Christus is daar het archetype voor; in het lijdensverhaal offert Christus zijn leven voor de mensheid. Het is dan ook niet toevallig dat het symbool van het christendom het vissen symbool is; je ziet het symbool heden ten dage vaak in de kerk op doopvonten afgebeeld staan.
De donkere middeleeuwen en de twee wereldoorlogen in de vorige eeuw zijn een absoluut dieptepunt in het lijden van het vissentijdperk maar ook pandemieën die door de eeuwen plaatsvonden. Nu het watermantijdperk begint is het de bedoeling om afscheid te nemen van deze grondstemming. Door middel van ons ego bewust te worden dat nu nog heel onbewust werkt, [leeuw het polaire teken van waterman] leren we te kijken naar het groter sociaal geheel en zingeving van wat het ego doet.

Omdat de cultuurperioden zich niet van de ene dag op de andere dag voltrekken, gaat de overgang van het ene teken naar het andere geleidelijk. Vandaar dat niemand precies weet wanneer het exacte moment is. NB dit heeft te maken met de echte grote van de ware dierenriemtekens. Zo is oorspronkelijk het maagden teken erg groot en is het onbewuste teken van het teken vissen (wat weer kleiner is),
Maagd is het onbewuste teken van vissen; dientengevolge werkt het onbewust langer uit. En als een teken onbewust werkt, werkt het altijd wat minder positief uit. Maagd gaat over het medische zorg, bezorgdheid en analyse. Nu bestaat er op dit moment ook een onbewuste behoefte om het ego [leeuw] te kennen omdat we in het watermantijdperk leven, gecombineerd met een grote bezorgdheid over de gezondheid en willen weten waarje aan toe bent. En uitgerekend deze combinatie maakt dat we aan het medicaliseren zijn. Dit zie je momenteel bijvoorbeeld aan de grote testbehoeften op coronabesmetting. In met boek: Vaccineren ja of nee van Daan de Wit, wordt beschreven dat niet iedereen die besmet raakt, ziek wordt, sterker nog; de hele dag komen we in aanraking met allerlei schadelijke virussen die het lichaam geruisloos zelf opruimt zonder dat het lichaam daar verdere verschijnselen van krijgt [immuniteit]. Volgens Dr. Med Johannes Wilkens en Dr. Med Frank Meijer in Corona Natürlich Behandeln zijn virussen belangrijk voor de evolutionaire ontwikkeling van de mens (het houdt ons beweeglijk).

In mijn boek: Ziekte een weg naar bewustwording, probeer ik uit te leggen hoe je naar ziekte kunt kijken. Wanneer je namelijk ziek wordt, bevat deze ziekte altijd een onbewuste boodschap. Een bijzonder boek dat over vele ziekten gaat is van Christine Beerlandt: De sleutel tot zelf-bevrijding Door een bepaalde diagnose op te zoeken kun je vaak op het spoor gezet worden wat je zou kunnen veranderen in je leven. Dit is een andere benadering dan de reguliere medische wetenschap doet. Vaak denken we dat ziekte een straf is, of dat je iets niet goed gedaan hebt. Dit mechanisme van schuld, zit heel diep in de menselijke aard en heeft ook weer te maken met het vissentijdperk.
Het is belangrijk voor de komende tijd om die schuldvraag achter ons te laten, maar ook het gevoel van dat je zomaar getroffen kunt worden door een of andere vreselijke ziekte. Dit gevoel maakt onvrij en veroorzaakt een constante aanmaak van stresshormoon [Cortisol] dat pas echt ongezond is.

Het zou fijn zijn als we ophouden met steeds onze gezondheid te controleren en ons overal door medicaties en vaccins profylactisch te beschermen. Geheel onbewust worden we hier namelijk steeds meer gespannen en onvrij van, wat je nu ook ziet in de samenleving. Besmettingen worden monsters terwijl ze niet bijdragen aan zingeving. Het is een heel moeilijke klus anders te kijken maar een grote opgaaf voor de nieuwe tijd!

Veel BDNF = meer brainpower

Beste lezers,

Jarenlang is ons verteld dat de hersenen na het bereiken van de volwassenheid gedoemd zijn om achteruit te gaan. Het verhaal was dat dit zou komen doordat het aantal hersencellen met het klimmen der jaren alleen maar afneemt. Inmiddels is dit achterhaald en hebben wetenschappers ontdekt dat ons brein plastisch is en nieuwe neuronen kan aanmaken. Zo zie je maar dat wetenschappers er echt naast kunnen zitten! In deze nieuwsbrief bespreken we hoe je het regenereren van je brein kunt ondersteunen.

De laatste jaren zijn wetenschappers tot de ontdekking gekomen dat het brein van mensen over zogenaamde neurotrofische stoffen (neurotrofines) beschikt; stoffen die ervoor zorgen dat hersencellen kunnen overleven en groeien. De bekendste is BDNF, voluit Brain-Derived Neurotrophic Factor, dat vertaald zou kunnen worden als zenuwcelstimulerende factor in het brein. Dit is een eiwit dat werkt als een soort Pokon voor onze hersencellen (ofwel neuronen): het kan zorgen voor de aanmaak van nieuwe hersenencellen, maar ook reeds bestaande zenuwverbindingen versterken (1, 2, 3). Deze aanmaak van nieuwe hersencellen noemen onderzoekers neurogenese (4). Daarnaast gaat deze stof de dood van hersencellen tegen (5). Door BDNF wordt ons brein plastischer en beter in staat om langetermijnherinneringen op te halen (6, 7). Een laag gehalte aan BDNF in het brein wordt in verband gebracht met depressie, het werkt ook nog eens als een mild antidepressivum (8, 9).

Tips die kunnen zorgen voor een toename van BDNF:

Zorg voor minder stress – door regelmatig te mediteren of yoga te beoefenen kan je stress afnemen, wat volgens onderzoekers kan leiden tot een verhoging van het BDNF-niveau (10). Daarnaast melden onderzoekers dat Thai Chi het geheugen en mentale flexibiliteit sterk kan verhogen, door een toename van BDNF (11). Voldoende rust en stressmanagement is in het algemeen cruciaal om de niveaus hoog te houden (12).

Slaap voldoende – een tekort aan slaap wordt ook in verband gebracht met een tekort aan BDNF (13). Wetenschappers wijzen erop dat voldoende slapen direct kan zorgen voor een hoger gehalte in het brein, maar dat de stressverlagende werking van slaap ook overdag kan helpen om de BDNF-niveaus hoog te houden (14).

Gebruik je hersencellen – door veel te leren en nieuwe dingen te doen, kun je zorgen voor een stijging van BDNF in je hersenen (15). Onderzoek toont aan dat Londense taxichauffeurs die zijn geslaagd voor hun examen, een veel grotere hippocampus hebben dan voor hun opleiding (16, 17). Deze hoofdstad van Engeland telt 25.000 straten, die de taxichauffeurs niet alleen uit hun hoofd moeten kennen, ze moeten ook nog eens de kortste route kunnen bedenken. De Londense taxichauffeurs deden er 3 – 4 jaar over om via een scooter de stad uit hun hoofd te leren, wat in scans duidelijk was terug te zien! Mentale training laat een stijging van de cognitie en BDNF zien (18).

Kom in beweging – mensen die stilzitten hebben lagere BDNF-spiegels dan mensen die regelmatig sporten (19). Onderzoekers hebben vastgesteld dat krachttraining, HIT-intervaltraining en intensieve duursport de aanmaak van neurotrofische stoffen sterk ten goede komen (20, 21, 22). Sporten blijkt ook bijzonder gunstig te zijn voor de hersenontwikkeling van adolescenten doordat het zorgt voor een sterke verhoging van BDNF (23).

Wees sociaal – door sociaal contact kan stress afnemen en BDNF toenemen (24). Zoek dus regelmatig je vrienden of familie op. Meer BDNF in het brein kan ook zorgen voor hechtere romantische liefdes (25).

Zorg voor schone lucht – onderzoekers zeggen dat sporten met luchtvervuiling kan zorgen voor een daling van de BDNF (26). Ze ontdekten dat mensen die naast de ring van Antwerpen gaan fietsen geen BDNF aanmaken, maar dat dezelfde mensen het wel aanmaken als ze sporten in een kamer met een luchtreiniger (27).

Eet niet te veel – maat houden en zorgen dat je jezelf niet overeet, kan op termijn zorgen voor behoud van cognitieve functies door toegenomen BDNF (28, 29). Calorie-restrictie kan zinvol zijn, maar ook af en toe vasten kan volgens onderzoekers zeer zinnig zijn (30, 31).

Zoek de zon op – volgens Nederlandse wetenschappers kan blootstelling aan zonlicht ervoor zorgen dat de hoeveelheid BDNF in ons brein toeneemt (32). Ga dus regelmatig even naar buiten. De onderzoekers zeggen ook dat het natuurlijk is dat het BDNF-niveau door het jaar heen wat varieert, al naar gelang de seizoenen. Misschien is dit ook een verklaring voor de winterblues.

Eet en drink hier meer van – koffie, groene thee, donkere chocolade, olijfolie en blauwe bessen kunnen zorgen voor een toename aan BDNF (33, 34, 35, 36, 37, 38, 39). Polyfenolen (actieve plantenstoffen) bevorderen de aanmaak van deze neurotrofine. Het eten van omega 3 in de vorm van EPA en DHA (bv. vette vis) is cruciaal voor het hoog houden van de BDNF-spiegel (40, 41). Ook is het belangrijk om voldoende eiwitten binnen te krijgen (42).

Eet en drink hier minder van – voedsel dat rijk is aan vet en geraffineerde suiker kan zorgen voor verlaging van BDNF, waarmee de hippocampus, de neuroplasticiteit en het leervermogen worden aangetast (43). Ook het drinken van veel alcohol kan het niveau aan BDNF in het brein verlagen (44, 45, 46).

Slik deze supplementen – ook specifieke supplementen kunnen het BDNF-niveau ondersteunen en soms zelfs verhogen. Onderzoekers melden dat omega 3, magnesium, zink, curcumine, L-theanine, quercetine en resveratrol heel interessant kunnen zijn (47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54). Ook N-Acetyl-Cysteïne, een voorloper van glutathion (een sterke antioxidant), kan effectief zijn (55).

Verzorg je darmflora – bacteriën in de darmen kunnen vezels omzetten naar butyraat, een stof die kan zorgen voor een toename van BDNF in het brein (56, 57). Zeer recent onderzoek toont aan dat gunstige bacteriën, bijvoorbeeld via een probioticum, het BDNF-gehalte kunnen laten stijgen (58). Weer meer bewijs voor het krachtige effect van de darmen op het functioneren van ons brein.

Zorg voor een gezond gewicht – het hebben van overgewicht wordt bij zowel kinderen als volwassenen geassocieerd met lage BDNF-niveaus (59, 60). In het verlengde daarvan kan afvallen zorgen voor een verhoging (61).

Breng je hormonen in balans – volgens vele onderzoeken bij dieren is een juiste balans van de hormonen zeer belangrijk voor het handhaven van hoge BDNF-spiegels; dit geldt met name voor progesteron, oestrogeen, melatonine, serotonine en DHEA (62, 63, 64, 65, 66). Vooral geslachtshormonen kunnen een grote invloed uitoefenen op ons gemoed en mentale functioneren (67, 68).

Slotwoord
Je kunt dus daadwerkelijk veel doen om je geheugen en mentale prestaties te behouden en verbeteren. Wellicht staat ons IQ toch niet vast en is ons brein helemaal niet gedoemd om seniel te worden. BDNF staat op het moment enorm bij wetenschappers in de belangstelling. Op Pubmed, de wetenschappelijke onderzoeksdatabase, staan meer dan 27.000 studies die BDNF vermelden. Opvallend is dat er sinds 2017 een flinke stijging is van het aantal BDNF-onderzoeken. Ik ben ervan overtuigd dat er in de toekomst een pilletje ontwikkeld gaat worden dat in staat is om het BDNF-niveau bij mensen in rap tempo te laten stijgen. Gelukkig hebben liefhebbers van gezondheid zo’n pilletje helemaal niet nodig, want de bovenstaande tips zijn niet alleen goed voor de hoeveelheid BDNF in het brein, ze werken allemaal gunstig op je gezondheid in het algemeen!

Naar een nieuwe gezondheidszorg

1. Onze “gezondheidszorg” is in grote problemen. Lazen wij vroeger vooral over sluitingen van ziekenhuizen, ontevreden gezondheidswerkers of de afgang van een staatssecretaris, nu staan de kranten bol van berichten als een steeds duurder wordend gezondheidssysteem, verhoging van de eigen bijdragen, voortdurende bezuinigingen, een steeds ondoorzichtiger wordend systeem, vercommercialisering, lange wachttijden, de onpersoonlijke behandelingen, voorkeursbehandelingen voor de geprivilegieerden, een onbetaalbare technologie, verdwijnen van interesse voor verzorgende beroepen, een steeds machtelozer wordende medische wetenschap en de verdere toename van het aantal chronisch en psychiatrisch zieken. De situatie is reeds een “nationale ramp” genoemd. Het was dan ook niet verbazingwekkend dat er enige tijd geleden suggesties voor een parlementair onderzoek naar het functioneren van de gezondheidszorg zijn geopperd. Het probleem is, dat de huidige gezondheidszorg op de verkeerde fundamenten is gebouwd. Is de richting (ooit) verkeerd gekozen, dan gaat alles op een gegeven moment mis, hoeveel er dan ook nog aan gesleuteld wordt. Op zo’n moment helpt alleen nog een behandeling die de oorzaken aanpakt.

2. Het probleem ligt eenvoudig en is terug te voeren op slechts één enkele hoofdoorzaak. Het is een gevolg van het feit, dat men ongeveer 150 jaar geleden koos voor ziektebestrijding in plaats van gezondheidsbevordering. En zo is het nu nog steeds. De zogenaamde “gezondheidszorg” is geen zorg voor de gezondheid, maar een systeem van symptoombestrijding. Hoe ongelooflijk het ook klinkt, de huidige crisis is het gevolg van een (onuitgesproken) definitie. Het medisch handelen gaat namelijk in de praktijk maar van één uitgangspunt uit: gezondheid als de afwezigheid van klachten en symptomen. Deze staat in schril contrast met de op zichzelf geslaagde (maar zeer „idealistische”) definitie van gezondheid van de WHO: „gezondheid als het welbevinden lichamelijk, geestelijk en sociaal”. Waar in plaats van de mens de technologie centraal staat, is gezondheid niet meer een waarde op zichzelf ten bate van het individu of de gemeenschap, maar is zij ondergeschikt aan economische belangen. „Fit for production” in plaats van „fit for life” (…). Een zorgwekkende ontwikkeling, waarbij ethische grenzen structureel overschreden dreigen te worden.

3. Vooropgesteld, dat wij uiteraard een ieder een goed inkomen gunnen. Wat ik ter discussie wil stellen is niet de individuele werker waarvan ikzelf er ook een ben – maar het systeem. Wij zitten allen gevangen in een systeem, waar wij – ook al zouden wij dit willen – moeilijk of niet onderuit komen. Het cruciale punt is nu, dat wat wij onze gezondheidszorg noemen in feite (onbedoeld) ziektebevorderend is. Een systeem gebaseerd op ziekte(symptoom)- bestrijding heeft belang bij ziekte en niet bij gezondheid. Het inkomen van de arts is immers afhankelijk van het dagelijkse aantal patiënten op zijn spreekuur. Het ziekenhuis wil voortdurend al zijn bedden bezet zien. Het laboratorium wil dagelijks een maximaal aantal bepalingen. De technologische industrie wil een maximale afzet van zijn apparatuur. De farmaceutische industrie en de apothekers willen een optimale verkoop van hun medicijnen, de ziekteonkosten- en pensioenverzekeraars willen optimaal beleggen en verdienen aan de premies van de gewone burger, de politici en burokraten oefenen macht uit, de wetenschappelijke onderzoekers beschermen hun (vaak irrelevante) onderzoek, en alle andere “zorgwerkers” zijn primair – terecht – bezorgd om hun baan. Allen hebben op de eigen wijze – gewild of ongewild – belang bij ziekte. Hoe meer ziekte, des te beter het is voor het systeem. Een systeem dat van ziekte profiteert, is niet (of maar ten dele) geïnteresseerd in gezondheidsbevordering. Dit zou immers tegen de eigen belangen ingaan.

4. Dat het ook anders kan, bewijst de jarenlange praktijk van vele artsen en onderzoekers in vele landen. Evenals in mijn 33 jarige ervaring met zowel acute als chronische ziekte staat hier de gezondheid centraal. Met de gezondheid als uitgangspunt verandert alles op slag. Het menselijk lichaam („bodymind”) blijkt dan een zinvol op overleving gericht organisme te zijn. Het is een geïntegreerd geheel, waarin het laatste meer is dan de som der delen. Voor het overleven is het bovendien doorslaggevend, dat het goed aan de omgeving is aangepast en andersom. Symptomen worden niet meer geduid als “afwijking van de gezonde norm” – zonder die norm verder gedefinieerd te hebben – maar zijn in principe uitingen van strategisch zelfmanagement van het lichaam. In plaats van verschijnselen te isoleren en als zodanig te benaderen, wordt inzicht in de samenhang doorslaggevend voor zinvol medisch handelen en het vinden van de juiste therapie. Nieuwe wetenschappelijke modellen zijn daarbij dringend nodig.

5. Nu is gebleken, dat een gezonde leefstijl op basis van één van die nieuwe wetenschappelijke modellen (medische systeemtheorie), in de praktijk “Stroomsysteem” genoemd, niet alleen leidt tot optimaal functioneren en een blakende gezondheid, maar tevens en indirect talloze stoornissen en ziekten, ook vele chronische, verbetert cq weet te genezen. Het stroomsysteem – als het dynamisch evenwicht tussen opname (voeding, vocht, lucht en gifstoffen), verwerking (vertering, transport, verbranding en assimilatie) en afgifte (ontgifting en uitscheiding) – blijkt de basis van gezondheid te zijn. In plaats van het behandelen van „specifieke” ziekten, worden vrijwel uitsluitend deze basisfuncties geoptimaliseerd. Het is voor iedereen gemakkelijk te begrijpen en in het dagelijks leven toe te passen. Het levert het theoretische en praktische fundament voor zowel preventie, een gezonde leefstijl en therapie. Zelfzorg is hiermee de hoeksteen van de gezondheidszorg geworden. De sleutel tot de gezondheid ligt zo in ieders eigen hand!

6. Voor de gezondheidszorg als geheel betekent dit tevens de uitweg uit de onvruchtbare tegenstelling tussen “regulier” en “alternatief”. Niet in de laatste plaats omdat de laatsten zich in zorgwekkend tempo eveneens in specialistisch-detaillistische richting ontwikkelen. Tot dusver hebben zij geen oplossing aangedragen voor de massale problemen. De indeling van de gezondheidszorg dient daarom vanuit een geheel ander perspectief gemaakt te worden. Ondersteund door onze speciaal opgeleide BasisgezondheidsConsulenten kan ieder individu zijn/haar gezondheid nu grotendeels zelf behartigen. Gezien de beschikbare inzichten en ervaring is hij/zij daartoe – naar individuele mogelijkheid – ten opzichte van zichzelf en de gemeenschap in staat en verplicht. In de gezondheidszorg kan dan gebruik gemaakt worden van reeds bestaande netwerken van zelf- en wederzijdse hulp. De (toekomstige) werkzaamheden van de BasisgezondheidsConsulent bestaan dan uit gezondheidseducatie (“stroomsysteem”), praktische ondersteuning bij gezonde leefstijlprogramma’s, individuele begeleiding – voeding, ontslakking, regeneratie, fitness, emotionele zelfintegratie, milieuvriendelijke huishouding – inclusief de (biologische) basistherapie voor kleine klachten. Dit geheel valt dan nog steeds onder 1) Zelfzorg. Vervolgens zouden de principes van stroomsysteemtherapie, gezonde leefstijl en zelfzorg in het onderwijs (op alle niveaus) geïntegreerd moeten worden.

7. Onze basisgezondheid kunnen we op deze manier zelf behartigen, voor de rest is er dan de professionele hulp. Deze wordt ingedeeld in de 2) Holistische en de 3)Technologische Geneeskunde. Het is logisch, dat we waar mogelijk – in alle gevallen waar er echte verbetering cq reversibele processen mogelijk zijn – eerst de eigen weerstandsverhogende, levensbevorderende therapieën zullen inzetten. Deze hebben hun glorierijke wortels in de traditie van Hippokrates tot Boerhaave, Sydenham, Hufeland en de moderne tijd, artsen die zeer succesvol waren (zijn) in het behandelen van juist die ziekten, die ons heden ten body mind

dage zoveel hoofdbrekens bezorgen. Andere culturen – India, China, de Arabische landen en de Inheemse volken – hebben vergelijkbare tradities. Volgens R.Muller, voormalig directeur van de WHO is de traditionele holistische geneeskunde goed voor het genezen van 70% van de huidige (welvaarts)ziekten. Daarom is het tijd, dat het woord „alternatief” wordt geschrapt. Onder de gemeenschappelijke noemer van Holistische Geneeskunde zijn o.a. natuurgeneeskunst, fytotherapie, homeopathie, huisartsen nieuwe stijl, diëtisten, fysiotherapeuten, vroedvrouwen, orthomoleculair, preventieve en milieu-geneeskunde, antroposofische geneeskunst, acupunctuur, manuele geneeskunde en paranormale genezing de tweede zelfbewuste pijler van de Nieuwe Gezondheidszorg. Zij voorzien bij uitstek in vroegdiagnostiek, voorzorgsgeneeskunde, weerstandsversterking en effectieve behandeling van welvaartsziekten, precies datgene waar het in de reguliere sector aan ontbreekt.

8. Pas wanneer holistische behandeling faalt, kan men terugvallen op het laatste echelon: de Technologische Geneeskunde, het geheel aan farmacologische, chirurgische en technologische methoden. Dat de laatsten hun functie behouden met betrekking tot noodsituaties van allerlei aard: moeilijke bevallingen, ongelukken, eerste hulp, ernstige chronische ziekte, intensive care, ouderdomsziekten en bijvoorbeeld revalidatie, zal duidelijk zijn. Wat echter nuttig kan zijn in laatste fasen van ziekte – symptoomonderdrukking – blijkt vaker erg nadelig tot desastreus in de beginfasen. Ieder dus zijn eigen respectabele rol op zijn eigen plaats! Aldus doende heeft er een aardverschuiving plaatsgevonden, een in positieve richting wel te verstaan. Het zwaartepunt is daarbij geheel op de Zelfzorg en de Holistische Geneeskunde komen te liggen. De gevolgen zijn te raden: een gezondheid georiënteerde gezondheidszorg – waarbij Nederland de voortrekker voor de gehele Europese Unie kan zijn – met optimale gezondheid en levensvreugde voor iedereen cq het stoppen van de verdere (vaak dramatische) achteruitgang van onze gezondheidstoestand; bewustwording, mondigheid en wederzijdse hulp tussen de mensen onderling; het opheffen van de ongelijkheid tussen de patiënten; een veel grotere werkvoldoening voor de werkers in de zorg; een in verhouding simpele organisatiestructuur; een gigantische kostenverlaging; minder regels en voorschriften; een werkontlasting voor politici en bureaucraten; de aansluiting van gezondheid aan natuur en milieu en een ziekteonkostenverzekering op basis van gedeelde verantwoordelijkheid. Er kan daarbij gekozen worden uit verschillende aantrekkelijke voorstellen voor zowel burger, verzekeraar, bedrijfsleven en overheid. Door optimaal gezond leven, zelf- en wederzijdse hulp, is het terugvallen op de verzekering immers minimaal, waardoor de verzekeringspremie geminimaliseerd kan worden. Wacht daarom niet langer. Alle kennis en ervaring is reeds in huis. Laten we er NU mee beginnen.

Neptunus en de farmaceutische industrie

Als je naar de betekenis van Neptunus kijkt, is dit wel de meest mysterieuze en ongrijpbare planeet die we kennen; niet in de laatste plaats omdat het de hoogste vorm van spiritualiteit en medemenselijkheid in zich draagt en op een lager menselijk niveau niet goed begrepen wordt. Enerzijds is het de planeet die verbonden is met het christendom die naar liefde verwijst, terwijl anderzijds de schaduwkant van slachtofferschap en bedrog deze planeet ook in zijn ban houdt.

Ik had een oom die in zijn tijd als vreemd werd ervaren. Hij was leraar die niet geaccepteerd werd op hogere scholen omdat hij communist was, daarnaast was hij ook astroloog. Als jong volwassene leerde hij me de grondbeginselen van de astrologie en trok (zo noemde men dat toen) mijn horoscoop die ik nog steeds heb. Een van zijn boeiende verhalen ging over Neptunus. Hij zei: ‘Neptunus is een prachtige planeet maar vergeet nooit Wilma, dat de eerste lettergreep van deze planeet Nep is’ en aangezien wij als mensheid nog maar aan het begin van een bewustzijnsproces staan, worden we vaak misleid omdat we de hogere boodschap nog niet kunnen begrijpen’. Aan deze uitspraak moet ik nog regelmatig denken.

Neptunus is ook de planeet die archetypisch verbonden wordt met slachtofferschap, bedrog, volksziekten, besmettingen en daarvan afgeleid de farmaceutische industrie. Toen ik van de week het boek: Corona Impstoffe Rettung oder Risiko? van Clemens G Arvay las, moest ik ongemerkt weer aan de uitspraak van mijn oom denken. Dit boek, dat geen boek is van een complotdenker, maar van een bioloog die je leidt door het in korte tijd uit de grond gestampte vaccins. Zorgelijk is dat de vaccins die men bedacht heeft tegen de corona, een RNA vaccin (genetisch vaccin) is. Na toediening zet het mRNA lichaamscellen aan tot productie van het antigene eiwit om de celkern. NB. de letter m staat voor messenger. MRNA wil dus zeggen dat het een boodschapper is aan het DNA van de mens is. Tot nu toe waren vaccins gericht op het bestrijden van een bacterie/virus, maar dit vaccin dringt dieper in ons leefmilieu om zodoende de aanleg tot immuniteit te beïnvloeden. Vooral Bil en Melinda Gates zijn grote promotors van gen vaccins.
Ook is het zorgelijk dat de vijf fasen waar elk vaccin doorheen moet gaan voordat het goedgekeurd wordt, razendsnel gaat en in de ogen van de schrijver, onzorgvuldig doorlopen is.
Mijn echtgenoot die arts en een pragmatische denker was, vertelde me altijd dat een belangrijk medicijn voor een nieuwe ziekte lange tijd nodig heeft om veilig door alle testfases heen te gaan, juist omdat het op vele verschillende groepen mensen met onderliggende kwalen getest moet worden. Doordat we allemaal gevangen zitten in een stuwende versnelling van de tijd, bestaat het grote gevaar dat wetenschappers te gemakkelijk door al deze vijf fases heengaan. Ik raad de lezer die geïnteresseerd is in dit onderwerp het boek van harte aan om te lezen. [Spiegel: Bestseller Platz 1] Hopelijk wordt het binnenkort in het Nederlands vertaald!

Terug naar Neptunus, de slachtoffers die gevallen zijn door het coronavirus, hebben te maken gehad met de schaduwkant van Neptunus. De farmaceutische industrie wil dit leed nu voorkomen; wat op zichzelf een goede zaak is. Wat daarbij echter opmerkelijk is, is dat grote farmaceutische bedrijven steeds alleen maar de mRNA vaccins naar voren schuiven en virale vaccin min of meer negeren. Ook willen zij hun octrooi/patent niet gezamenlijk delen voor het wereldwijde belang van de mensheid; dit stemt tot nadenken! Samenwerking is in het watermantijdperk een groot goed! Het verfoeilijke neoliberalisme speelt hier denk ik, een grote rol in; ieder voor zich en God voor ons allen…
Ook de Nep van bedrog komt bij mij dan helder in beeld. Als je deze neoliberalistische mentaliteit van de fabrikanten vergelijkt met die van Jonas Edward Salk [1914 –1995] die het polio vaccin begin vorige eeuw ontwikkelde; hij zag af van een patent omdat hij zijn uitvinding zag ‘als een gave aan het volk’, zoals hij het zelf zo mooi zei. Dit lijkt ver weg van het aanpak die nu door de farmaceutische industrie ontwikkeld wordt, waar patenten wereldwijd niet gedeeld worden. Of, zoals ik las in de Volkskrant [27 april 2021], dat er een plan ligt om het overschot van het Astra Seneca vaccin dat hier niet gebruikt is omdat er twijfels waren, naar de arme ontwikkelingslanden te sturen. Wat zorgelijk is in tijden waar de nood hoog lijkt is, dat het middel zomaar eens erger dan de kwaal kan worden juist omdat we nog maar zo weinig weten van de boodschap die het vaccin in de cel van het DNA achterlaat.

Neptunus staat nog tot 2028 in zijn eigen teken vissen en kan ons veel goeds brengen, onder andere medemenselijkheid maar wanneer dit  te weinig wordt gepraktiseerd, ook veel slachtofferschap en bedrog veroorzaken, daarom is het zo belangrijk om kritisch te blijven kijken. In mijn Essay: Ziekte, genezing en immuniteit, beschrijf ik dat de Zwarte Maan die in principe een weigerende/perfectionistische functie heeft in het universum, veel te maken heeft met het opbouwen van de eigen immuniteit, zowel fysiek als psychisch. Het zou zomaar kunnen dat dit Covid-19 virus één van de eerste ziekten van velen zal zijn die ons uitnodigt kritischer te gaan kijken naar de vaagheid en het bedrog van Neptunus. Het onbewuste dierenriemteken maagd, van het teken vissen waar Neptunus nu in staat, nodigt ons uit analytisch en kritisch te kijken!

De onderzoeker Deense arts en onderzoeker Peter C. Gotzsche heeft al enige boeken geschreven over de farmaceutische industrie, onder andere: Dodelijke medicijnen en georganiseerde misdaad en Vaccinnaties Uitgever: Lemniscaat