…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Posts Tagged ‘Inge Knoope’

Je Méént het…

Een broodfonds waarin mensen elkaar onderling financieel ondersteunen als ze ziek worden….  zelfpluk-tuinen…. co-housing projecten…. coöperaties voor hernieuwbare energie …. de common – of ‘meent’ in het Nederlands – lijkt een moderne vondst.
Maar een gemeenschap die zich organiseert in collectief gebruik rondom gezamenlijke bronnen van bestaan, dat is eigenlijk de oergrond van elke mensen gemeenschap.

Commons
‘Meedoen, maar dan op de nieuwe manier’ dat is het verlangen. Zo nieuw is die nieuwe manier echter niet. Het commons-denken ontkiemt in onze tijd wel, en op veel plaatsen. Maar die kiemen komen voort uit de oude zaden die nog overal te vinden zijn.
Het Engelse woord commons is heel oud en wordt ook wel vertaald met brink, meent of gemene gronden. Het is een verzamelbegrip voor natuurlijke bronnen zoals land en water, maar er kan ook de groep of samenleving mee bedoeld worden, die zich daaromheen schaart en de hele manier waarop die groep georganiseerd is. In een common zijn de bronnen, deelnemers en de manier van samenleven niet van elkaar gescheiden. De grondstoffen zijn van niemand want van iedereen. Ze worden door alle leden van een groep of samenleving gebruikt, zolang je er maar niet méér van neemt dan nodig is.

Van oudsher
Het bestaan van meenten is van alle tijden en alle culturen. In de middeleeuwse samenleving waren ze hier in West-Europa ook nog overvloedig aanwezig. Die meenten werden bedreigd toen er landeigenaren verschenen, die letterlijk een hek om een stuk grond heen plaatsten en er huur voor gingen vragen. Eigenlijk een vorm van sociaal geweld dus. Het gevolg was in elk geval dat veel mensen niet meer in hun eigen levensonderhoud konden voorzien. Dit vormde volgens de geschiedschrijvers van nu, het startschot voor de ontwikkeling van het kapitalisme. Een systeem dat gefundeerd is in deze, en talloze andere processen van onteigening.

Niet normaal
Je bent er misschien aan gewend geraakt, aan het idee dat de wereld niet zomaar van jou is. Dat je eerst geld moet verdienen voordat je veilig kunt deelnemen aan de samenleving. Dat het nu eenmaal zo is dat je zelf in je levensonderhoud moet voorzien en je je daarvoor moet mengen in een competitieve omgeving. Maar zo ‘normaal’ is dat dus helemaal niet. Het is niet ons biologische vertrekpunt. In plaats van dat mensengemeenschappen zich florerend hebben kunnen voortplanten is er daardoor iets heel anders gebeurd. Het lijkt het wel of de mensheid een plaag is geworden.
Feitelijk staan we in het dagelijks leven voortdurend – vaak zonder het ons écht bewust te zijn – bloot aan de voortplanting van gevoelens van onveiligheid en ontoereikendheid. In antwoord daarop hebben we als mens onze defensieve strategieën en verhalen en precies dié maken het zo moeilijk om het roer om te gooien naar een duurzaam florerende cultuur. Het probleem is vast gaan zitten in ons.

Maatschappelijke dynamiek
In een van de systemische uitbeeldingen – een maatschappelijke opstelling die we onlangs mochten maken – werd het door een representant van de voorouders zo gezegd:
“Wij zijn niet heel. We missen iets wezenlijks. We hebben zo lang gewerkt om te overleven, en gevochten tegen een gevoel van verdrinking, dat we hebben geloofd dat de overdracht van bedrijf en bedrijvigheid naar volgende generaties het enige belangrijke was. Maar we zien nu dat we niet zonder de liefde en het vertrouwen kunnen.”
Respect voor de voorouders is ergens onderweg verworden tot een plicht naar economisch behoud en die beweging is vervolgens generaties lang doorgegeven. Oftewel: het arbeidsethos zoals we dat in het dagelijkse leven in onszelf aantreffen, dat komt niet van Calvijn. Het is andersom: ons calvinisme komt voort uit langdurig overgedragen overlevingsstrategieën die ontstaan zijn uit nood. Nood door die eerdergenoemde processen van onteigening en de daarbij behorende angstgevoelens om misschien degene te zijn die berooid achterblijft, of wiens kinderen sterven van de honger. Gevoelens die ondertussen diep verankerd zijn in ons collectieve bewustzijn.

In religie en cultuur worden individuele overlevingsstrategieën
dusdanig collectief en moreel verankerd
dat gezond niet meer van getraumatiseerd te onderscheiden is.

Te hard werken
De huidige economische werkelijkheid is in ons verbonden met emotionele onderstromen die je soms, door schijnbaar onverklaarbare redenen, in jezelf kunt aantreffen, bijvoorbeeld in de gedaante van een schuldgevoel, een angst om te falen of een aandrang om je tijd nuttig te moeten besteden. Dergelijke gevoelens kunnen opkomen, zodra je niet werkt of geen maatschappelijke impact nastreeft. Rustig de tijd nemen voor jezelf, herstellen na inspanning, spelen met je kinderen, iets doen voor je eigen ontwikkeling… allemaal bezigheden waar je je aan zou kunnen laven, maar die door jou mogelijk worden gekwalificeerd als ‘nutteloos’. Je kunt een voortdurende druk ervaren om je energie strategisch in te moeten zetten. Een druk die maakt dat je juist die dingen gaat veronachtzamen waaraan je je zou kunnen opladen. Alsof je voortdurend uitademt maar niet kan inademen. Burn-out behandelen we ondertussen als een persoonlijk falen. Maar eigenlijk is het een cultuurziekte.
Het heeft de samenleving steeds meer gemaakt tot een soort bedrijf met commerciële afdelingen in plaats van een sociale gemeenschap waarin je je thuis voelt.
En we lopen ermee vast, want we kunnen uiteindelijk niet zonder onderlinge solidariteit en wederkerige ondersteuning. We kunnen niet zonder elkaar en elkaars gezelschap. Dan gaan we de intelligentie van het hart missen.

Sociale ecologie
“Elk individu behoort de wereld toe en is tegelijkertijd eigenaar van de hele wereld” schrijft bioloog en filosoof Andreas Weber, die de zaak terugbrengt naar puur biologische principes. Met ons fysieke bestaan, aangehecht aan één hele grote eco-sfeer die doordrongen is van leven, nemen we allemaal deel aan één grote common: het leven op aarde. En dan gaat het niet alleen over alle manieren waarop de rest van het eco-systeem ons tot voedsel dient, maar ook over de manier waarop wij dienstbaar zouden kunnen zijn aan elkaar en aan andere levensvormen.

De wereld behoort ons helemaal toe en in het hetzelfde ogenblik zijn we volledig aan haar toevertrouwd. Alleen door dit geven-en-nemen te eerbiedigen, op leven-schenkende wijze, kunnen we ónze plek in de wereld opbouwen. Dit is het ecologische principe.
Andreas Weber

De druk neemt toe
We mogen blij zijn dat de klimaatcrisis ons inmiddels aanzet tot gevoelens van urgentie. En natuurlijk zijn er visies en plannen. Maar als je ze bestudeert valt op dat deze vooral technisch van aard zijn. Ik zeg niet dat die niet belangrijk zouden zijn. Maar het valt me wel op dat de energie vooral gaat zitten in het ‘te lijf gaan’ van deelaspecten en in het afdwingen van oplossingen, door zich tegenover de problemen op te stellen. En dan vooral …  inderdaad … heel hard te gaan werken!
Maar de problemen waar we in terecht zijn gekomen, zijn ontstaan in de context van een samenhangende sociale en ecologische werkelijkheid, en zijn dus deel van een complex geheel. De problemen waarmee we bekend zijn, zoals bijvoorbeeld het stikstofprobleem of de vluchtelingenstroom, zullen zich naar mijn bescheiden mening niet laten behandelen als afzonderlijk onderdelen. Ze maken deel uit van een veel grotere samenhang. Geïsoleerde deel-oplossingen zullen die grotere natuurlijke patronen van het leven niet herstellen maar mogelijk zelfs verder uit balans brengen. Om de problemen werkelijk op te kunnen lossen, moeten we mogelijk veel dieper doordringen in de ontwrichtende noties van waaruit we de sociale werkelijkheid georganiseerd hebben. Zoals bijvoorbeeld die over persoonlijk bezit van ‘common goods’.

Hoe dan?

Voor onze voorouders was er de dreiging om de omstandigheden niet te overleven en die dreiging is er nu opnieuw. Alleen komt deze keer ‘het wassende-water-gevoel’ van álle kanten. Van covid 19 tot je energierekeningen. Van klimaatcrisis tot oorlog. Dat triggert een onderstroom van sluimerende oerkrachten en onbegrepen emotionele ladingen. We zien de samenleving verharden. Veel mensen geven ook blijk van een gevoel van innerlijke druk: “er móét nu echt iets gebeuren!” Maar wat…?

Daar komt nog eens bij dat ‘het grote verhaal van nu’ opmerkelijk genoeg is dat we geen grote verhalen meer hebben om ons aan te oriënteren. Het enige houvast dat we dan nog lijken te hebben, dat zijn persoonlijke meningen en die gaan ook werkelijk álle kanten op.

Leven is het praktiseren van verbondenheid, een oefening in liefhebben.
We kunnen het leven niet begrijpen als we de liefde niet begrijpen.
Andreas Weber

Herstel en genezing
Ik voel me aangetrokken tot twee stromingen die ik in de samenleving zie ontstaan. De ene is een snel toenemende belangstelling voor regeneratieve landbouw en agro-forestry, oftewel een manier van landbouw die herstellend werkt voor bodem en ecosysteem in plaats van uitputtend.
De andere is de toenemende belangstelling voor trauma en dan met name voor schade op het niveau van identiteit. Wat bedoel je precies wanneer je het woord ‘ik’ uitspreekt? Die vraag leidt tot diep persoonlijk werk waardoor er weer een helder onderscheid ontstaat tussen het eigene en het niet eigene. Voorheen gestolde liefde kan daardoor weer vrij gaan stromen.
Deze twee stromingen hebben in mijn optiek álles met elkaar te maken. We zoeken op beide vlakken naar manieren om met het leven samen te werken én we zijn allemaal zelf ‘het leven’. We zoeken – buiten ons en in ons – de organische oerkrachten en ordeningen van het leven zélf. Haar logica en intelligentie. De ultieme common ground. Beide stromingen werken dan ook met de ragfijne relatie-gevoeligheid van alle levende wezens, die ook ons is aangeboren.

Meen je dat nou?

Misschien kunnen we zo leren om niet langer te blijven verharden en te geloven dat we het moeten hebben van ‘dingen doen’. Misschien hoef je dat ‘dingen doen’ dan ook niet meer hoger te plaatsen en belangrijker te vinden dan je eigen gevoelige ‘zijn’.
Misschien kan je de drang naar impact ontspannen. Want misschien streef je met een strategische, succes georiënteerde, verstandige, planmatige en gecontroleerde manier van leven wel helemaal niet je passie na, maar word je diep van binnen eigenlijk gedreven door de angst dat je bij niemand om je heen op een natuurlijke vorm van solidariteit en wederkerigheid kunt rekenen.

Ja, ik meen het!
Ik ben ervan overtuigd geraakt dat we ‘het nieuwe samen’ kunnen leren. Toegevend aan hoe de natuur zich aan ons opdringt en onze werkelijkheid ongevraagd binnendringt. Toegevend aan dat ze ons toont hoe het is gesteld met onze wérkelijke behoeften, en ons zodoende de weg wijst. Zo zullen we uiteindelijk de deuren en ramen vinden om ons van binnenuit in vertrouwen ook naar haar te kunnen openen.
Het is een bumpy ride. Het vraagt het ontdooien van bevroren collectieve opvattingen, verouderde sociale noties en economische structuren. Het vraagt om pionierswerk en herstel van het denken en handelen in commons. En het vraagt om diep persoonlijk werk, om onszelf weer wezenlijk aan elkaar te durven toevertrouwen. Een weg bewandelend waarlangs we onszelf niet langer uitputten en waarop we er dan ook automatisch mee opgehouden zijn om dat met de ons omringende levensbronnen te doen!

We do not ‘come into’ this world;
we come out of it,
as leaves from a tree.
Alan Wilson Watts

Klik hier voor meer info over Inge Knoope

Ieder lot z’n eigen complot

“Het is alsof ik zojuist mijn voet uit een visnet gehaald heb”, zegt hij

Hij is niet de enige die een geweldige bevrijding voelt, vlak na een confrontatie met zichzelf. En het is nog niet klaar. Hij heeft net – zo zou je kunnen zeggen – zijn eigen complottheorie onder ogen gezien en weet nu wat hem te doen staat. Het visnet staat voor een heel verhaal. Het verhaal van verstrikt geraakte opvattingen over zichzelf en over zijn leven. Een verhaal dat hij heeft gemaakt om de verwarrende dingen die hij meemaakte te kunnen interpreteren en betekenis te geven. Een verklarend verhaal dus, om de logica van allerlei pijnlijke gebeurtenissen rond te krijgen. Hij ontdekte dat dat iets is waar je zelf actief aan mee doet. Daar mag hij de komende tijd afscheid van gaan nemen.

Vraagstelling
Als ik door mijn notitieboekje blader, kom ik de meest uiteenlopende vraagstukken tegen van mensen die komen voor een sessie. Ik raak dan altijd weer ontroerd over hoe kwetsbaar we zijn als mens: waarom kan ik er niet helemaal zijn? Ik zit in een slangenkuil, waarom kan ik mij niet bevrijden? Ik voel me niet gerespecteerd, gezien, bemind; waarom duwt er iets dat lijkt te willen dat ik niet besta? Enzovoort.

Opluchting
Een systemische coaching levert geen ‘quick fix’ maar brengt wel bijna altijd een geweldige opluchting teweeg. Die opluchting komt wanneer je aanvaardt hoe iets feitelijk is. Dat gaat over het accepteren van de realiteit; voorbij aan je eigen theorie. Hoe pijnlijk of indringend dat ook is. Maar het zit altijd anders dan je denkt.
Het blijkt telkens weer dat we tot rust komen in waarheid die steunt in de feitelijke realiteit die je deelt met anderen. Dat geeft een bevrijding van de angst en ontspanning van de wil. Veel leed ontstaat namelijk niet doordat we naar een andere toekomst verlangen maar doordat we niet willen dat het verleden echt gebeurd is. We leggen ons er niet zomaar bij neer. We geven onszelf of een ander bijvoorbeeld de schuld dat het niet anders is gegaan. Maar als je je verzet tegen de feiten ontspan je nooit en moet je er tegelijkertijd altijd wel ergens bang voor zijn dat de onbewuste waarheid doorbreekt.
Wanneer je dat verzet opgeeft, heb je je energie weer beschikbaar voor wat er werkelijk voor je ligt. Wanneer je kunt aanvaarden wat je nou eigenlijk echt voelt, dan is de moeilijkheid daardoor niet weg, maar je bent in een toestand gekomen waarin je een moeilijke situatie tot een goed einde kunt brengen.

Waarheid
Onwaarheid is ook onbetrouwbaarheid. Daarin ligt een belangrijke reden waarom we zo overstuur kunnen raken wanneer we het gevoel hebben dat er door anderen met de waarheid wordt gesjoemeld. Met ‘leugentjes om bestwil’ maskeren we onze ware motieven en wordt de gemeenschappelijke werkelijkheid onduidelijk of zelfs ondoorgrondelijk. Er is zeker een gradueel verschil, toch wordt een relatie door een beetje gesjoemel eigenlijk net zo onbetrouwbaar, als door een volle leugen. En een grotere sociale context wordt van onwaarheden in alle ernst onveilig. Het haalt de bodem overal onder vandaan. Het houdt bovendien de emotionele energie als het ware gevangen.
Ongeacht de gradatie van bewust daderschap hierin. Of het nu gaat om een onbewuste verdediging door een zo gunstig mogelijk maskering van iets, of een doelbewust verbergen van feiten of, nog extremer, een opzettelijk manipulatief verdraaien van de werkelijkheid. In alle gevallen gaat het om een samenhangend geheel van dingen die wel met elkáár kloppen maar niet met de feitelijke realiteit. We spreken dan van een web aan leugens. Een visnet waarin je verstrikt kan raken.

Inhouden of je verzetten?
Het net hoeft dus niet persé opzettelijk van leugens te zijn gemaakt. Ook pogingen om de dingen mooier te laten lijken dan ze zijn of de neiging om pijnlijke waarheden te verzwijgen, werken verwarring in de hand. Zoiets kan je gevoelswereld enorm dempen want ergens klopt er steeds iets niet. Je moet voortdurend ergens aan twijfelen. Je voelt je nooit veilig om vrijuit te zijn wie je bent.
Het kan je er aan de andere kant ook juist toe aanzetten om uit de maskerade los te willen breken, om de leugenachtigheid aan te willen vallen en om ten strijde te trekken voor eerlijke en heldere ‘common ground’. Wat je in beide gevallen nodig hebt is een confrontatie omwille van de werkelijk eerlijke geschiedenis.

Complottheorieën
Maar soms halen mensen juist dán nog meer verwarring uit de kast, om er vermeende leugenachtigheid mee te bestrijden en dat maakt het allemaal alleen nog maar lastiger.
Het enige verschil tussen een persoonlijk argwanend verwijt en een maatschappelijke complottheorie is de schaal waarop het wordt uitgeoefend en beleefd. Voorbeelden van argwanende verwijten kennen we allemaal wanneer we de ander slechte intenties toeschrijven zonder dat we willen weten of kunnen verdragen hoe het wérkelijk zit. De belangrijkste overeenkomst tussen een argwanend verwijt en een complottheorie is dat we een verhaal zelf kloppend maken en vervolgens dat verhaal koesteren bóven de werkelijkheid. Het verhaal heeft interne samenhang maar het is niet op realiteitsgehalte te controleren. Dat het wel met zichzelf klopt, dat geeft je de illusie van een bodem. Dat het je vasthoudt, geeft de illusie van een houvast. Een complottheorie is dan ook precies als een argwanend verwijt: behulpzaam – of misschien zelfs wel noodzakelijk – om een angstig en gedesoriënteerd deel in ons gerust te kunnen stellen. “Zó zit het. Ik weet het zeker!”
Alfred Adler schreef ooit dat de neuroticus de gijzelaar is van zijn eigen fictie. Het is de plek waar iemand zichzelf bewaart om niet aan de wereld stuk te gaan.

Twijfel is een teken van kracht
Dat je ergens verstrikt inzit, is meestal geen bewuste ervaring. En omdat iets misschien alleen een theorie is, en het verhaal nergens aan de werkelijkheid getoetst wordt – of misschien niet eens kán worden – dan móét je eigenlijk de samenhang van jouw visnet wel steeds blijven verzorgen en moet je aan je theorie overtuigingskracht blijven toevoegen. Zo investeer je in je eigen probleem. Het dwingt je ertoe om jezelf schrap te zetten en over te komen als iemand die zeker is van zijn zaak. Dit werkt escalatie in de hand. In feite kom je dan niet voor je verhaal op, maar voor je onderliggende kwetsbare gevoel van onbehagen en weerloosheid die je probeert af te weren. Iemand die ontspannen is en in werkelijke ervaringen steunt, kan zich veel meer twijfel veroorloven.

Escalatie
Aan de andere kant zit een reality check er voor de complotdenker niet in omdat de theorie zich voor diegene juist in elkaar weeft rondom zaken die aan het zicht zijn onttrokken. Behálve de ervaring van het vage gevoel dat er iets niet klopt. De ervaring dat er bijvoorbeeld door zogenaamde ‘betrouwbare’ mensen tegen je gelogen wordt. Het is juist het vage gevoel van wantrouwen en het ontbreken van de mogelijkheid tot een reality check, dat in eerste instantie de argwaan heeft gewekt. En omdat je menselijkerwijs gehoor wilt geven aan die emotie, houd je dan misschien vast aan een semi-assertieve oplossing: “Als de wereld niet klopt zal ik hem kloppend máken.”

Verliezen door je te verdedigen
Er zijn veel mensen die in dit tijdgewricht vóelen dat er iets onveilig is, dat er iets niet klopt, dat de wereld zó sterk aan het veranderen is door krachten die ze niet kunnen thuisbrengen, dat het logisch is dat het vertrouwen gaat wankelen. Zo sterk dat we soms niet meer weten op welke wereld we zijn aangesloten. Of sterker, dat we voelen dat we een wereld moeten aannemen die eigenlijk niet kan bestaan. Wie neigt er dan niét toe om op basis van vermoedens met invullingen, meningen en interpretaties het verhaal kloppend te máken. Al is het maar omdat het eventjes oplucht.
Vervolgens kan het verhaal jou inslikken en kan het verhaal op zijn beurt jou vasthouden. Als dat gebeurt, dan kan dat haast nergens anders in eindigen dan in getouwtrek tussen voor’s en tegens en dus in een escalatie. En je ziet dat gebeuren in individuen, in families, in gemeenschappen, in naties en tussen volkeren en naties onderling.

Realiteit brengt vrede
Over realiteit valt echter niet te twisten. Realiteit is misschien uniek in hoe je die beleeft. Maar het is nog steeds wel dezelfde realiteit als die anderen op hún manier beleven.
Realiteit is wat ons bindt. De betrouwbare plek om te kunnen aanhechten. Onze geschiedenis is altijd gedeelde feitelijkheid want wat gebeurd is, heeft zich immers aan iedereen voltrokken. Het is in het verhaal eróver, waar de onwaarheden zitten.
En zoals het in het klein is, zo is het in het grote. Via de realiteit vinden de mensen die een sessie komen halen de oplossing van het eigen visnet, het eigen verstrikte verhaal rondom de waarheid. Je ontdekt hoe dat ontstaan is. En je ontdekt hoe je de weg terug kan vinden naar zelfvertrouwen en vertrouwen in de ander. En zo kunnen we als samenleving én als wereldbevolking ook de weg terugvinden naar een waarachtig en gezond onderling vertrouwen. In waarheid komt de kracht vrij om indringende uitdagingen met elkaar aan te gaan en om iets op te bouwen dat in stevig onderling verband staat.

Tips voor de moderne mens
Om elkaar te helpen om de weg terug te vinden naar een meer veilige leefwereld raad ik je daarom aan om zo min mogelijk te spreken óver mensen en je te richten op spreken mét mensen, om je eigen observaties heel serieus te nemen, om je te uiten over zaken die je zelf aan den lijve hebt ervaren en doorvoeld en om je met name te bemoeien met zaken waar je vanuit eigen ervaring zelf mee te maken hebt.

…en natuurlijk opstellingen doen! 😊
Opstellingenwerk is fenomenologisch werk: het gaat uit van de directe fysieke ervaring. Hierin gaan we voorbij aan mentale fictie en subjectieve meningen en voelen we de essentie van hoe het leven zich in werkelijkheid voltrekt. Maatschappelijke opstellingen doen hetzelfde maar dan op een andere schaal. Het put informatie uit onze gezamenlijke geschiedenis en verschaft daarmee ‘common ground’ om ons als collectief op te kunnen baseren en om in waarheid te kunnen samenleven.

Met toestemming overgenomen. zie https://www.ikenjijopstellingen.nl/