…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Posts Tagged ‘re-associoati’

De spirituele bypass bypassen: re-associatie als spirituele praktijk

“Het doel van therapie is om de cliënt te helpen om de werkelijkheid te erkennen, te ervaren en te verdragen”
-Bessel Van Der Kolk

“Spiritual Bypassing is het verschijnsel dat spiritualiteit wordt gebruikt om persoonlijke vraagstukken te omzeilen. Zo is het boeddhistische ideaal van onthechting heel aantrekkelijk voor iemand die bang is voor de kwetsbaarheid die het aangaan van persoonlijke relaties met zich mee brengt. Maar het gevaar is dat zo iemand zich onder het motto van onthechting terugtrekt, en in feite zijn persoonlijke vraagstukken niet oplost, maar vermijdt”.   John Welwood

In de psychologie is ‘dissociatie’ een van de vele gemoedstoestanden -van licht onthecht zijn van de directe omgeving- tot zwaardere onthechting aan tal van fysieke en emotionele ervaringen. Het belangrijkste kenmerk van alle dissociatieve verschijnselen houdt een vervreemding in van de werkelijkheid. In het tijdperk van de smartphone, Facebook, Twitter en de kijkverslaving aan bijvoorbeeld Netflix, is ​​dissociatie misschien wel het meest  bepalende kenmerk van de huidige maatschappij.

Als ik rondkijk in de coffeeshop waarin ik dit schrijf, valt me ​​op dat ik de enige ben die rondkijkt. Alle anderen in deze bruisende uitspanning in de wijk Capitol Hill in Seattle hebben hun neus in een laptop of smartphone gestoken. Ik bedenk dan dat de mensheid nooit eerder zo ver verwijderd was van zijn directe omgeving. En dat nog niet zo lang geleden in onze geschiedenis te veel dissociatie tot een ‘doodvonnis’ zou leiden: afgeleid zijn van onze omgeving zou betekenen dat we het subtiele klikken van een takje, of de beweging van een schaduw, niet meer zouden opmerken. Een sabeltandtijger zou ons zonder dat we ons konden verzetten bespringen … Nu we al onze natuurlijke roofdieren hebben gedood, of ze in dierentuinen hebben opgesloten, kunnen we het leven ​​afstandelijke leven en in een neurotische staat.

Dissociatie gaat niet alleen over het afgesneden zijn van onze directe omgeving, maar ook over het afgesloten zijn van onszelf. Een cliënte met wie ik werkte, een zeer succesvolle academica, had een geschiedenis van seksueel misbruik en was ernstig somatisch gedissocieerd, wat betekent dat ze heel weinig contact had met haar lichaam, gevoel en sensualiteit. Een andere cliënt, een manager met narcistische neigingen, had een tiran als vader en was gedissocieerd van elk gevoel van emotionele kwetsbaarheid, en was daardoor afgesneden van het vermogen om echte zinvolle menselijke relaties aan te gaan. Een cliënt distantieerde zich van zijn persoonlijke macht en autoriteit, waarschijnlijk door zijn metaforisch gecastreerde vader na te bootsen, en ondervond daardoor trauma na trauma van gepest en vernederd worden door autoriteiten, bazen en romantische partners.

Een van de grote ontwikkelingen in de hedendaagse neuro-wetenschap is dat we nu de fysiologie van dissociatie kennen. Stephen Porges, hoogleraar psychiatrie aan de Universiteit van Illinois, boekte successen op het gebied  van traumagenezing, met contemplatieve psychologie, en met gebruikmaking van de Polyvagale Theorie.  De Polyvagale-theorie  stelt o.a. dat dissociatie in feite een manifestatie is van een ‘bevriezings-respons’, iets dat alle dieren doen, inclusief het menselijke dier, als er sprake is van overweldigende stress. Als vechten en vluchten niet werken, komt het dorsale deel van de nervus vagus in actie, (een deel van het parasympathisch zenuwstelsel), en brengt het organisme in een bevriezing/shutdown reactie. (Vertaler: Een dorsaal lichaamsonderdeel ligt aan de rugzijde, de achterkant van het lichaam, als het lichaam zich in standaard anatomische houding bevindt. De tegenovergestelde ligging is ventraal). Dit is een toestand die wordt gekenmerkt door uitschakeling, instandhouding, immobiliteit en dissociatie. De gazelle die voor de cheeta vlucht, komt in deze bevriezing als hij de race heeft verloren. Dit dient vele biologische overlevingsfuncties, waaronder een drastische verlaging van de hartfrequentie die bloedverlies voorkomt. Zo bootst het dier de dood na, zodat het roofdier mogelijk geen interesse meer heeft als hij geen aaseter is. Dit mechanisme brengt een zekere verdovingskwaliteit met zich mee, wat betekent dat de gazelle niet pijn voelt als hij levend wordt opgegeten. Dr. David Livingstone, de Schotse ontdekkingsreiziger, tekende zijn eigen ervaringen met de bevriezingsreactie op die veroorzaakt werd door zijn ontmoeting met een leeuw op de vlaktes van Afrika.

“Ik hoorde een kreet. Ik schrok, en toen ik omkeek zag ik een leeuw die van plan was om op me te springen. We waren op een heuveltje; hij greep mijn schouder terwijl hij sprong, en we vielen allebei naar beneden. Hij gromde vreselijk, dicht bij mijn oor, en hij schudde me heen en weer zoals een terriër die een rat bijt. De schok veroorzaakte een stupor die lijkt op wat een muis doormaakt na de eerste schrik die de kat aanricht. Het veroorzaakte een soort dromerigheid waarin er geen gevoel van pijn was, noch een gevoel van angst. Hoewel ik me heel goed bewust was van alles wat er gebeurde. Het was als wat patiënten die gedeeltelijk onder invloed van chloroform zijn beschrijven, ze kunnen alle operaties zien, maar niet het mes voelen. Deze unieke toestand was niet het resultaat van een mentaal proces. De schok liet de angst verdwijnen en liet geen afgrijzen toe over het wilde dier. Deze eigenaardige toestand wordt waarschijnlijk geproduceerd in alle dieren die gedood worden door een vleeseter. Als dat inderdaad zo is, is het een genadige voorziening door onze goedgunstige Schepper voor het verminderen van de pijn van de dood.”

Je hoeft niet door een leeuw te worden verscheurd om een ​​bevriezings/dissociatieve reactie op te roepen. De hedendaagse triggers van deze bevriezingsreactie kunnen net zo makkelijk opgewekt worden door emotioneel niet op elkaar afgestemde zorgverleners, of door agressie in de vorm van systemisch racisme en seksisme, informatie-overload en overwerk. De westerse psychologie heeft van oudsher alle vormen van dissociatie gepathologiseerd, en dat is te begrijpen. Ontkoppeling van de werkelijkheid is een belangrijke oorzaak van persoonlijk en wereldwijd lijden. Je ziet de verwoestende gevolgen van dissociatie in het ‘post truth’ klimaat in de VS.  Wetenschappelijke feiten tellen niet mee als het om trauma-opwekkende beeldvorming gaat en een man met een geestesziekte 61 miljoen stemmen kan krijgen en leider van de vrije wereld kan worden. Wat de westerse psychologie vaak mist, zijn de potentiële genezende en bevrijdende kwaliteiten van de dissociatie/bevriezingsreactie. Deze genezende en bevrijdende kwaliteiten zijn bekend, gedocumenteerd en in kaart gebracht in de oude wijsheidstradities van het Oosten, waaronder yoga, tantra, boeddhisme en taoïsme, de mystieke takken van de islam (soefisme), het jodendom (kabbala), en het christendom.

Joseph Campbell, de beroemde professor en mytholoog, ontdekte dat overal in de wereld inheemse culturen al een manier hadden ontwikkeld om in ongewone geestestoestanden te geraken door het gewijde gebruik van psychoactieve planten, dans, drummen, ritueel, of extreme inspanning. In feite was een van de diagnoses voor psychische aandoeningen in de inheemse culturen die Campbell bestudeerde het onvermogen om dissociatieve staten binnen te gaan. Met andere woorden, als je jezelf niet in een extatische staat zou kunnen dansen, en met de goden zou kunnen praten, werd je als een psychische mislukkeling beschouwd, die serieuze hulp nodig had.

De belangrijkste variabele is hoe men de dissociatieve staat binnengaat. In de meer traditionele culturen gaat dat met de steun van de gemeenschap of stam, in een staat van eerbied en respect, met de wijsheid van de ouderlingen die de ervaring begeleiden, en vanuit een relatief gevoel van veiligheid. In het geval van een trauma of chronische stress kom je in de dissociatieve staten met een diep gevoel van angst en gevaar. Er is een enorm verschil tussen een gestreste overwerkte persoon die met koud zweet zijn ingewanden uitkotst tijdens een Ayahuasca ceremonie en dan de vergankelijkheid van het hele bestaan beseft, en iemand die een maand lang stil zit in meditatie onder de leiding van goede leraren, en met een gereguleerd zenuwstelsel zich opent voor dezelfde waarheid. In het laatste voorbeeld wordt de waarheid gemetaboliseerd en geïntegreerd en wordt het een bron van welzijn, gemak en vrijheid. In het voorafgaande voorbeeld is het een traumatiserende en verpletterende ervaring.

Tegen de tijd dat ik mijn weg vond naar mijn eerste 10-daagse stille boeddhistische meditatieretraite in mijn vroege 20-er jaren, was ik al een professionele dissociator. Ik heb van jongs af aan geleerd om te dissociëren, en ik had veel om me van af te scheiden. Mijn thuisomgeving was zowel emotioneel als fysiek onbehagelijk. Ik werd opgevoed door een alleenstaande moeder. Ik was een emotioneel gevoelig kind en woonde in een hyper macho arbeidersvoorstad. Mijn opleiding bestond uit de geestdodende aanvoer van feiten op school en blinde onderwerping aan autoriteit. Ik verloor me in mijmeringen en dagdromen over mijn echte ouders die kwamen om me te redden; verder fantasy, JRR Tolkien, en Isaac Asimov, stripboeken en televisie. Toen ik mijn tienerjaren bereikte, ontdekte ik de wonderen van chemisch veroorzaakte dissociatie in de vorm van marihuana, LSD, psilocybine en MDMA. Deze chemicaliën riepen bewustzijnsstaten op waar ik naar verlangde, maar nooit had gevonden in de gewone realiteit. Staten van gelukzaligheid, gevoelens van eenheid en verbinding; het voelde alsof ik de mysteries van de kosmos aan het aftasten was. Maar dan werd ik weer nuchter en kwam ik terug in die verdomde buitenwijken. In de woorden van Keith Richards, lange tijd zwaar heroïneverslaafd: (heroïne is misschien de heersende kampioen op het gebied van chemisch opgewekte dissociatie). “Wat kunnen we toch vreemde omwegen bewandelen om een paar uur niet onszelf te zijn.”

In de traditie van boeddhistische meditatie, mijn eerste meditatietraining, begonnen we met het cultiveren van een staat van Samadhi door middel van het oefenen van Shamatha concentratie. Samadhi beoefening is een van de vele manieren waarop je in de boeddhistische traditie in dissociatieve staten terecht kunt komen. Het is belangrijk dat dit wordt gezien als slechts een voorbereidende fase, en niet als het einde of het doel van meditatie. Het idee is dat tegen de tijd dat mensen meditatie gaan beoefenen het leven hen voldoende heeft geteisterd, zodat hun geest en zenuwstelsel een beetje vakantie nodig hebben. Als iemand er talent voor heeft, kan men concentratie-meditatie beoefenen en diepgaande staten van vrede, gelukzaligheid en eenheid bereiken, die de psychedelische stoffen die vaak worden aangeboden ruim overtreffen. Je leert hoe je op een gezonde manier dissocieert, zonder het gebruik van verslavende chemicaliën. Dit wordt gezien als een voorloper van het echte werk van boeddhistische meditatie: diep en onverzettelijk kijken naar de aard van de realiteit. Met andere woorden, een radicale re-associatie met de schoonheid en de verschrikkingen die deel uitmaken van het menselijk bestaan. Het is interessant dat dit overeenkomt met de aanpak van Somatic Experiencing/Organic Intelligence (Engelstalige sites), om ervaringen te stabiliseren voordat men traumatische inhouden aangaat.

Toen ik begin en midden twintig was was ik er echter niet zo in geïnteresseerd om diep naar de aard van de werkelijkheid te kijken. Ik was er vooral in geïnteresseerd om eraan te ontsnappen, wat de gewoonte was van mijn verslaafde brein. Een tijd lang woonde ik in een busje in de straten van Seattle om geld te sparen om twee of drie maanden durende stille meditatie-retraites te kunnen volgen. Ik had een natuurlijk talent voor concentratiemeditatie, en bij retraites placht ik me weken lang achter elkaar onder te dompelen in diepe toestanden van Samadhi (jana). Als Samadhi krachtig is, verdwijnen de constant opdoemende gedachten die ons zo verraderlijk bombarderen. Dat geldt ook voor emoties en sympathieën/antipathieën, en zelfs voor iemands eigen persoonlijkheid. Wat overblijft zijn diepe gevoelens van vrede, plezier, het gevoel te drijven in een aangename zee van melk en honing. Om het anders te zeggen, ik nam een lange vakantie van Brent. Keith Richards zou maar een paar uur van zijn heroïne kunnen genieten, ik heb mijn Samadhi weken achter elkaar. Dit was voor mij een bron van grote trots. De teleurstelling kwam tijdens de weg terug, als ik gestopt was met het reciteren van mijn mantra en me niet meer concentreerde op mijn adem of visualisatie. Dan keerde mijn persoonlijkheid terug, in al zijn gehavende en neurotische pracht. Ik werd weer nuchter van mijn zogenaamde Samadhi-fix, en moest constateren dat er weer een harde realiteit was. De Samadhi-beoefening bracht me veel voor mijn begrip van de aard van dissociatie, hoe mijn persoonlijkheid zichzelf construeert, en hoe vrede buiten het materiële bestaan te vinden is. Het deed echter heel weinig voor het verbeteren van mijn vermogen om in het materiële bestaan te zijn, om op tijd te zijn, of om lief te hebben, en om op een gezonde manier te leven en te werken.

Ik was een klassiek geval van de ‘spirituele bypass’. Spirituele bypassing, een term die voor het eerst werd gebruikt door psycholoog John Welwood in 1984, is het gebruik van spirituele oefeningen en overtuigingen om te voorkomen dat we te maken krijgen met onze pijnlijke gevoelens, ongenezen wonden en ontwikkelingsbehoeften. Andere termen voor ditzelfde patroon zijn spirituele trots, spiritueel narcisme of spiritueel materialisme. Spirituele bypass beschermt ons tegen de waarheid. Terwijl de westerse psychologie alle dissociatie pathologiseert, slaat de spirituele bypass te ver naar de andere kant door, door het tot fetish te maken van dissociatieve staten.

De spirituele bypass is in deze tijd van de geschiedenis bijzonder gevaarlijk. Niet noodzakelijkerwijs voor de mensen die ermee bezig zijn, maar omdat dit patroon vaak leidt tot nonchalance. Het is een enorme wantoestand dat een geestelijk zieke tiran nu de leider is van de vrije wereld. En als de spirituele bypass de show leidt, kan die realiteit gemakkelijk worden vermeden door terug te gaan naar een Samadhi-fix of Ayahuasca-reis. Spiritual bypassing is bijzonder verraderlijk en misselijkmakend als dat door machtige mensen wordt uitgevoerd. Een ivoren toren van spirituele hoogmoed is een geconstrueerd bastion van blanke geprivilegieerden dat leidt tot een gebrek aan empathie en hulp aan de minder bedeelden.

Het gevaar van spiritual bypass in de tijd van Trump komt tot uitdrukking in de kritiek van Noam Chomsky op antidepressiva en angststillers: “Ze maken een situatie die ondraaglijk is draaglijk”. Het verdoven van de pijn door geneesmiddelen, het hoge sferen oproepen in meditatie, en het zweven door de kosmos tijdens een ayahuasca ceremonie, hebben zeker hun betekenis. Het gevaar bestaat echter dat de woede en ongerustheid die het gevolg zijn van onrecht, worden omzeild in plaats van gekanaliseerd naar effectieve actie en sociale verandering.

Toen ik eind twintig was, begon ik de beperkingen te zien van het spiritueel omzeilen, voornamelijk door een reeks mislukte romantische relaties en werk. Ik was ook gezegend met goede meditatieleraren die zagen wat ik aan het doen was. Ik begon mijn meditatiepraktijk radicaal te veranderen van concentratie naar open keuzevrij bewustzijn, wat inhoudt dat ik geen aandacht hoef te schenken aan één object zoals de ademhaling of een mantra, met uitsluiting van andere beelden. Ik liet heel het leven binnen stromen, inclusief mijn neurotische gedachten, mijn innerlijke criticus, onverwerkte emoties en wat dan ook. Op meditatieretraites ging ik in plaats van te mediteren op gelukzaligheid, mediteren op het rommelige fenomeen Brent. Ik begon meer nadruk te leggen op de non-duale leer van het boeddhisme, weg van de hele idee van het spirituele bejaardentehuis, (waar ik op zekere dag op magische wijze in een grote bewustzijnsstaat zou geraken en daar  vervolgens in zou verblijven). Ik liet me inspireren door zenboeddhistische verhalen over de Bodhisattva Monjusri, een mythologische figuur die een menselijke vorm zou aannemen en kroegen zou binnengaan om daar dronkaards het dharma te leren. Hij zou zich bezighouden met het onderwijzen van daklozen, de bordelen ingaan en de prostituees onderwijzen over hoe op te gaan in dharma. Voor mij vertegenwoordigde dit de verschuiving van mijn spirituele beoefening van transcendentie naar belichaming (re-associatie). Ik begon in te zien dat mijn rommelige wonden geen obstakels waren die ik zou moeten overwinnen, maar dat ze het perfecte oefenterrein vormden voor het ontwaken en begrijpen van mededogen. Terwijl spiritual bypassing wordt bepaald door transcendentie, wordt spirituele re-associatie bereikt door de bereidheid om steeds weer alert te zijn als het gaat over de rommeligheid en mijn kwetsbaarheid, en het onvermijdelijke hartzeer van het leven.

In de wereld van Somatic Experiencing/Organic Intelligence gebruiken we de uitdrukking ‘terugkomen van de bevriezing’ om de reis van dissociatie naar re-associatie te beschrijven. Bescheidenheid is het beste woord dat ik ken om mijn eigen reis door de dissociatie te beschrijven. Interessant genoeg heeft het Engelse woord ‘humbling’ de Latijnse wortel ‘humus’ dat ‘van de aarde’ betekent. Bevriezing en dissociatie zijn van de lucht. Tegenwoordig ben ik veel meer geïnteresseerd in de rommelige, rafelige mens. Re-associatie heeft de zeer bescheiden kwaliteit om de details van iemands leven veel belangrijker te maken, omdat men er daadwerkelijk voor ter beschikking staat. Bij mij heeft dit geleid tot het beëindigen van een huwelijk, het verlaten van mijn huis, het veranderen van mijn carrière, en van veel andere zaken in mijn leven. Soortgelijke verschuivingen vinden plaats bij collega’s, vrienden en mede-pelgrims op deze reis van belichaamde spiritualiteit. Dit pad is niet voor bangeriken, maar de aarde heeft wanhopig mensen nodig die werkelijk en aanwezig  op haar staan.

“Moge God mijn hart zo volledig openbreken dat de hele wereld erin valt.
-Moeder Theresa

Brent Morton

vertaling: Hansjelle Dijkstra

bron