…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Posts Tagged ‘Zen’

Levend in het Ongeborene

Levend in het OngeboreneTeisho’s uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi tijdens de Izen Intensive 2018 in Eerbeek. De…Mar 5 2019juwelenschip.nl

Teisho’s uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi tijdens de Izen Intensive 2018 in Eerbeek. Deel 5

Ongeborene. Doodloze. Eeuwige. Tathagata. Zo gekomen, zo gegaan.

Hoe is het om Boeddha te zijn? Er is een koan over Bodhidharma, de stichter van zen in China. Van hem wordt verteld dat hij 9 jaar voor een muur van het klooster te Shaolin heeft gezeten. De vraag is, wat was zijn verlichting? Was hij gesloopt? Had hij pijnlijke knieën?  – Ja.

Valt het mee om een Boeddha te zijn? De dag na mijn transmissie was ik de luier van mijn jongste zoon aan het verschonen, vroeg in de ochtend. En ik dacht: is dit het nou? Ik ging naar mijn leraar Genpo en vroeg: ‘Roshi, er is dan niets veranderd?’ ‘Nee’, zei hij. ‘Maar het is ook niet hetzelfde.’

Levend in het Ongeborene, ondergedompeld in het Ongeborene. Het geluid van een kraai, ‘Kraa!’ Het geluid van een poes,’ Miauw’. Gedachten komen op, gedachten gaan, emoties evenzo. Verlangen. Niets wordt er aangeroerd. Het kan stormen en toch is er enkel het geluid van de wind: ‘Shhhhs.’ Volstrekt onbewogen. Maar levend in het Ongeborene van nature, kan er best in situaties een plaatje overheen komen. Een pop-up. En je geeft er een woord aan, of een betekenis, een herinnering, een emotie, een besluit en een handeling. Je komt iemand tegen. Levend in het Ongeborene kom je niemand tegen. Maar in de ontmoeting schuift er een plaatje voor, het is die en die, die ken ik of die ken ik niet. Die zal dit of dat van me willen.

Als dat beeld op komt, dan leggen we daarmee de situatie vast. Dan gaat de persoon, precies zoals die is, schuil achter jouw plaatje. Dat is een ding, maar aan het plaatje, aan die persoon worden meer en meer gedachten gekoppeld. Oordelen, ervaringen worden erbij gehaald en de werkelijkheid raakt meer en meer vertekend. Dat heet illusie. Als dat plaatje werkelijkheidswaarde krijgt, dan bevinden we ons in een illusie.

Bankei (pag 56) zegt:

‘As the Buddha Mind illuminates such things as done and experience with the past can not fail to be reflected.’

Dingen die je hebt ervaren, worden gereflecteerd op de situaties en personen in het Ongeborene.

‘If you fix on to those images you are unwittingly creating, the thoughts do not already exist to the place where those …, they are caused by your past experiences and occur when the things you have seen and heard …’

Je projecteert je ervaringen van weleer op de situaties nu. Geen van die ideeën is aanwezig in de situatie precies zoals die is.

‘But thoughts originally have no real substance. So if they are reflected you should ljust let them reflect. And let them arise when they arise. Don’t have any thought to stop them. Don’t pay any attention tot hem. Leave them alone. And since there are no illusions don’t pay attention to the images, while the images may reflect in the mind.’

‘The reason people misunderstand the difference between thoughts and delusions is that everyone imagines thoughts all exist at the bottom and arise from there; but originally there’s no actual substance at the ‘bottom’ from which thoughts arise. Instead, you retain the things you see and hear, and from time to time, in response to circumstances, the impressions created by these experiences are reflected back to you in precise detail. So when they’re reflected, just let them be, and refrain from attaching to them. Even if evil thoughts come up, just let them come up, don’t involve yourself with them, and they can’t help but stop. Isn’t this just the same as if they didn’t arise? That way, there won’t be any evil thoughts for you to drive out forcefully, or any remorse about having had them.’

Wat zegt Bankei?

In deze koker die hier zit, drukt zich de werkelijkheid uit precies zoals die is. Hoe? Door wat ik zie, voel, hoor, denk, wilsaffecten, en ook gedachten. Alles tezamen bepaalt hoe de wereld op dat moment wordt ervaren. Maar op het  moment dat ik iets ga doen met mijn emoties, mijn gedachten waardoor die niet meer vrijelijk de expressie zijn van de werkelijkheid zoals die is, kom ik in problemen. In bevangenheid verlies je het contact met de werkelijkheid, je komt in een trip. Op het moment dat ik in mijn eigen groef zit, begin ik de werkelijkheid steeds verder uit het oog te verliezen. Als ik daaruit kan komen functioneer ik in openheid. We zien en horen mensen vaak niet. Het is vechten tegen de bierkaai. Als ik mensen echt ga zien en horen, kan er iets gebeuren wat ‘wijs handelen’ heet. Het gaat erom steeds weer contact te maken met de situatie zoals die is. En de situatie zoals die is, is precies wat je hoort, ziet etc. het vrije functioneren van je vrije systeem. Maar niet om delen van dat systeem te willen controleren, vast te zetten en er een hokje van te maken en dat als werkelijkheid te presenteren. Dat zijn dingen die ik zelf doe. Als ik dat minder kan doen, er minder energie in steek, dan heb ik kans dat ik de realiteit zoals die is kan ervaren.

We komen ergens binnen en er ontstaat een plaatje van degenen die er zijn. Dat heeft te maken met hoe ik vanuit verleden allerlei zaken oproep en vastzet. In elke situatie die we binnenstappen zijn we in feite zelf de schepper van de situatie. Hoe ik de zaak inkleur is allemaal op mijn conto te schrijven. Het gaat hier om je eigen bevrijding, de bevrijding van jezelf, je bevrijdt jezelf van jezelf.

Het Ongeborene, daar hoeven we niet aan te werken. Dat werkt met ons en dat moeten we vooral zo laten. Waar we wel aan kunnen werken, dat zijn onze vastgeroeste patronen en groeven, door ze iets te masseren. Dat gebeurt in meditatie, daar lost de soliditeit, het vaste, op. Daar hebben we aan te werken. (Wordt vervolgd.)

De nieuwe Zen Cirkel in Utrecht begint op maandagavond 11 maart 2019. Informatie en opgave via https://izen.nl/zen-meditatie/

De Meester raakt uit zicht

Teisho’s uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi tijdens de Izen Intensive 2018 in Eerbeek. Deel 4

In een situatie, bij een ontmoeting is er allereerst het aldus gegevene, de situatie waarmee we volledig samenvallen en pas dan komt het onderscheid en de gedachte erover. De concepten komen later. We onderscheiden wel degelijk, een koe van paard en koffie van thee. Wat luistert er op het moment dat een kraai ‘kraa!’ roept. We proberen in woorden iets uit te drukken wat niet uit te drukken is. Woorden cirkelen ergens om heen. We luisteren door middel van het Ongeborene. Het is er altijd. Waar komt het vandaan? Geen idee. Waar gaat het heen? Geen idee. Het functioneert vrijelijk. Totaal ongebonden. Boeddha is het symbool voor waken, de Sanskriet wortel is budh, ‘waken’. Wie is de wakkere? We zijn allemaal Boeddha’s. allemaal ongeboren. Het Ongeborene zit heel dichtbij. Elk geluid, elke gedachte, elke beweging, alles vindt plaats in het Ongeborene. Dat is concreet wat er gaande is. Nu. En nu. Jullie maken gebruik van de immanente wijsheid van het Ongeborene, jullie kunnen een kraai van een spreeuw onderscheiden.

Een belangrijke zin is: ‘Even if it’s only one sermon, the person who realizes this Buddha Mind that everyone intrinsically possesses, is a living tathagata from that moment on!’

Als iemand voor zichzelf bevestigt dat deze ongeboren, verlichtende wijsheid de Boeddhageest is, dan wordt hij op dat moment de levende tathagatha, ‘de gemanifesteerde Boeddha’.

Dat we allemaal Boeddha’s zijn is inmiddels vastgesteld, maar als je het voor jezelf kunt bekrachtigen, ‘Ja zo is het, al mijn handelingen zijn bijzondere Boeddhahandelingen’, als je dat kunt bekrachtigen, dan ben je een tathagatha. Daarvoor ben je een Boeddha, maar je bent er nog niet helemaal zeker van. Dat is het grote belang van bekrachtiging, voor jezelf op een zeker moment daadwerkelijk vaststellen dat het zo is. Dan is alles wat we doen de Ongeborene.

Nu komt een interessante wending. Alles is Boeddhawerkzaamheid, maar de zaak kan ook vertroebeld raken. Dichtbij deze bron ben je in volkomen rust, zelfs in een storm. Dat is leven in het Ongeborene. Maar dan… Dan loop je levend in het Ongeborene, je loopt in volmaakte rust, je kunt koffie van thee onderscheiden, je beent de koffiezaal in, schenkt in volkomen sereniteit een mok in uit de koffiekan, neemt een slok en stelt vast: dit proeft niet als koffie! Er ontstaat onrust… Ik drink ’s ochtends altijd koffie! Ik heb betaald voor deze retraite, hoe kan ik functioneren als ik geen koffie heb. Wie is daar de schuld van? Hoe kan mij dit overkomen? Enz. De Meester is uit zicht.

Wat er nu gebeurt is: er is gewaarzijn van iets. Ik ben mij gewaar van wel of geen koffie. Er is een splitsing ontstaan in het Ongeborene. We moeten een splitsing kunnen maken, dat is belangrijk. Je moet dualistisch functioneren wil je het overleven. Als we in het Ongeborene blijven, gebeurt er niets. Je gaat niet en komt niet. Je blijft waar je bent. Je moet kunnen onderscheiden, besluiten nemen, etc. Bewustwording leidt tot splitsing. Als we dat vervolgens hard maken en daarop door gaan, dan belanden we in de illusie dat het ‘’ik’’ alles doet. Dan dwalen we af van het oorspronkelijke in rust zijnde Ongeborene. Elke dag komt dat koffiemoment. Van het rusten in openheid maken we een split en wordt het ‘ik’ een magneet waaraan alles blijft kleven. Vervolgens wordt alles naar buiten geprojecteerd. Bankei schrijft daar over:

‘The fact is, you want to get angry, so you’re getting yourself mad. If you hadn’t the least bad thought to begin with, no matter how much others provoked you, you surely wouldn’t get angry. But if, in you, feelings of anger and annoyance have already been formed, then, even though [the other people] don’t set out deliberately to say things to make you mad, you get carried away by the force of your own self-centeredness, lose your temper and insist, ‘I don’t say anything that’s untrue or improper!”

‘Your thoughts create the karma of the Three Evil Realms, while your demonic mind torments you. This is the fiery of self and self-created karma. One day, the Master addressed the assembly: All delusions, without exception, are created as a result of selfcenteredness.’

‘When you’re free from self-centeredness, delusions won’t be produced. For example, suppose your neighbors are having a quarrel: if you’re not personally involved, you just hear what’s going on and don’t get angry.’

‘Not only do you not get angry, but you can plainly tell the rights and wrongs of the case—it’s clear to you as you listen who’s right and who’s wrong. But let it be something that concerns you personally, and you find yourself getting involved with what the other party [says or does], attaching to it and obscuring the marvelously illuminating [function of the Buddha Mind]. Before, you could clearly tell wrong from right; but now, led by self-centeredness, you insist that your own idea of what’s right is right, whether it is or not. Becoming angry, you thoughtlessly switch your Buddha Mind for a fighting demon, and everyone takes to arguing bitterly with each other.’

‘Because the Buddha Mind is marvelously illuminating, the traces of everything you’ve done are [spontaneously]  reflected. It’s when you attach to these reflected traces that you produce delusion. Thoughts don’t actually exist in the place where the traces are reflected, and then arise. We retain the things we saw and heard in the past, and when these come up, they appear as traces and are reflected. Originally, thoughts have no real substance. So if they’re reflected, just let them be reflected; if they arise, just let them arise; if they stop, just let them stop. As long as you’re not attaching to these reflected traces, delusions won’t be produced. So long as you’re not attaching to them, you won’t be deluded, and then, no matter how many traces are reflected, it will be just as if they weren’t reflected at all. Even if a hundred, or a thousand thoughts spring up, it will be just the same as if they never arose. It won’t be any problem for you—no thoughts to ‘clear away,’ no thoughts to ‘cut off.’ So understand this well!’

Het besef van het Ongeborene raken we maar al te gemakkelijk kwijt. Je bijt je vast in iets buiten je, misschien win je en haal je je gelijk naar jouw gevoel, maar waar gaat het uiteindelijk om? Het is er wel, maar je realiseert het je niet meer. Het besef is weg, je bent verblind. Bankei legt dit heel concreet uit. Dit is wat we met onwetendheid bedoelen in het boeddhisme. Het enige wat we zien is onze eigen strijd, ons streven, onze partijdigheid.

Het ego kun je een pop-up venster noemen.  Hoe krijg je je eigen pop-up venster weg? Meester, hoe krijg ik dat venster weg? Hoe kom je terug in je Ongeboren geest. Via je je lichaam bijvoorbeeld. Je ademhaling. Je onderbuik. Je gevoel. Je zintuigen. Kijk, wat zie je nu? Voel wat voel je nu?

‘The moment you do turn into something else, you become an ignorant, deluded person. All illusions work the same way. By getting upset favoring yourself you turn your buddhamind into a fighting spirit and fall into a deluded existence of your own making. So what ever anyone else may do or say, whatever happens, leave things as they are, don’t worry yourself over that, don’t side with yourself, just stay as you are, right in the Buddhamind. Do not change it into anything else. If you do that illusions don’t occur and your are living in the Unborn mind, you are living, breathing firmly established Buddha. Don’t you see? You have a calculable treasure right at hand.’ (Wordt vervolgd)

De nieuwe Zen Cirkel in Utrecht begint op maandagavond 11 maart 2019. Informatie en opgave via https://izen.nl/zen-meditatie/

Maurice Knegtel is op zondag 24 februari te zien in de NCRV / KRO documentaire ‘Zie mij’ van regiseur George Schouten, over de betekenis van selfies. Voor een voorbeschouwing, klik https://bodhitv.nl/2019/01/31/kijk-mij-het-fenomeen-selfie-onder-de-loep/

Iedereen is verlicht

Teisho’s uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi tijdens de Izen Intensive 2018 in Eerbeek. Deel 3

 

‘Geen enkel persoon in dit gezelschap is niet verlicht. Hier en nu zitten jullie allemaal voor mij als Ontwaakten.’ Dat zegt Bankei.

Nu ga ik jullie, als Ontwaakten, als Boeddha’s, vragen stellen. Ga eens als een Boeddha zitten, rechtop, met kracht in je onderbuik.

Meester! Ja.

Is elke meester daar ook echt? Meester ben je daar? Jaa!

Niet echt overtuigend. Meester, ben je daar? Jaaa!!

Ben je wakker? Jaa!

Mooi. Waar ben je? Hier!!

Meester, wat is dat wat deze woorden hoort?

Meester, als een vogel tjilpt wat hoor je dan? Tjilp, tjilp

Meester, als de kraai kraait, wat hoor je dan?  Kraa, kraa.

En waar komt dat ‘kraa’ vandaan?

Als het brandalarm ‘wehweh’ gaat, waar komt het vandaan? Niet uit kamer 6 of 7.

Waar gaat het ‘wehweh’ heen? Het gaat nergens heen. Het ‘is’.

Meester, wat is het dat deze woorden hoort? Wat is het dat spreekt? ‘Ik’

Ho, ho, wie zei daar ‘ik’? Wat is het dat spreekt? Wat is het dat gedachten heeft? Wat is het dat ademt? Meester, waar kom je vandaan? Nergens, overal.

Ga er nu eens zitten als een Boeddha. Waarom lijken jouw handen op die van de Boeddha?

Laat ze eens zien! Kijk, dat zijn de handen van de Boeddha.

Ben je er nog, Meester? Ben je er altijd?

Wat is het gelaat van de Boeddha? Laat het eens zien! Ja, dit is een lastige. Kun je mij de rug van de Boeddha laten zien? Ok! Is iemand het daar niet mee eens? Nu een tricky vraag: kun je mij Boeddha’s wonderlijke werkzaamheid laten zien? Geneer je niet. Toon het aan de wereld.

Iemand fluit, een ander zwaait.

Wat is datgene dat handelt? Alles, elk knipperen van het oog, elk gesnotter, elke opmerking, dat is Boeddha’s wonderlijke werkzaamheid. Is het niet heel gewoon? Elke handeling, hoe minimaal ook, is de hoogst persoonlijke expressie van jou, Meester. Alles wonderlijke werkzaamheid.

Pagina 40 van The Unborn. ‘The Master addressed the assembly: “Among all you people here today there’s not a single one who’s an unenlightened being. Everyone here is a buddha. So listen carefully! What you all have from your parents innately is the Unborn Buddha Mind alone. There’s nothing else you have innately. This Buddha Mind you have from your parents innately is truly unborn and marvelously illuminating.’

‘That which is unborn is the Buddha Mind; the Buddha Mind is unborn and marvelously illuminating, and, what’s more, with this Unborn, everything is perfectly managed. The actual proof of this Unborn which perfectly manages [everything] is that, as you’re all turned this way listening to me talk, if out back there’s the cawing of crows, the chirping of sparrows or the rustling of the wind, even though you’re not deliberately trying to hear each of these sounds, you recognize and distinguish each one. The voices of the crows and sparrows, the rustling of the wind – you hear them without making any mistake about them, and that’s what’s called hearing with the Unborn. In this way, all things are perfectly managed with the  unborn. This is the actual proof of the Unborn. Conclusively realize that what’s unborn and marvelously illuminating is truly the Buddha Mind, straightaway abiding in the Unborn Buddha.’

‘Mind just as it is, and you’re a living tathagata from today forever after. Since, when you realize conclusively, you abide like this in the Buddha Mind from today on. My school is called the School of Buddha Mind.’

Wat bedoelt hij daarmee? Als een kraai kraait, wat is er dan? Kraa, kraa! Geen kraai, geen geluid, het is precies wat er is op dat moment. Kraa! Volmaakt opgelost.

‘Well, then, while you’re all turned this way listening to me talk, you don’t mistake the chirp of a sparrow out back for the caw of a crow, the sound of a gong for that of a drum, a man’s voice for a woman’s, an adult’s voice for a child’s—you clearly recognize and distinguish each sound you hear without making any mistake. That’s the marvelously illuminating dynamic function. It’s none other than the Buddha Mind, unborn and marvelously illuminating, the actual proof of the marvelously illuminating [nature of the Buddha Mind].’

‘I doubt there’s anyone among the people here now who’d say: I heard [what I did] because I was deliberately trying to hear it. If anyone says he did, he’s a liar. Wondering, What’s Bankei telling us? all of you are turned this way, intent only on hearing what I’m saying; no one’s deliberately trying to hear the various sounds coming from out back. That’s why, when all of a sudden these sounds appear and you recognize and distinguish them, hearing them without any mistake, you’re hearing with the Unborn Buddha Mind. Nobody here can claim he heard these sounds because he’d made up his mind beforehand  to listen for them when they were made. So, in fact, you’re listening with the Unborn.’

De nieuwe Zen Cirkel in Utrecht begint op maandagavond 11 maart 2019. Informatie en opgave via https://izen.nl/zen-meditatie/

Maurice Knegtel is op zondag 24 februari te zien in de NCRV / KRO documentaire ‘Zie mij’ van regiseur George Schouten, over de betekenis van selfies. Voor een voorbeschouwing, klik https://bodhitv.nl/2019/01/31/kijk-mij-het-fenomeen-selfie-onder-de-loep/

De ware zaak ligt daarachter

Teisho’s uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi tijdens de Izen Intensive 2018 in Eerbeek. Deel 2

Een aspect van de religieuze ervaring is: er zit iets in je bestaan dat niet stuk gaat. Maar Umpo Zenjo zei, je moet het inzicht laten slijpen en rijpen bij andere leraren. Met de realisatie is het pad niet ten einde, nee, dan begint het pas. Kijk naar de Boeddha’s realisatie onder de oude ficusboom, hij ging na zijn verlichting 40 jaar onverstoorbaar door.  Binnen de Chinese zen was het gangbaar om het klooster te verlaten en een andere leraar op te zoeken. Dat was nodig voor de verdieping van het inzicht. Umpo kende zijn grenzen en zijn eigen kwaliteiten. Realisatie is een kant van de zaak. Het mooie van de relatie tussen Bankei en Umpo Zenjo is dat Umpo een grootvaderlijke zorg ten toon spreidt. Hij zegt: ‘In de Gifu provincie woont een Dharmabroer van me, Gudo, hij heeft een grote capaciteit als zenleraar.’ En dat blijkt, Gudo zou uiteindelijk de geestelijke overgrootvader van Hakuin worden.

Als Bankei arriveert blijkt Gudo afwezig, hij is op reis. Bankei besluit andere leraren te bezoeken en zijn inzicht te testen. Maar geen van die leraren kan er iets mee. Bankei zwerft een tijd en leeft als kluizenaar, hij gaat zijn eigen weg. Drie jaar later laat Umpo weten dat er in Nagasaki een Chinese Rinzai meester is gearriveerd, een opvolger in de Huangpo zen-lijn, de zogenaamde Ossekop sekte. Zijn naam was Dosha Chogen, hij verbleef in de Sōfuku-ji tempel. Chogen bevestigt het inzicht van Bankei. Maar Chogen zegt tegelijkertijd: ‘Je bent doorgedrongen tot de grote zaak van het Zelf, maar de ware zaak die daar achter ligt, daar heb je nog geen weet van. En laat dat nou net de essentie van onze school zijn.’

Op zijn eigen arrogante wijze lacht Bankei hem uit, maar het verlangen in hem brandt en hij besluit bij Chogen te blijven. Op zeker moment krijgt Bankei een derde realisatie, tijdens een meditatie. Hij ziet Chogen en schrijft in  Chinese karakters de vraag: ‘Wat is de uiteindelijke zaak van zen?’ Chogen schrijft terug: ‘Wiens zaak?’ Vervolgens strekt Bankei zijn armen uit en voordat Dosha Chogen zijn kwast kan pakken, pakt Bankei deze af, gooit hem door de ruimte en vertrekt. Bankei staat volledig in zijn kracht en is, zo laat Chogen de dag daarop zijn naaste hoofdmonnik weten, volledig doorgedrongen tot de grote zaak van leven en dood.

Bankei is te eigenzinnig voor het klooster en vertrekt. Dan volgt de mooiste passage van zijn leven: hij gaat naar Nara. Hij gaat daar liederen schrijven voor toevallige passanten, geniaal! En voor het eerst noemt hij ook ‘het Ongeborene’. Het is zijn actualisatie, zijn uitdrukking. Maar niets ervan is bewaard gebleven. Wat we van hem weten, is opgeschreven door zijn leerlingen. De Boeddha sprak van het doodloze, Bankei spreekt van het Ongeborene. Het gaat niet dood, het komt niet, het gaat niet.

Bankei besluit op een zeker moment zijn oude leraar Umpo weer op te zoeken, voordat deze overlijdt. Hij heeft dan zelf al enkele leerlingen. Bankei en een leerling komen net te laat, Umpo is de avond tevoren overleden. Bankei voorvoelde dat. Een typisch aspect van Bankei’s weg is dat hij ad hoc werkt. Hij wordt een met de persoon waar zijn aandacht naar uit gaat. Hij voelt aan den lijve wat deze persoon beweegt, vanuit een diep weten. Als filosoof verzet ik me tegen dit soort esoterie, maar ik heb het zelf meegemaakt, met onder andere mijn leraar Genpo Roshi. Ik had in Nederland een doorbraak terwijl Genpo in de VS zat. Toen ik hem een tijd daarna op Ameland ontmoette, gaf hij mij een paarse rakusu. Ik vroeg hem hoe hij dat wist. ‘Je weet wat er is gebeurd. Wat denk je dat eenheid nu werkelijk impliceert?’

Bankei doorziet de mensen. Hij doorvoelt de persoon met wie hij samen is. Zijn focus ligt op het werken met mensen. Het gaat voor hem om de intimiteit en het contact, en daar zijn dialogen van overgeleverd. Na het overlijden van Umpo gaat Bankei weer naar Nagasaki, naar Chogen. Daar is een machtsstrijd gaande waarin Chogen wordt weggezet door Ingen, een leraar en stichter van de Ossekopschool in Japan. Chogen had verklaard dat Bankei de ware drager van zijn dharma is. Bankei krijgt uiteindelijk het zegel (Inka) van Umpo’s opvolger, in de lijn van Joshin-ji. Hij wordt abt in de tempel van Joshin-ji maar hij is daar niet vaak. Bankei is altijd onderweg en onderricht op diverse plekken, in Hamada aan kleine groepen intimi, in Edo aan hoge functionarissen en in Osu aan een grote lekengemeenschap. Bankei overlijdt in 1693, op 6 augustus, op 72-jarige leeftijd, op weg naar Edo. Zijn opvolgers zijn minder bekend. Hij was een eenling, eigenzinnig, hij staat op geheel zichzelf. (Wordt vervolgd.)

De nieuwe Zen Cirkel in Utrecht begint op maandagavond 11 maart 2019. Informatie en opgave via https://izen.nl/zen-meditatie/

Maurice Knegtel is op zondag 24 februari op NPO 2 te zien in de NCRV / KRO documentaire ‘Zie mij’ van regisseur George Schouten, over de betekenis van selfies. Voor een voorbeschouwing, klik https://bodhitv.nl/2019/01/31/kijk-mij-het-fenomeen-selfie-onder-de-loep/

Alle dingen zijn volmaakt opgelost in het Ongeborene

Teisho’s uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi tijdens de Izen Intensive 2018 in Eerbeek. Over de Japanse zen meester Bankei Yotaku (1622 – 1693). Deel 1

Een waarschuwing vooraf: als iemand een romantisch beeld heeft over verlichting, ontwaken, kensho, dat soort zaken, dan is het verstandig dat die persoon de zaal verlaat en over een half uur terug komt. Als je wilt dat dat beeld in tact blijft, ga dan een kopje thee drinken. Zo niet, dan is het voor eigen risico. In het komend half uur, zullen we de meest wilde realisatie ooit bespreken en ze is van dien aard, dat je haar niet meer uit je systeem krijgt.

Een citaat:  Het is niet zo moeilijk om  een superieur mens te dienen, maar het is moeilijk om hem tevreden te stellen.

Dit zei de jisha (assistent) van Bankei. Het zegt iets over de jisha en over de persoon Bankei. Eigenzinnig, tot op het arrogante af, recalcitrant, iemand die gericht was op de lekenpraktijk. Hij sprak de taal van de gewone mensen. Het eigenaardige van Bankei is dat hij als een van de weinigen van de Japanse traditie, zich niet voegt in het weefsel van boeddhistische traditie. Hij citeert amper andere leraren, gebruikt vrijwel geen jargon, heeft een eigen taal gevonden met als kernwoord ‘het ongeborene’. We gaan eens kijken naar wat voor man hij is.

Bankei zat in de Rinzai lijn. Hakuin is de grote voorganger van de Japanse Rinzai, het Chinese koansysteem moderniseerde hij. De volgorde van de koan leidt ertoe dat je bij elke realisatie zo’n beetje vast komt te zitten bij de volgende koan. Bankei leefde daarvoor. Zijn vader was een ronin, een Samoerai, een onafhankelijke, meesterloze en reizende krijger. Dat kan als de meester is overleden bijvoorbeeld. Dit tekende Bankei, het solistische. Zijn vader was officieel overigens geen ronin meer toen Bankei werd geboren, in Hamada. Hij werd apotheker.

Bankei kwam uit een gezin met negen kinderen. Hij was de vierde van vijf zoons. Op zijn 10e gebeurt er iets ingrijpends, zijn vader overlijdt. Je ziet dat bij veel Japanse, Chinese en Indiase leraren. Het heeft hem op zijn weg gezet. Mijn pad begon toen mijn vader overleed, toen ik 15 was. Ik herken zelf ook veel in het leven van Bankei. Bankei sprak met zijn leraar, onder meer over Confucius en de deugd en Bankei wil weten wat dat is. Hij vraagt naar de ware aard, wat is dat? Ik heb zelf dat soort gesprekken gevoerd met een priester toen ik misdienaar was. Wat is God? Hij zei: God is liefde. En op weg naar huis, dacht ik, wat is dan liefde? Ik herken mezelf in dat doorvragen. De centrale kwestie van Bankei is: wat is de ware aard, de essentie van dit bestaan? Bodhicitta, het verlangen naar ontwaken, verlichting, dat is aan de orde bij Bankei. Toen hij 11 was, verliet hij zijn huis. Zijn moeder bracht de helft van haar leven door in boeddhistische kloosters, dat zie je vaker in dit soort levenswegen. Bankei ging op zoek. Hij gaat naar een Zuivere Land school, een devotionele stroming in het boeddhisme, waarvan de praktijk het reciteren van de naam van Amida Buddha is. Vervolgens gaat hij naar een Shingon tak, een esoterische stroming met mantra’s, visualisatietechnieken en een filosofisch, theoretisch systeem. Na vijf jaar zoekt hij in Ako een zenleraar op. Hij blijft drie jaar bij Umpo Zenjo, een Rinzai meester. Hij wordt door hem tot monnik gewijd. Hij gaat naar Osaka en Kyoto. Daar zwerft hij rond, hij bedelt, slaapt in de open lucht. Dat houdt hij vier jaar vol en gaat daarna terug naar Umpo. Kort daarna wordt hij ernstig ziek, hij heeft tbc. Zijn arts geeft hem op. Op een avond, hij zit rechtop en moet spugen en toen hij de fluim langs de muur ziet druipen, krijgt hij een eerste grote realisatie: alle dingen zijn volmaakt opgelost in het Ongeborene. Hij krabbelt overeind, komt op krachten en kan zich weer gaan wassen bij een kabbelende bergbeek. Hij schept water om zijn gezicht te wassen en ruikt ineens de pruimenbloesem. Dit brengt hem zijn tweede grote realisatie. Hij gaat naar Umpo Zenjo. En Umpo zegt: ‘Dit is het merg van Bodhidharma’s botten, de essentie van je leven.’ (Wordt vervolgd)

De nieuwe Zen Cirkel in Utrecht begint op maandagavond 11 maart 2019. Informatie en opgave via https://izen.nl/zen-meditatie/

Incarnatie. Wegen van incarnatie II

De eerste weg van incarnatie is het langs de emotie of het patroon gaan dat in afhankelijkheid van de situatie waarin je je bevindt optreedt. Je proeft en voelt de emotie of het patroon tot in je diepste vezels, je neemt haar onvoorwaardelijk aan, valt met haar samen en laat haar weer gaan om terug te keren tot de situatie waarin je je bevindt. Deze eerste weg van incarnatie is de weg van zelfrealisatie en we hebben hem besproken in het artikel over de diepe sporen van karma.

De tweede weg van incarnatie is de weg van zelfexpressie, waarin we niet alleen onszelf realiseren voor wie we zijn, maar onszelf ook onvoorwaardelijk uitdrukken. Deze weg betreft ook beoefening on the spot. Je hoeft hiervoor niet weg te gaan uit de situatie waarin je je bevindt, maar je gebruikt deze situatie als oefenplaats en doet verder niets anders of extra’s dan hetgeen je feitelijke doet. Alleen dat moet je dan wel doen!

Het betreft hier: de juiste intentie, het juiste spreken, het juiste handelen, de juiste levenswijze en de juiste inspanning. ‘Juiste’ betekent hier niet het ethisch juiste of goede, maar hetgeen dat ‘klopt’ in de situatie waarin je je bevindt. Het is de vertaling van het Sanskriet woord samyak, ‘samenvallen met’, ofwel intiem zijn met de situatie waarin je je bevindt en van daaruit handelen.

De juiste intentie komt rechtstreeks voort uit het leven zoals je het hier en nu leidt. De vraag is: wat heb jij te doen in deze fase van je leven? Het antwoord op deze vraag zal in verschillende fasen van je leven misschien anders zijn, daarom heb je bovenstaande vraag herhaaldelijk aan jezelf in ernst te stellen. Wat je jezelf voorneemt om te doen, moet kloppen met wie je bent.

Het juiste spreken is een spreken dichtbij mezelf, waarin ik geen woord heb gezegd. Het is een uitspreken van mijn diepste essentie. Niet een spreken vanuit mijn ‘ik’, dat onverzettelijke bastion dat gescheiden is van de rest van de wereld en als een eiland rust in de situatie. Het is een spreken vanuit het zelf dat intiem is verbonden met elk aspect van de situatie. Het juiste spreken drukt de situatie uit precies zoals ze is en het zelf is hierin de pijp waardoorheen de situatie stroomt. Als in deze stroom geen positie wordt ingenomen, maar onmiddellijk tot expressie wordt gebracht, dan stroomt de situatie door mijn spreken heen en stroomt mijn essentie.

De oefening in het juiste handelen nodigt me uit om telkens terug te gaan naar mezelf, mijn lichaam en in intimiteit met de situatie waarin het zich bevindt af te stemmen op wat zich in mijn handelen tot uitdrukking brengt. Hier werkt de Eeuwige in de eindige wereld.

Bij de beoefening van de juiste levenswijze moet ik blijven checken, of wat ik doe en met wie ik ben nog klopt, of ze een adequate uitdrukking zijn van wie ik ben. Bij tijd en wijle stel ik mezelf de vraag: klopt het in deze fase van mijn leven, dat ik dit doe, met deze mensen, op deze plek? Ik kan nooit zelfverzekerd achterover leunen en ervan uitgaan dat ik er ben. Ik ben er, altijd, en arriveer voortdurend op een plek en met een werkzaamheid die nooit vastligt, maar zich onophoudelijk ontvouwt vanuit mijn werkzame handen.

De beoefening van juiste inspanning is het energetisch afstemmen op de energie die me draagt in een situatie. Hiertoe zal ik mijn verkramping rond het object van mijn weerstand of verlangen moeten loslaten, minder doen, minder inspanning leveren, om vervolgens af te stemmen op het resoneren met de energie in de situatie. Uiteindelijk betekent de juiste inspanning geen inspanning, maar een gedragen worden door de energieën binnen een situatie. ‘Het werkt.’

Incarnatie. Het lichaam als ingang, basis en bron

Zen meditatie beoefen je met je lichaam, niet met je geest. Het is een fysieke activiteit, geen beoefening van aandacht. Je volgt niet je ademhaling of je gedachten, maar je zit, je bent lijfelijk aanwezig op de plek waar je lichaam zich bevindt.

Hoe zit je met, in en door je lichaam? Je neemt de houding aan die in de yoga traditie bekent staat als de ‘lotus houding’, met gekruiste benen, de linker hand in de rechter handpalm, de duimtoppen zachtjes tegen elkaar, de ellebogen naar voren, de kin iets ingetrokken. Maar als je deze houding hebt aangenomen, zit je nog niet per se in je lichaam. Wellicht is je ademhaling nog hoog in je lijf en zit je feitelijk met je hoofd. Om werkelijk met, in en door je lichaam te zitten, zal je ademhaling moeten zakken naar je onderbuik en je vanuit je onderbuik in je lijf moeten treden. Hiertoe dien je je bekken ietsjes naar voren te kantelen, zodat je buik naar buiten bolt en je rug licht hol wordt en er vanzelf enige spanning ontstaat in de spieren van je onderbuik, zo’n zes centimeter onder je navel. Behulpzaam hierbij is dat je een zitkussen gebruikt en dat je van het zitkussen uitsluitend het voorste puntje benut. Of je zit letterlijk op het puntje van je stoel. Wanneer je spieren in je onderbuik zijn aangespannen, behoud die spanning dan constant, ook bij het uitademen. Op deze wijze zakt je ademhaling geleidelijk aan van je middenrif naar beneden, naar je onderbuik en ontstaat daar een kracht die je helpt echt in je lichaam te zitten. Als je zo zit, ademend vanuit je onderbuik en met een kracht in het zwaartepunt van je lichaam, dan zit je geaard, diep, diep geworteld in deze concrete grond. Je trekt je nu aan je kruintje naar het plafond en zit met een rechte rug, oprecht, als een antenne, als een ontvanger en doet helemaal niets meer. Alleen maar zitten. Alleen maar zijn. Aanwezig. In, met en door je lichaam.

Zo in, door en met je lichaam zijn vereist oefening. Je zult jezelf moeten toestaan meer en meer in je lichaam te zakken, meer los te laten en meer te vertrouwen in je fysieke aanwezigheid. In deze oefening groeit de intimiteit met jezelf, je lijf, je leven. Langzaam maar zeker raak je vertrouwd met het gegeven dat er niets is uitgesloten van jouw aanwezigheid in dit moment. Alles wat zich voordoet, dat ben jezelf. Deze oefening in intimiteit vereist discipline. Je zult in je agenda tijd moeten vrijmaken om te zitten in, door en met je lijf. Bijvoorbeeld elke dag een kwartier, of twee maal per week een half uurtje in de ochtend. Regelmaat en de intentie om werkelijk te zitten zijn belangrijker dan duur en frequentie. Als je eenmaal een ‘zit discipline’ hebt opgebouwd, begint er volstrekt onbegrijpelijk en oncontroleerbaar iets door te werken van deze fysieke intimiteit in je dag. Je voelt je meer gedragen, meer geaard, meer thuis, meer ontvankelijk.

Ofschoon de formele zitpraktijk zoals hierboven beschreven een basis legt, is het belangrijk je beoefening door te trekken naar andere activiteiten op je dag. Hier wordt introvert zitten in stilte, expressief en dynamisch lichaamswerk. Je kunt je oefenen in staan als je staat, waarbij je voelt dat je voeten op de grond staan, je knieën niet gestrekt, maar iets gebogen zijn en je zwaartepunt in je onderbuik ligt. Je kunt oefenen in gaan als je gaat, waarbij je voelt hoe je voeten zich afwikkelen en weer op de grond belanden, met je knieën iets gebogen en je kracht in je onderbuik. Tijdens vergaderingen zit je op het puntje van je stoel, ademend vanuit je onderbuik; je handen voelen het tafelblad, je billen voelen de rand van je stoel. Je gebruikt niet de lift maar de trap om omhoog of omlaag te gaan en je plaatst je voeten met enige kracht op de treden, je kracht in je onderbuik. Bij tijd en wijle laat je je ademhaling weer zakken naar je onderbuik, spant aldaar je spieren en zakt in je lichaam. Bij tijd en wijle daal je af in je zintuigen en luistert naar je luisteren, kijkt naar je kijken, voelt je voelen, voor een ogenblik maar, dan ben je weer terug in je lichaam.

Op deze wijze maak je op een ongekunstelde manier, in het leven precies zoals je het leidt, je lichaam tot de poort van het grote mysterie van leven en dood. Uitsluitend je lichaam is daartoe de ingang. Als je lijf werkelijk samenvalt met je lijf, vind je daar de Eeuwige, de verbinding, je aangeboren vrijheid en je thuis.

Dogens Shoji, ‘Geboorte en dood’. De openingsregels.

Tweede deel van een teisho uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi, tijdens de stille zen zondag op 17 december 2017, als afscheid van Lazuli te Utrecht, dat tien jaar lang onderdak bood aan de Zen Cirkel Utrecht. De transcriptie is gemaakt door Eerwaarde Ben Claessens.

Dan de tekst: Shoji, ‘geboorte en dood’. Het is opvallend dat in een tekst als Uji geboorte en dood helemaal niet voorkomen. Uji staat bol van tijdelijkheid, het komen en gaan en niet komen en gaan, het eeuwige nu. Hier hebben we dan in Shoji geboorte en dood. En dan blijkt dat die tekst helemaal niet zozeer over geboorte en dood gaat! Waar het wel om gaat, is de instelling van de beoefenaar op de Weg. De instelling van de persoon die het contemplatieve pad gaat. Dogen schrijft het op een wijze waarin dit nog niet eerder zo duidelijk is verwoord. Het gaat over de glans van de komst van iets nieuws en de glans van het afscheid. Daarover gaat het in Dogens ‘Geboorte en dood’.

Dogen begint met twee citaten, in de vertaling van Tanahashi en Kotler:

Omdat een boeddha in geboorte en dood is, is er geen geboorte en dood. Omdat een boeddha niet in geboorte en dood is, is een boeddha niet begoocheld door geboorte en dood. Deze uitspraken zijn de essentie van de woorden van twee zen leraren, Jiashan en Dingshan. Veronachtzaam ze niet, omdat ze de woorden zijn van hen die de Weg volbrachten.

Welke boodschap wordt hier gecommuniceerd? Waar staan we hier? Het lezen van zen teksten is de kunst van inbreken, zonder al teveel schade te maken. Boeddha is een symbool, geen eigen naam. Waar staat een symbool voor? Het geeft datgene wat lastig is uit te drukken toch een specifieke plek in het bewustzijn. Je kunt je er iets bepaalds mee realiseren. Het symbool boeddha staat voor ‘ontwaakt’, het woord is afgeleid van de wortel budh, waken, wakker zijn. In onze realiteit staat het voor ‘hier zijn’, de directe waarneming. Wat impliceert wakker zijn? Je kunt zeggen eenheid, grote intimiteit, onbevangenheid. De enige basis is ‘aanwezigheid’, het oog dat nooit slaapt. Er is iets dat wakker is in de grootste bevangenheid. In alle Chinese verhalen wordt naar deze grote aanwezigheid verwezen. Waar is de ingang? Hoor je het gekabbel van de beek? Wat is het dat hoort? De basis waarop we wakker worden is aanwezigheid, Boeddha. Wat er in een rituele vorm zoals de zit meditatie gebeurt, we nemen de houding van een Boeddha aan en daarmee zijn we de Boeddha. We zijn aanwezig, helemaal. En je hoeft er niets voor te doen, alleen iets voor te laten.

Boeddha staat voor de aanwezige. Als je terug gaat naar aanwezigheid, wat kun je dan zeggen over die aanwezigheid? Er is alleen dit. En wat is dit? Wat zich nu voordoet: dit geluid, dit beeld, deze geur, enz. Een onervaren persoon in de meditatie zou denken: al die geluiden, ga weg, ik wil mediteren! Maar stel dat die persoon zou overgaan tot een onverdeelde aanwezigheid, wat is er dan? Geen geluid, geen beeld, geen geur, maar heel concreet precies dat wat er is. Er is hier geen dualisme, geen probleem. Het heeft geen naam, het is precies wat het is. Het is het meest concrete, ja het enige, wat je kan beleven en wat is. Op het moment dat ik bang ben voor de angst die opkomt en ik uit angst voor de angst me verzet en iets anders in stelling breng, treedt er een verharde verhouding op tussen mezelf die geen angst wil ervaren en de angst die als een solide bolwerk tegenover me staat. Dat betekent strijd. Er is geen oplossing denkbaar. Maar wat als ik stap voor stap de angst toelaat, aanneem, heel fysiek. Dan BEN ik angst. Aanwezigheid is dan angst. Er is niet meer zoiets als een persoon. Er is puur wat er is, een energie. Als je werkelijk daarin aanwezigheid bent, is er niet zoiets als angst als een object, er is in feite helemaal geen angst, er is precies wat er is. Hetzelfde geldt voor verdriet. Als pijn bezit van ons neemt, gaan we in verzet en neemt de pijn alleen maar toe. Terwijl als je aanwezigheid blijft, de pijn transformeert. Terug naar de tekst:

Omdat een boeddha in geboorte en dood is, is er geen geboorte en dood.

Wat betekent dit concreet? Als je aanwezigheid bent in dood, dan is er geen dood. Er is alleen: urghhhr. Het allesomvattende stervensmoment, de volle ervaring van dood. Wat is geboorte? Wehhh, wehhh. Huilen. De ervaring van geboorte, niets meer en niets minder. Die energie, die heel intieme directe ervaring, bevat geen enkel concept. Geen geboorte, geen dood. Pure manifestatie van jouw aanwezigheid. En datzelfde zien we in:

Omdat een boeddha niet in geboorte en dood is, is een boeddha niet begoocheld door geboorte en dood.

Als je dat bént, maken ze je niets meer wijs. Je hebt zelf geen idee wat het is, maar je bent in ieder geval niet begoocheld.

 

Een nieuwe Zen Cirkel onder leiding van Maurice Genko Knegtel Roshi start op maandagavond 24 september, 19.30 uur, in het Graalhuis in Utrecht. Informatie en opgave via https://izen.nl/zen-meditatie/

Boeddha’s basics 8: juiste gedrag en juiste levenswijze

‘Alles wat hem over zen werd gevraagd beantwoordde meester Gutei

eenvoudig met het opsteken van een vinger. Eens vroeg een bezoeker

aan Gutei’s jonge bediende: ‘Waaruit bestaat de leer van je meester?’

Toen stak de knaap eveneens een vinger op. Toen Gutei dit hoorde,

sneed hij de jongen met een mes zijn vinger af. Huilend van pijn liep de

jongen weg. Gutei riep hem na. Toen de jongen zijn hoofd omdraaide,

stak Gutei een vinger op. Toen werd de jongen plotseling verlicht.

Toen Gutei op sterven lag zei hij tot de verzamelde monniken:

‘Deze één-vinger-zen heeft Tenryu aan mij doorgegeven. Ik heb hem

mijn hele leven gebruikt maar niet alles eruit gehaald wat erin zit.’ Na

deze woorden trad hij het nirvana binnen.’

Mumonkan, ‘De Poortloze Poort’, casus nr. 3.

 

Door middel van mijn spreken en handelen drukt het Ongeborene zich uit in de wereld. En het doet dit in elke handeling, hoe onbeduidend ook en op mijn hoogst individuele wijze. In mijn spreken en handelen komen het onpersoonlijke absolute (het Ongeborene) en het persoonlijke relatieve (mijn eigenheid) samen. In feite spreekt en handelt het Ongeborene altijd door me heen, ook als ik denk dat ‘ik’ dat ben. Als ik sterk bevangen ben door de gedachte dat ik het doe, beperkt dat evenwel het vrije functioneren van het Ongeborene. Dan stroomt mijn energie niet meer vrijelijk en ben ik geboeid door de gedachten aan ik, mij, mijn. Dan is er duhkha, het wringt, wrijft, knelt in mijn kern, de as van het wiel van mijn leven loopt aan, het stokt. Eigenlijk kan ik de dingen alleen op mijn botte wilskracht doen, ze ontstaan niet organisch vanuit de situatie waarin ik me bevind, noch zijn ze daarop afgestemd.

Dus, ofschoon het Ongeborene altijd door me heen werkt in mijn spreken en handelen, kan ik in mijn spreken en handelen stokken of stromen ervaren. Wanneer mijn handelen bedacht, berekenend of gekunsteld is, zoals in de bovenstaande koan, werkt het Ongeborene zonder twijfel door me heen, maar beperkt, gemankeerd. De oefening in het juiste handelen nodigt me uit om telkens weer terug te gaan naar mezelf, mijn lichaam en de situatie waarin het zich bevindt en contact te maken met wat zich in mijn handelen tot uitdrukking brengt. Daar werkt de Eeuwige in de eindige wereld.

Het ‘juiste gedrag’ betekent niet moreel ‘goed handelen’, het is geen ethisch imperatief. Vergelijk de bovenstaande koan, het afsnijden van een vinger is ethisch niet goed te noemen. Maar het gedrag is afgestemd op de situatie, het rijst op in intimiteit met de situatie en betreft wat in de situatie ondersteunend en ‘juist’ is om te doen, in dit geval om de leerling zijn leven terug te geven.

Bij de beoefening van de juiste levenswijze moet ik blijven checken, of wat ik doe en met wie ik ben nog klopt, of ze een adequate uitdrukking zijn van wie ik ben. Bij tijd en wijle stel ik mezelf de vraag: klopt het wel dat ik dit heb te doen, dat ik met deze mensen samen ben, op deze plek, in deze fase van mijn leven? Ik kan nooit zelfverzekerd achterover leunen en ervan uitgaan dat ik er ben. Ik ben er, altijd, en arriveer voortdurend op een plek en met een werkzaamheid die nooit vastligt, maar zich onophoudelijk ontvouwt vanuit mijn werkzame handen.

Hoe weet ik dat het klopt wat ik doe? Ik weet het, zoals ik weet of het koud of warm is en zoals ik weet of de soep te zout of te flauw is. Dit weten is een intiem, ongedeeld en onmiddellijk weten, ze is een expressie van mijn essentie op dat moment.

Zen in het westen (deel 4): transformaties en initiaties

Dit is het vierde deel van een teisho uitgesproken door Maurice Knegtel Sensei tijdens een zen workshop in Lelystad op 4 november 2017. Eerwaarde Ben Claessens maakte de transcriptie.

Bij Jukai, de wijding tot boeddhist, geldt in het algemeen, dat een student zich realiseert: mijn leven is mijn leven niet. Waarbij onmiddellijk de vraag opdoemt: maar wiens leven is het dan wel? Dan zegt onze traditie: het is het leven van de Boeddha, een wakkere aanwezigheid in onszelf, de Dharma, alle dingen en alle levende wezens waarmee mijn leven diepgaand is verbonden en de Sangha, de harmonie tussen deze beide, alsook de orde der dingen. Als die ervaring een echt besef is geweest, dan heb  je een probleem. Immers, de oude jas past je niet meer goed. Vanuit dat besef klopt het niet langer dat mijn leven het leven van Maurice is. Mensen die Jukai ontvangen zeggen publiekelijk: in mij leeft iets anders en ik weet niet wat het is. De transformatie heeft dan feitelijk al plaatsgevonden en krijgt een uitdrukking in Jukai, dat als ritueel het licht op die transformatie zet. Je gaat voor de gemeenschap en familie staan en zegt letterlijk: mijn leven is het leven van de Boeddha. Het is de rituele expressie en bekrachtiging van iets dat reeds het geval is. Je ondergaat een transitie en je bezegelt haar door het uitspreken van een intentie, je gaat er publiekelijk voor staan. De mensen die erbij waren, zijn en blijven de levende getuigen van jouw uitgesproken intentie.

Je regelt het niet zelf, je ontvangt Jukai en dat is het logische gevolg van het gegeven mijn leven is niet mijn leven. Iedereen die Jukai ontvangt, ondergaat feitelijk de bekrachtiging van de gemeenschap. Het zijn fasen en gradaties van incarneren. Stap voor stap incarneert datgene wat niet begrijpelijk en onkenbaar is, maar steeds aan den lijve wordt ervaren. Ik kan er niet de vinger op leggen, ik kan het niet vasthouden, of het in een formule weergeven, het enige wat ik kan doen, is het tot in mijn poriën ervaren. Incarneren, in het vlees gaan zitten, is een prachtige term. Dat proces, die transformatie, de incarnatie gaat schoksgewijs. Langzaam maar zeker dringt het dieper door. In Jukai bekennen leerling en leraar zich samen tot de levende traditie. En weer verder in het proces, bij Shuke Tokudo, verenigen Jukai en de leraar-leerling relatie bekrachtigd in Shoken zich, en dalen leraar en leerling samen verder af in een intiemer geestelijk proces. Het ongeborene krijgt al gaandeweg meer handen en voeten krijgen. Initiaties zijn daarvoor noodzakelijk, vind ik.

Wat dit proces betreft, ben ik voorstander van kleine groepen. Ik ben dan ook zeer gelukkig met de kleine groepen die her en der ontstaan onder de paraplu van Izen. We gaan uit van het archaïsche model van cellen, zelfsturende eenheden onder begeleiding van personen die nauw met de leraar verbonden zijn. Toen we indertijd binnen de stichting bespraken hoe we verder zouden gaan, kwamen we uit op kleine, zelfsturende cellen, cellen waarvan geen buitenstaander weet dat ze bestaan, noch waarmee ze bezig zijn. Dergelijke kleine groepen kennen we uit de Griekse wijsgerige traditie en uit de eerste eeuwen van het christendom. In die overzichtelijke spirituele bedding kon iets uitzonderlijks gebeuren, iets wat we nu in onze westerse culturele omgeving in de zen beoefening ook kunnen beleven. De studenten komen op bepaalde plekken samen, bijvoorbeeld in huiskamers of kelders, en ze weten zelf niet wat ze beoefenen. Ze weten alleen dat het om iets wezenlijks gaat, ook al hebben ze geen idee wat het is.

Ben je geïnteresseerd geraakt? De Zen Cirkel Utrecht start op maandagavond 12 maart op onze nieuwe locatie, in het Graalhuis te Utrecht. Voor meer info en opgave, zie: https://izen.nl/zen-meditatie/