…voor inspiratie, levenswijsheid en bezinning

Posts Tagged ‘ontwaken’

Jezelf kennen is jezelf vergeten door Pema Chödrön

Volgens Pema Chödrön zouden we kunnen denken dat onszelf kennen iets heel egocentrisch is, maar door helder en eerlijk naar onszelf te kijken, beginnen we de muren af te breken die ons van anderen scheiden.

De reis van ontwaken vindt precies op de plek plaats waar we ons niet op ons gemak kunnen voelen. Openstaan ​​voor ongemak is de basis voor het veranderen van onze zogenaamde ‘negatieve’ gevoelens. We willen op de een of andere manier onze ongemakkelijke gevoelens kwijtraken door ze te rechtvaardigen of door ze te onderdrukken, maar het blijkt dat dit hetzelfde is als het kind met het badwater weggooien. Volgens de leer van het vajrayana, of het tantrisch, boeddhisme, zijn onze wijsheid en onze verwarring zo met elkaar verweven dat het geen oplosssing is om dingen gewoon weg te gooien.

Door te proberen ‘negativiteit’ kwijt te raken door het uit te bannen, door het te voorzien van het label ‘slecht’, gooien we ook onze wijsheid weg, omdat alles in ons creatieve energie is – vooral onze krachtige emoties. Ze zijn gevuld met levenskracht.

Er is op zich niets mis met negativiteit; het probleem is dat we het nooit zien, we eren het nooit, we kijken nooit in het hart ervan. We proeven onze negativiteit niet, ruiken er niet aan, leren het niet kennen. In plaats daarvan proberen we er altijd om er vanaf te komen door iemand een klap te verkopen, iemand te belasteren, onszelf te straffen of onze gevoelens te onderdrukken. Tussen repressie en alles naar buiten gooien zit echter iets verstandigs, diepgaands en tijdloos.

Als we gewoon proberen om van negatieve gevoelens af te komen, realiseren we ons niet dat die gevoelens juist wijsheid bevatten. De verandering komt voort uit de bereidheid om het gevoel toe te laten, de innerlijke woorden los te laten, en de rechtvaardiging los te laten. We hoeven geen oplossing te hebben. We kunnen leven met een dissonante toon; we hoeven niet de volgende toets in te drukken om het deuntje te beëindigen.

Vreemd genoeg is deze transmutatiereis er een van enorme vreugde. We zoeken vreugde meestal op de verkeerde plaatsen door te proberen om grote delen van onze menselijke conditie te vermijden. We zoeken geluk door  datgene wat ons tot mens maakt juist als onaanvaardbaar te beschouwen. We voelen dat er iets in onszelf moet veranderen. Onvoorwaardelijke vreugde ontstaat echter door een soort intelligentie waarin we onszelf toestaan ​​om duidelijk te zien wat we doen, met eerlijkheid, gecombineerd met een enorme vriendelijkheid en zachtaardigheid. Deze combinatie van eerlijkheid, of helder zien, en vriendelijkheid, is de essentie van “maitri” – onvoorwaardelijke vriendschap met onszelf.

Dit is een proces van voortdurend onbekend terrein betreden. Je staat het jezelf toe om het onbekende gebied van je eigen wezen te leren kennen. Dan realiseer je je dat dit specifieke avontuur je niet alleen in je eigen wezen brengt, maar je ook meeneemt naar het hele universum. Pas als je vriendschap met jezelf hebt gesloten, kan je het onbekende ingaan. Je kunt die gebieden “daarbuiten” alleen betreden door te beginnen met het verkennen en nieuwsgierig te zijn naar dit onbekende “hierbinnen”, in jezelf.

Dogen Zen-ji zei: “Jezelf kennen is jezelf vergeten.” We zouden kunnen denken dat onszelf kennen iets heel egocentrisch is, maar door zo duidelijk en zo eerlijk naar onszelf te kijken – naar onze emoties, naar onze gedachten, naar wie we werkelijk zijn – beginnen we de muren die ons scheiden tussen ons en de anderen af te breken. Op de een of andere manier bestaan ​​al deze muren, deze manieren om je gescheiden te voelen van al het andere en van alle anderen, uit opvattingen. Ze bestaan ​​uit dogma’s en ze zijn gemaakt van vooroordelen. Deze muren komen voort uit onze angst om delen van onszelf te kennen.

Er is een Tibetaanse leer die vaak wordt vertaald als “Zelf-koestering is de wortel van al het lijden.” Het kan voor een westerling moeilijk zijn om de term “zelfkoestering” te horen zonder verkeerd te begrijpen wat er wordt bedoeld. Ik vermoed dat 85% van ons westerlingen het zou interpreteren als dat we ons niet teveel op onszelf moeten richten – dat er iets anti-waakzaam is aan het respecteren van onszelf. Maar dat is niet wat het werkelijk betekent. Waar het over gaat, is fixeren. “Zelf koesteren” verwijst naar hoe we proberen om onszelf te beschermen door ons te fixeren; hoe we muren hebben opgetrokken, zodat we geen ongemak te ervaren of een gebrek aan innerlijke richting. Het idee van zelf koesteren verwijst naar de verkeerde overtuiging dat er alleen troost en geen ongemak mag zijn, of de overtuiging dat er alleen geluk en geen verdriet kan zijn, of de overtuiging dat er alleen het goede zonder het slechte zal zijn.

Maar wat de boeddhistische leringen aangeven, is dat we een veel groter perspectief kunnen hebben, een perspectief dat verder gaat dan goed en kwaad. Classificaties van goed en slecht komen voort uit een gebrek aan maitri. We zeggen dat iets goed is als we ons er zeker over voelen en dat het slecht is als we ons er onzeker over voelen. Op die manier gaan we mensen uit de weg die ons een onzeker gevoel geven en dat geldt ook voor allerlei religies of nationaliteiten waardoor we ons onzeker voelen. En we houden van degenen die ons grond onder onze voeten geven.

Als we zo onszelf beschermen, kunnen we de pijn van een ander niet zien. “Zelf-koesteren” is ego fixeren en grijpen: het legt onze harten, onze schouders, ons hoofd, onze maag, in een knoop. We kunnen niet openen. Alles zit in een knoop. Als we beginnen te openen, kunnen we anderen zien en kunnen we er voor hen zijn. Maar als we niet met onze eigen angst hebben gewerkt, zullen we ons afsluiten als anderen onze angst activeren.

Dus jezelf kennen is jezelf vergeten. Dit wil zeggen dat wanneer we vriendschap sluiten met onszelf, we niet langer zo betrokken hoeven te zijn bij onszelf. Het is een merkwaardige draai: vrienden maken met onszelf is een manier om niet meer zo zelf-betrokken te zijn. Dogen Zen-ji gaat verder met te zeggen: “Jezelf vergeten is verlicht worden door alle dingen.” Als we niet zo betrokken zijn bij onszelf, beginnen we te beseffen dat de wereld de hele tijd tot ons spreekt. Elke plant, elke boom, elk dier, elk mens, elke auto, elk vliegtuig spreekt tot ons, leert ons, maakt ons wakker. We leven in een wonderbaarlijke wereld, maar we zien dat vaak niet. Het is alsof we de voorfilm zien, maar nooit de hoofdfilm.

Als we ons boos of veroordelend voelen, doet het ons pijn en doet het anderen pijn. Maar als we ernaar kijken, kunnen we zien dat er achter de wrok angst zit en achter de angst een enorme zachtheid. Je hebt een heel groot hart en een enorme geest en een heel wakkere, basale staat van zijn. Om dit te ervaren beginnen we met een reis te maken, de reis van onvoorwaardelijke vriendelijkheid naar het zelf dat we al zijn.

Over Pema Chödrön

Met haar krachtige leringen, gigantische boekenverkoop en retraites die door duizenden worden bijgewoond, is Pema Chödrön de populairste in Amerika geboren boeddhistische leraar. In The Wisdom of No Escape, The Places that Scare You en in andere belangrijke boeken heeft ze ons geholpen om te ontdekken hoe moeilijkheden en onzekerheid kansen kunnen zijn om te ontwaken. Ze is inwonend leraar in het klooster van Gampo Abbey in Nova Scotia, en is een leerling van Dzigar Kongtrul, Sakyong Mipham Rinpoche en wijlen Chögyam Trungpa. Bezoek pemachodronfoundation.org. voor meer informatie. 

Vertaling: Hansjelle Dijkstra

Voorbij ontwaken: een authentiek mens door Amoda Maa

  • Ontwaken slechts het begin. De echte reis is het belichamen ervan

  • Ontwaken vraagt om nieuwe vormen van expressie temidden van ons dagelijks leven

  • Verankerd in ontwaakt-zijn én toegewijd aan het bitterzoete aardse bestaan

Als de knop van ontwaken zich ontvouwd heeft tot de volle bloei van wakker-zijn herkent het de relatieve en absolute realiteit als één. Je bent zowel de leegte van ‘zijn’ als de overvolle kj      en hele nieuwe dimensie van spirituele volwassenheid opent zich en niets wordt meer buitengesloten, donker noch licht, vorm noch vormloosheid, het wereldse noch het transcendente.

Iets dat nog nooit eerder is gebeurd is nu mogelijk: we kunnen actief deelnemen aan het proces van ontwaken. In het verleden werd verlichting beschouwd als een uitzonderlijke ervaring die meestal alleen gereserveerd was voor mannelijke kandidaten. Vandaag de dag is het goede nieuws dat, alhoewel ontwaken zelf niet verschillend is van duizenden jaren geleden, het ook beschikbaar is voor iedereen met een gewoon leven.

Meer dan ooit tevoren lijkt een intensivering van energieën beschikbaar die ons bijna dwingt bewust mee te werken aan ontwaken uit de droom van afscheiding. Het is een nieuwe frequentie die ‘ja’ praktisch afdwingt omdat niets anders meer voldoet als we met succes willen overleven en floreren in deze wereld, als individu en als soort. Dit ‘ja’ heeft niets te maken met wilskracht; het is geen luide kreet van “dit ga ik doen!” Integendeel, het is een diep en stil ‘ja’ van binnen dat ervoor kiest het leven tegenmoet te treden vanuit de lichtende heelheid van bewustzijn. En toch is dit ‘ja’ oneindig veel krachtiger dan welke actie ook ondernomen vanuit een verdeeld mentaal perspectief. Misschien begint het ons eindelijk te dagen dat we alleen door het oplossen van de identificatie met onze ego, en het ontdekken van onze ware onderliggende natuur, het antwoord kunnen vinden op de problemen in de wereld.

Betrokkenheid
Wat we nu echter nodig hebben is meer dan alleen het orthodoxe model van verlichting. In traditionele spirituele leringen wordt vaak benadrukt dat we eerst een innerlijke staat van stilte moeten cultiveren om te ontwaken tot onze ware ‘zijn’. Men zegt dat we dit kunnen bereiken door ons af te keren van wereldse activiteit. Alhoewel het herkennen van dit ‘zijn’ als onze ware natuur nog steeds de basis van ontwaken is, is wat destijds relevant was niet meer relevant nu. De exponentiële toename van druk en tempo in de huidige wereld vraagt om een nieuw perspectief op verlichting, en op wat het betekent om ‘ontwaakt zijn’.  Niet langer is ontwaken afstand nemen van de fysieke realiteit om een spiritueel leven te kunnen leiden. In deze tijd betekent het vervullen van onze goddelijke bestemming ons innerlijk licht te leven in ons aardse lichaam.

Als ontwaken een echt doel dient vraagt het om nieuwe vormen van expressie temidden van de interacties van ons dagelijks leven. En als ontwaken een doel heeft in een groter plaatje, zoals bijvoorbeeld de geboorte van een nieuwe mensheid, dan vereist het onze volledige betrokkenheid bij deze evolutionaire impuls van het bestaan.

Verlichting is niet langer een geheim uitsluitend gereserveerd voor mystici, of een luxe waar bevoorrechte Westerlingen zich in kunnen baden om meer ‘spiritueel’ te worden. Als we de kwantum sprong in een nieuwe toekomst willen maken, is verlichting een noodzaak en daalt het van zijn bergtop af om zijn handen vuil te gaan maken aan menselijke zaken.

Belichaming
Eigenlijk is ontwaken slechts het begin. De echte reis is het belichamen ervan. Ons avontuur begint niet in de verheven sferen van het transcendente, maar juist middenin het chaotische leven zelf. Het is nooit eerder zo cruciaal geweest om de waarheid werkelijk te leven als in onze huidige, zich snel veranderende wereld.

Langzaam verrijst er een hele nieuwe relatie tot het leven en luidt de geboorte in van een authentiek mens. Dit nieuwe gezichtspunt erkent de noodzaak ons te verankeren in ‘zijn’, maar ook om te vieren wat we onderweg zijn te worden. Met andere woorden, het omarmt zowel de absolute waarheid van onze innerlijke stilte, als de relatieve waarheid van de beweging van het leven. De evolutionaire impuls van het zich immer ontvouwende bestaan roept ons te ontwaken tot de zuivere perfectie van ons innerlijk licht, om daarna dit te belichamen en expressie te geven in de duisternis en imperfectie van de wereld.

Velen van ons hebben een complex, veelzijdig leven met werk, carrière, financiële verantwoordelijkheid, relatie en gezin. We proberen onze dromen na te streven, ons hoogste potentieel te leven en een bijdrage te leveren aan de wereld. Daarnaast zijn we ons in toenemende mate bewust van het feit dat meer dan de helft van de bevolking op aarde in ellendige armoede en afschuwelijke omstandigheden leeft. Dit alles moet omvat worden in ons ontwaken.

Illusie?
Veel spirituele zoekers – en zelfs spirituele leraren – geloven dat de wereld een illusie is en dat wat gebeurt (voor mij, de Joden, Irakezen, poolberen of bijen) er eigenlijk niet toe doet. Deze poging om de wereld en haar vuile kanten te transcenderen leidt vaak tot een ‘existentiële ongevoeligheid’, ten onrechte verward met spirituele bevrijding. Inderdaad, ontwaken brengt een niet te ontkennen bewustzijn van de voortdurende leegte voort, maar ook een sterke tendens om daarin vast te blijven zitten. Identificatie met de eeuwige stilte (of de ‘onbeweeglijke getuige’) is erg verleidelijk. Immers, daar waar geen beweging is kan ook geen lijden zijn, en dit is erg aantrekkelijk voor het ego dat graag pijn wil vermijden. Wat hier werkelijk aan de hand is is weigeren om een volledige verbintenis met het leven aan te gaan. We vermijden het leven intiem te ontmoeten, inclusief de diepe sterke gevoelens die opkomen in de ups en downs van onze menselijke ervaring.

Uit onze weigering om te lijden, of dat nu aan de wereld is of aan onszelf , komt onverschilligheid voort en onze kwetsbaarheid als waarachtig levend mens afwijzen. Op gedragsniveau openbaart zich dit op verschillende manieren. Sommige van ons vermijden relaties en daarmee scheiding, en open en kwetsbaar zijn op onze gevoeligste plekken. Anderen zorgen niet voor zichzelf of nemen geen zelf-verantwoordelijkheid, wat kan leiden tot buitensporige risico’s en funeste levenskeuzes – immers, het lichaam is toch niet echt en over je grenzen gaan maakt niet uit; je hart, nieren, bloed en overgewicht zijn onbelangrijk.  Voor weer anderen uit het zich in een gebrek aan zorg voor het Leven zelf – want als alles een illusie is waarom zou je je dan druk maken of je koeien, varkens, paarden, honden of kikkers eet, de rivieren vervuild zijn of de bodem is uitgeput?

Subtiel gevangenschap
Maar er huist geen echte vrijheid in ‘ik ben verlicht en niets raakt me meer’. Ontsnapt zijn uit beklemmende identificatie met de fysieke en psychologische vorm wordt vervangen door een subtieler gevangenschap, ‘spirituele onthechting’. Deze zogenaamde onthechting is een nieuwe gehechtheid die het verhaal ‘ik ben mooi/ lelijk/ succesvol/ mislukt/ gelukkig/ depressief/ Christelijk/ Boeddhistisch’ vervangt door ‘ik ben niets’. Het trekt zich terug in een perfecte binnenwereld waar de gruwel van de buitenwereld geen plaats heeft. Het wijst elke innerlijke staat af die niet overeenkomt met ons mentale plaatje van een spiritueel leven. Er is echter geen ware vrede in deze houding, integendeel, er woedt een subtiele oorlog die innerlijk en uiterlijk conflict bestendigt.

Fixeren op leegte creëert verdeeldheid. En waar verdeeldheid is, hoe subtiel ook, is geen volledig ontwaken. Het is een spiritueel rigide gezichtspunt dat ontkent volhartig door het leven te worden geraakt. Het gaat bloed, zweet en tranen uit de weg die een onvermijdelijke deel zijn van onze menselijke ervaring. Zijn we toch nog ergens bang dat onze menselijkheid de ultieme transcendentie in de weg staat? Dit leidt tot een nieuwe versluiering: die van spirituele arrogantie en een gebrek aan compassie, de natuurlijke expressie van waarachtig ontwaken. Deze compassie komt niet voort uit een morele verplichting maar is het aroma van het ontwaakte hart zelf. Het is ontwaakt-zijn dat zichzelf ontmoet in het hart van alles en omarmt zowel de duisternis als het licht. Het vindt vrijheid in alles.

Niet alleen betekent het afwijzen van onze directe ervaring van het leven de voortzetting van het conflict inherent aan elk lijdensverhaal (dat we vervolgens proberen te helen door allerlei spirituele activiteiten); het is ook absurd. Ware vrijheid vereist dat we al onze concepten over non-dualiteit, spiritualiteit en verlichting laten gaan en het leven in onschuld ontmoeten.

Naakte ervaring
Onschuldig zien is eigenlijk een open onderzoek naar onze directe ervaring, hier en nu.  Het vraagt om ons persoonlijk verhaal – over slachtofferschap of over transcendentie – niet langer te investeren in het verhaal van de wereld. Dit betekent niet ons lijden ontkennen, of ons isoleren van ons gebroken hart dat geregeld getuige is van gruwelijke gewelddadigheid, onrecht en wreedheid. Het is niet het onderdrukken van onze woede, angst, wanhoop en verdriet. Het betekent wel ophouden met bezitter te zijn van gedachten en emoties die het lijdensverhaal continueren. Het is het einde van het afscheidingsverhaal. Alleen de ‘naakte’ ervaring van pijn, afschuw of terreur, zonder deze te willen fixen, controleren of rechtvaardigen, kan het lijdensverhaal van ‘arme ik’ stoppen, en beëindigt de oorlog tussen ons en hen, tussen gelijk en ongelijk, tussen goed en kwaad.

De wereld is geen illusie. Zo lang we hier zijn en hem ervaren, bestaat hij. Het is het verhaal dat we de wereld opleggen dat een illusie is. De realiteit vraagt om een nieuw perspectief dat de waanzinnige paradox van het leven omarmt.

Golven én Oceaan
Als de knop van ontwaken zich ontvouwd heeft tot de volle bloei van wakker-zijn herkent het de relatieve en absolute realiteit als één: net zo onafscheidelijk als de golven en de oceaan. De getuige en dat waarvan het getuige is – subject en object – lossen in elkaar op. Je bent zowel de leegte van ‘zijn’ als de overvolle wereld. De tegenstelling is weg en er is alleen de prachtige paradox van het non-duale gewaarzijn. Een hele nieuwe dimensie van spirituele volwassenheid opent zich. Niets wordt er buitengesloten, donker noch licht, vorm noch vormloosheid, het wereldse noch het transcendente. Alles wordt gezien als een expressie van éénheid en er wordt niets ontweken, ontkend of gevreesd. Ook angst wordt volledig omarmt.

De compromisloze omhelzing van de golven als de fenomenale expressie, en van de oceaan als innerlijke stilte, brengt ons in een diepe intimiteit met de creatieve kracht van het leven zelf. Deze intimiteit betekent niet jezelf verliezen in het verhaal van de wereld, maar haar juist volledig te ontmoeten zonder verhaal. Dit is mijns inziens de nieuwe evolutionaire mens: helemaal verankerd in het licht van haar ontwaakt-zijn, en tegelijkertijd gepassioneerd toegewijd aan de bitterzoete smaak van het aardse bestaan. Iemand die zegt “ Ja, de waarheid is dat ik niet mijn lichaam ben, maar mijn directe ervaring laat me zien dat mijn lichaam er is en dat bewustzijn er doorheen stroomt iedere keer als ik ren of spring.” Iemand die zegt “Ja, de waarheid is dat er geen zelf is, maar waarom antwoord ik je als je mijn naam roept?” Iemand die zegt, “Ja, de waarheid is dat ik niet besta, en jij ook niet, maar is er geen groot verschil in de kwaliteit van leven als ik naar je luister met een open hart in plaats van vol oordelen? Is dat niet wat we relatie noemen?”

Nieuwe mogelijkheden
Wat zou er niet-spiritueel zijn aan ons openen voor de beweging op onze levensreis als we geworteld zijn in de stilte van ‘zijn’? Authentiek wakker-zijn is niet statisch: het is een fris en onmiddellijk gewaarzijn van dat wat zich ontvouwt in onze directe ervaring. Wat zich voor velen van ons nu ontvouwt is een toenemende complexiteit, creativiteit en interconnectie, in exponentiële snelheid. We hebben de mogelijkheid om te worden waar de vorige generaties alleen maar van konden dromen. We hebben meer middelen, technologie, informatie en wijsheid beschikbaar dan ooit tevoren. En wat zou er niet-spiritueel zijn aan ons te openen voor de evolutionaire beweging van ons worden?

Amoda Maa is een eigentijds spiritueel leraar en schrijfster. Na jaren van spiritueel zoeken en het beoefenen van psycho-spirituele praktijken leidde een ‘donkere nacht van de ziel’ ervaring haar tot een diep innerlijk ontwaken. Na een lange periode van integratie begon ze vanuit deze stilte in kleine groepen te spreken. Nu biedt ze bijeenkomsten en retraites, en is een veel gevraagd spreekster op conferenties en evenementen. Haar leer is vrij van religie of traditie, en vertegenwoordigt een diep begrip van onze menselijke reis die voortkomt uit haar eigen ervaring. Amoda Maa is de auteur van Radical Awakening en het onlangs verschenen Embodied Enlightenment. Meer info op www.amodamaa.com

Artikel overgenomen met toestemming uit het tijdschrift InZicht. Zie http://www.inzicht.org/ (ook voor nabestellen van nummers)

Teisho zen zondag 2016: De reis van de drie koningen (deel 2)

Het volgen van de ster is om te beginnen een diep verlangen. Je blijft de ster volgen ondanks alle ontberingen, ondanks dat alles met betrekking tot de ster ongewis is. Je hebt geen houvast. Het boeddhisme noemt het bodhicitta, het diepe verlangen naar ontwaken.  Het is het meest ongewisse wat er is. Door alles heen blijven de drie koningen de ster zien en volgen, terwijl ze niet weten waarheen hij ze leidt, waartoe en wat het resultaat zal zijn.

Het eerste deel van Eliots gedicht gaat over die ontberingen. In het tweede deel lijkt de reis meer moeiteloos te gaan. De koningen dalen af naar een rustieke vallei, de harde kantjes zijn er vanaf. Herken je dat? De fase waarin het gemakkelijker lijkt te gaan? Maar er gloort iets aan de horizon wat niet helemaal koosjer is. De taal van Eliot is hierin heel beeldend. Hij spreekt over de drie bomen tegen de lage lucht. Die staan voor de drie kruisen, door Rembrandt ook zo mooi weergegeven in diens dramatische ets. Dan is er het witte paard, een beeld uit de Openbaringen, de Apocalyps uit de Bijbel. Er is het dobbelen. Onder het kruis werd door Romeinse soldaten gedobbeld. De zilverlingen. Dat verwijst naar Judas. Er zit een prachtige gelaagdheid in dit vers.

Verwachtingen en waarheden moeten worden bijgesteld. Dat maakt Eliot voelbaar. Hij geeft het gevoel: er klopt iets niet. Die herberg bijvoorbeeld, kijk daar eens naar. Je bent een reiziger, je wilt tot rust komen. Je zoekt na je barre tocht een gastvrije, prettige omgeving. Maar in deze herberg liggen lege wijnzakken. Je moet je verwachting bijstellen. En er is geen informatie, het is een onheilspellende omgeving. Er klopt iets niet. Dat is een hele reële ervaring op het pad. Dan komen ze uiteindelijk bij het punt waar het allemaal om te doen is geweest. ‘Het gaf, zou je kunnen zeggen, voldoening’. Zulk een understatement!

Deze beelden van Elliot tonen dat de reis weliswaar vruchtbaar lijkt te zijn, maar toch niet helemaal. ‘’Het gaf, zou je kunnen zeggen, voldoening’, maar ze staan niet te juichen. Er spreek een deceptie uit. De beelden duiden op onheil. Er openbaart zich iets wat ze niet hadden verwacht. Als de grootste ontberingen zijn gepasseerd, kom je je eigen verwachting tegen. Maar de werkelijkheid blijkt totaal anders. De ster staat voor iets in beginsel – voor een verlangen. Je bent op pad en het pijnlijke besef dringt langzaam tot je door dat je je verwachtingen moet bijstellen. Nu ben ik er, denk je. En dan is het toch anders dan je denkt. In het Chinese zen, als iemand echt satori krijgt, dan lacht hij zich een ongeluk. Omdat het totaal anders is dan je denkt.

Ze bereikten geen uur te vroeg hun bestemming. Het inzicht komt precies op tijd, de appel valt als ie rijp is. Geen seconde te vroeg of te laat. Daar zit een onloochenbare, natuurlijke orde in. Dan krijg je de laatste, wat cryptische passage.

Dit alles was lang geleden, het blijft me bij,
En ik zou het weer doen, maar boekstaaf
Dit boekstaaf
Dit: leidde men ons zo ver voor
Geboorte of Dood? Er was een Geboorte, zeker,
Het feit lag er, geen twijfel aan. Ik kende geboorte en dood,
Maar dacht altijd dat ze verschilden; deze Geboorte was
Een hard en bitter gelag voor ons, als de Dood, onze dood.
We keerden terug naar onze haardsteden, deze koninkrijken,
Maar voelden ons hier niet meer thuis, in het oude verbond,
Vervreemd van een volk dat zich vastklampt aan zijn goden.
Ik zou blij zijn met een tweede dood.

Wat is hier nu geboren? Wat gaat hier dood? En kennelijk is het een en dezelfde situatie. Wat wordt hier geboren? Wat verlies je in deze ervaring? Je verliest je leven! Het is heel dichtbij en heel pijnlijk. Dit is de kernervaring in elke spirituele traditie: mijn leven is niet mijn leven! Het is ook de bron van ontstaan van elke religie. Dit is een hele dubbele ervaring. Als je het zelf ervaart, dan ben je enerzijds verlost van je ‘ik’, maar het is ook pijnlijk. Je hebt alles geïnvesteerd in jezelf, in je leven zoals je het tot dusverre leidde en je hebt op het verkeerde paard gewed. Alles gaat onderuit: materieel, psychologisch, economisch etc. De gehechtheid aan dat alles is niet langer houdbaar. Het is het moment waarin heel even, in een glimps, het kroos van het dagelijks gepruttel wijkt en het leven zoals het is zich toont. En wat is dat? Dit leven precies zoals het is. Niet wat ik ervan hebt gemaakt, dat wijkt. Het is niet mijn leven, het is ook niet ‘mij’.

Hier begint pas echt het volgen van de ster. Vanaf dat moment weet je waar je aan toe bent. Hier wordt duidelijk wat je hebt te doen. Shakyamuni Boeddha ging op zoek naar waarheid, nam uiteindelijk plaats onder de Bodhiboom en kreeg een dijk van een ervaring. Dat was niet waar het bij bleef. Daar begon het pas voor hem. Zo gaat het pad. De eerste fase draait om zelfbehoud, zo gaat het omdat je anders niet verder komt. Maar uiteindelijk wordt zichtbaar dat het zelfbehoud niet is waar het om gaat. De hele oriëntatie klopt niet meer. Hier begint het volgen van de ster pas echt, het onderhoud. En de laatste zin zou je kunnen vertalen met: ik zou blij zijn met een tweede realisatie, een tweede intiem contact. Als de lamp is aangegaan, is dat de inzet. Bij Elliot is de tweede dood het opstijgen naar God.

 

Aanstaande zondag 17 december vindt in Lazuli in Utrecht de allerlaatste stille zen zondag plaats op deze locatie. De tekst Shoji, ‘Geboorte en dood’ van Dogen Zenji is het thema van deze stiltedag. Check voor meer informatie en opgave: https://izen.nl/zen-meditatie/

 

Dogens Uji, onderzoek en verwondering

Hoe we ons leven en de werkelijkheid waarin ons leven zich afspeelt zien, is afhankelijk van wat we ons daarbij voorstellen. In eerste instantie zien we wat we denken te zien, wat we in ons hoofd met de werkelijkheid doen. ‘Omdat de tekenen van tijds komen en gaan vanzelfsprekend zijn, twijfelen mensen daar niet aan.’ We zijn geneigd te denken dat tijd verstrijkt. We vooronderstellen dat dingen zich in de tijd bewegen als in een ruimte en dat de tijd zich beweegt, in een lineaire lijn, op ons toekomend naar dit moment, en van ons af stromend in het verleden, of juist precies andersom. We menen dat dingen en mensen komen en gaan in de tijd, dat ze ontstaan en vergaan, geboren worden en sterven. ‘Ofschoon we het komen en gaan van tijd niet betwijfelen, begrijpen we het ook niet’, schrijft Dogen. Feitelijk is het niet wat we aan den lijve ervaren. Het is wat we er in ons hoofd van hebben gemaakt en nooit hebben gecheckt met de realiteit.

Dogen roept op tot twijfel en onderzoek: als ik kijk, wat zie ik dan echt? Als ik luister, wat hoor ik dan werkelijk? Laat los wat je in je hoofd van de werkelijkheid hebt gemaakt en keer terug naar wat je aan den lijve ervaart, hier en nu. Dit is niet gemakkelijk, het vraagt van ons om daadwerkelijk te betwijfelen wat we ons voorstellen, wat we denken te zien en wat we denken te horen. Dus, terug naar de vraag wat hoor ik als ik gewoonweg luister en wat zie ik als ik simpelweg kijk. Niet met mijn hoofd, maar met mijn gehele lijf.

Wat je dan ziet en hoort is pure verwondering. ‘De wijze waarop het zelf zich van tijd tot tijd uitdrukt is de vorm van de totale wereld’, schrijft Dogen. Wat hier en nu verschijnt, zolang als het duurt, verschijnt door niets gehinderd, precies zoals momenten elkaar niet hinderen. Op deze wijze zichzelf uitdrukkend, van tijd tot tijd, ziet het zelf zichzelf. Letterlijk! De poes op de drempel van mijn achterdeur ziet de poes op de drempel van mijn achterdeur. Voor de tijd dat het duurt. De condities uit het verleden die mijn handelen hier en nu bepalen, zien de condities uit mijn verleden in dit moment. De deur die in het slot valt hoort de deur die in het slot valt. Er is niets anders, voor de tijd dat het duurt. Er is niets dat hindert in dit uitdrukken van het zelf en er is niets dat ontbreekt aan dit moment van ontwaken, zolang als het duurt.

De verheven levenswijze

Waarom zou je het onzegbare in woorden willen uitdrukken? De grote Nyingma meester Longchenpa (1308 – 1363) beantwoordt in zijn voorwoord van ‘Het Juwelenschip’ deze vraag als volgt:

‘Ter wille van toekomstige generaties laat ik hier mijn licht schijnen op de betekenis van de verheven levenswijze. Deze benadering van het leven, die voortkomt uit het universeel scheppende dat vanuit zichzelf volmaakt is, is de weg tot het direct ervaren van het pure gewaarzijn, het hart van alle ervaringen. Deze benadering is NIET een geleidelijk proces van zelfontwikkeling; hiermee ontwaak je werkelijk tot wat is, nu, op dit moment.’

Longchenpa’s inzet roept tenminste twee vragen op. Ten eerste, wat bedoelt hij met ‘de verheven levenswijze’? Welke levenswijze zou dat kunnen zijn? Zou ze niet de wijze van leven zijn, waarin je niets uitsluit en niets uit de weg gaat? De levenswijze waarin je werkelijk aangaat en aanneemt wat zich in je leven aandient? Niet zonder terugdeinzen, verdriet, angst en beven, maar toch. Je staat ervoor. Je staat je leven uit. Je neemt in en houd je ogen open. Je zegt ‘Ja!’ tegen wat zich aandient, al zou alles in je liever ‘Nee, laat maar’ willen zeggen. En ten tweede, wat is werkelijk, nu, op dit moment? Wat is werkelijk, zonder dat ik er iets mee doe of er iets van vind? Wat is dit, wat zich hier en nu in mijn leven aandient?

‘Luister!’ roept Longchenpa een aantal keren in de inleiding die op zijn inzet volgt. ‘Luister!’ Wie is het die dit woord hoort? ‘Luister!’ Wie wordt hier aangesproken? En wie spreekt? Is dit niet een en dezelfde persoon? ‘Ik ben de leraar, het universeel scheppende’, schrijft Longchenpa. Wie is die ‘Ik’, die spreekt over het onveranderlijk scheppende? Wie is de Leraar van de leraar?

‘Het scheppende van het universum onderricht jullie, gelukkigen, deze directe leer, dit geschrift over de vrijheid waarnaar je niet hoeft te streven, deze mondelinge overdracht van de verheven leer, die de kern van de werkelijkheid raakt, zonder te overdrijven of tekort te doen. Dit universeel scheppende is de unieke werkelijkheid, de kern van elk spiritueel streven en van elke leer.’

‘Luister!’ Longchenpa heeft nooit een woord gesproken. Degene die nu deze woorden hoort, is op zoek naar zichzelf en alleen hij kan naar zichzelf op zoek gaan, omdat hij zichzelf, hoe vaag ook, herinnert. Degene die nu deze woorden hoort, spreekt zichzelf uit, dicht bij zichzelf, dichter bij, heel intiem en heel precies. Zijn spreken is niet zonder zich te herroepen; hij zoekt zichzelf en onderzoekt. Maar elk woord dat hij aarzelend uit is de leer. En Longchenpa heeft nimmer een woord gezegd.